5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, in het Presidium te benoemen de leden Elias, Knops, Van Raak, Bosma, Van Veldhoven, Voordewind en Vermeij en tot plaatsvervangende leden de leden Van Ark, Keijzer, Van Bommel, Beertema, Pechtold, Bisschop en Maij.

Ik stel voor, dinsdag a.s. ook te stemmen over de brief van de vaste commissie voor Europese Zaken over het EU-voorstel Europese Toegankelijkheidsakte (34386, nr. 1)

Voorts stel ik voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming voor experimenten met een nieuw stembiljet in het stemlokaal (34288);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek ter implementatie van richtlijn nr. 2014/17/EU van het Europees parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PbEU 2014, L 60/34) (34292);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2014/91/EU van het Europees parlement en de Raad van 23 juli 2014 tot wijziging van de richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) wat bewaartaken, beloningsbeleid en sancties betreft (PbEU 2014, L 257) (Implementatiewet wijziging richtlijn icbe's) (34322);

  • -het wetsvoorstel Aanpassing van onder meer de Wet studiefinanciering BES met het oog op codificatie van de ontstane uitvoeringspraktijk van de studiefinanciering BES, verruiming van het toepassingsbereik van de studiefinanciering BES naar Canada en doorvoering van diverse technische verbeteringen en kleine beleidsmatige wijzigingen (Aanpassingswet studiefinanciering BES) (34331).

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor, het dertigledendebat over het uitblijven van een hoofdlijnennotitie voor de belastingherziening van de lijst af te voeren.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende ingediende moties opnieuw aan te houden: 34300-XIII-37; 34300-XIII-123; 31936-311; 31936-312; 34199-63; 28345-147; 28345-148; 28345-149; 29984-649; 31409-99; 34300-XIII-38.

Tot slot stel ik voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 34300-XIII-166; 33529-213; 34024-33; 30991-28; 33037-171; 28286-774; 27428-316; 33561-23; 33952-34; 33037-164; 34000-B-18; 34085-VII-3; 34000-VII-33; 30985-14; 34000-VII-34; 30111-74; 34085-III-3; 34000-B-17; 34075-5; 22112-1934; 33328-16; 32761-76; 28479-71; 31142-48; 31490-162; 33258-31; 33659-22; 33978-22; 33978-12; 34000-III-4; 34000-I-5; 22112-1918; 33900-8; 30985-12; 29854-28; 33934-6; 33691-18; 34000-B-5; 34000-B-4; 33750-VII-68; 31490-159; 33841-169; 31475-19; 28844-78; 33659-21; 28479-70; 33978-5; 33258-29; 25764-81; 33659-20; 32802-9; 29279-200; 30111-72; 25764-75; 33328-10; 33900-7; 29279-291; 34300-VII-54; 34270-5; 31757-79; 2015Z24639; 32851-28; 34300-B-15; 27830-129; 30139-141; 27830-139; 27830-138; 26488-364; 26231-25; 27830-140; 26231-26; 22054-253; 21501-28-115; 21501-28-117; 2014Z06353; 21501-28-119; 33750-X-68; 2013Z19382; 33763-59; 33763-60; 32623-141; 34000-X-64; 34000-X-10; 34000-X-35; 34000-X-32; 34000-X-56; 34000-X-57; 30169-40; 29515-368; 29515-364; 31765-72; 31036-6; 29248-242; 30486-4; 33000-XVI-193; 22112-1470; 29477-196; 33077-3; 32620-71; 22894-311; 29689-395; 29248-232; 29389-37; 32620-59; 33278-1; 29477-192; 32600-28; 32011-18; 32500-XVI-164; 32793-10; 32011-17; 30850-39; 23235-93; 32011-16; 2015Z23218; 29538-200; 34104-83; 23235-122; 29282-239; 23235-120; 23235-121.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Hedenochtend heb ik namens de Kamer het verslag van de commissie van onderzoek in ontvangst genomen. Over de wijze van behandeling dient de Kamer een besluit te nemen. Ik geef daarbij mee dat de Kamer tot een eindbeslissing dient te komen uiterlijk op 3 februari 2016.

Ik kijk even rond of er fracties zijn die behoefte hebben om hierover iets te zeggen. Dat is het geval. Ik geef het woord aan mevrouw Tellegen.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Ik zou namens de VVD-fractie willen voorstellen om over dit rapport van de commissie-Schouten met die commissie een feitelijke schriftelijke vragenronde te houden.

De heer Van Raak (SP):

Dat lijkt mij een goed idee.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ja, en dat moet dan een vlotte schriftelijke ronde zijn, gezien de datum die u net noemde, voorzitter. Dus steun.

De voorzitter:

Een terechte opmerking.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Mijn fractie wil de commissie graag hartelijk bedanken en sluit zich verder aan bij het voorstel van de VVD.

De heer Wassenberg (PvdD):

Mijn fractie sluit zich daar ook bij aan.

De heer Bisschop (SGP):

Dat geldt ook voor de SGP.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie sluit zich er ook bij aan.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

GroenLinks sluit zich hierbij ook aan.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Een schriftelijke vragenronde is altijd prima, maar ik zou toch ook graag een debat zien over het rapport. Daarover kun je beslissen als de vragen binnen zijn, maar we zouden ook nu al kunnen zeggen dat er sowieso een debat komt ter afsluiting van deze kwestie.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Een schriftelijke ronde lijkt ons een goed idee; daar sluiten we ons dan ook bij aan, onder dankzegging overigens aan de commissie. Na die ronde kunnen we dan verder kijken hoe we het rapport kunnen behandelen.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Het is uitzonderlijk maar ik sluit mij aan bij de opmerkingen van de heer Bontes. Een schriftelijke vragenronde is prima, maar dit is een onderwerp waar we zeker over moeten debatteren. Hoe die schriftelijke vragen beantwoord worden is niet belangrijk; wij pleiten ook voor een debat hierover.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Ik steun een schriftelijke ronde.

De heer Fritsma (PVV):

Een korte schriftelijke vragenronde is prima, maar daarna zeker ook een debat.

De voorzitter:

Er is een ruime meerderheid voor het houden van een schriftelijke vragenronde. De heer Bontes heeft een nieuw voorstel gedaan voor het houden van een debat. Ik vraag hem of hij zo'n debat opnieuw wil aanvragen als de schriftelijke vragenronde is geweest.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ja, voorzitter. Zodra de antwoorden binnen zijn, zal ik een debat aanvragen over deze zaak.

De voorzitter:

Daar bent u vrij in, mijnheer Bontes. Ik zal de griffier verzoeken om de vragen aan de commissie van onderzoek te inventariseren.

Ik ga nu verder met de rest van de regeling van werkzaamheden.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VAO Cybersecurity (AO d.d. 20/01), met als eerste spreker het lid Verhoeven van D66.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Keijzer.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Gisteravond bereikte ons via Nieuwsuur het bericht dat het zeer waarschijnlijk is dat de regering uitgaat van een veel lager aantal vluchtelingen dan in allerlei rapporten staat. In de rapporten staat dat het zou gaan om 90.000 vluchtelingen in 2016. De regering heeft om politieke redenen besloten om uit te gaan van 58.000 vluchtelingen. We zien nu de consequenties. Die zijn heel groot. Heel veel mensen denken: waar gaat dit heen? Dit gaat ook over de vraag of je er nog op kunt vertrouwen dat de cijfers waarvan wordt uitgegaan, zijn gebaseerd op de rapporten die voorliggen.

De voorzitter:

Wat is uw verzoek?

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik vraag mijn collega's in de Kamer om mijn verzoek tot het houden van een debat hierover te steunen. Ook vraag ik de regering om alle verschillende rapporten en gegevens waarop zij zich heeft gebaseerd, aan de Kamer te doen toekomen, zodat wij ons eigen oordeel daarover kunnen vormen.

De heer Sjoerdsma (D66):

D66 steunt dit verzoek van harte. Dan gaat het niet alleen om het debat maar met name om het verzoek de verschillende ramingen die kennelijk bestaan en die nooit met de Kamer zijn gecommuniceerd, per ommegaande en het liefst morgen voor 12.00 uur aan de Kamer te doen toekomen.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik steun het verzoek van mevrouw Keijzer, evenals het verzoek van de heer Sjoerdsma. Het zou goed zijn als het kabinet met een brief komt waarin een overzicht wordt gegeven van de documenten waarop het zich heeft gebaseerd.

De heer Bisschop (SGP):

Ik zou de volgorde willen omdraaien. Ik zou eerst het schriftelijke verhaal willen hebben met een inventarisatie en een uitleg hoe men gekomen is tot die verschillende aantallen. Laten we op basis daarvan de afweging maken of we wel of geen debat willen.

De voorzitter:

Wat bedoelt u met "het schriftelijke verhaal"? Bedoelt u daarmee de rapporten?

De heer Bisschop (SGP):

Ja, of een samenvatting daarvan. In ieder geval wil ik inzicht in de wijze waarop het verschil van taxatie tot stand is gekomen. Aan de hand daarvan kunnen we beslissen of we wel of geen debat willen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Het is tamelijk absurdistisch dat we dit via de media moeten vernemen. Ik ben daar wel verbolgen over. Daarom steun ik het verzoek van mevrouw Keijzer van harte. Daarbij stel ik haar direct de vraag of zij van plan is om ook de minister-president voor dat debat uit te nodigen. Dat lijkt mij wel op zijn plaats. Mijn verzoek is om dat debat, nadat de brief is gekomen, op zo kort mogelijke termijn te organiseren, mits daar een Kamermeerderheid voor bestaat.

De heer Fritsma (PVV):

Het kabinet mag eigen falen natuurlijk niet verdoezelen. Daarom steun ik beide verzoeken: het verzoek om een debat en het verzoek om de ramingen naar de Kamer te sturen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek van mevrouw Keijzer, evenals de goede toevoeging van de heer Sjoerdsma.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ook de Partij voor de Dieren steunt het verzoek van mevrouw Keijzer en het verzoek van de heer Sjoerdsma.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ik steun beide verzoeken. Laten we die gegevens ontvangen zonder zwartgelakte passages in de documenten.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Op de lijst van aangevraagde debatten staat een debat dat is aangevraagd door een van mijn fractiegenoten, Linda Voortman, naar aanleiding van de gebeurtenissen in Geldermalsen. Gisteren werd door D66 ook een debat inzake asiel aangevraagd. Dit is de derde aanvraag. Daaruit blijkt dat de vraag heel dringend is om een stevig debat te voeren over de asielkwestie. Ik stel voor dat dit één groot debat met een ruime spreektijd wordt en niet drie losse kleine debatten. Ik steun ook het verzoek om uitgebreide en complete informatie snel naar de Kamer te sturen.

De heer Azmani (VVD):

Volgens mij zit er een verschil tussen "negeren" en "niet accepteren". Ik wil daarover graag in debat met de staatssecretaris. Zoals al werd aangegeven, staan er meerderen debatten op het schema van de plenaire vergadering. Ik noem ook het debat dat is aangevraagd door de heer Fritsma over de instroom van asielzoekers. Ik kan mij voorstellen dat dit naar voren wordt gehaald op het moment dat er een brief van de staatssecretaris ligt om het een en ander uit te leggen en toe te lichten.

De voorzitter:

U steunt dus het verzoek om een debat.

De heer Azmani (VVD):

Ja, ik zou zeggen: steun voor een breder debat, zoals al door mijn voorganger werd aangegeven.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Daar sluit ik mij bij aan.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik vind het wel fijn om vast te stellen dat er unanieme steun is. Dat doet mij deugd.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de lijst van debatten. Volgens mij had de heer Fritsma ook een debat aangevraagd over hetzelfde onderwerp. Hoe gaan wij daarmee om? Voegen wij dat samen, of wordt het een apart debat?

De heer Fritsma (PVV):

Samenvoegen lijkt mij geen goed idee. Ik wil graag het verzoek van mevrouw Keijzer separaat steunen.

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, de hele Kamer steunt uw verzoek, dus wij gaan daar in de planning rekening mee houden. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dank u wel, voorzitter.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

De vraag is natuurlijk of wij alleen de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie hiervoor uitnodigen, of dat wij ook de minister-president even aan zijn jasje trekken.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik wil graag weten wat de overwegingen van mevrouw Gesthuizen daarvoor zijn.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Die ontleen ik aan de overwegingen die mevrouw Keijzer heeft genoemd bij het aanvragen van dit debat, namelijk dat er om electorale overwegingen voor is gekozen om ten tijde van de grootste asielinstroom die Nederland ooit heeft gekend informatie daarover bij de Kamer en zelfs bij een breder publiek weg te houden. Wij hebben zelfs de cijfers van de jaren negentig gepasseerd en als wij inderdaad de 90.000 gaan halen zitten wij daar zeker boven. Ik vind dat nogal een beslissing van het kabinet.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik denk dat de regering zich onder meer gebaseerd heeft op de inschatting van de Europese Commissie dat in 2016 en 2017 rekening wordt gehouden met 3 miljoen asielzoekers in Europa. Daarmee is het een discussie in verband met de Europese top. Misschien is het dan heel goed om de minister-president daarbij uit te nodigen. Dank voor de toelichting daarop.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik hoorde dat de heer Fritsma zei dat hij het eerder door hem aangevraagde debat niet wilde samenvoegen. Volgens mij staat er een debat op de lijst dat is aangevraagd door Linda Voortman van GroenLinks. Dat willen wij wel samenvoegen. Ik weet dus niet welk debat u honoreert en wat daaraan wordt toegevoegd. Daar moet wel even naar gekeken worden, want het debat dat door GroenLinks is aangevraagd, is al weer enige weken geleden aangevraagd met precies dezelfde motivatie. Dus ik ben blij dat wij daar nu, na herhaald vragen, een meerderheid voor hebben en dat het snel wordt ingepland. Maar er moet even worden bezien namens wie dit debat dan wordt gevoerd.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Het is wat mij betreft een ander debat dan dat over Geldermalsen. Dit gaat over de vraag met hoeveel mensen wij rekening moeten houden. Wat betekent het voor onderwijs, huisvesting, uitkeringen en kosten voor gemeenten en draagvlak in de samenleving? Het is dus veel breder dan het geweld dat je af en toe ziet, zoals bijvoorbeeld in Geldermalsen.

De voorzitter:

Er ligt een verzoek om de minister-president erbij te vragen. Ik kijk even rond om te zien wat anderen daarvan vinden.

De heer Fritsma (PVV):

Wat de PVV betreft mag de premier inderdaad ook tekst en uitleg komen geven.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Geen steun voor dat verzoek. Ik denk dat wij het debat kunnen voeren met de bewindslieden die daarover de goede informatie hebben en aan ons toezenden. Ik wil daaraan toevoegen dat het altijd wel mooi is om debatten samen te voegen die raakvlakken met elkaar hebben. Dat heb ik gesteund; dat wil ik nog even gezegd hebben.

De heer Azmani (VVD):

Volgens mij moeten wij elkaar niet voor de gek houden. Wij hebben hierover ook uitgebreid met elkaar gesproken tijdens de behandeling van de begroting. Afgezien daarvan kunnen wij het debat volgens mij prima voeren met de staatssecretaris. Ik ben het eens met mevrouw Van Tongeren dat wij zo veel mogelijk moeten bezien waar er raakvlakken zitten tussen debatten. Ook daarvoor steun.

De voorzitter:

Dat gaan wij ook doen. Er is geen meerderheid voor het vragen van de aanwezigheid van de minister-president, wel voor het debat.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat is dan een gegeven. Wellicht voelt hij zich geroepen; dat kun je niet weten.

De voorzitter:

Dat is goed.

Ik geef het woord aan mevrouw Van Tongeren namens GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Wij hebben volgende week het langverwachte en essentiële debat over de gaswinning in Groningen. Ik heb eerder vragen gesteld over de situatie bij het Chemie Park in Delfzijl. Ik heb op mijn schriftelijke vragen een uitstelbericht gekregen, maar deze vragen moeten voor het debat beantwoord worden. Ik zou dus graag nogmaals een rappel willen laten uitgaan naar onze regering, dat de antwoorden niet de avond ervoor, maar 24 uur voor het debat bij de Kamer zijn, zodat we ze ook nog kunnen bestuderen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan mevrouw Koşer Kaya namens D66.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Ik vraag een debat aan over het bericht dat de overbevissing wegvalt in de cijfers, dat in de Volkskrant staat. Het beleid is gebaseerd op onbetrouwbare cijfers. Illegale visserij en bijvangsten worden niet meegerekend. Al die cijfers zijn totaal niet betrouwbaar, maar vervolgens wordt het beleid daarop gebaseerd. Ik wil graag een debat met de staatssecretaris van Economische Zaken, de heer Van Dam. Ik wil dat debat zo snel mogelijk en ik hoop op alle steun van mijn collega's, want straks hebben we zeeën vol vies plastic, maar zonder vissen, en dat willen we niet.

De voorzitter:

U hebt alles al gezegd.

De heer Wassenberg (PvdD):

Op de steun van mijn fractie mag mevrouw Koşer Kaya van harte rekenen.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik zou wel graag eerst ook nog een schriftelijke reactie willen krijgen van de staatssecretaris, dat sowieso. En ik denk dat het sneller gaat, ook gezien de lange lijst van debatten die er al staan, om in de komende procedurevergadering een algemeen overleg aan te vragen. Wat mij betreft debatteren we daar.

De voorzitter:

Ik begrijp dus dat u het debat niet steunt.

De heer Geurts (CDA):

We doen het in Nederland tot op de gram nauwkeurig. In andere landen blijkbaar nog niet eens tot op de ton nauwkeurig, dus dat we daar een brief over vragen aan het kabinet wil ik steunen. Ik zal een plenair debat niet steunen, want ik denk dat het sneller kan, gezien de situatie, door dat in het AO ter voorbereiding van de Landbouw- en Visserijraad te doen.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij zouden ook graag een schriftelijke reactie willen, die wij vervolgens snel kunnen behandelen in een AO, eventueel gevoegd bij een ander onderwerp, bijvoorbeeld de Landbouwraad, of in een apart AO. Wij denken dat dat de snelste route is, want wij willen er snel over praten.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor de brief. Het debat kan plaatsvinden in een algemeen overleg.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Overbevissing, verergerd door klimaatverandering, is een heel belangrijk onderwerp, dus wij steunen een debat. Uiteraard ook steun voor een brief, waarin wordt uitgelegd hoe de staatssecretaris hiertegen aankijkt.

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor een schriftelijke reactie. Wat ons betreft wordt het gekoppeld aan een ander overleg.

De heer Elias (VVD):

Ik heb met interesse geluisterd naar een groot deel van de eerste termijn van mevrouw Koşer Kaya bij het door haar gewenste debat. Ik ondersteun de vraag om een brief, want wij moeten hier meer feitelijke duidelijkheid over krijgen. Ik neem de suggestie over om dat zo snel mogelijk te bespreken in een algemeen overleg en het dus via de procedurevergadering te laten lopen. Het is immers de Kamer zelf die ervoor gezorgd heeft dat er inmiddels zo'n 120 debatten klaar staan. Het is ook de Kamer zelf die die lijst zal moeten verkorten.

De voorzitter:

Mevrouw Koşer Kaya, u hebt geen meerderheid voor uw aanvraag van een debat, maar wel voor het vragen om een brief.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Ik zou de brief heel snel willen hebben. Mijn collega's geef ik nu alvast mee dat ik het ook wel een keer fijn zou vinden als het niet gepropt wordt in een algemeen overleg over een ander onderwerp en het vervolgens allemaal wegloopt. Onze zeeën zijn te belangrijk om dit onderwerp een beetje weg te moffelen. Een goed en lang debat hierover is gewenst.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Potters, die ik bijna vergat.

De heer Potters (VVD):

Ik schrok al een beetje.

Voorzitter. Vanavond staat het debat over de wijziging van de Zorgverzekeringswet op de rol. Het gaat daarbij om de mogelijkheid om gebruik te maken van het persoonsgebonden budget. Het is een belangrijk wetsvoorstel waarop inmiddels twintig amendementen zijn ingediend, die ook nog eens tegenstrijdig aan elkaar zijn. Het kabinet heeft daar op onderdelen ook nog geen advies over uitgebracht. De fractie van de VVD vindt het belangrijk om deze wet goed te behandelen en dus te weten wat wij wel en niet gaan beslissen. Daarom stel ik voor, de wetsbehandeling twee weken uit te stellen, zodat wij eerst het advies over de amendementen binnen krijgen en vervolgens in eerste termijn een duidelijk standpunt kunnen bepalen.

Mevrouw Agema (PVV):

Veel van deze amendementen zijn binnengekomen nadat er fractievergaderingen zijn geweest. Een amendement is een wijziging van een wet, dus dat is wel heel zwaar. Ik zou ze daarom ook graag willen bespreken. Waar ik in ieder geval op tegen ben, is om vanavond een deel te doen en over twee weken weer een deel, want dan is de heer Potters niet geholpen en verder ook niemand.

De voorzitter:

Misschien wilt u dat punt even toelichten, mijnheer Potters.

De heer Potters (VVD):

Ik vind opsplitsen niet verstandig. Ik heb liever een behandeling in één keer, ook omdat ik voorafgaand aan de eerste termijn een standpunt wil kunnen bepalen. Daartoe hebben we de adviezen van het kabinet nodig, gelet op het grote aantal amendementen. Dus mijn voorstel is om het hele debat twee weken uit te stellen.

De voorzitter:

Dan is dat duidelijk.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik vind het nogal wonderlijk dat de grootste regeringspartij uitstel van behandeling van een wetsvoorstel vraagt, omdat er vlak voor de behandeling een amendement binnenkomt. Dat zien we bij de behandeling van andere wetsvoorstellen niet gebeuren. Sterker nog, dan zou die fractie zelf nog weleens een wijziging op de wet kunnen indienen, vlak voor behandeling. Als dit de werkwijze van ons parlement wordt, dan leggen we onszelf lam. Ik ben er niet voor om te verdagen. We wachten al meer dan een jaar op de behandeling van dit wetsvoorstel. Het had al aangenomen kunnen zijn als het niet was gesneuveld in de Eerste Kamer.

Ik wil geen uitstel. Ik kan wel leven met vanavond de eerste termijn en de tweede termijn later. Dan kan iedere fractie gerust de amendementen bekijken en kan de regering ook reageren. Mijn fractie ziet geen reden voor uitstel van de eerste termijn, waarin je het standpunt van de partij neerlegt, want de SP heeft een helder standpunt inzake het pgb.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Ik vind het een ongeloofwaardig verhaal. Waarom zouden we zo'n heel debat moeten verschuiven? Het is al meer dan drie jaar geleden dat ik mijn motie indiende met de vraag om bouwstenen voor een pgb, de aanleiding hiertoe. Het lijkt mij heel goed als we vanavond de eerste termijn doen. Dan kunnen we alle vragen meegeven aan de staatssecretaris en kunnen we hem ook vragen om een reactie op de amendementen. Dat vind ik efficiënt. Ik zie geen enkele reden om het hele debat te verschuiven en ik vind het eerlijk gezegd ook niet netjes tegenover de mensen die nu al zo lang in onzekerheid zijn over het pgb in de Zorgverzekeringswet. Wat laat je dan zien als parlement? Dus nogmaals, geen steun voor het voorstel van de VVD.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Het is inderdaad van belang om het persoonsgebonden budget snel in de wet te verankeren. Het gebeurt wel vaker dat er veel amendementen worden ingediend. Het is helemaal geen unieke situatie. Daarom wil het CDA daar vanavond ook graag over debatteren. Als de heer Potters zich inderdaad nog verder moet bezinnen op een aantal stukken — ik kan mij daar wel iets bij voorstellen — maar dan kunnen we nog wel de eerste termijn doen. Mevrouw Leijten zegt terecht dat we dan al het standpunt van de partij hebben, want ik mag toch aannemen dat de VVD goed weet waar ze staat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

We wachten inderdaad al heel lang op dit wetsvoorstel, maar ik kan mij ook wel iets voorstellen bij het voorstel van de heer Potters. Het is een wetsvoorstel van twee A4'tjes en het aantal amendementen loopt nu al richting de 25. Dat zegt ook wat. Mijn voorstel zou zijn om vanavond in ieder geval wel de eerste termijn te doen en dan later de reactie van de staatssecretaris en de tweede termijn.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ik steun het verzoek van de heer Potters. Het gaat echt om een enorme berg amendementen. Ik wil die graag goed kunnen behandelen. Het uitstel moet niet te lang zijn, wil ik u wel even meegeven. Dan kunnen we het wetsvoorstel in één keer goed behandelen.

De voorzitter:

Dus niet de eerste termijn vanavond, als ik u goed begrijp.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ja.

De voorzitter:

Dan kijk ik naar de heer Potters. Er is wel een meerderheid voor uitstel, dus ook van de eerste termijn. Dan wordt de wet later behandeld in zijn geheel. Mevrouw Leijten, u mag een korte opmerking maken, maar ik wil hier echt geen discussie voeren over procedures.

Mevrouw Leijten (SP):

De volgende keer dat een wetsvoorstel te ingewikkeld is, dien je veel amendementen in en dat is dan het recept om de behandeling uitgesteld te krijgen. Dat is echt een nieuwe werkwijze van dit parlement. Ik heb hier vele wetten behandeld waarop gedurende de behandeling nog wijzigingen binnenkwamen en ik vind het heel gek dat dit verzoek wordt gehonoreerd, ook door de Partij van de Arbeid.

De voorzitter:

Mevrouw Bergkamp, u mag ook één korte opmerking maken, en dan ga ik echt een conclusie trekken.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Dank u wel, voorzitter, voor deze gelegenheid. Ik wil een beroep doen op de VVD en de PvdA om in ieder geval vanavond de eerste inbreng te doen. Ik denk dat dit efficiënt is. Dan heeft het ministerie kans om onze vragen te beantwoorden en een reactie voor te bereiden op de amendementen. Om het hele debat te verschuiven, vind ik echt te ver gaan.

De voorzitter:

Dat is al aan de orde geweest. Ik kijk nu even de heer Potters aan.

De heer Potters (VVD):

Volgens mij is het in ieders belang om een goede wetsbehandeling te hebben. Voor de VVD-fractie is het belangrijk om vooraf advies te krijgen zodat zij haar standpunt in eerste termijn kan bepalen. Om die reden vraag ik om uitstel. Ik wijs de rest van de leden er ook op dat als wij met de eerste termijn zouden starten, we nog steeds op een later moment de tweede termijn zouden moeten doen. Dit leidt dus niet tot vertraging, niet meer dan er al zou zijn. Dan heb ik liever één afgeronde behandeling in zijn geheel. Om die reden doe ik het voorstel voor twee weken. Dat voorstel handhaaf ik.

De voorzitter:

Ik concludeer dat een meerderheid voorstander is van uitstel van de behandeling van het wetsvoorstel vanavond.

De heer Omtzigt (CDA):

Nu de agenda leeggemaakt wordt en er alleen nog een heel belangrijk debat over prof. Maat en minister Van der Steur gepland staat, vraag ik u om de spreektijden te verlengen van vier naar zes minuten. Daar is nu ruimte voor.

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, u loopt lang genoeg mee om te weten dat dat van tevoren moet worden aangekondigd voor de regeling van werkzaamheden. Ik ga echter niet moeilijk doen. Ik kijk gewoon of er steun is voor dit verzoek. Overigens kan dit voorstel ook aan het begin van het debat zelf worden gedaan. Dan behandelen we het eerst als een ordevoorstel. Dat kan als niet alle woordvoerders nu een beslissing kunnen nemen. Mijnheer Sjoerdsma weet het blijkbaar al.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik weet het al, voorzitter. Ik dank de minister voor het toesturen van de aanvullende documenten. Hij is er nu niet, maar hij hoort dit zeker. Dit betekent inderdaad dat het goed zou zijn om de spreektijd uit te breiden.

De heer Van Nispen (SP):

Ik heb er ook lang over na kunnen denken, namelijk van het moment dat ik van mijn stoel opstond tot aan de microfoon. Ik steun het voorstel, ook gelet op de documenten die een uur voor het debat zijn binnengekomen.

De heer Recourt (PvdA):

Ik word er weer wat minder enthousiast van. Ik kan wel mij voorstellen dat u coulant bent en dat als de vier minuten spreektijd op zijn, de spreker gewoon door mag praten. Laten wij het echter houden op vier minuten. Degenen die wat langer willen, kunnen dan van u wat ruimte krijgen.

De heer Van Oosten (VVD):

Ik vind dat een fraaie samenvatting. U bent onze voorzitter, wij hebben vier minuten spreektijd. In vier minuten is heel veel te zeggen, ook inhoudelijk. Als er naar aanleiding van de net nagezonden stukken nog wat toegevoegd moet worden in een halve minuut, dan kunt u daar alle ruimte voor geven.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Aangezien de stukken zo laat gekomen zijn, is een honorering van het verzoek om extra spreektijd voor de collega's die dat nodig hebben, op zijn plaats.

De heer Segers (ChristenUnie):

De ChristenUnie-fractie sluit zich volmondig aan bij mevrouw Van Tongeren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ook de Partij voor de Dieren heeft geen enkel bezwaar tegen verlenging van de spreektijden, dus steun.

De voorzitter:

Ik concludeer dat de spreektijd ligt tussen vier en maximaal zes minuten. Laten wij het daarop houden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven