6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de motie zoals ingediend bij het notaoverleg over de initiatiefnota van het lid Schut-Welkzijn over activering uit arbeidsongeschiktheid (33770).

Op verzoek van de PvdA fractie benoem ik:

  • -in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Wolbert tot lid in de bestaande vacature en het lid Cegerek tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Wolbert;

  • -in de vaste commissie voor Financiën het lid Vermue tot lid in plaats van het lid Dikkers;

  • -in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Vermue tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature en het lid Monasch tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Kerstens;

  • -in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties de leden Vermue en Wolbert tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • -in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Vermue tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Volksgezondheid Welzijn en Sport het lid Vermue tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Laar;

  • -in de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het lid Monasch tot lid en het lid Vermue tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • -in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Monasch tot lid in plaats van het lid Mei Li Vos en het lid Mei Li Vos tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Kerstens;

  • -in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst het lid Albert de Vries tot lid in de bestaande vacature en het lid Mohandis tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Albert de Vries.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 21501-32, nr. 681; 21501-32, nr. 752; 21501-32, nr. 770; 26991, nr. 449; 28286, nr. 735; 28286, nr. 736; 28286, nr. 737; 28286, nr. 738; 28286, nr. 739; 28286, nr. 740; 30196, nr. 270; 31389, nr. 101; 31289, nr. 240; 31389, nr. 111; 32336, nr. 37; 32813, nr. 31; 33400-VI, nr. 110; 33400-XIII, nr. 106; 33400-XIII, nr. 113; 33400-XIII, nr. 114; 33400-XIII, nr. 115; 33400-XIII, nr. 117; 33400-XIII, nr. 118; 33529, nr. 78; 33576, nr. 24; 28973, nr. 145; 33605-XIII, nr. 15; 33750-XIII, nr. 80.

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 33770, nr. 3; 34213, nr. 1; 22112, nr. 1997; 22112, nr. 1985; 26234, nr. 174; 26234, nr. 176; 21501-07, nr. 1311; 21501-07, nr. 1308; 26448, nr. 538; 2015Z14764; 24515, nr. 308; 33695, nr. 9; 29818, nr. 39; 30111, nr. 85; 24515, nr. 310; 24515, nr. 309.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Verwerving F-35 naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 29 september, met als eerste spreker de heer Jasper van Dijk van de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Bontes.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. We zijn in oorlog met de terroristen van de Islamitische Staat, maar onze regering zendt F-16's op missie met een munitietekort. Het is zelfs zo erg dat de luchtmacht bij bondgenoten raketten moet lenen. Dat is mede zeer ernstig en absurd omdat de minister kort geleden in antwoord op onze Kamervragen heeft aangegeven dat er op missies geen enkele sprake is van een munitietekort. Het tegendeel is het geval! Ik wil daarom graag een debat over deze zeer ernstige kwestie.

De heer Van Bommel (SP):

Het is natuurlijk, of je het nu wel of niet eens bent met dat optreden, een eigenaardig bericht dat de luchtmacht niet kan optreden. Ons standpunt hierover is bekend, maar ook wij vinden dat de luchtmacht met het materieel dat hij heeft, moet kunnen optreden. Als een munitietekort de luchtmacht daarbij parten speelt, moet dat worden opgehelderd. Hierover zal verantwoording moeten worden afgelegd en daarom ontvang ik graag een brief met de exacte feiten. Ik vraag ook een bericht over de inzetbaarheid van de Nederlandse luchtmacht, zeker in het licht van het aanstaande besluit om eventueel boven Syrië te gaan vliegen.

De voorzitter:

Ik breng voor alle zekerheid in herinnering dat dit de regeling is en geen debat.

Mijnheer Geurts, aan u het woord.

De heer Geurts (CDA):

Ik zal het kort proberen te houden, voorzitter.

Het lijkt mij het beste dat we eerst een brief krijgen. Daarna kunnen we op basis van de inhoud van de brief bekijken of een debat nodig is. Op dit moment dus geen steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Op dit moment geen steun.

De heer De Roon (PVV):

Ik wil hierover heel graag met de minister in debat. Ik wil ook snel met haar in debat, wat mij betreft volgende week. Ik denk, eerlijk gezegd, dat de daarvoor aangewezen weg is dat we morgen in de procedurevergadering van de Defensiecommissie besluiten tot een algemeen overleg. Wat mij betreft vindt dat overleg volgende week plaats. Als de heer Bontes dat morgen in de procedurevergadering voorstelt, zal ik hem zeker steunen.

Ik wil natuurlijk ook graag een brief, maar dan wel voordat we dat algemeen overleg hebben.

De voorzitter:

U steunt het verzoek voor een plenair debat dus niet, maar u zult straks in de procedurevergadering wel pleiten voor een algemeen overleg op korte termijn.

De heer De Roon (PVV):

Ja, juist vanwege de snelheid.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Het lijkt mij goed om eerst maar eens te achterhalen of de informatie klopt. Ik ontvang dus graag een brief waarin staat of de informatie wel of niet klopt. Ik ken de bron niet en weet daardoor niet of de informatie juist is.

De voorzitter:

Hebt u ook haast?

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Ik zou zeggen: laten we het goed uitzoeken. Graag binnen een week.

De heer Vuijk (VVD):

Daar sluit ik mij bij aan. Het is een belangwekkende kwestie. De VVD heeft hierover gisteren dan ook vragen gesteld. Ik wil eerst een antwoord op die vragen en een brief lijkt mij dan ook een uitstekend idee. Voorlopig geen debat.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het is natuurlijk zeer belangrijk, want als dit waar is, is dat natuurlijk absurd. Als het al zo is, moet het worden opgelost. Eerst helderheid over de vragen en dan kijken of er een debat nodig is.

Mevrouw Hachchi (D66):

Alleen steun voor een brief.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Dat is jammer, want we hebben die vragen al een keer aan de minister gesteld. Toen heeft zij aangegeven dat er bij deze missies geen problemen zijn met de munitie, maar nu blijkt het tegendeel het geval te zijn. Wat we nu doen, is dus eigenlijk hetzelfde vragen. Ik leg me hier maar bij neer: ik wacht de brief af en bekijk dan hoe ik verder zal handelen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Geurts voor een rappel.

De heer Geurts (CDA):

Ik rappelleer op onbeantwoorde schriftelijke vragen aan de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie over de rol van Turkije in de strijd tegen PKK en ISIS. Ik doe dit namens collega Knops.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Veen.

De heer Van Veen (VVD):

Voorzitter. Er is twee dagen achter elkaar goed nieuws over de Nederlandse economie: gisteren een zesde plaats op het gebied van welvaart en vandaag plaats vijf op de lijst van meest competitieve economieën in het rapport van het World Economic Forum. Wij vinden het echt heel belangrijk dat we op die lijst zijn gestegen van plaats acht naar plaats vijf, een evenaring van onze eerdere hoogste positie. Het lijkt mij een goed moment om met de minister van Economische Zaken te debatteren over de dingen die hij heeft gedaan en de dingen die hij nog gaat doen om ons van de vijfde plaats naar de eerste plaats te helpen.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Daarover hebben we vanmorgen al met de minister van gedachten gewisseld. Het is dus een beetje mosterd na de maaltijd. Het is mij ook niet duidelijk wat de VVD in dat debat naar voren zou willen brengen, anders dan de minister een aai over zijn bol te geven. Je kunt het ook zo doen als onze collega gisteravond deed: je eigen staatssecretaris naar de Kamer roepen en haar vervolgens in moeilijkheden brengen.

De voorzitter:

Nou, nou, nou, mevrouw Mulder. Ik begrijp dat u het debat niet steunt. Dat is een korte manier om het te zeggen en zonder dat u in debat gaat over iets wat nu niet aan de orde is.

Ik geef het woord aan mevrouw Klever.

Mevrouw Klever (PVV):

Over twee weken hebben we de begrotingsbehandeling van Economische Zaken. Dat lijkt mij een prima moment om de heer Van Veen zijn verhaal te laten doen. Dus geen steun voor een apart debat.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik begrijp dat de VVD haar zegeningen wil tellen en hier tentoon wil stellen. Dat kan en dat mag, maar dan wil ik in dat debat ook meegenomen hebben dat wij op de laagste plek staan in Europa als het gaat om kredietverlening aan het mkb. Op dat punt zijn wij Griekenland voorbij gestreefd.

De voorzitter:

Ik zie dit als steun voor het debat en als een verzoek om de agenda uit te breiden.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Steun voor het debat. Er is nog genoeg om over te praten, vooral gezien de conclusies die een aantal partijen rechts van ons trekken.

De voorzitter:

Een meerderheid steunt dit verzoek om een debat. Ik zal het toevoegen aan de lijst. De spreektijd is vier minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Sjoerdsma voor een vooraankondiging.

Mijnheer Sjoerdsma, u mag die vooraankondiging ook gewoon bij de interruptiemicrofoon doen.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik heb ook iets anders.

De voorzitter:

Iets anders kunnen we nu niet toestaan.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Volgende week is er een belangrijke JBZ-Raad. Ik zou inderdaad een vooraankondiging willen doen voor een VAO, inclusief stemmingen.

Ik heb ook een verzoek om informatie voorafgaand aan dat VAO, vandaar ook dat ik hier ben gaan staan. Het kabinet heeft net een uitstelbrief gestuurd, waarin het schrijft dat het vooralsnog geen reactie kan geven op de voorstellen van de Europese Commissie. Dat is vreemd. Ik wil graag weten waarom het kabinet geen reactie kan geven op die voorstellen. Ik zou die appreciatie verder graag ruim voor het algemeen overleg over de JBZ-Raad ontvangen, zodat de Kamer daar op tijd kennis van kan nemen. Ik doe dit verzoek mede namens de SP, de ChristenUnie en GroenLinks.

De voorzitter:

Ik zou het toch op prijs stellen dat dit soort verzoeken, zoals we dat met elkaar hebben afgesproken, gewoon wordt aangemeld voor de regeling van werkzaamheden.

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Geurts.

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter. Als voorzitter van de commissie voor Wonen en Rijksdienst zou ik graag de verbouwingsplannen van het Binnenhof voor de plenaire agenda aanmelden. Ik vraag de Griffie verder om daarbij rekening te houden met de rondleiding die voor de commissie is georganiseerd. Die twee elementen moeten goed met elkaar worden gematcht.

De voorzitter:

Vier minuten spreektijd per fractie. We zullen het debat in overleg met de commissie inplannen.

Daarmee is er een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt van 14.10 uur tot 14.14 uur geschorst.

Naar boven