8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag a.s. ook te stemmen over de brief van het Presidium over een onderzoeksvoorstel inzake een parlementair onderzoek naar een breed welvaartsbegrip (34298, nr. 1), over de brief van de vaste commissie voor Europese Zaken over het plaatsen van twee parlementair behandelvoorbehouden (34299, nr. 1) en over de aangehouden motie-Graus (31936, nr. 275).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

• het wetsvoorstel Aanpassing van wetten in verband met de invoering van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht en van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie (Invoeringswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht) (34212);

• het wetsvoorstel Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verlenging van de termijnen voor verlening van het Nederlanderschap (33852 (R2023));

• het wetsvoorstel Wijziging van de Gezondheidswet en de Wet op de jeugdzorg teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van informatie over de naleving en uitvoering van regelgeving, besluiten tot het opleggen van sancties daarbij inbegrepen (34111);

• het wetsvoorstel Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met het verbeteren van toezicht, opsporing, naleving en handhaving (33980).

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

• maandag 26 oktober 2015 van 11.00 uur tot 19.00 uur en maandag 2 november 2015 van 11.00 tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Financiën over het Belastingplan 2016 en het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Belastingwet BES in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/107/EU van de Raad van 9 december 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (PbEU 2014, L 359) en om uitvoering te geven aan de door de OESO ontwikkelde Common Reporting Standard (Wet uitvoering Common Reporting Standard) (34276);

• maandag 7 december 2015 van 11.00 uur tot 17.00 uur van de vaste commissie voor Europese Zaken over de Staat van de Europese Unie.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Defensie het lid Tanamal als plaatsvervangend lid in plaats van het lid Arib en in de vaste commissie voor Financiën het lid Dikkers tot lid in plaats van het lid Bouwmeester.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 34058, nr. 22; 30175, nr. 208; 30175, nr. 210; 30175, nr. 209; 21501-08, nr. 551; 21501-08, nr. 552; 30175, nr. 207 en 27428, nr. 302.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

• het VAO Luchtvaart, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 30 september 2015, met als eerste spreker het lid Graus van de PVV;

• het VAO Vreemdelingen- en asielbeleid, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 30 september 2015, met als eerste spreker het lid Fritsma van de PVV;

• het VAO Externe veiligheid, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 30 september 2015, met als eerste spreker het lid Remco Dijkstra van de VVD.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Siderius van de SP-fractie. Zij heeft een aantal rappels.

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Ik heb twee maanden geleden vragen gesteld aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het zou toch mooi zijn als daar een keer antwoord op komt. Het betreft vragen over de situatie op de school voor speciaal onderwijs De Parachute en over de entreetoets, die steeds meer gebruikt wordt als basis voor schooladviezen. Ik hoop dat de antwoorden hierop echt deze week naar de Kamer kunnen komen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Als de antwoorden er niet tijdig zijn, kunt u deze vragen natuurlijk aanmelden als mondelinge vraag voor het vragenuur.

Het woord is aan de heer Jan Vos van de PvdA.

De heer Jan Vos (PvdA):

Voorzitter. Gisteravond was het opnieuw raak: de zwaarste aardbeving van dit jaar in Groningen, bij Hellum, vlak bij Slochteren. De gasproductie in Groningen is drastisch teruggebracht, maar desalniettemin zien we dat het aardbevingsgebied nog steeds groter wordt. Weer nieuwe gezinnen met kinderen worden geconfronteerd met die vreselijk nare, afschuwelijke bevingen. We zien ook dat we toch nog steeds te maken hebben met heel zware bevingen. Ik vraag een debat aan om hierover te spreken. Daarbij wil ik met name ingaan op het feit dat nu weer meer mensen last hebben van de aardbevingen. Ik wil ook spreken over de vraag of er een relatie is tussen de verhoging van de gasproductie bij Siddeburen en de beving die nu heeft plaatsgevonden.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik hoor de heer Vos zeggen dat de gasproductie fors is teruggebracht, maar wij weten allemaal dat er natuurlijk ook een vervolgstap moet worden gezet. Dat is ook de reden waarom wij in onze tegenbegroting daarvoor middelen hebben vrijgesteld, al voor het komende jaar. Er is zeker reden, ook naar aanleiding van wat er deze week is gebeurd, om zo'n debat te houden. Wij steunen dit verzoek om een debat dus. Het liefst willen we dat dat op zo kort mogelijke termijn wordt gevoerd, zodat wij er ook in financiële zin consequenties aan kunnen verbinden.

De heer De Liefde (VVD):

Collega Bosman heeft in nauwe samenwerking met de heer Vos en heel veel andere energiewoordvoerders voorgesteld om heel veel debatten die gaan over energie en over Groningen, samen te voegen. De Kamer heeft daarmee ingestemd. Dat is dus gelukt. Dat staat bij u op de lijst, voorzitter. Dit is in Groningen gebeurd. Het is een vreselijke situatie. Ik steun echter niet weer een apart debat. Dit onderwerp kan uitstekend in het debat over Groningen worden ingevoegd. De heer Vos is zelf met dat debat akkoord gegaan.

Mevrouw Thieme (PvdD):

We kunnen ons er bijna geen voorstelling van maken hoe angstig de situatie moet zijn voor de mensen in Groningen. Daarom moeten we echt wat meer gaan doen aan het terugbrengen van de gasproductie. Daarom steun ik het verzoek om een debat.

De heer Krol (50PLUS):

Ik sluit mij daarbij aan: steun voor het debat.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Dit kabinet brengt de productie nog steeds op een niveau van 33 miljard kuub, zo blijkt ook weer bij de Algemene Financiële Beschouwingen. Wij vragen het kabinet om een brief waarin het aangeeft wat deze beving betekent voor de huidige Algemene Financiële Beschouwingen. Gaat de productie nu eindelijk echt verder omlaag? Of kiest het kabinet daar nog steeds niet voor? Verder wil ik aansluiten bij het verzoek van de heer Bosman om een aantal debatten samen te voegen. Dat lijkt ons een heel logische volgorde. Maar eerst wil ik een brief over specifiek het financiële aspect. Wij schrikken ervan dat nog steeds niet is gekozen voor 30 miljard kuub en dat het nog steeds 33 miljard kuub is.

De voorzitter:

U wilt een brief, te ontvangen voordat de debatten over de mijnbouw, Groningen en energie of, waarschijnlijk, het debat over Groningen wordt ingepland. U steunt niet het verzoek tot het houden van een apart debat over dit onderwerp.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Nee. Ik wil die brief echt heel snel, want we hebben nu de Algemene Financiële Beschouwingen. Het CDA schrikt er echt van dat dit gewoon allemaal maar door blijft gaan. En dan is er zo'n aardbeving als die van gisteravond. We willen die brief dus per omgaande ontvangen.

De voorzitter:

Ik snap het. We zitten nog midden in de Algemene Financiële Beschouwingen. Vandaag is daarvan de tweede termijn. Ik zoek even naar het moment waarop u die brief wilt hebben, want u maakt de koppeling met die beschouwingen. Wilt u die brief dan voor vanavond hebben? Begrijp ik dat goed?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ja, graag voor 18.00 uur.

Mevrouw Klever (PVV):

Er staat een debat over Groningen in de planning. Ik stel voor dat we dat debat volgende week inplannen. Dan kunnen we dit onderwerp direkt bespreken.

De voorzitter:

Dit is een ander voorstel. Dat kan ik hierna in overweging geven. Het voorstel nu is om een debat over de beving te houden. Dat is dus een nieuw debat.

Mevrouw Klever (PVV):

Ja, maar ik neem aan dat de heer Vos het steunt dat we daar volgende week over spreken. Bij dezen doe ik dus mijn voorstel.

De heer Jan Vos (PvdA):

Zo snel mogelijk.

De voorzitter:

Dat zou alleen kunnen als de Kamer dat heel expliciet wil, want volgende week is het vrijwel onmogelijk, ook doordat voor volgende week het extra debat over de Gas- en elektriciteitswet is aangekondigd. Er staan ook twee begrotingsdebatten ingepland, evenals een debat over de Mediawet. De agenda is heel erg vol. Het zou dus ten koste gaan van een van deze debatten. Als u met elkaar zegt dat het zo snel mogelijk moet, dan heb ik iets meer ruimte en kan ik daar rekening mee houden. Ik vraag de overige woordvoerders om in hun reactie aan te geven of zij inderdaad ook willen dat dit debat zo snel mogelijk wordt gehouden. Nogmaals, als iemand anders dat ook volgende week wil — ik heb het voor mevrouw Klever al genoteerd — dan kan ik dat meenemen. Iedereen kan dit zo in zijn overweging meenemen.

Mevrouw Voortman stond als eerste bij de interruptiemicrofoon. O, mevrouw Van Veldhoven krijgt als eerste het woord van mevrouw Voortman.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dank u wel, voorzitter en mevrouw Voortman. Er is helaas al heel vaak aanleiding geweest om een debat over Groningen aan te vragen. Dat is ook door allerlei woordvoerders gedaan. Toen hebben we met elkaar gezegd: laten we er één debat van maken. Dit is weer een nieuwe aanleiding. Ik verzoek de heer Vos om deze bij al die andere aanleidingen voor dat debat te voegen. Laten we dat debat snel inplannen. Daarbij wil ik graag het verzoek van mevrouw Mulder steunen om de brief over de financiële aspecten te ontvangen. Als we echt iets willen veranderen, betekent dat zeer waarschijnlijk ook dat we iets veranderen aan de gaswinning. Die brief moeten we dus wel hebben. Ik neem aan dat de heer Vos dat ook steunt, gezien zijn pleidooi hier om dit debat snel te voeren. Het hoeft niet per se volgende week, maar het liefst wel echt zo snel mogelijk.

De voorzitter:

U zegt eigenlijk: laten we dat debat over Groningen zo snel mogelijk inplannen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook GroenLinks wil graag het debat over Groningen zo snel mogelijk inplannen. Het is duidelijk dat de gasproductie echt omlaag moet. Ik hoop dat we dat eindelijk eens kunnen regelen in het Groningendebat.

De heer Jan Vos (PvdA):

Voorzitter, …

De voorzitter:

We zijn nog niet zover. Mijnheer Dijkgraaf.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Op zich is dit natuurlijk een belangrijke kwestie, maar aangezien er een debat gepland staat, kan dat wat ons betreft zo snel mogelijk ingepland worden. Ook kunnen we bij de begrotingsbehandeling van vanavond de financiële consequenties bespreken. En volgens mij hebben we over twee weken de begrotingsbehandeling van Economische Zaken. Daarbij kan dit ook aan de orde komen. Sprekend met die minister is dit natuurlijk een belangrijk onderwerp. Er zijn dus verschillende momenten waarop we het kunnen aankaarten.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor het verzoek om zo snel mogelijk een debat te houden en de brief te ontvangen waarom het CDA terecht vroeg. Dan kunnen we ook keuzes maken in de begrotingsbehandeling van Economisch Zaken over twee weken, met de minister die daarover gaat.

De voorzitter:

Oké, maar wilt u een apart debat of wilt u het Groningendebat dat al gepland is, zo snel mogelijk ingepland hebben?

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Ja.

De heer Smaling (SP):

Het was schrikken gisteren. We spraken hier over de Gaswet en er vond een dubbele beving plaats. Ik spreek mijn respect en medeleven uit voor de mensen in Groningen en Drenthe. Wat het voorstel betreft, steun ik het verzoek van mevrouw Mulder om snel een brief te ontvangen. Verder wil ik het debat snel inplannen, maar ik laat het graag aan u over wat een haalbare kaart is bij dat snel.

De voorzitter:

Een paar mensen hebben nog niet kunnen reageren op het snel inplannen van het Groningendebat. Mijnheer De Liefde.

De heer De Liefde (VVD):

Voorzitter, u hebt denk ik het beste inzicht in de termijn waarop dat zou kunnen. Het hoeft van ons niet per se volgende week, maar wel graag zo spoedig mogelijk.

De voorzitter:

Deze uitspraak helpt ook. Het staat namelijk nu op de lijst als 46ste debat. Als u dus aangeeft dat u het snel gepland wilt hebben, kan ik dat meenemen. Mevrouw Mulder, ik neem aan dat u het ook snel gepland wilt hebben.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ja, heel graag, voorzitter, want de problematiek is heel groot voor de inwoners van Groningen. Dank u.

De heer Slob (ChristenUnie):

Daar sluit ik mij ook bij aan.

De heer Jan Vos (PvdA):

Voorzitter, u zult ongetwijfeld de conclusie trekken, maar alles gehoord hebbende zou ik graag willen dat we het Groningendebat zo snel mogelijk inplannen. De brief van de minister zou ik dan graag in ieder geval voor de begrotingsbehandeling van EZ ontvangen. Het is wel belangrijk dat we enige zorgvuldigheid betrachten. En als het Groningendebat eerder plaatsvindt dan de begrotingsbehandeling van EZ, krijg ik de brief graag voor het debat.

De voorzitter:

Ja, dat snap ik. Over het tijdstip van de brief lopen de meningen uiteen. Ik zal ervoor zorgen dat dit opgenomen wordt in het stenogram voor de regering. Een aantal mensen hebben gezegd dat ze de brief vandaag voor 18.00 uur willen hebben. Het zal ongetwijfeld ook in een mondelinge vraag aan de orde kunnen komen, maar ik neem op in het stenogram dat er mensen zijn die graag voor 18.00 uur vandaag de brief al willen hebben. Het debat staat al op de lijst. Ik zal een uiterste inspanning verrichten om het zo snel mogelijk in te plannen.

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Dank u wel, mijnheer Vos.

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik heb nog een tweede aanvraag.

De voorzitter:

U hebt nog een tweede verzoek. Ja, ik ben mijn lijstje kwijt.

Het woord is aan de heer Vos.

De heer Jan Vos (PvdA):

Voorzitter. Bij de Amsterdamse rechtbank en het gerechtshof daar, werken ondernemende types. Ze hebben namelijk het voornemen om een "commercial court" op te richten. Dat commercial court gaat voor internationale bedrijven geschillen beslechten. Dat moet dan wel een beetje marktconform. Ze moeten het marktaandeel vergroten en concurrerend optreden, zo heb ik gelezen. Dat vond ik allemaal heel fascinerend, want volgens mij zijn de Amsterdamse rechtbank en het gerechtshof gewoon onderdeel van ons rechtssysteem. We gebruiken daar ook belastinggeld voor. Als er dus zulke ondernemende types zitten, wens ik hun veel succes toe op de vrije markt, maar ben ik vooralsnog niet erg genegen om namens de Partij van de Arbeid dergelijke commerciële activiteiten toe te staan. Daarom vraag ik een debat aan met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

De voorzitter:

Over een Nederlands commercieel hof.

De heer Jan Vos (PvdA):

Precies.

De voorzitter:

Dat vind ik een wat mooiere titel in het Nederlandse parlement.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ook mijn fractie heeft zich verbaasd, ook over de uitspraak dat het marktaandeel moet worden vergroot. Dat heb ik een rechter horen zeggen. Dat verbaast ons zeer, daarom steunen wij dit debat van harte.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Het lijkt ons ook van belang dat de minister van Justitie daarbij is, want het raakt niet alleen de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, maar zeker ook die van Justitie. Die zouden wij er dus graag bij willen hebben. Ook zouden we graag daaraan voorafgaand een schriftelijk vragenrondje met elkaar willen hebben, zodat we ons nog beter op het debat kunnen voorbereiden. Steun voor een debat.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik zou eerst graag een brief willen hebben. Ik vind ook de vragenronde een heel interessante suggestie. Dan kunnen we daarna bekijken waarbij we een en ander kunnen betrekken. Op dit moment geef ik nog geen steun voor een apart plenair debat, maar laten we er wel met elkaar over spreken.

De heer Smaling (SP):

Het is een intrigerend en belangrijk onderwerp, laat dat duidelijk zijn, maar ik heb ook de voorkeur voor eerst een brief, ingestoken vanuit de juridische kant. Daarna zou ik pas het besluit willen nemen of het een debat waard is.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Markt en rechtbanken lijken me geen zaken die je samen moet laten gaan. Steun van GroenLinks dus voor het verzoek.

De heer Teeven (VVD):

Steun voor het verzoek om een debat, maar misschien moeten we het betrekken bij het debat dat we volgende week over TTIP hebben. Dan belasten we ook de plenaire agenda niet. Misschien is dat een voorstel dat helpt om er snel over te kunnen spreken. Als het kabinet daar een brief over wil sturen, zal ik mij daar niet tegen verzetten.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Ondernemerschap juichen wij van harte toe, maar ondernemerschap in het rechtssysteem kennen we nog niet. Het lijkt me goed om zo snel mogelijk een debat hierover te voeren.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Teeven. Ik interpreteer zijn antwoord zo dat hij geen steun geeft aan een plenair debat over dit onderwerp.

De heer Teeven (VVD):

Er is volgende week een algemeen overleg over TTIP. Wellicht dat de heer Vos het daarbij kan betrekken. Dan kunnen we voor die tijd een briefje van het kabinet ontvangen over hoe het hiertegenover staat.

De voorzitter:

Dat betekent dat u een apart plenair debat over dit onderwerp niet steunt.

De heer Teeven (VVD):

Inderdaad.

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik vind het voorstel van de heer Teeven heel adequaat. Ik wil het CDA niet blokkeren in de wens om daar de minister van Justitie bij te betrekken. Dat verzoek kunnen we natuurlijk altijd doen aan het kabinet. Ik weet echter dat de minister van Justitie erg druk is. Ik heb er niet veel verstand van, maar ik heb vernomen dat het een heel groot departement is. Ik wil hem dus niet te veel belasten, maar ik wil het verzoek in ieder geval doorgeleiden.

De voorzitter:

Ik zal de griffier van de commissie vragen om een inventarisatieronde te houden voor vragen over dit onderwerp. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Oskam van het CDA.

De heer Oskam (CDA):

Voorzitter. De heer Vos zei het heel goed: het is een heel groot departement en er gaat ook heel veel fout. We zitten nu in een break van een debat met de minister van Veiligheid en Justitie over wat er allemaal misgaat bij Justitie en de justitiediensten. Nu doen zich vandaag weer twee belangrijke gebeurtenissen voor. Ik zal het verzoek splitsen. Mijn eerste verzoek gaat over het feit dat het ministerie van Veiligheid en Justitie foto's heeft vernietigd van verkeersovertreders. Dan gaat het om Polen, Bulgaren en Roemenen. Het gaat mij niet zozeer om de verkeersveiligheid, al vind ik die ook belangrijk, maar mijn insteek is meer dat er iets fout is gegaan bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. RTL Nieuws is namelijk al twee jaar bezig om die gegevens boven tafel te krijgen en heeft een WOB-verzoek gedaan op basis van de Wet openbaarheid van bestuur. Dat is uiteindelijk door de rechter toegewezen, zodat het inzage kan krijgen in dat dossier. En wat gebeurt er? Het ministerie van Veiligheid en Justitie vernietigt alles. Ik vind dat dat wel reden is om een debat te houden.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Ik wil eerst een reactie van het kabinet hierop via een brief. Daarna kunnen we bekijken of er een apart debat moet plaatsvinden of dat dit betrokken kan worden bij het AO Politie dat binnenkort wordt gehouden.

De voorzitter:

Op dit moment dus geen steun voor een debat?

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Op dit moment geen steun voor een debat.

Mevrouw Helder (PVV):

Ik steun het verzoek om een debat wel degelijk, want het was mijn voormalige collega De Jong die dit namens onze fractie met een motie aan de kaak heeft willen stellen. Wij willen daar graag een keer opheldering over krijgen en willen dit zeker bespreken in een debat.

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor de brief. Daarna kunnen we bekijken of er een debat nodig is.

Mevrouw Kooiman (SP):

We hebben over twee weken een algemeen overleg Politie. Voor die tijd wil ik graag de brief ontvangen. Het verzoek om een brief steun ik dus wel, maar het verzoek om een debat vooralsnog niet, want of dat nodig is, zal moeten blijken.

Mevrouw Visser (VVD):

Wij hebben hier gisteren schriftelijke vragen over gesteld. Daar zouden we graag antwoord op krijgen inclusief een kabinetsreactie. We zouden het graag willen betrekken bij het AO Wegverkeer en verkeersveiligheid, want wat ons betreft gaat het daar ook over. We moeten ervoor zorgen dat mensen die de wet op de weg overtreden, worden aangepakt. Ik zou, via de voorzitter, Justitie wel willen verzoeken om geen onomkeerbare stappen meer te zetten. Er hebben ons geluiden bereikt dat mogelijk alsnog deze gegevens worden gewist. Dat signaal willen wij wel meegeven.

De voorzitter:

Dat zal opgenomen worden in het stenogram.

De heer Segers (ChristenUnie):

Geen steun voor een debat, wel voor een brief. De justitiële aspecten zouden wij graag betrekken bij het AO Politie.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Klassenjustitie is verschrikkelijk, dus ik steun het debat.

De heer Recourt (PvdA):

Ik ga uiteraard akkoord met een brief en zou het onderwerp graag betrekken bij het AO Verkeersveiligheid.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Steun voor een debat.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wij steunen de brief en bekijken wat de brief oplevert. We willen het in ieder geval betrekken bij het AO en dan bekijken of er nog een apart debat nodig is.

De voorzitter:

Mijnheer Oskam, op dit moment hebt u niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Er is brede steun voor een brief. Ik zal zorgen dat in het stenogram ook de datum opgenomen wordt van het AO, zodat die brief voor dat overleg hier is en daarbij betrokken kan worden, zoals veel collega's hebben gesuggereerd.

De heer Oskam (CDA):

Ik vind het goed, want het gaat mij erom dat het besproken moet worden. Er zijn twee verschillende voorstellen gedaan. De VVD en de Partij van de Arbeid stelden voor om het bij verkeersveiligheid te doen. Dat is een ander ministerie en daar zit ook een andere minister bij. Politie valt natuurlijk onder de minister van Veiligheid en Justitie, dus daar moet nog wel een keuze in worden gemaakt.

De voorzitter:

Dat gaat u in de commissie bespreken.

De heer Oskam (CDA):

Zo is het.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Dat is inclusief het verzoek van mevrouw Visser om geen onomkeerbare stappen te zetten.

Het woord is aan de heer Oskam, voor zijn tweede verzoek.

De heer Oskam (CDA):

Voorzitter. Vlak voor dit debat bereikte ons het bericht dat de korpschef van de Nationale Politie, Gerard Bouman, plotseling opstapt. Dat is heel onverwacht voor iedereen en dat vraagt natuurlijk om uitleg. Daarna, terwijl wij in het debat zaten, heeft de minister tegen RTL gezegd dat de heer Bouman het werk niet kan afmaken, omdat hij tegen zijn pensioen aan zit. Dat is met klem en met emotie tegengesproken door de heer Bouman. Dat is weer een teken dat er heel veel mis is, zoals ook tijdens het debat naar voren kwam. Ik wil niet dat dit bij een of ander AO wordt geveegd, maar ik wil er een plenair debat over. Collega Marcouch heeft al een brief aangevraagd, met steun van een meerderheid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie. De minister moet natuurlijk eerst dit debat afmaken, maar meteen na dit debat willen wij antwoord op de vraag waarom Bouman is weggegaan. Ik stel voor dat wij de brief die de heer Marcouch heeft aangevraagd, met steun van de Kamer, voor 19.00 uur vanavond krijgen.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Voorzitter. Ik vind dit lastig. Wij hebben een brief gevraagd, dat klopt. Er zal duidelijkheid over moeten komen, maar ik vind niet dat we hier plenair moeten gaan praten over het vertrek van een korpschef van politie. Ik wil echt eerst het antwoord van de minister afwachten. Zo heel erg zwart-wit was het ook weer niet, wat de minister zei. Dat kon je ook anders interpreteren. We moeten eerst maar eens de inhoud van die brief bekijken en dan bezien of het noodzakelijk is om erover te spreken in een debat.

Mevrouw Kooiman (SP):

Daar denk ik toch iets anders over, als je kijkt naar de chaos op de werkvloer. De man die uitvoering moest geven aan de reorganisatie, vertrekt plots. De minister zegt van alles waarover weer verwarring ontstaat. Ik vraag me af in hoeverre de minister nog grip heeft op deze situatie, terwijl er een heel grote reorganisatie van de Nationale Politie voor de boeg ligt. Ik wil het verzoek van de heer Oskam zeker steunen.

De heer Segers (ChristenUnie):

We hebben net een uitgebreid debat over het herijkingsplan gevoerd, waar de korpsleiding een belangrijk onderdeel van was. Er is toen gezegd: met deze korpsleiding gaan wij door. Nu is daar opeens verandering in gekomen. Het lijkt mij inderdaad wel gerechtvaardigd om erover te debatteren wat dit zegt over de reorganisatie en over de afstemming tussen de politieke leiding en de korpsleiding. Steun dus voor het debat.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Het is natuurlijk groot nieuws, zeer belangrijk, want de politie verkeert in de grootste reorganisatie ooit. Het is sowieso de grootste reorganisatie binnen de overheid. Als er zoiets gebeurt, is dat echt belangrijk. Daar moet je echt plenair over debatteren, dus volledige steun voor een plenair debat, want er is ook sprake van tegenstrijdige berichtgeving.

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor het debat.

De heer Marcouch (PvdA):

We hebben kortgeleden nog een heel groot debat gevoerd over de herijking van de reorganisatie van de politie. Er is volgende week een AO gepland. We hebben een brief gevraagd. We hebben geen behoefte aan een specifiek debat, maar we willen die brief graag voor het AO Politie. Dan kunnen we die zaken eventueel betrekken bij dat algemeen overleg.

De voorzitter:

U had in de commissie ook al afgesproken dat die brief voor het AO Politie moest komen.

De heer Marcouch (PvdA):

Dat hebben we in de e-mailprocedure gevraagd, zoals hier gebruikelijk is, met steun van de commissie.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Geen steun van mijn fractie voor een debat. Laten we die brief afwachten. Als de brief aanleiding geeft voor een debat, kunnen we daarover discussiëren in het volgende AO Politie op 14 oktober, zeg ik uit mijn hoofd.

Mevrouw Helder (PVV):

Dat is een gevalletje wegmoffelen, want die agenda is drie pagina's lang. Met een spreektijd van een paar minuten gaat het dat nooit worden, dus ik steun het verzoek om een debat wel degelijk. Normaal gesproken zou je dat klein kunnen houden, maar hier gaat het over een reorganisatie die twee keer zo veel gaat kosten en twee keer zo lang gaat duren en degene die het allemaal moest gaan trekken, is nu ook verdwenen. Dat rechtvaardigt wel degelijk een apart debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het is wel wonderlijk dat we een debat voeren waarin het onder andere gaat over slechte interne afstemming binnen het ministerie van Veiligheid en Justitie en ook met de minister van Veiligheid en Justitie en dat nu dit gebeurt. Dus steun van GroenLinks voor dit verzoek.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wij gaan als Kamer niet over het ontslag of de benoeming van dit soort mensen op belangrijke posities. Het is goed dat er over de reorganisatie gedebatteerd wordt. Dat hebben we recentelijk ook al gedaan en dat zullen we binnenkort weer doen in een algemeen overleg. Dus steun voor de brief maar niet voor een apart debat.

De voorzitter:

Mijnheer Oskam, er is brede steun in de Kamer voor de brief, waarvan u zelf aangaf dat die al is aangevraagd. Dat deel van het stenogram behoef ik dus ook niet meer door te geleiden. U hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat over dit onderwerp.

De heer Oskam (CDA):

Dan stel ik voor dat het stenogram toch naar de regering wordt doorgeleid, omdat ik vraag om de brief vandaag nog naar de Kamer te sturen, hetgeen volgens mij niet in het verzoek tot nu toe staat. Anders zou het nog een paar dagen kunnen duren terwijl ik vind dat de Kamer en het volk eigenlijk vandaag al moeten weten wat er aan de hand is.

Daarnaast ben ik van oordeel dat er wel een dertigledendebat over gehouden zou kunnen worden. Dus bij dezen het verzoek om het op de lijst van dertigledendebatten te plaatsen. Uiteraard blijf ik wel proberen dit onderwerp snel te bespreken en dan kan ik dat verzoek altijd weer intrekken.

De voorzitter:

Ik kan het stenogram doorgeleiden, maar ik stel wel vast dat ik niet gehoord heb dat dat deel van uw verzoek heel breed gesteund wordt.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Daarom sta ik hier ook, want ik vind wel degelijk dat wij er vandaag bericht over moeten hebben. De ruis zoals die er is nu is, moet namelijk niet blijven bestaan. Dus die brief wel graag vandaag.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Krol.

De heer Krol (50PLUS):

Voorzitter. Eergisteren heeft dit parlement in een vloek en een zucht 80 miljoen euro vrijgemaakt voor de mogelijke aanschaf van twee Van Rijns. Inmiddels is veel meer duidelijk geworden. In een deal met Frankrijk schaft Nederland de helft van de huwelijksportretten aan. Ook is duidelijk dat het Rijksmuseum en andere geldverstrekkers zich terugtrekken. Het is nu wel de vraag wie, wat, wanneer wist. Is het parlement in het ootje genomen? Was wellicht allang duidelijk dat het om de helft van de schilderijen ging en gebruiken we de nu vrijgemaakte gelden voor deze aankoop of gaat er 40 miljoen naar de algemene middelen? Komt er een wijziging van het dinsdag goedgekeurde voorstel dat nu ter behandeling bij de Eerste Kamer ligt? Genoeg vragen die een antwoord verdienen. 50PLUS doet daarom het verzoek om een interpellatiedebat met de minister van OCW en de minister van Financiën. Voorafgaand ontvangen we graag een brief met een feitenrelaas met alle stappen, in elk geval vanaf maart van dit jaar tot heden.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Daar heeft de heer Krol echt een punt. Ik neem aan dat het Rijksmuseum nu gewoon 40 miljoen gaat bijdragen. Dus ik steun het verzoek.

De heer Van Nispen (SP):

Vanuit de SP vooralsnog geen steun voor het verzoek om een debat. Het verzoek om een feitenrelaas kan wel op onze steun rekenen. Misschien zou het ook goed zijn om een vragenronde te organiseren, waarbij de vragen via de commissie geïnventariseerd kunnen worden.

De heer Bisschop (SGP):

Ik zou willen voorstellen om een brief te vragen met daarin een keurig feitenrelaas om vervolgens de gelegenheid te hebben om vragen te stellen, zodat al die rook en mist wat weg kunnen waaien. Ook zou ik dan graag zien dat er ingegaan wordt op het aandeel van de private financiering.

De voorzitter:

Die vragen worden dan geïnventariseerd via de griffier van de commissie.

De heer Bisschop (SGP):

Zeker, maar dit is alvast een voorzetje.

De voorzitter:

Een voorzetje.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik zag de minister gisterenavond bij Pauw een beetje rood worden; zij nam een beetje haar partijkleur aan. Omdat ik denk dat ze best wel veel uit te leggen heeft, is het goed om hier een interpellatiedebat over te hebben, voorafgegaan door een feitenrelaas en een brief.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik kan mij aansluiten bij wat de SGP en de SP hierover gezegd hebben. Een schriftelijke vragenronde lijkt ons nu het beste.

De heer Segers (ChristenUnie):

Dat geldt ook voor de fractie van de ChristenUnie.

De heer Bosma (PVV):

Steun voor het verzoek van de heer Krol.

De voorzitter:

Mijnheer Krol, de Kamer deelt uw behoefte aan meer informatie. Er is gevraagd om een inventarisatieronde te doen laten plaatsvinden door de griffier van de commissie, zodat er zo veel mogelijk vragen gesteld kunnen worden. Op dit moment hebt u niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat.

De heer Krol (50PLUS):

Dat is mij helder. Kunnen we daar een datum aan plakken, in de zin van wanneer we dit afronden?

De voorzitter:

Dat hoort onderdeel te zijn van het verzoek.

De heer Krol (50PLUS):

Vandaar mijn vraag.

De voorzitter:

Ja, maar u zit nu in het staartje; het verzoek doe je aan het begin. Dus ik denk dat u dat even mee moet nemen met elkaar in de procedure die nog volgt, maar in principe loopt nu gewoon de afspraak zoals we die altijd hebben.

De heer Krol (50PLUS):

Dank u.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet en de Griffier vragen om de inventarisatie van de vragen zo snel mogelijk te doen. Waarmee er een einde is gekomen aan de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven