6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Naar aanleiding van de regeling van werkzaamheden van gisteren kan ik u het volgende meedelen. Het debat over de instroom van asielzoekers zal ik in de week van 9 februari plannen. Dit debat zal plaatsvinden in aanwezigheid van de minister-president en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. 

(Geroffel op de bankjes) 

De voorzitter:

Ik stel voor, de volgende wetsvoorstellen aan de agenda van de Kamer toe te voegen: 

  • -het wetsvoorstel Implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ (PbEU 2012, L 315) (34236); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het online gebruik ervan op de interne markt (Implementatiewet richtlijn collectief beheer) (34243). 

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor, de volgende debatten van de lijst af te voeren: 

  • -het debat over de gasexplosie in Diemen; 

  • -het dertigledendebat over het plan van de PvdA voor een verbod in beleggingen in fossiele bedrijven door pensioenfondsen; 

  • -het dertigledendebat over de beveiliging van persoonsgegevens bij gemeenten. 

Op verzoek van de D66-fractie heb ik de volgende benoemingen in commissies gedaan: 

  • -in de vaste commissie voor Defensie het lid Belhaj tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Belhaj tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Belhaj tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het lid Belhaj tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst het lid Belhaj tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Swinkels tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Pechtold tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de commissie voor de Werkwijze het lid Verhoeven tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de tijdelijke commissie Breed welvaartsbegrip het lid Koolmees tot lid in de bestaande vacature. 

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 29544-662; 34300-VIII-51; 31288-480; 32140-21; 32140-22; 32140-23; 32820-144; 32820-160; 29984-478; 21501-32-785; 33750-XIII-81; 29675-166; 33692-53; 28286-691; 33625-78; 33979-45; 34000-A-38; 28286-785. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Medicijnentekort in het algemeen en het tekort aan Thyrax in het bijzonder, met als eerste spreker het lid Van Gerven namens de SP-fractie. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Bergkamp. 

Mevrouw Bergkamp (D66):

Op 16 november diende D66 schriftelijke vragen in over een voormalige coffeeshophouder die veroordeeld is in Thailand. Deze vragen zijn gesteld aan de minister van Veiligheid en Justitie en aan de minister van Buitenlandse Zaken. Het is nu 27 januari en we hebben nog geen antwoord gekregen op onze vragen. Graag dus een rappel en het verzoek aan de voorzitter om te vragen, zo spoedig mogelijk antwoord te krijgen. Deze meneer zit niet in een luxehotel, maar in een gevangenis. Snelheid is dus geboden. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Dik-Faber. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De commissie wetenschappelijke integriteit van Wageningen UR heeft een rapport van dezelfde universiteit over de kosten van het statiegeldsysteem als onzorgvuldig beoordeeld. Het ministerie en het bedrijfsleven zouden een vinger in de pap hebben gehad bij de uitkomsten van het rapport; het rapport noemt onder andere statiegeld "peperduur". Een van de conclusies van de commissie is dat dit rapport nooit gebruikt had mogen worden bij het besluit over het handhaven of afschaffen van statiegeld. Dat is wel gebeurd. Het rapport is onderdeel geweest van de debatten hier in de Kamer. Mijn fractie wil hierover graag een brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en daarna een debat. 

Mevrouw Bergkamp (D66):

D66 steunt een brief, maar wij willen graag de inhoud betrekken bij een algemeen overleg. We praten er namelijk best wel vaak over. We vinden het belangrijk om de inhoud te betrekken bij een AO, dus geen steun voor een debat. 

Mevrouw Cegerek (PvdA):

Vanochtend stond het artikel in Trouw. Naar aanleiding daarvan heb ik ook snel de pen gepakt en schriftelijke vragen ingediend. Ik wil antwoorden op mijn vragen. Ik wil ook een brief en zal, nadat ik de antwoorden heb ontvangen op mijn vragen, ook een debat steunen, want er moet een keer een goed debat over statiegeld gevoerd worden. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

De CDA-fractie heeft ook behoefte aan die brief. Als het allemaal klopt, is het natuurlijk niet fraai. We willen daar dus helderheid over hebben. Als de brief nog onduidelijkheden laat bestaan, steun ik het debat ook. 

De voorzitter:

En nu wel of geen steun? 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Laten we het gewoon steunen. 

De heer Madlener (PVV):

Steun voor een brief, maar niet voor een debat. 

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor een brief. Het lijkt mij goed om daarover een debat te voeren. 

De heer Van Gerven (SP):

Steun voor brief en debat. Ik zou echter ook graag de minister van Onderwijs uitnodigen omdat dit ook een zaak van onderwijs is. Het gaat natuurlijk om het statiegelddossier, maar ik verwijs naar de verwevenheid met de onafhankelijkheid van onderzoek. Daarom zou ik graag zien dat de minister van Onderwijs voor dit debat wordt uitgenodigd. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik vind het prima dat er om een brief wordt gevraagd, maar ik zou daarin graag twee dingen zien opgenomen. Er wordt gerefereerd aan de commissie wetenschappelijke integriteit van de Wageningen UR. Zij heeft veertien klachten ontvangen waarvan er dertien niet-ontvankelijk zijn verklaard of zijn afgewezen, en eentje dus niet. Ik zou graag zien dat in de brief wordt toegelicht wie bezwaar hebben gemaakt tegen dat onderzoek. Wie zijn de afzenders van die bezwaren? Als dat niet boven tafel kan komen, overweeg ik een WOB-verzoek in te dienen. 

Als wij dan toch gaan doorlichten … 

De voorzitter:

Mijnheer Dijkstra, in de regeling gaat het om een korte verklaring van steun of geen steun. U kunt altijd schriftelijke vragen indienen of via de commissie een procedure beginnen waarin allerlei vragen kunnen worden gesteld. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik geef steun voor die brief. Het tweede punt dat in die brief aan de orde moet komen — als wij dan toch gaan doorlichten — is de invloed van Milieudefensie, Stichting Natuur & Milieu, Recycling Netwerk en TOMRA, de monopolist in emballagesystemen, want dan moet de onderste steen ook echt boven komen. 

De voorzitter:

Wij houden geen commissievergaderingen in de plenaire zaal. Ik weet nu nog steeds niet of u het verzoek om een debat steunt, mijnheer Dijkstra. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Als dat nodig is, voorzitter, dan steunen wij dat debat. 

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor het debat en ook voor de vraag om een brief met de zeer specifieke vragen die de heer Dijkstra hier heeft opgesomd. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik ben blij met de steun van de Kamer voor het houden van een debat en voor de vraag om een brief. De VVD-fractie heeft een aantal specifieke vragen genoemd. Het lijkt mij terecht dat ook andere fracties daartoe in de gelegenheid worden gesteld via een schriftelijke procedure. 

De voorzitter:

Dan kan dan via de commissie. 

De heer Van Gerven heeft hier nog een verzoek aan toegevoegd, namelijk of de minister van Onderwijs bij het debat aanwezig kan zijn. Ik zal een nieuwe ronde houden om vast te stellen of een meerderheid voor dat verzoek is. De vraag is dus om het debat niet alleen met de minister van Infrastructuur en Milieu te voeren, maar ook de minister van Onderwijs daarvoor uit te nodigen. 

De heer Bisschop (SGP):

Dat dit punt wordt besproken met de minister van Onderwijs kan ik mij alleszins voorstellen, alleen lijkt het mij geen zuiver debat te worden als die minister bij dit debat aanwezig is. Ik steun dit voorstel dus niet. 

De voorzitter:

Geen steun. 

Mevrouw Cegerek (PvdA):

Laten wij het over statiegeld hebben en over de raamovereenkomst. Ik vind het niet echt gepast om de minister van Onderwijs hierbij te betrekken. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Het CDA zit er net zo in als de twee voorgaande sprekers. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Het lijkt mij niet nodig. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Het kabinet gaat uiteraard zelf over de vraag wie het afvaardigt, maar ook mijn fractie heeft geen behoefte aan de aanwezigheid van een andere bewindspersoon dan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Laten wij de discussie zuiver houden. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Gerven, u hebt geen steun voor uw verzoek. 

Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan de heer Van Weyenberg namens D66. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Morgen is een plenair debat geagendeerd over de toekomst van de cao. Een onderdeel daarvan zijn de uitkomsten van een door de Kamer gevraagd onderzoek naar het algemeen verbindend verklaren naar aanleiding van een motie van de VVD en D66. Ik begrijp dat een aantal wetenschappers is gevraagd om een reactie te geven op de uitkomsten van dat onderzoek. Die uitkomsten zijn echter niet bij de stukken gevoegd die aan de Kamer zijn gestuurd. Dat roept bij mijn fractie veel vragen op. Daarom zou ik graag voor uiterlijk vanavond 20.00 uur van het ministerie de integrale reactie op het rapport van de benaderde wetenschappers ontvangen. Daarnaast ontvang ik graag de correspondentie tussen de minister en die wetenschappers waaruit ook blijkt welke vragen zijn gesteld. 

De heer Pieter Heerma (CDA):

Als de Kamer de minister om een onderzoek vraagt, moet dat serieus worden uitgevoerd. Onwelgevallige informatie mag daarbij niet worden achtergehouden. Uit het verhaal dat De Telegraaf vanochtend bracht, komt toch het beeld naar voren dat informatie is weggefilterd. Dat kan niet. Daarom steun voor het verzoek om die informatie alsnog te ontvangen. Ik vraag ook expliciet om een brief van het kabinet waarin wordt uitgelegd waarom die informatie niet is meegestuurd. 

De voorzitter:

Het is misschien wel goed op te merken dat een verzoek om een brief wordt doorgeleid naar het kabinet. Tenzij de leden een aanvullend verzoek hebben, is daarvoor, denk ik, geen meerderheid nodig omdat dit gewoon zo hoort. Even voor de helderheid: het gaat er nu niet om of jullie wel of niet akkoord gaan met het verzoek van de heer Van Weyenberg. 

De heer Bisschop (SGP):

Ik geloof niet dat ik het helemaal volg, maar ik wil ondersteunen dat die informatie naar de Kamer moet. Ik vind het alleszins redelijk dat het kabinet er in ieder geval bij uitlegt hoe het is gegaan. Ik meet mij op dit moment geen waardeoordeel aan, maar ik hecht er wel aan dat wij een zuiver beeld krijgen. 

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik sluit mij aan bij de vorige sprekers. 

De heer Ulenbelt (SP):

Als een Kamerlid om informatie vraagt, moeten wij dat steunen. 

De voorzitter:

Precies. 

De heer Ulenbelt (SP):

Dat wij dat steunen, is dan vanzelfsprekend. Maar, voorzitter, het gaat om verschillende wetenschappers en wij zijn van hen gewend dat zij uitvoerig schrijven. De heer Van Weyenberg vraagt om informatie voor 20.00 uur. Ik zit vanavond bijvoorbeeld bij mijn afdeling Enkhuizen. Het debat vindt morgenvroeg plaats. Ik wil graag voorstellen om het debat uit te stellen, opdat wij de serieuze dingen die de heer Van Weyenberg vermoedt, serieus kunnen bekijken. 

De voorzitter:

Dat is niet het verzoek van de heer Van Weyenberg. 

De heer Ulenbelt (SP):

Nee, voorzitter, dat is mijn verzoek in het kader van deze regeling naar aanleiding van al het werk dat de heer Van Weyenberg ons als Kamerleden … 

De voorzitter:

Helder, mijnheer Ulenbelt. Ik zal het stenogram van het deel van de vergadering waarin de heer Van Weyenberg vraagt om een brief, doorgeleiden naar het kabinet. Dan hebben wij dat gehad. 

De heer Ulenbelt maakt van de gelegenheid gebruik om een nieuw verzoek te doen naar aanleiding van het verzoek van de heer Van Weyenberg, namelijk om het debat dat morgen zou worden gehouden, uit te stellen. Dat is een nieuw verzoek dat ik graag aan de woordvoerders voorleg. Daarbij gaat het om de vraag wie daarvoor en wie daartegen is. Een meerderheid beslist. 

De heer Pieter Heerma (CDA):

Dit debat staat al enige tijd in de boeken. Wij beschikken al een tijd over een onderzoek, maar nu blijkt dat allerlei informatie er niet is. Wat mijn fractie betreft, gaat zorgvuldigheid voor snelheid. Als wij die informatie pas vanavond laat of morgenochtend ontvangen en het blijkt een dikke pil te zijn, dan vind ik het niet gek om het debat uit te stellen. 

De heer Bisschop (SGP):

Het is een beetje lastig omdat je niet goed weet hoe omvangrijk die informatie is, en dat kan bepalend zijn. Het lijkt mij daarom verstandig om op safe te spelen en het verzoek te ondersteunen. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ik wil mij bij die woorden aansluiten. Volgens mij gaat zorgvuldigheid voor. Overigens is ook tempo geboden. Het is dus een beetje een afweging. Als wij vanavond laat of morgenochtend veel stukken krijgen die wij nog moeten beoordelen, dan kijk ik de voorzitter bij dezen aardig aan en dan hoop ik dat het debat weer snel kan worden ingepland. 

De voorzitter:

Is goed. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik ben in staat om die stukken vanavond, al dan niet in de trein naar Enkhuizen, te lezen, maar als collega's behoefte hebben aan uitstel opdat zij die beter kunnen bestuderen, dan maak ik daartegen geen bezwaar. 

De heer Anne Mulder (VVD):

Wij steunen uitstel opdat iedereen zich goed kan voorbereiden op dat debat. 

De voorzitter:

Mijnheer Ulenbelt, u hebt steun van een meerderheid van de Kamer. Wij zullen dus naar een nieuwe datum zoeken voor het debat, en dan maar hopen dat de informatie zo snel mogelijk naar de Kamer komt. Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Voorzitter: Elias

Naar boven