4 Algemene Politieke Beschouwingen

Aan de orde zijn de Algemene Politieke Beschouwingen naar aanleiding van de Miljoenennota voor het jaar 2016.

De voorzitter:

Ik heet alle aanwezigen in de zaal, de mensen op de publieke tribune en de mensen die dit debat op een andere manier volgen, van harte welkom.

Voor dit debat hebben zich veertien sprekers gemeld. Wij hebben vooraf de spreektijden verdeeld. Ik stel voor dat wij proberen het aantal interrupties tot drie te beperken. Ik snap dat dit niet altijd kan, maar ik weet ook dat het soms lukt om het sneller te doen.

Ik geef als eerste het woord aan de heer Roemer van de SP.

Voordat de heer Roemer het woord krijgt, moet ik nog wat zeggen. Ik heb nu wel alle aanwezigen in de zaal van harte welkom geheten, maar ik ben vergeten om de leden van het kabinet speciaal van harte welkom te heten. Dank u wel dat u dit jaar weer op mijn uitnodiging bent ingegaan.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Wij hebben vorige week een debat gevoerd over het grote aantal vluchtelingen dat op dit moment op Europa afkomt of al in Europa is. Duizenden, tienduizenden vluchtelingen kloppen aan bij de grenzen van Europa of waar dan ook. Zij zijn op de vlucht voor oorlog en ellende. Zij ontvluchten de opvangplekken in de regio, omdat de situatie daar ondraaglijk is. Er is gebrek aan van alles: water, voedsel, onderwijs. Ik heb me wel eens afgevraagd wat ik zou doen als ik in zo'n kamp zat. De kans is groot dat ik ook de weg naar een beter leven zou zoeken.

Iedereen worstelt met dit probleem, want er zijn veel vragen en heel veel zorgen, maar aan zorgen hebben wij niets. Wij hebben oplossingen nodig, hoe moeilijk en ingewikkeld ook. Kan de minister-president aangeven wat afgelopen maandag in Brussel wel is afgesproken over de opvang van vluchtelingen? Kan hij verklaren waarom de minister van Buitenlandse Zaken spreekt van een dramatische uitkomst, terwijl de minister-president eerder tevreden leek? Is er meer afgesproken dan het voornemen om 40.000 mensen op te vangen; een afspraak die ook al in juli was gemaakt? Klopt het dat er afspraken zijn gemaakt om de opvang in de regio snel te verbeteren? Welke actie wordt de komende dagen echt ondernomen om dit te realiseren?

Hoe wij omgaan met het snel groeiende aantal vluchtelingen, staat symbool voor de impasse waarin de Europese en de Nederlandse politiek is beland. Zo veel drama, zo veel menselijk leed vragen niet om onderling gekibbel, maar om maatregelen en oplossingen om de oorzaak van de vluchtelingenstroom aan te pakken, opvang in de regio fors te verbeteren en mensen hier niet aan hun lot over te laten. Ik hoop dan ook dat de minister-president zal zeggen dat er vandaag al iets zal gebeuren en niet pas op zijn vroegst ergens in oktober. Ik krijg hierop graag een reactie van de minister-president.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Het is onvoorstelbaar maar de heer Roemer heeft werkelijk geen millimeter geleerd en hij heeft niets verbeterd aan zijn sprookjesverhalen van vorige week. Ook de SP-kiezer lijkt helemaal niet te willen dat er meer asielzoekers naar Nederland komen. Wij weten allemaal dat het geen zielige mensen zijn zonder voedsel en water. Als die er al zijn, dan kunnen zij dat inderdaad beter in de regio krijgen dan hier. Maar iedere dag zien wij op de televisie dat de meeste mensen waartegen wordt gezegd: u bent nu toch veilig hier in Servië, antwoorden: ja, maar ik wil naar Duitsland want ik wil een betere baan en een betere economie. Sprookjes, mijnheer Roemer. U begint uw belangrijkste bijdrage van het belangrijkste debat van het jaar weer met een hoop onzin en sprookjes. Mag ik u op de man af vragen wanneer het voor de SP genoeg is? Wanneer gaan de grenzen dicht en komt er in Nederland niet één asielzoeker meer bij? Wanneer is dat moment voor uw fractie aangebroken?

De heer Roemer (SP):

Ik ken de verhalen inmiddels. Ik had natuurlijk allang kunnen weten dat de heer Wilders als eerste op zou staan. Er is een groot humaan probleem in de wereld en vooral in het Midden-Oosten. De heer Wilders stond vooraan om oorlog te voeren en bommen te gooien. Hij was er zelfs voorstander van dat wij militair zouden ingrijpen in Iran. En dan vindt hij het gek dat vluchtelingenstromen ontstaan. Als wij met elkaar zeggen dat er in de regio fatsoenlijke opvang moet komen en dat wij ervoor moeten zorgen dat mensen niet de behoefte krijgen om verder te gaan, dan is de PVV niet thuis om ervoor te zorgen dat er geld naar die regio's toe gaat. Kom mij dus niet aanzetten, mijnheer Wilders, met de opmerking dat wij de mensen aan hun lot moeten overlaten als het probleem zo groot is. Ja, wij moeten beginnen met het aanpakken van de oorzaken in de regio. Wij moeten ervoor zorgen dat er een goede opvang in de regio is. Daar moet dus meer geld naartoe, maar mensen die inmiddels hier zijn, laat ik niet onder een brug slapen.

De heer Wilders (PVV):

Ik heb nog niet het begin van een antwoord gehoord. Ik had een heel simpele vraag, een vraag die ook heel veel SP-kiezers in het land erg interesseert. Ik krijg mails van SP-kiezers. Zij schrijven: wat doet de heer Roemer nou; wij willen in ons dorp niet al die testosteronbommen die de heer Rutte binnenhaalt en waardoor het voor onze dochters en vrouwen onveilig wordt om over straat te gaan. Ik vraag het hem op de man af. Heel veel SP-kiezers willen gewoon dat hij daarop een antwoord geeft en niet wegzoeft, wegduikt, in voorbereide antwoorden. Wat, wanneer? Hoeveel asielzoekers zijn er wat de heer Roemer betreft nog welkom en wanneer zegt ook de SP "genoeg is genoeg, de grenzen gaan dicht, in Nederland geen asielzoeker er meer bij"? Wanneer zegt de heer Roemer dat?

De heer Roemer (SP):

Mijnheer Wilders, het is nooit te zeggen hoe een vluchtelingenstroom vandaag of morgen gaat. Ja, wij nemen de geluiden en de vragen in en van Nederland serieus. Als een COA niet in staat is om dit op te vangen, dan moeten wij daarnaar kijken, maar ga mij niet zitten vertellen dat Nederland of Europa een vluchtelingenstroom niet aankan. Ga niet zitten zeggen dat mensen alleen maar hier kunnen komen. Mensen zijn op de vlucht voor oorlog en geweld. Wij hebben het hier over mensen, mijnheer Wilders. Wat de PVV steeds doet, is bommen gooien op een kruitvat, maar vervolgens wegkijken als een vluchtelingenstroom ontstaat. Daar doen wij niet aan mee.

De heer Wilders (PVV):

Weet u wat u doet, mijnheer Roemer? U gooit een bom op Nederland. En dat is veel gevaarlijker. U gooit een asielbom op Nederland. De Nederlanders kunnen dat niet aan. Zij willen dat niet meer. 3.100 per week, mijnheer Roemer. Dat zijn er meer dan 100.000, dat zijn er 150.000 per jaar. Zij komen in de wijken waar de gewone mensen wonen; zij hebben daar last van. Door uw antwoord zegt u in feite tegen al die SP'ers: jullie kunnen de pot op, SP, jullie kunnen de pot op, want ik zorg ervoor dat de grenzen altijd open blijven. Het zijn geen vluchtelingen, althans, het zijn niet allemaal vluchtelingen. Het zijn mensen die gewoon op televisie zeggen: wij gaan door naar Nederland of Duitsland omdat het daar economisch beter gaat. Dat zijn economisch gedreven mensen. Uw antwoord is helder: u laat de SP opnieuw in de steek en u zegt "kom maar allemaal binnen". Goed om dat te weten.

De heer Roemer (SP):

Mijnheer Wilders, als u daadwerkelijk de problemen in Nederland wilt oplossen, dan moet u ervoor zorgen dat wordt gestopt met bombarderen op een kruitvat, waardoor meer vluchtelingen ontstaan. Dan moet u stoppen met in Nederland haat zaaien en mensen tegenover elkaar zetten. Dat de een en de ander een huis aan het zoeken zijn, ligt niet aan de een of de ander, dat komt doordat er te weinig huurwoningen zijn. En waarom zijn er te weinig huurwoningen, mijnheer Wilders? Omdat u, toen u in het kabinet zat, ervoor hebt gezorgd dat deze massaal werden verkocht. Dat zijn de problemen. Pak die dan eens aan en help mee om de problemen hier op te lossen in plaats van haat te zaaien en mensen tegenover elkaar te zetten.

De heer Wilders (PVV):

Ach, dat "haat zaaien" ...

De heer Roemer (SP):

Ja, ik weet dat u dat niet leuk vindt.

De voorzitter:

Meneer Roemer, de heer Wilders heeft het woord.

De heer Wilders (PVV):

Inderdaad is het niet erg sterk als hij erdoorheen blèrt.

Maar weet u waarom er te weinig huurwoningen zijn, meneer Roemer? Omdat die asielzoekers allemaal voorrang krijgen van de SP. Mijn collega Madlener heeft het vorige week of een paar weken geleden in een debat aan uw collega, volgens mij mevrouw Gesthuizen of mevrouw Karabulut, gevraagd: staat de SP ervoor dat asielzoekers voorrang krijgen bij huurwoningen? Het antwoord van mevrouw Karabulut was toen: ja; mijn antwoord kan kort zijn, de SP is daarvóór. Dus de SP is ervoor dat asielzoekers voorrang krijgen en dat Nederlanders, al die SP'ers en heel veel anderen die op een huurwoning wachten, langer in de wachtrij staan. Dát is wat u doet, dáárom is er een tekort aan woningen. U laat uw eigen kiezers in de steek en u laat asielzoekers voorgaan. U zou zich daarvoor moeten schamen. Het is jammer dat de SP-kiezer hard met u zal afrekenen.

De heer Roemer (SP):

Het is erg jammer, meneer Wilders, dat u de rest van dat fantastische antwoord van mevrouw Karabulut gewoon niet heeft gelezen. Daarin staat dat mensen in nood geholpen moeten worden. Een op twintig. Maar het ligt er niet aan dat de schaarste moet worden verdeeld. Er is schaarste. Waarom is er schaarste in de sociale woningbouw? Omdat de PVV in Rutte I ervoor heeft gekozen dat alle sociale huurwoningen verkocht moesten worden. U was ervoor dat er een verhuurdersheffing kwam, waardoor er door corporaties niet gebouwd kan worden. Ga mij er niet de maat over nemen dat er te weinig huurwoningen zijn. Daar was de PVV verantwoordelijk voor, en niemand anders.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik wil beginnen met twee complimenten in de richting van de heer Roemer en de SP. Ten eerste: zijn oprechte zorg voor de vluchtelingenproblematiek en de zoektocht, met anderen, naar wat daaraan kan worden gedaan en wat we kunnen bijdragen. Het tweede compliment heeft te maken met de tegenbegroting van de SP. Die is doorgerekend ...

De heer Roemer (SP):

Ja, dat kunnen er niet veel zeggen!

De heer Slob (ChristenUnie):

We weten wat er vorig jaar is gebeurd. U hebt goed geluisterd, u hebt die doorgerekend, dus een groot compliment. Er zijn fracties in de Kamer die daar volgens mij nog een voorbeeld aan kunnen nemen.

De heer Roemer (SP):

Dank u wel.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik heb wel een vraag voor u. Een doorgerekende tegenbegroting maakt nóg duidelijker wat de keuzes zijn die de SP maakt, en ook hoe realistisch die zijn. Hoe beoordeelt u de begroting van het kabinet als het gaat om het vluchtelingenvraagstuk, de eerstejaarsopvang van asielzoekers hier in Nederland, maar ook de opvang in de regio, waar u net terecht aandacht voor vroeg? Hoe beoordeelt u de begrotingen, de cijfers van het kabinet?

De heer Roemer (SP):

Allereerst dank, meneer Slob, voor de aardige opmerkingen; die doen me goed. Al doende leert men, heet dat soms. Dit is een heel terechte vraag. We hebben daar in de fractie ook mee zitten worstelen, omdat je natuurlijk niet weet wat er gaat gebeuren. Er is een fonds, waar al geld in zit. Het kabinet stort daar in 2016 en 2017 extra geld in. Wij hebben in onze tegenbegroting voor armoede in het buitenland nog 100 miljoen extra opgenomen. Of dat genoeg is, durf ik niet te zeggen. Ik denk dat we er voorlopig mee vooruit kunnen. Ik hoor graag van het kabinet of dat zo is. Maar met u ben ik van mening dat het morgen echt anders kan zijn. En als het anders is en het nodig is, zullen wij samen echt wel gaan zoeken naar een oplossing om mensen niet onder een brug te laten slapen.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik kan dit de heer Roemer nu al vertellen: het is niet genoeg. Waarom niet? Omdat we nu al ver boven de aannames zitten die het kabinet heeft gebruikt voor de bedragen. Er komen dus sowieso al grote problemen voor de opvang hier in Nederland. Maar als het gaat om de opvang in de regio, zie ik daar geen extra geld voor in de begroting. Sterker nog: als je het budget van nu vergelijkt met de budgetten voor volgend jaar, gaan we zelfs terug. U moet dat toch ook gezien hebben? Er is 100 miljoen voor internationaal, maar op de ontwikkelingssamenwerkingsbegroting wordt 750 miljoen bezuinigd en we gaan daarmee door tot 1 miljard. Ik zie de minister zitten. U accepteert dus 650 miljoen aan bezuinigingen. Mijn vraag aan u is daarom: hoe doordacht is dit? Wie weet, misschien kunnen we zelfs tijdens deze dagen die bedragen nog wat opplussen. Ik geef u namelijk op een briefje dat dit echt heel hard nodig is. Dit kabinet vergist zich bij dit grote onderwerp schromelijk met de begrotingen die het daarvoor heeft gestuurd.

De heer Roemer (SP):

Meneer Slob, ik kan me voorstellen dat we samen nog heel serieus gaan bekijken wat we kunnen verbeteren. Het is heel lastig om aan te geven wat er in de komende tijd nodig is, maar dit is wel een onderwerp waarbij we als Kamer voortdurend de vinger aan de pols moeten houden, samen met het kabinet. Zoals ik in mijn tekst had staan: op zo'n terrein heb je niks aan gekibbel; als er menselijk leed is, moet je meteen kunnen reageren en kunnen handelen. Ik ben het dus volledig met u eens. Ik hoor ook graag van het kabinet of het de visie deelt dat het nu al duidelijk is dat het te weinig is om het in de regio te verbeteren, want Nederland is natuurlijk niet de enige speler. We zullen er samen met de Verenigde Naties en alle landen iets aan moeten doen en bekijken wat nodig is. Ik wacht uw voorstellen af en zal deze met erg veel positivisme bekijken.

Dit brengt mij op de begroting. Wij hebben dit jaar wel een heel bijzonder debat, zei ik tegen de premier. We weten namelijk al wat de premier morgenvroeg op onze vragen zal antwoorden, want dit jaar zijn niet alleen de plannen, maar is zelfs ook de propaganda van de regering gelekt: van de VVD moet de premier morgen zeggen dat we economisch terug zijn in de kopgroep en van de Partij van de Arbeid moet de premier zeggen dat de welvaart evenwichtig wordt verdeeld. De premier zal morgen echter vooral benadrukken dat we nuchter moeten blijven: het kabinet deelt weliswaar cadeautjes uit, maar er is verder weinig reden voor feest.

Van de VVD moet de premier dus zeggen dat we economisch gezien terug zijn in de kopgroep, maar dat klopt niet. Het Centraal Planbureau heeft het over een inhaalslag. We sukkelen namelijk al jaren achter andere landen aan. Dan weet u dat alvast als de premier morgen het woord "kopgroep" gebruikt. Van de PvdA moet de premier morgen dus zeggen dat de welvaart evenwichtig wordt verdeeld. Dat klopt ook niet, want ook volgend jaar gaan de mensen die het meeste verdienen er weer het meest op vooruit. Iemand met een inkomen van zo'n twee ton gaat er in euro's zelfs twintig keer meer op vooruit dan iemand die het minimumloon verdient. Dan weet u dat ook alvast als de premier het morgen over evenwichtig heeft. Maar bovenal gaat de premier dus benadrukken dat we nuchter moeten blijven, omdat het kabinet weliswaar enkele cadeautjes uitdeelt, maar er verder weinig reden voor een feest is.

Daarin heeft de premier volkomen gelijk. Er is weinig reden tot feest, ook al staan er enkele verstandige opmerkingen, enkele verstandige voorstellen, in de plannen van het kabinet. Laat ik dat ook zeggen. Zo wordt de belasting op vermogen en spaargeld een stuk eerlijker, een stukje, want echt eerlijk belasten van vermogenswinsten doet het kabinet nog steeds niet. Er komt extra geld voor kinderopvangtoeslag en de arbeidskorting gaat omhoog. Dat is goed nieuws en veel mensen zullen deze broodnodige lastenverlichting ook merken. Het is ook terecht dat de AIVD meer middelen krijgt. Partijen in de Tweede Kamer, waaronder de SP, hebben daar vaak om gevraagd.

We weten ook dat de minister-president gaat zeggen dat we koers moeten houden, maar daar scheiden toch echt onze wegen, want koers houden op deze weg is precies wat Nederland niet nodig heeft. Wie de koers van het kabinet analyseert, moet constateren dat deze nog steeds in lijn is met een proces dat in de jaren negentig in ons land is ingezet. Een proces van privatisering, marktwerking en verzelfstandiging van de publieke sector. Een proces van groeiende ongelijkheid en groeiende tegenstellingen in de samenleving, met een afwaardering van de rol van de gemeenschap en een afscheid van de verantwoordelijkheid van de politiek. De markt zou alles beter kunnen. Oud-premier Wim Kok keek er de afgelopen weken nog met enige schaamte op terug, en terecht. Dit proces van marktwerking en deregulering zou bij uitstek het middel zijn om de economie en de publieke dienstverlening te hervormen. Het zou moeten leiden tot grotere efficiëntie, lagere prijzen, betere kwaliteit en een hogere economische groei.

Nu, vele jaren later, stellen steeds meer mensen de vraag wat de prijs is van dit beleid. Wat heeft die golf aan privatisering en marktwerking de samenleving allemaal gekost? Wat zijn de effecten in de zorg? Leidt dit niet tot verschraling van solidariteit en tot meer kosten en meer bureaucratie? Wat betekent dit voor de beroepseer van zorgverleners en de relatie met de patiënten? Wat zijn de gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden en de werkomstandigheden van mensen? Welke invloed hebben mensen nog op belangrijke economische beslissingen? Wat blijft er over van onze democratie, van de zeggenschap van mensen over hun werk en leefomgeving?

De markt is voor veel producten een geschikt middel, maar via de markt kun je niet de samenleving organiseren. De markt kent geen moraal, geen publiek belang en geen solidariteit. In een samenleving moeten niet winstbejag en hebzucht de belangrijkste drijfveren zijn, maar publiek belang. Hier moet niet de winst op de korte termijn centraal staan, maar de duurzaamheid van publieke voorzieningen en de dienstbaarheid aan de mensen. Kijk om je heen en zie wat is ingericht: een ontspoorde financiële sector die de mensen miljarden heeft gekost en de samenleving heeft ontwricht; een verziekt zorgsysteem waarin de zorgverzekeraars op de stoel van artsen zijn gaan zitten, waarin steeds meer mensen het recht op zorg verliezen of de broodnodige zorg niet meer kunnen betalen.

We hebben een parlementaire enquête gehad over de ellende van de woningcorporaties, het graaigedrag van bestuurders en de groeiende vraag naar betaalbare woningen. We hebben een fors groeiende ongelijkheid: 10% van de Nederlanders bezit meer dan 66% van alle rijkdom, 60% van de Nederlanders heeft samen minder dan 1%. Inmiddels leven er in ons land meer dan 400.000 kinderen onder de armoedegrens. Steeds meer mensen gaan gebukt onder torenhoge schulden. We hebben een fors gegroeide werkloosheid. Het kabinet van "werk, werk, werk" heeft de werkloosheid in drie jaar tijd laten groeien met 100.000 mensen. Steeds minder mensen hebben een vaste baan. Sinds het uitbreken van de crisis in 2008 zijn er 600.000 mensen minder met een vast contract. Er zijn jongeren van 18 jaar die in een supermarkt werken, daar worden ontslagen, te horen krijgen dat ze te duur zijn en dat ze met 18 jaar te oud zijn.

Ondertussen zie je in de samenleving veel nieuwe ontwikkelingen ontstaan. De samenleving staat niet stil, maar wil door. Steeds meer mensen beseffen heel goed dat de samenleving niet kan worden gebouwd op egoïsme en eigenbelang, maar draait op zorg voor een ander en vertrouwen in elkaar. Die mentaliteit zouden we in de politiek moeten omarmen en ondersteunen. Steeds meer mensen hebben genoeg van macho's en managers die hun komen vertellen waarom iets niet kan, die hen laten voelen waarom hun mening er niet toe doet. De samenleving schreeuwt om een sociale politiek die de ervaringen van mensen wel op waarde schat en mensen het vertrouwen geeft dat wat zij willen wel kan. Zonder vertrouwen gaat dat niet, vertrouwen in elkaar en in de samenleving. Dat houdt in dat we kunnen rekenen op de nodige zorg en goed onderwijs, dat we kunnen leven in een veilige buurt en kunnen vertrouwen op een waardige oude dag.

Vertrouwen betekent een economie met echte banen, waarbij mensen zich kunnen binden aan een bedrijf dat ook van hen is, dat je een normale baan kunt krijgen waarmee je normaal kunt rondkomen, waarin je waardering krijgt voor je werk en waarbij jouw baas niet honderd keer meer verdient dan jij. Wie een beschutte werkplek nodig heeft, moet die mogelijkheid houden.

Want het kan wel. We kunnen ervoor zorgen dat de noodzakelijke instroom van mensen die geen baan kunnen vinden buiten een beschutte werkomgeving in Nederland wordt gegarandeerd. Dat kan ook in de gevallen waarbij gemeenten hiervoor onvoldoende hebben geregeld. Vandaar ons voorstel voor een noodfonds.

We kunnen werken aan echte banen, aan vaste contracten voor vast werk, in plaats van flexcontracten voor onzeker werk. Dat kan door vast werk voordeliger te maken dan flexwerk. Wij willen dat het sociaal minimum omhooggaat, zodat armoede bestreden wordt en we voedselbanken kunnen sluiten, zodat mensen die naar vermogen presteren ook gewoon normaal betaald worden. De almaar groeiende ongelijkheid kunnen we aanpakken in plaats van die te vergroten. Aan zo'n samenleving moeten we gaan bouwen, vanaf volgend jaar al en zeker daarna. Dat vergt lef, dat vergt moed maar vooral politieke wil. Het zijn namelijk allemaal politieke keuzes. Het is bijzonder pijnlijk dat het kabinet hamert op kansen voor iedereen, maar tegelijk ouderen en uitkeringsgerechtigden ook volgend jaar de grootste rekening van de crisis laat betalen: een harde neoliberale politiek die ouderen en werkzoekenden straft terwijl de hoogste inkomens er flink op vooruitgaan.

Na jaren van crisis moeten we ruimte maken voor deze nieuwe sociale politiek, waarin wij mensen nieuwe zekerheid kunnen bieden. De samenleving schreeuwt om oplossingen voor grote vraagstukken. Vraag aan mensen hoe ze denken over de zorg en ze zeggen dat samenwerking beter is dan marktwerking en dat de zorg betaalbaar moet zijn voor iedereen. Ouders en leerlingen, docenten en studenten, ze willen minder managers en meer zeggenschap. Ze willen geen plofklassen maar een goed contact tussen leerling en docent. Ook dat kunnen we regelen. We kunnen dat laten zien als we daarvoor durven te kiezen. Studenten hebben hun verantwoordelijkheid genomen en zijn in opstand gekomen voor beter onderwijs en meer democratie. En wat hebben we dan aan een minister van Onderwijs die zegt dat meer inspraak van studenten en docenten de universiteiten en hogescholen om zeep zou helpen?

Vraag mensen hoe ze willen dat ons belastingstelsel werkt. Het overgrote deel van de bevolking wil een groen stelsel dat onze economie duurzamer en ons land schoner maakt, maar bovenal een eerlijker stelsel dat verschillen tussen arm en rijk niet groter maar kleiner maakt.

De heer Pechtold (D66):

Ik heb intussen met interesse de tegenbegroting van de SP gelezen en ik ben er ongelofelijk blij mee dat ook de SP dit keer investeert in onderwijs. De heer Roemer en ik hebben eerder namelijk nogal eens tegenover elkaar gestaan waar het ging om het verkiezingsprogramma van de SP waarin 1 miljard bezuinigd werd op onderwijs. Nu wordt er geïnvesteerd. Ik zie ook dat de studiefinanciering niet meer weer wordt teruggedraaid en ook dat doet mij deugt. Dat klopt?

De heer Roemer (SP):

Allereerst over de tegenbegroting: had D66 dat ook maar gedaan. Ze heeft blijkbaar niet het lef gehad om die door te laten rekenen en dat is jammer. Nou geven we een keer het goede voorbeeld en dan blijft D66 achter, maar dat even terzijde.

Laat ik ook gelijk zeggen dat wat D66 in drie jaar heeft afgebroken wij niet zomaar in drie maanden kunnen repareren.

Dan de derde opmerking: in de begroting voor 2016 staan de opbrengsten van dat verschrikkelijke leenstelsel nog nauwelijks of niet en ik wil dat ook graag terugdraaien. U haalt onderwijsverbeteringen uit de zakken van studenten door ze zich diep in te schulden te laten steken. Daar kiezen wij nú niet voor, daar kiezen wij in de toekomst niet voor en als wij de kans krijgen zullen wij dat inderdaad gaan omdraaien.

De heer Pechtold (D66):

Het komt mij nog een beetje warrig over.

De heer Roemer (SP):

Dat ligt dan echt aan u.

De heer Pechtold (D66):

Het komt mij toch een beetje warrig over, want de SP bezuinigde eerst 1 miljard op onderwijs. De SP voerde campagne tegen het studievoorschot. En nu wordt er — en dat vind ik heel goed — geld voor uitgetrokken, maar worden de maatregelen niet teruggedrongen. We hebben gisteren in de troonrede gehoord dat het 4.000 banen oplevert. En dat is bij D66 heel goed doorgerekend. Veel meer banen! Daar wijs ik ook de Socialistische Partij op. Zet daarop in, ook in het onderwijs. Kom aan boord, maar wees er eerlijk over dat u die studiefinanciering niet meer terugdraait; die accepteert u.

De heer Roemer (SP):

Nee, never en nooit. Het is leuk, hè? De SP investeert meer dan D66 — laat dat dan ook even gezegd zijn — want D66 heeft geen tegenbegroting. Er komen bij ons nog eens zo'n 3.500 banen bij, bovenop die van het kabinet, dus omarm dat en doe mee. Laat dat voortaan nog even doorrekenen. Ik ga ook met u de uitdaging aan om het onderwijs echt te verbeteren, want er is daar nog veel te verschuiven en te verbeteren. Kijk naar al die vastgoedprojecten, kijk naar die enorme hausse van managers in het onderwijs en kijk naar de bureaucratie in het onderwijs. Mijn fractie hamert er al jaren op dat daarnaar gekeken moet worden. Op dat punt blijft D66 achter en dat is jammer.

De heer Pechtold (D66):

Ik probeer het met u eens te worden, maar er zit een kiezeltje in uw schoen. U zit al een jaar met een kiezeltje in uw schoen, omdat vorig jaar is aangetoond dat de plannen van de SP niet waren doorgerekend. Ik bouw voort op de akkoorden die ik met het kabinet heb gesloten; ik heb 600 miljoen extra voor het onderwijs geregeld. U accepteert dat allemaal omdat een ander dat al heeft geregeld. Dat is het verschil. Dan zit er nog een kiezeltje in uw schoen dat dwarszit. U denkt daar even niet aan en zegt: luister goed naar wat ik zeg; laten we samenwerken. Wees dan wel eerlijk over het onderwijs en zeg dat u de studiefinanciering in uw tegenbegroting, doorgerekend en wel, gewoon accepteert.

De heer Roemer (SP):

Dat laatste is dan weer jammer; het is echt een verschrikking om de studiefinanciering af te schaffen en waardoor studenten zich voor honderden miljoenen in de schulden steken. Ik hoop dat we daar een keer samen achter komen te staan en dat we dat idee echt zullen afschaffen. Jongeren moet je een vak leren; niet met torenhoge schulden opzadelen.

Wordt het niet eens tijd dat de grootste bedrijven eindelijk ook eens een eerlijk aandeel in de kosten gaan betalen? Zij profiteren volop van alle voorzieningen in ons land en zijn de laatste jaren alleen maar minder belasting gaan betalen. De SP wil volgend jaar een miljonairsbelasting invoeren en er daarmee voor zorgen dat de allerhoogste inkomens eindelijk naar vermogen bijdragen aan de sociale voorzieningen in ons land.

De verhoogde btw is nog altijd een blok aan het been van heel veel consumenten en ondernemers. Willen we de economie een impuls geven, dan moet de btw volgend jaar omlaag. De SP wil dat regelen. Het is goed voor de koopkracht van mensen en omdat de mensen meer kunnen kopen, gaat de omzet van het mkb omhoog. Er komen dan uiteindelijk veel meer banen bij en zo slaan we drie vliegen in een klap.

Mensen willen geen planeet die door olie is aangetast, geen oceanen die door plastic worden vervuild. Ze willen dat de politiek oplossingen aandraagt voor schone energie en minder vervuiling. Toch gebeurt dat niet of onvoldoende. De wetten van de markt lijken steeds meer in de weg te staan aan de democratische wens van een duurzame samenleving. De samenleving zoekt naar nieuwe en duurzame energiebronnen, maar de politiek zoekt met grote energiebedrijven verder naar de energiebron van de vorige eeuw. Onze slimste koppen zoeken niet naar duurzame energie, maar naar oliebronnen op de Noordpool. Rusland stuurt oorlogsschepen naar dat gebied omdat het dan ook een stukje kan claimen. Hoe negentiende-eeuws wil je het hebben? Het wachten is op een kabinet dat de stap naar echte duurzaamheid durft te zetten, maar laten we hopen dat daar volgend jaar al een begin mee wordt gemaakt. Zorg ervoor dat niet alleen gewone burgers, maar ook grootverbruikers fatsoenlijk belasting gaan betalen op de energie die zij verbruiken. We kunnen blijven wachten, maar we kunnen ook gewoon in actie komen.

In een sociale en veilige samenleving zijn we zuinig en trots op de meer dan 50.000 politieagenten die iedere dag weer voor ons klaar staan. Ik vind het prachtig om te zien dat de agenten in hun strijd voor een fatsoenlijke cao zo veel steun van de bevolking krijgen. Die steun is terecht. Onze agenten vragen waardering en een fatsoenlijke beloning voor het risicovolle werk dat zij voor ons doen. Die waardering moeten zij krijgen. Voor sommigen van hen leidt een kleine loonsverhoging nu tot een verslechtering van het pensioen met wel 15%. Dat is een sigaar uit eigen doos, die terecht niet geaccepteerd wordt. Agenten laten vandaag opnieuw luid van zich horen. Het uitblijven van een cao zorgt voor negatieve veiligheidseffecten. Ik vraag de premier wanneer hij eindelijk naar de agenten gaat luisteren. Erkent de minister-president dat de functie van politieagent een beroep met een groot risico is?

De hele strafrechtketen staat zwaar onder druk. De problemen bij de politie zijn gigantisch. Er wordt nauwelijks geïnvesteerd in vakontwikkeling. De gevolgen zijn zichtbaar en voelbaar. Dit geldt ook voor het Nederlands Forensisch Instituut, u weet wel, de Nederlandse CSI. Gisteren bleek uit een alarmerend rapport dat bezuinigingen op het Openbaar Ministerie niet verantwoord zijn. Alle alarmsignalen worden echter genegeerd. Wanneer komt voor het kabinet het moment om te concluderen dat de bezuinigingen op veiligheid en justitie niet langer verantwoord zijn? Onze veiligheid staat onder druk. Zij wordt bedreigd door mensen die onze vrijheid verafschuwen en hun waanideeën met geweld aan ons willen opleggen. De Tweede Kamer en het kabinet hebben inmiddels de bezuiniging op de AIVD bijna geheel ongedaan gemaakt en nieuwe investeringen mogelijk gemaakt. Dat is een belangrijke stap, waar de SP blij mee is. Net als de Algemene Rekenkamer zeg ik echter dat de schade groot is en dat het nog jaren zal duren voor die is hersteld. Ondertussen zien we wel dat de samenwerking tussen veiligheidsdiensten in Europa nog steeds rammelt. De aanslagplegers in Parijs, Kopenhagen en Brussel waren allemaal bekenden van de geheime diensten, maar zij konden toch met hun kalasjnikovs panden binnenstappen en ellende aanrichten. Jihadisten vangen we niet met detectiepoortjes in de stations, maar wel met inlichtingendiensten die goed zijn toegerust en optimaal samenwerken met diensten in Europa en in andere landen. Ik hoor hierop graag een reactie van de minister-president.

De heer Slob (ChristenUnie):

Dat is terechte kritiek van de heer Roemer op de begroting van Veiligheid en Justitie. Ik denk dat hij daarin vandaag niet de enige zal zijn, want daar zijn heel wat kritiekpunten op te geven. Ik wil veiligheid even iets breder trekken en het met de heer Roemer hebben over de veiligheid in Groningen. Dat koppel ik dan aan de gasboringen. Wat is de ambitie van de SP voor volgend jaar als het gaat om gasboringen?

De heer Roemer (SP):

We hebben vorig jaar onze ambities al in uitgewerkte plannen neergelegd. Dat betekent een verlaging van de gaswinning op termijn en dat betekent dat er een groot fonds moet komen om ervoor te zorgen dat mensen hun schade vergoed krijgen. Wij hebben die plannen hier diverse keren neergelegd, maar we hebben er helaas nog steeds geen meerderheid voor gekregen. We blijven nog steeds achter die plannen staan. We weten dat het kabinet in december met plannen gaat komen. Hopelijk gaan de plannen in die richting. Zo niet, dan zullen we dat in december weer bijstellen in de richting die wij, volgens mij samen met u, willen.

De heer Slob (ChristenUnie):

De plannen van de SP zijn inderdaad bekend, volgens mij hebben die zelfs de titel "Schouders onder Groningen". We kennen ook de moties die de SP heeft ingediend over de ambitie voor gasboringen voor volgend jaar. Het gaat dan om de miljarden kuub die de SP volgend jaar uit de grond zou willen halen. De SP wil in dat verband minder dan het kabinet, zij wil terug naar 27 miljard kuub, en dan op langere termijn nog verder terug. Maar waar zit deze ambitie in de tegenbegroting van de SP? Waar blijkt die uit? Als de SP dat echt serieus meent en daar een stap in wil zetten, dan moet zij daar in haar tegenbegroting toch ook geld voor vrijmaken? Kan de heer Roemer mij helpen, want ik ben het niet tegengekomen?

De heer Roemer (SP):

Het staat er niet zo haarscherp in, maar we blijven dat absoluut nog steeds vinden. Daarom hebben we ook gezegd dat we verwachten dat de regering die maatregelen in december neemt. We zullen er samen met de ChristenUnie voor zorgen dat dat ook aan de orde is op het moment dat het zover is. We hebben zoveel mogelijk gerepareerd, zoveel mogelijk gedaan. We kunnen in die korte tijd niet alles repareren wat er niet gebeurt, maar onze inzet blijft hetzelfde. Die blijft conform datgene wat we steeds in de Kamer hebben voorgesteld, bij moties en onderbouwd en al.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik hoor collega Roemer zeggen dat het er niet zo haarscherp in staat, maar er staat gewoon niets over in. Dus al helemaal niet haarscherp. Ik was net vrij mild toen het ging over het internationale aspect, over de opvang van vluchtelingen. Daarover sprak de heer Roemer warme woorden, maar levert hij niet als het gaat om de keuzes die de SP in de tegenbegroting heeft gemaakt. Het staat veraf van wat de heer Roemer eigenlijk aan ambitie heeft. Misschien kunnen we daar met elkaar wel verder in komen. Gas is een onderwerp waarover het afgelopen jaar grote woorden zijn gesproken. En terecht, want er gebeurt wel wat in Groningen. Het vertrouwen moet hersteld worden, we moeten verder terug met die gasboringen. Maar dan had de SP in haar tegenbegroting toch zeker een klein miljard moeten opnemen voor het terugbrengen van de gaswinning naar die 27 miljard kuub. Nu accepteert de SP de 33 miljard van het kabinet. Een gemiste kans, mijnheer Roemer!

De heer Roemer (SP):

Ik heb geen vraag gehoord. Het blijft een groot punt, het blijft een verstandig punt. Sterker nog, we hebben ook eerder aangegeven dat het zelfs zo belangrijk voor ons is dat een lichte verhoging van de staatsschuld, wat ons betreft, zelfs op dat moment …

De heer Klaver (GroenLinks):

Dan zal ik de vraag stellen. Volgens mij bevatte de interruptie van collega Slob wel degelijk een vraag. Naar hoeveel kuub wil de SP vorig jaar terug?

De heer Roemer (SP):

Minimaal naar 30 miljard kuub. En we hebben eerder voorgesteld om, als het kan, naar 27 miljard kuub te gaan. Zeker op termijn.

De heer Klaver (GroenLinks):

Minimaal naar 30 miljard kuub, prima. En dat moet volgend jaar gebeuren?

De heer Roemer (SP):

Als het even zou kunnen! Samen met u, mijnheer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Of het kan of niet, heeft te maken met de keuzes die we doen. Het heeft te maken met waar we op bezuinigen, of we het tekort laten oplopen of lasten verhogen. Dat is waarom we tegenbegrotingen maken. Ook al staat het niet in de tegenbegroting — dat vind ik helemaal niet zo erg — u bent in ieder geval bereid om daar nog met elkaar te gaan zoeken naar een dekking ….

De heer Roemer (SP):

Laten we helder zijn, mijnheer …

De heer Klaver (GroenLinks):

Mag ik uitpraten?

De heer Roemer (SP):

Sorry, ga uw gang, mijnheer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Excuses geaccepteerd. Dat was niet nodig. We gaan dus samen kijken of we het in ieder geval nog verder naar beneden kunnen brengen. Wat mijn fractie betreft, gaan we naar 23 miljard kuub.

De heer Roemer (SP):

Dat is heel ambitieus, dat mag. Ik denk dat wij heel goede, uitgewerkte plannen hebben. Ik ben ook van mening dat bij degenen die daar het meeste aan verdienen de rekening mag worden neergelegd. Dat hebben wij ook steeds gezegd. Als het kabinet in december achterblijft bij wat moet — en wat een heel brede wens is in de Kamer, maar zeker ook in het noorden van het land — dan zullen wij met uw fractie en die van de ChristenUnie samen optrekken en de rekening daar neerleggen waar ook het hardst verdiend wordt. Want dat is wat het kabinet steeds weigert te doen. Dan zullen we samen met u vooraan staan. Of we 23 kuub gaan halen volgend jaar durf ik u niet te beloven, maar ik wacht uw voorstellen graag af.

De heer Klaver (GroenLinks):

We zullen het zien. We hebben die voorstellen trouwens al gepresenteerd. Maar ik ben natuurlijk blij, zoals wel vaker, om zij aan zij met de heer Roemer te kijken hoe we dat voor elkaar kunnen krijgen. Het punt is wel dat we niet de luxe hebben om tot december te wachten, want als we echt iets willen regelen, dan moeten we dat nu in de begroting …

De heer Roemer (SP):

Ja, maar het mooie is ... Sorry, nu doe ik het weer!

De heer Klaver (GroenLinks):

Een collega zou zeggen: nu doet u het weer! Het gaat er natuurlijk wel om hoe we dat nu in de begroting kunnen verwerken, want het gaat gewoon om heel veel geld. Wellicht komt u daar later vandaag of morgen nog op terug.

De heer Roemer (SP):

Nee, daar hoef ik niet op terug te komen, mijnheer Klaver, we zijn het met elkaar eens. Er moet daar wat gebeuren en we moeten samen die oplossingen zoeken. Ik hoop dat het kabinet niet achterblijft, dus ik hoop dat het dat signaal daadwerkelijk heeft meegenomen en dat we het kabinet niet hoeven te corrigeren. Dat is het enige waar wij samen naartoe willen.

De voorzitter:

Gaat u verder met uw betoog.

De heer Roemer (SP):

Er zijn maar weinig onderwerpen waarbij het kabinet een grotere hindermacht is dan in de zorg. Het kabinet wil meer marktwerking in de zorg, zo bevestigde de premier pas nog. Mensen die afhankelijk zijn van zorg of die werken in de zorg, willen precies het omgekeerde. 800.000 mensen hebben de petitie Red de zorg getekend. Patiënten willen keuzevrijheid. Dat is niet kiezen tussen vier kolossen van verzekeraars die voor jou bepalen welke zorg je krijgt en waar je die krijgt. Keuzevrijheid is vrije artsenkeuze, zelf bepalen naar welke arts of welk ziekenhuis je gaat. Mensen willen geen torenhoge eigen risico's maar een sociaal zorgstelsel.

Ouderen willen goede zorg thuis of een veilige plek in het verzorgingshuis, maar die vrijheid is door het kabinet met één pennenstreek geschrapt. De thuiszorg wordt volledig uitgekleed en vele duizenden toegewijde thuiszorgers worden zonder pardon op straat gezet. Een regeling die oog heeft voor de toekomst, ziet dat mensen steeds ouder worden, maar ook dat onze ouderen steeds actiever zijn en op zoek zijn naar sociale contacten. Dan moet de regering niet verzorgingshuizen massaal gaan sluiten, maar goede, kleinschalige en gezellige zorg mogelijk maken. Geen grootschalige zorgfabrieken maar een gemoedelijke en gastvrije plek waar ouderen zich thuis kunnen voelen.

Ik ontving een prachtige brief van bewoners, medewerkers en vrijwilligers van een zorgcentrum in de Haarlemmermeer. Zij vinden het fijn dat het kabinet zich uitspreekt over de verpleeghuiszorg, maar zijn niet te spreken over de oplossing van een uurtje aandacht voor verpleeghuisbewoners. "Aandacht is niet iets wat je in een potje kunt vangen", schrijven zij in de brief, die ook naar de staatssecretaris is gestuurd. "Een potje aandacht is daarom niet wat wij in de zorg nodig hebben", zo gaat het verder, "wij zoeken naar manieren om de bewoners mens te laten blijven, in plaats van een patiënt te worden". Het zijn woorden die mij uit het hart zijn gegrepen. Zij staan symbool voor het gebrek aan visie van dit kabinet op goede zorg. Nu even snel 210 miljoen euro investeren om mooie sier te maken en een jaar later 250 miljoen er weer vanaf halen.

Om de zorg zinniger en zuiniger te organiseren, stellen wij voor de macht van zorgverzekeraars te breken. Die laten wij opgaan in een publieke basisverzekering. Daarmee komt de zorg in goede handen, van zorgpersoneel en van de patiënten. Een publieke basisverzekering is haalbaar en betaalbaar voor iedereen.

Daarnaast moeten we een gemeentelijk basispakket invoeren, zodat mensen overal recht krijgen op goede zorg. Zodat je weet waar je aan toe bent, waar je ook woont. Maar nu krijg je in de ene plaats volop ondersteuning en in de andere plaats is alles wegbezuinigd. Laat de minister-president dat eens uitleggen. Wij kunnen een inkomensafhankelijke zorgpremie invoeren en het eigen risico afschaffen. Het kan dus wel als wij daarvoor kiezen.

Dit kabinet maakt andere keuzes. Het heeft veel grote veranderingen doorgevoerd, zoals decentralisaties en het overbrengen van zorgtaken naar gemeenten. Maar dan veel te snel en met veel te weinig middelen en veel te weinig mensen. Volgens de Nationale Ombudsman wordt bij dit soort grote veranderingen de burger simpelweg vergeten. Ik herhaal: de burger wordt simpelweg vergeten. De ombudsman heeft gelijk. Ik hoor graag de reactie van de minister-president hierop.

Het denken in cijfers en systemen, geld en rendement leidt ertoe dat mensen uit beeld verdwijnen. Maar Nederland is geen BV en de politiek is meer dan management. De menselijke maat moet terug in de politiek. Als het ergens misgaat, verdienen mensen onze bescherming. Dat kan wel. De Kamer steunde Kamerbreed ons voorstel om klokkenluiders beter te beschermen en onafhankelijk onderzoek naar misstanden mogelijk te maken. Voorstellen van de SP om bonussen aan te pakken, de invloed van consultants bij de overheid te verminderen en topinkomens in de publieke sector te beperken, kunnen rekenen op steeds meer steun. Ze kunnen zelfs rekenen op de steun van de minister-president. Dat is heel mooi, maar nog niet voldoende om het vertrouwen van mensen terug te winnen. Daar is meer voor nodig. Bankiers hebben het vertrouwen van mensen in de financiële sector aangetast, maar die bankiers zijn in ons land nu rijker dan ooit. Echte maatregelen om de financiële sector te reguleren, blijven uit. Een rondreizend circus van bestuurders en managers, consultants en adviseurs, heeft zich overal in de publieke sector genesteld. De hardst groeiende beroepsgroep in ons land is die van zorgmanager. Partijpolitieke benoemingen zijn nog steeds aan de orde van de dag.

Een nieuwe politiek vraagt ook om een nieuwe mentaliteit, een nieuwe mentaliteit in het bestuur, dienstbare bestuurders. Bestuurders die wat minder bezig zijn met hun eigen carrière en hun eigen portemonnee en wat meer hart hebben voor mensen en voor de publieke zaak. Bestuurders die mensen helpen zoeken naar wegen hoe het wel kan. Die mensen zijn er volop. Ik heb ze gesproken bij de bezoeken die ik aflegde voor het schrijven van mijn boek. Ondernemers die laten zien dat een succesvol bedrijf hand in hand gaat met goed werkgeverschap en met vaste banen. Zorgbestuurders die bewijzen dat je met lef en verzet tegen het marktdenken tot betere zorg kunt komen, menselijker en persoonlijker.

Ik ben blij dat de economie aantrekt en dat het kabinet wat meer ruimte heeft om te investeren, maar ons land heeft meer nodig dan wat bijsturen op de verkeerde weg. We staan op een kruispunt. We moeten fundamentele keuzen maken. Door forse meningsverschillen tussen VVD en PvdA geeft het kabinet op cruciale onderwerpen niet thuis. Daarmee is deze regering een hindermacht geworden. De cadeautjes zijn verdeeld, de fut is eruit. Op grote vraagstukken als ongelijkheid en werkloosheid heeft dit kabinet geen antwoord. Dan ben je een sta in de weg. De samenleving heeft behoefte aan een regering die oog heeft voor nieuwe ontwikkelingen in de samenleving, oog heeft voor de behoefte aan sociale zekerheid, een samenleving waar werkgevers en werknemers in elkaar willen investeren en mensen zorg willen dragen voor elkaar. Als een op de vijf ouderen op zoek is naar geborgenheid in een gezellig verzorgingshuis, dan gaan we ervoor zorgen dat deze huizen er komen. Als duizenden werknemers behoefte hebben aan een beschutte werkplek, dan gaan wij ervoor zorgen dat die werkplekken er zijn. Als we vinden dat sommige kinderen in de klas extra aandacht en begeleiding nodig hebben, dan moeten wij leraren de mogelijkheid geven om dat te bieden en scholen de middelen om dat te betalen. Als we het onacceptabel vinden dat in een rijk land als Nederland 400.000 kinderen onder de armoedegrens moeten opgroeien, dan pakken we dat aan. Als de samenleving bewijst dat duurzaamheid werkt, dan moeten wij de regering niet naar de rechter laten gaan, maar maatregelen laten nemen. Als mensen willen dat de groeiende ongelijkheid wordt aangepakt, dan moeten wij dat beantwoorden en de verschillen verkleinen. Als mensen een samenleving willen, gebouwd op solidariteit en vertrouwen, dan moeten en kunnen wij dat beantwoorden. Wij zijn er in ieder geval klaar voor.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik vond het een mooi en warm pleidooi van de heer Roemer voor een menselijke aanpak in de zorg. Leidinggevenden hebben soms te weinig oog voor wat er op de werkvloer speelt. De heer Roemer heeft veel werkbezoeken in de zorg afgelegd. Herkent hij het ook dat slechte managers vaak alleen maar schelden op Den Haag en dat zij alles wijten aan de bezuinigingen?

De heer Roemer (SP):

Die conclusie zou ik zo niet willen trekken, mijnheer Van der Staaij. Ik heb ook heel mooie voorbeelden gezien. Ik heb ook heel veel goede leidinggevenden gezien, die net zo hard mopperen, omdat zij zien dat zij gewoon te weinig mensen, te weinig handen aan het bed hebben voor de zorg die zij elke dag willen en moeten geven. Die mensen zeggen: het hele systeem deugt niet. De zorg is niet te duur, maar het zorgsysteem is te duur. Zij zeggen: zorg ervoor dat wij minder worden gecontroleerd en dat er minder wantrouwen in de zorg is. Laat onze professionals op de werkvloer gewoon hun werk doen. Zij moeten niet voor ieder aspirientje acht formulieren moeten invullen.

De heer Van der Staaij (SGP):

De SP is altijd sterk in het gebruik van het woord tweedeling. Als ik werkbezoeken breng in de zorg, kom ik weleens een tweedeling tegen. Er zijn mensen die inderdaad zeggen: het zit alleen maar in het geld. Er zijn ook anderen, die zeggen: hé, wat gek, wij kunnen met hetzelfde geld wel een heel andere cultuur creëren. Hoe komt het dat er zo veel ontevredenheid is bij mensen op de werkvloer, die al die aandacht en liefde aan de mensen willen besteden, over het feit dat zij zich niet gesteund voelen door hun eigen managementlaag?

De heer Roemer (SP):

Dat is een heel goede vraag. Ik ben bij heel veel instellingen geweest. Laat ik twee voorbeelden geven. Eén instelling heeft het lef gehad om niet mee te gaan met de enorme schaalvergroting en fusiegolf. Het desbetreffende verzorgingshuis is een eenpitter gebleven, waar iedereen elkaar kent. De directeur kent de medewerkers en de medewerkers kennen de bewoners. Zij hebben aandacht voor elkaar. Zij komen met het geld rond. Waarom? Omdat zij een heel lage drempel hebben wat betreft managementlagen en bureaucratie. Zij hebben lef getoond. Het is een mooi voorbeeld, dat laat zien dat het kan. Als het daar kan, kan het toch overal? Ik ken ook iemand die al meer dan 25 jaar bij de receptie van een verpleeghuis werkt. Die persoon zei: "Mijnheer Roemer, moet u kijken wat hier gebeurd is. Vroeger waren wij een eenpitter. Toen kwamen de thuiszorgorganisaties erbij. Er moesten nog meer thuiszorgorganisaties bij. Er moest een ziekenhuis bij. De verzorgingshuizen moesten erbij. Vervolgens is het één groot vastgoeddrama geworden." Die mensen hebben geld tekort, omdat het naar projecten gaat die niets met zorg te maken hebben. Daarom hebben wij al die voorstellen uitgewerkt, om ervoor te zorgen dat wij bij die zorg uitkomen waar u volgens mij ook voor staat.

De voorzitter:

Gaat u verder, mijnheer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Mevrouw de voorzitter, ik had al heel mooi afgerond. Dank voor de tijd. Wij zijn er klaar voor en volgens mij beginnen wij nu.

De voorzitter:

"Dank voor uw bijdrage" wilde ik zeggen, maar de heer Klaver wil u nog een vraag stellen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik heb een vraag over de klimaatambities van de SP. Als ik het goed begrijp, zegt de SP: het kabinet moet de uitspraak van de rechter in de klimaatzaak nakomen. Dat betekent dat wij die 15 megaton extra moeten terugdringen. Heb ik dat goed begrepen?

De heer Roemer (SP):

Je moet niet naar de rechter stappen, je moet maatregelen nemen. Die boodschap is duidelijk.

De heer Klaver (GroenLinks):

Precies. Welke maatregelen is de SP bereid te nemen om te komen tot die verdere beperking van de uitstoot van CO2?

De heer Roemer (SP):

Wij hebben enorme vergroeningsvoorstellen in onze tegenbegroting staan. Lees ze allemaal na. Het gaat van bijdragen van grootverbruikers tot extra belasting op afvalverbranding. Ga zo maar door. Maatregelen op het gebied van landbouw en op het gebied van energie; wij hebben een hele waslijst. Dat zou u goed moeten doen, mijnheer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Onder het kopje milieu staan er inderdaad twee: de energiebelasting en de verbrandingsbelasting. Ik zie ook een verlaging van accijnzen op brandstoffen staan. Dat zorgt weer voor de uitstoot van meer CO2. Als je echt iets wilt doen aan de opwarming van de aarde, moeten de kolencentrales dicht. De manier om dat te doen, is een kolentaks; een belasting op kolen. Is de SP daarvoor?

De heer Roemer (SP):

Ik wil met u alle verbetervoorstellen onderzoeken. Wij hebben die er nu niet in staan, maar ik ben het met eens: bij de huidige tijd horen geen kolencentrales. Daarover verschillen wij niet van mening.

De heer Klaver (GroenLinks):

Exact. Daar ben ik blij mee. Betekent dat dus dat de SP voor een kolenbelasting is?

De heer Roemer (SP):

Kom met voorstellen, dan zullen wij kijken of die haalbaar en betaalbaar zijn. Als het even kan, graag.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik vraag niet om een beoordeling van onze voorstellen, al vind ik dat ook prima. Ik ben heel erg benieuwd wat de heer Roemer daarvan vindt. Ik vraag wat de SP vindt.

De heer Roemer (SP):

Weet u wat zo leuk is, mijnheer Klaver: wij zijn het op heel veel van dit soort terreinen best wel eens. Wat wij niet kunnen doen in drie maanden, is afbreken wat er in tien, vijftien of twintig jaar verkeerd is opgebouwd. Wij komen met heel veel vergroeningsmaatregelen, dan is het heel gemakkelijk om er één uit te pikken die er net niet in staat. Ik wil overal over nadenken, zolang de richting maar is dat ons volgende belastingsysteem een stuk groener wordt. Als u daar voorstellen toe hebt, mijnheer Klaver, dan hoor ik die graag. Met een beetje geluk zullen wij ze nog omarmen ook.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zeg het niet om flauw te doen. Ik pik er niet zomaar één uit die er niet in staat, maar als je de CO2-besparingsambitie echt wilt halen om recht te doen aan de uitspraak van de rechter, dan kom je er niet zonder de kolencentrales aan te pakken. Dat is de reden waarom ik u daarop aanspreek, mijnheer Roemer, niet om een maatregeltje eruit te pikken dat er niet in staat. Zo flauw zou ik niet zijn.

De heer Roemer (SP):

Laten wij samen aan tafel gaan zitten, want onze ambities zijn dezelfde. Het moet groener, het moet duurzamer en met de oude, vooroorlogse energiebronnen hebben we het onderhand wel gehad.

De heer Zijlstra (VVD):

Voorzitter. Eerst een geruststelling: ik ben niet met een boek bezig. Ik ben wel een optimist. Ik kijk altijd vol vertrouwen naar de toekomst en naar wat die ons te bieden heeft. Maar ik zie ook dat de wereld waarin wij nu leven, instabiel is en dat leidt bij veel mensen tot onzekerheid. Dat begrijp ik. Ook ik vraag mij weleens af wat de toekomst voor ons in petto heeft. Ook ik vraag me af welke toekomst mijn zoontje voor zich heeft. De inwoners van ons mooie land verwachten van ons politici dat wij daar antwoorden op hebben. Onze veiligheid staat voelbaar onder druk. Er zijn enorme migratiestromen, met een vluchtelingencrisis tot gevolg. De technologische vooruitgang gaat sneller en sneller en zet de manier waarop wij werken onder druk, op zijn kop. Nederlanders verwachten een antwoord van de politiek. Welke zekerheden kunnen wij bieden bij al die veranderingen?

Gelukkig is een belangrijke onzekerheid van de afgelopen jaren grotendeels weggenomen. Nederland staat er beter voor dan toen de VVD de verantwoordelijkheid kreeg om het land er weer bovenop te helpen, om Nederland uit de crisis te helpen. Dankzij het beleid van dit kabinet en het harde werk en de offers van 17 miljoen Nederlanders laten we de crisis nu achter ons. Al die hervormingen en al die bezuinigingen waren nodig om Nederland de zekerheid te geven dat onze sociale voorzieningen niet alleen voor ons, maar ook voor onze kinderen beschikbaar zijn en beschikbaar blijven.

De heer Pechtold (D66):

Het is heel goed dat de fractievoorzitter van de VVD blij is met het kabinet. Het zou nieuws zijn als het anders was, maar wat is nu de grootste uitdaging voor de VVD in de komende anderhalf jaar?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik zie twee grote uitdagingen voor de komende anderhalf jaar. Ik zal daar zo meteen nog uitgebreid op ingaan. Een is hoe we gaan zorgen dat onze economie en onze samenleving klaar zijn voor de toekomst, dat we banen voor de toekomst hebben, ook hier in Nederland. En twee — dat moge helder zijn — is de enorme vluchtelingencrisis die we zien en de gevolgen daarvan.

De heer Pechtold (D66):

Over het laatste zijn we het eens, al verschillen de oplossingen. Over het eerste punt zijn we het ook eens: banen, werkgelegenheid, economie. Maar waar zijn nou toch die banen gebleven? Vorig jaar lag hier een plan, misschien was het iets te ambitieus, voor 100.000 banen, en ik zie niets. Er wordt geld uitgegeven en het resultaat in aantallen banen is minimaal. Mijnheer Zijlstra, waar zijn die banen gebleven?

De heer Zijlstra (VVD):

Banen komen voort uit een economie die hervormt, een economie waarin arbeid goedkoper wordt. Dat is de reden waarom wij warme steun verlenen aan de 5 miljard lastenverlichting die het kabinet voorstelt. Daarmee wordt arbeid, werk, goedkoper en daarmee gaan we ervoor zorgen dat mensen die nu nog geen baan hebben, die straks wel kunnen krijgen.

De heer Pechtold (D66):

Dat is toch een houding van terughangen? Dat is toch geen actieve houding bij het leiden van dit land? Dan ga je toch maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat die banen er komen? Dan ga je toch keuzes maken? De Raad van State laat zich vandaag snoeihard uit over de plannen van VVD en PvdA. De analyse die iedereen daaronder proeft is: ze zijn het niet eens, ze durven die keuzes niet te maken, en van de 100.000 banen die ze beloofden, blijft niets over. Mijn concrete vraag aan de leider van de VVD is de volgende. D66 laat in de eigen plannen zien meer banen te kunnen creëren. Kunnen we vandaag en morgen zaken doen over meer ambitie op het punt van die banen — dat betekent ook aanpassingen van de voorstellen van VVD en PvdA — ja of nee?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik zal altijd opbouwend kijken naar voorstellen die leiden tot nog meer banen dan het kabinetsbeleid oplevert. Daar sta ik altijd voor open. Het andere punt is dat dit tot een soort onenigheid zou leiden binnen de coalitie. Er wordt al meer dan drie jaar over gesproken dat de PvdA en de VVD het oneens zouden zijn. Ik heb nieuws voor u, en eigenlijk is dat helemaal geen nieuws: dat is waar. Wij zijn het namelijk ontzettend oneens over heel veel zaken. Daarom is de PvdA een sociaaldemocratische partij en de VVD een liberale partij. We hebben een fundamenteel andere visie op de samenleving. Het mooie van deze twee partijen is echter dat wij in deze moeilijke tijden steeds in staat zijn om elk probleem — ik zou bijna zeggen: vaak tot frustratie van de oppositie — van een oplossing te voorzien. Ik vind dat een goede zaak. Ik ga echter niet bepleiten dat wij het overal over eens zijn. Dat zijn wij namelijk niet, dat klopt.

De heer Pechtold (D66):

Dat zijn papieren oplossingen, voor bed-bad-brood, voor de vluchtelingenproblematiek, voor de energie, voor het klimaat, en ook voor de werkgelegenheid. Als je, net als vorig jaar gebeurde, je staatssecretaris van VVD-huize laat schrijven dat er een belastingstelsel wordt ingevoerd met alleen lastenverlichting zonder een hervorming, dan moet je dat ook wel laten doen. Daarom zijn die cijfers zo beroerd. Daarom ook is het gevaarlijk als twee partijen die het fundamenteel oneens zijn elke keer in een papieren werkelijkheid vluchten. Mijn vraag luidt opnieuw: bent u bereid om verder te vergroenen? Bent u bereid om lasten te verschuiven, naar gemeentes, zodat we de loonbelasting verder kunnen verlagen? Bent u daartoe bereid, ja of nee?

De heer Zijlstra (VVD):

We hebben dit voorjaar gekeken of we dat konden doen. We hebben met allerlei partijen aan tafel gezeten. De heer Roemer was daarbij niet aanwezig, maar ik heb begrepen dat hij op dat punt ook bereidheid had. Uiteindelijk kwamen we er echter niet uit; partijen werden het niet eens. Er was geen draagvlak voor dat soort maatregelen. Het kabinet was toen gelukkig wel zo verstandig om de maatregelen te nemen die in de begroting stonden. Daarmee zorgden we ervoor dat Nederlanders, die eerst jarenlang koopkracht moesten inleveren, nu vooruitgaan. Arbeid is goedkoper gemaakt zodat de mensen die nog geen baan hebben weer aan het werk kunnen. Dat is heel verstandig van het kabinet. Verdergaande maatregelen bleken op onvoldoende politiek draagvlak te kunnen rekenen. Ik vind het onverstandig om dan aan een dood paard te gaan trekken. Ik besteed de energie van de VVD liever aan zaken waarin we echt oplossingen kunnen bieden. Het verschil tussen de VVD en bijvoorbeeld D66 is dat wij met oplossingen komen die we op papier zetten en vervolgens uitvoeren. Op heel veel onderwerpen moet ik de oplossing van D66 nog afwachten. U hebt namelijk wel commentaar, maar nooit een eigen visie.

De heer Slob (ChristenUnie):

De heer Zijlstra maakt namens de VVD bekend wat de topprioriteiten van de VVD zijn: werkgelegenheid en vluchtelingenproblematiek. Waar staat in zijn rijtje veiligheid?

De heer Zijlstra (VVD):

Veiligheid noemde ik net al in het rijtje van onzekerheden die voor ons liggen. Dat is een heel belangrijk onderwerp. Daarom vind ik het ook heel verstandig dat het kabinet twee maatregelen neemt op dat gebied. Op het punt van de grote veiligheid, dus Defensie, gaat er 345 miljoen naar het Defensieapparaat en 60 miljoen naar militaire missies. Er gaat meer dan 100 miljoen naar de veiligheidsdiensten en naar extra Koninklijke Marechaussee. Dat zijn belangrijke maatregelen. Het kabinet ziet dat goed en gaat daar verstandig mee om. Die dingen moeten we doen. Ik denk dat heel Nederland voelt dat veiligheid een zwaar issue is, dat de bedreigingen vanuit de wereld naar ons toekomen. Ik heb er vorig jaar tijdens de APB al veel aandacht aan besteed. Kijk naar de oostgrens. De laatste maanden heeft het wat minder aandacht, maar Rusland is nog steeds bezig in Oekraïne. Kijk naar IS. Gelukkig grijpen we daar nu in. Wat de VVD betreft doen we er nog een stapje bij. Wat ons betreft moeten we ook bekijken of we in Syrië iets kunnen doen. We krijgen nog een hele discussie in de Kamer over de vraag hoe we ervoor zorgen dat de veiligheidsdiensten niet alleen voldoende geldelijke middelen hebben, maar ook op een goede manier hun inlichtingen kunnen verwerven. De VVD zal op dit punt haar verantwoordelijkheid blijven nemen.

De heer Slob (ChristenUnie):

Is het de heer Zijlstra opgevallen, toen hij de begroting van V en J las, dat de minister van V en J bij zijn eerste begrotingsonderhandelingen wel een verschrikkelijke ontgroening heeft doorgemaakt? Er zitten enorme gaten in zijn begroting. Neem de aanpak van de strafrechtketen, de politie, het OM, rechtbanken. Het is echt een verschrikking. Kunt u namens de VVD-fractie voor zo'n begroting en ook voor de waardering van onze strafrechtketen, die voor ons zo ongelooflijk belangrijk is, de verantwoordelijkheid nemen?

De heer Zijlstra (VVD):

De ontgroening van de minister vond volgens mij een hele tijd geleden plaats, bij zijn studentenvereniging. Daarna is het volgens mij niet meer gebeurd. Ik zal er eerlijk over zijn, de Justitiebegroting is niet de meest geweldige begroting van Justitie die ik in de geschiedenis heb gezien. Ik constateer echter dat het kabinet de problemen die zich voordoen, voor het komende jaar heeft opgelost. Ik constateer ook dat er in de toekomst waarschijnlijk wel aanvullende zaken nodig zullen zijn op het departement. Dat hangt ook af van partijen hier aanwezig in deze Kamer. Een deel van de problemen heeft zich nog niet voorgedaan. Neem de griffierechten, de rechtsbijstand of de eigen bijdrage van gevangenen. Dat zijn zaken die wat de VVD betreft verstandig zijn om te doen. Na besprekingen met andere partijen liggen er nu ook verstandige voorstellen. Als partijen in de Eerste Kamer daarvoor geen meerderheid verschaffen, ontstaat er een probleem op de Justitiebegroting. Maar als u het niet erg vindt, ga ik ervan uit dat deze minister in staat is om het door de Eerste Kamer heen te krijgen. Partijen die dat doen, leggen de bal daarmee feitelijk bij de Nationale Politie neer. Er is immers geen andere post meer waar je nog iets kunt vinden. Wat de VVD betreft gaan we de Nationale Politie niet op die manier aanpakken.

De heer Slob (ChristenUnie):

Een heel uitgebreid antwoord waaruit ik opmaak dat u de begroting, die volgens u niet echt de schoonheidsprijs verdient — u hebt weleens een betere gezien — in principe toch accepteert. Hoe is dat mogelijk? Neem de politie. Al maanden lang gebrouilleerde verhoudingen, ook nog eens in een situatie dat het met de Nationale Politie niet helemaal loopt zoals we zouden willen. Daar moeten we toch eens iets aan doen? Daar hoort gewoon geld bij. Kijk naar de rest van de strafrechtketen. Op het Openbaar Ministerie zal op termijn meer dan 150 miljoen worden bezuinigd. Slechts een kleine 7 miljoen wordt bijgeplust. Er komen bezuinigingen op de rechtbanken, met behoorlijke gevolgen op allerlei plekken in het land. Bent u bereid om daar iets aan te doen bij deze Algemene Beschouwingen, of blijft u deze houtje-touwtjebegroting accepteren?

De heer Zijlstra (VVD):

Houtje-touwtjebegroting? Dat is ook wel weer twee bruggen verder. Het is duidelijk dat er bij V en J problemen voor de deur staan. Dat heeft sterk te maken met de vraag of voorstellen die in de begroting staan, een meerderheid zullen halen in de Eerste Kamer. Het zou toch van de gekke zijn als een kabinet en partijen die ervan overtuigd zijn dat het goede maatregelen zijn, zeggen, omdat ze niet zeker weten of er in de Eerste Kamer, dat non-politieke lichaam volgens sommigen, een meerderheid voor is: weet je wat, ik streep ze uit de begroting? Ik vind het juist heel goed dat het kabinet zegt: wij staan ervoor en wij gaan ervoor en als zich eventueel een probleem voordoet, kijken wij op dat moment verder. Ik vind dat de juiste houding. Je moet niet weglopen voor je verantwoordelijkheid. Volgens mij stelt de heer Slob feitelijk aan het kabinet voor: joh, het wordt zo moeilijk, begin er niet aan. Dat zou ik een beetje laf vinden van een kabinet.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik spreek niet tegen het kabinet, ik spreek via de voorzitter tegen u, de fractievoorzitter van de grootste regeringspartij die — zie uw verkiezingsprogramma — altijd heel grote woorden heeft over veiligheid. Terecht, denk ik. U wilde daar ook altijd veel geld voor hebben, maar dat is niet allemaal gerealiseerd in deze periode. Wij maken ons grote zorgen, met name over de manier waarop de strafrechtketen zich nu ontwikkelt. Welke gaten vallen daarin? Wij maken ons zorgen over de hoeveelheid ruis op de lijn tussen de bestuurders en de mensen die op de werkvloer het werk moeten doen: de politiemensen, de mensen van het Openbaar Ministerie — een verschrikkelijk rapport gisteren! — en de mensen van de rechtbank. Daar moet iets aan gebeuren en daar spreek ik u op aan. Het gaat niet over de Eerste Kamer en niet over het kabinet. Laten we iets doen voor de veiligheid en laat de rechtsketen ons echt iets waard zijn.

De heer Zijlstra (VVD):

Die rechtsketen is ons allen wat waard. Daar kunnen ook verbeteringen plaatsvinden. Waar zaken niet goed gaan — we hebben gisteren een duidelijk rapport gekregen — zullen we nooit weglopen voor verantwoordelijkheden. Dat zal het kabinet, schat ik in, ook niet doen. Maar nogmaals, we moeten geen dingen door elkaar halen. Ja, ik zie problemen die zich kunnen voordoen, maar ik steun het kabinet erin om die maatregelen wel te willen nemen, al was het alleen maar omdat een deel van die maatregelen in mijn eigen verkiezingsprogramma staat. Dan is het ook goed als het kabinet die maatregelen probeert waar te maken. Als dat leidt tot problemen in de strafrechtketen, verwacht ik dat het kabinet die verantwoordelijkheid oppakt. Als zich dat mocht voordoen — dat is nog niet het geval — dan zal het kabinet daarbij onze steun hebben en naar ik begrijp ook uw steun.

De heer Roemer (SP):

Toen we gisteren in de Ridderzaal zaten, hebben we een vernietigend rapport gekregen. We zien nu 5.000 politieagenten buiten op straat die hun werk niet kunnen doen, die aangeven dat er niet eens meer geld is voor opleiding of om de Nationale Politie fatsoenlijk in te richten. Het Openbaar Ministerie zegt: wij kunnen het werk zo niet meer doen. Het Nederlands Forensisch Instituut zegt: wij kunnen de onderzoeken niet meer doen. Een halfjaar geleden heeft uw toenmalige woordvoerder, de heer Van der Steur, gezegd dat het onacceptabel was, dat het zo niet door kon en dat deze bezuinigingen toch echt uit de begroting moesten komen. Ik zeg het nu in mijn eigen woorden, maar daar kwam het wel op neer. Wat is er met de VVD gebeurd dat zij justitie en politie zo in de steek laat?

De heer Zijlstra (VVD):

Wij laten justitie en politie niet in de steek. Laat het helder zijn: ik vind dat het kabinet gewoon een goed loonbod heeft gedaan aan de politie, net als aan andere rijksambtenaren. Het bod is 5,05%. Men gaat ook nog eens meeprofiteren van de lastenverlichting voor werkenden die in de plannen van het kabinet zit. Politiemensen gaan er met dit bod dus fors op vooruit. Het moge duidelijk zijn dat ze er nog niet uit zijn. Daarvan hebben de ministers vandaag ook nog wat meegekregen bij het verlaten van hun ministerie. Ik hoop dat ze elkaar gaan vinden. Het moet echter ook helder zijn dat je op een gegeven moment een maximumbod doet. Dan wordt het moeilijk om nog meer te gaan doen. Ik zou niet weten waar minister Van der Steur dat geld van zijn begroting af moet schrapen. Ik zeg ook tegen de politiebonden: wij hebben veel waardering voor het werk dat de politie doet, veel waardering voor hetgeen de afgelopen jaren is gebeurd waardoor de politie het niet altijd makkelijk heeft gehad, maar kijk ook even naar hetgeen voorligt, want dat is echt een goed bod; probeer dat ook op een gegeven moment reëel te pakken.

De heer Roemer (SP):

Ik hoop dat alle agenten luisteren zodat ze horen dat ze het van de VVD niet meer hoeven te hebben en dat de VVD een sigaar uit eigen doos een mooi bod vindt. Het gaat de agenten om veel meer. Het gaat erom dat er forse bezuinigingen zijn bij de opleidingen en dat ze hun werk niet meer kunnen doen omdat er fors bezuinigd wordt. Het gaat erom dat het Openbaar Ministerie aangeeft dat het de criminelen niet meer kan pakken, laat staan plukken. We krijgen zo'n rapport niet voor niks. Uw eigen voormalig woordvoerder zei dat het onacceptabel was, en de VVD geeft niet thuis. Ik kan u alvast op een briefje geven dat zo'n begroting van Justitie niet door de Eerste Kamer zal gaan. Doe mee met de oppositie, doe mee met alle partijen die geld vrijmaken voor een betere politie en een beter justitieapparaat. Want dan bent u de man. Als u zich nu alleen maar gaat verschuilen achter het broddelwerk dat nu op tafel ligt, dan hebben politie en justitie er niks aan. Het was ooit iets van de VVD, maar nu dus niet meer.

De heer Zijlstra (VVD):

Het is nog steeds van de VVD. Ik kan uit eigen ervaring zeggen — mijn vader is politieagent — dat dit nog steeds zo is. Dat heeft met dit soort zaken niks te maken. Wij staan voor de veiligheid en wij staan voor de politieagenten, maar wij gaan ook altijd met hen het gesprek aan over wat kan, wat niet kan, wat reëel is en wat niet reëel is. Minister Van der Steur maakt op zijn begroting 230 miljoen vrij — complimenten daarvoor — omdat hij heeft gezien dat er problemen zijn met de reorganisatie van de Nationale Politie. Dan is het goed dat er geld gezocht wordt om daar wat aan te doen. Prima. Maar ik kom terug op het kernpunt: ik vind ook dat het kabinet, dat maatregelen heeft afgesproken in een regeerakkoord, moet proberen om die maatregelen naar de eindstreep te brengen. Als dat niet lukt, dan zullen we op dat moment het gesprek moeten aangaan over de vraag hoe we daarmee omgaan. Wat de VVD betreft, kan het alternatief namelijk niet zijn dat we dan op de Nationale Politie moeten gaan korten. Dat is immers ongeveer de enige begrotingspost die overblijft. Wederom, dit doet zich pas voor als partijen in de Eerste Kamer een bepaalde stem hebben uitgebracht. Mijn oproep is: kijk naar die maatregelen — bijvoorbeeld het griffierecht is vergaand aangepast aan de wensen van een aantal partijen — bedrijf niet alleen politiek maar kijk ook naar de inhoud. Ik meen dat er verstandige voorstellen voorliggen die de steun van partijen verdienen, ook in de Eerste Kamer.

De heer Van der Staaij (SGP):

De heer Zijlstra zegt dat er nog een aantal onzekerheden op de begroting van Justitie staat en dat er mogelijk een probleem kan ontstaan, maar ook dat hij daar nog niet op vooruit wil lopen. Blijkt echter niet uit alle reacties op de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie dat er nu al een probleem is en dat die begroting een te krappe jas is? Wij krijgen over zowel de politie als het Openbaar Ministerie als de rechterlijke macht signalen: let op, want dit is zo krap bemeten. Als wij dan zien dat aan de andere kant wordt gezegd: het kan weer, wij kunnen weer extra geld voor bepaalde belangrijke maatschappelijke prioriteiten uitgeven, waarom dan wel voor de peuteropvang en niet voor de veiligheid in Nederland?

De heer Zijlstra (VVD):

Voor de veiligheid in Nederland geven wij zo'n 400 miljoen uit. Wij hebben in dit geval een keuze gemaakt voor Defensie waar de nood groot is en de internationale situatie dringend. Wij hebben ook gekeken naar Veiligheid en Justitie. Ik heb al gezegd dat als bepaalde ontwikkelingen zich blijven voordoen, er volgend jaar waarschijnlijk iets aanvullends op die begroting nodig zal zijn. Die boodschap geef ik nu aan het kabinet mee. Als er in de tussentijd iets gebeurt waardoor zaken tussen de wielen terechtkomen, kan de heer Van der Staaij bij ons aankloppen want die verantwoordelijkheid zullen wij altijd nemen. Maar alleen als het zich voordoet en niet erop vooruitlopend omdat bepaalde maatregelen misschien geen meerderheid halen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Daarmee schuift de heer Zijlstra het wat naar achteren. Hij zegt dat het nog wel komt als de problemen zich voordoen. Zou hij de handschoen niet nu moeten oppakken als van links tot rechts in de Kamer wordt gezegd dat er nog geld bij moet voor veiligheid? Zouden wij niet met elkaar moeten bekijken of er iets kan worden bijgeplust?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik ben altijd bereid om te kijken of er extra geld naar veiligheid kan worden geschoven als dat nodig is, maar dan moeten wij wel vaststellen waar dat nodig is. Dat hoor ik graag van het kabinet. Het kabinet is met deze begroting gekomen. Daarin zie ik een teken dat het van mening is dat het daarmee uit kan. Ik heb al gezegd dat de heer Van der Staaij altijd bij ons kan aankloppen als zich problemen voordoen. Wij zijn van mening dat je nooit met veiligheid mag marchanderen, want veiligheid is de basis van onze welvaart en van onze samenleving. Zonder veiligheid geen welvaart. Dus hier kan de heer Van der Staaij altijd op ons rekenen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Wij komen nog verder te spreken over veiligheid als de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie aan de orde is. De heer Zijlstra noemde ook Defensie, en met ere. Het is goed dat er geld extra naar Defensie gaat, maar erkent hij ook dat wij er zelfs daarmee echt nog niet zijn? Ik verwijs naar de brief van gisteren over de inzetbaarheid.

De heer Zijlstra (VVD):

Dat erken ik onmiddellijk. Volgens mij heb ik het al gezegd: ook daar zal in de toekomst nog meer nodig zijn.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik waarschuw de heer Zijlstra om niet met al te veel dedain te spreken over hetgeen in de Eerste Kamer kan gebeuren. Hij zegt dat de leden niet met een politieke blik moeten kijken. Wat een oplossing is volgens de heer Zijlstra, is nu juist het probleem in beide Kamers. Ik noem de nog verdere verhoging van de griffierechten — die al flink zijn verhoogd — de nog verdere verlaging van de rechtsbijstand — die al flink is afgenomen — en het laten betalen voor het verblijf in de gevangenis — wat praktisch onmogelijk is. Dus waar de heer Zijlstra de bal weer teruggooit naar de Kamer, adviseer ik hem als de leider van de VVD hier, althans als fractievoorzitter, om veel harder te gaan zitten op de lijn dat dit nu moet worden opgelost. Hij kan niet hier beweren dat veiligheid prioriteit nummer één is en vervolgens het OM, de rechtelijke macht en de politie met zulke onmogelijke kortingen opzadelen. Of het probleem gaat je aan en dan hebben wij het aan het einde van deze twee dagen geregeld, of je komt met de jij-bak: dan moeten jullie maar niet allemaal leuke ideeën van ons afstemmen. Nu een antwoord.

De heer Zijlstra (VVD):

Het is helemaal geen jij-bak. Het is toch normaal dat als een kabinet zegt dat het bepaalde maatregelen wil nemen, het dan ook probeert om die naar de eindstreep te brengen? Het zou toch van de gekke zijn als wij de handdoek nu al in de ring zouden gooien en zouden zeggen: wij verwachten dat dit het niet zal halen in de Eerste Kamer en daarom trekken wij het in. Dat is omgekeerd dedain, want dan zouden wij op de stoel van de Eerste Kamer gaan zitten. Ik zeg nu: kabinet ga ervoor, probeer dit door de Eerste Kamer te krijgen en mocht daar geen meerderheid blijken te zijn — de toekomst zal dat uitwijzen, want dat is aan hen — dan verwacht ik dat u terugkomt met een voorstel om dit op te lossen. Dan kan het CDA altijd bij ons aankloppen. De VVD zal het willen oplossen, want het mag niet ten koste gaan van de veiligheidsketen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Het verschil van mening zit hem in het feit dat de heer Zijlstra het maken van een betere begroting ziet als het gooien van de handdoek in de ring. Nee, een betere begroting van Justitie betekent dat onmogelijke of onwenselijke bezuinigingen die later door de Eerste Kamer of de Tweede Kamer komen, niet plaatsvinden en dat wij beseffen dat veiligheid gewoon echt een probleem is in dit land en niet iets waar wij in de toekomst misschien naar moeten kijken. Op dit moment gaan de rechtbanken dicht. Op dit moment gaan er officieren van justitie uit. Op dit moment staat de politie onder druk. Die duidelijkheid moet er nu komen, deze dagen, en niet als later in de Eerste Kamer blijkt dat rare bezuinigingen eventueel niet doorgaan. Dat is de oproep die ik doe aan de heer Zijlstra.

De heer Zijlstra (VVD):

Veiligheid, zo zeg ik tegen de heer Buma, is prioriteit nummer één. Het is de kerntaak van de overheid. Wij zien echter ook dat deze kerntaak de afgelopen jaren heel goed is uitgevoerd. De misdaadcijfers dalen immers. Dan is het dus niet per definitie slecht dat hier en daar een officier van justitie verdwijnt, of dat hier en daar wordt bezuinigd. Minder misdaad betekent niet dat je overal hetzelfde apparaat overeind moet houden. Dat is dan het gevolg. Laten wij nu niet in zwart-witbeelden gaan denken. Veiligheid is één. Daar is volgens mij breed overeenstemming over in deze Kamer. Als zich problemen op dat dossier voordoen, kan het CDA bij de VVD aankloppen, maar wij gaan daar niet op vooruitlopen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Tot slot. Kan het misschien zo zijn dat de criminaliteit is gedaald doordat er de afgelopen jaren juist meer is geïnvesteerd in de veiligheidsketen?

De heer Zijlstra (VVD):

Het is heel goed dat er geïnvesteerd is in de veiligheidsketen. Dat is misschien wel de reden waarom de criminaliteit is gedaald.

De heer Pechtold (D66):

Ik snap werkelijk niet waarom de VVD haar eigen stokpaardje, veiligheid, weer aan de oppositie overlaat. Toen zwaar werd bezuinigd op de inlichtingendiensten, moest de oppositie met alternatieven komen. Toen het vorig jaar bij Defensie misging, hebben de oppositiepartijen ervoor gezorgd dat de desbetreffende begroting werd bijgeplust. Nu lijkt het erop dat de heer Zijlstra zijn kop in het zand steekt, het weer vooruitschuift en zegt "wacht maar op wat er in de Eerste Kamer gebeurt", terwijl je hier opgelijnd ziet wat daar gaat gebeuren. En dan is hij nog trots op het oplossingspercentage. Hoezo? Vijf jaar VVD-bewindslieden, en het is nog nooit zo'n puinhoop geweest. Het ophelderingspercentage loopt ieder jaar terug. 22% van de misdrijven in dit land wordt opgehelderd. Dat is minder dan toen de VVD daaraan begon.

De heer Zijlstra (VVD):

Voor fietsendiefstallen en zo klopt dat. Bij de zware criminaliteit, waaraan het kabinet prioriteit heeft gegeven, is het precies omgekeerd en dat is heel goed. Dat is ook keuzes maken. Dat is ook een consequentie van beleid.

De heer Pechtold (D66):

Ik som een aantal dingen op: een serie van fouten in de moordzaken; dat was de commissie-Oosting. Verder noem ik het rapport over Cees H., 230 miljoen extra reorganisatiekosten en een bedrag van 600 miljoen dat Justitie bij Dijsselbloem heeft geleend. Een onbekend bedrag moet er extra bij voor de aspiranten. Er zijn voor 16 miljoen tegenvallers in het vastgoed. Er zijn tegenvallers in de ICT; hoeveel is nog niet bekend. Verder noem ik de verhoging van de griffierechten, kansloos, en de bezuinigingen op de rechtsbijstand: boterzacht. Terwijl wij gisteren in de Ridderzaal zaten, kwam daar nog een vernietigend rapport van het OM overheen. Vijf jaar VVD op Justitie is vijf jaar puinhoop. En nu zegt de heer Zijlstra: weet je wat, wacht nog maar even op die senatoren, want zij zullen er wel heel anders naar kijken; die senatoren zijn mensen die niet zoveel met rechtstaat en met justitie hebben, dat zijn heel andere types. Als wij hier zo kritisch zijn, maak daar dan maar je borstje nat. Dus: krijgen wij boter bij de vis? Gaan wij nu onder druk van de oppositie ook wat aan de begroting voor Justitie doen of houden wij de kop in het zand?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik steek helemaal mijn kop niet in het zand. Ik kijk gewoon realistisch naar de verschillende rollen, en die houden in dat het kabinet een begroting indient en dat wij die begroting beoordelen. Als daar problemen in zitten, kunt u altijd bij de VVD aankloppen. Veiligheid is voor ons namelijk hét belangrijkste thema, want zonder veiligheid geen welvaart. Ik ga niet op de stoel van de Eerste Kamer zitten. Als u dat wilt doen, prima; u heeft dat vaker gedaan. Ik ga dat niet doen, ik laat die afweging aan de Eerste Kamer. We gaan zien wat daaruit komt. Ik vind dat het kabinet zijn verantwoordelijkheid moet nemen en moet proberen om zijn voorstellen, de zaken die het zich heeft voorgenomen, daardoorheen te brengen. Als dat niet blijkt te lukken, gaan we op dat moment verder kijken. U mag dan bij ons aankloppen.

De heer Pechtold (D66):

Hieruit blijkt toch dat de VVD, en dus ook de PvdA, een beetje per week of per maand aan het regeren is. Er worden brieven geschreven waarin de problemen vooruit worden geschoven. Er worden begrotingen gepresenteerd die boterzacht zijn. En altijd is er de hoop dat de oppositie wel weer bij zal springen. Is dat regeren? U zult daarvoor wel wat moeten doen. U zult het kabinet opdrachten moeten geven. Dit zijn de Algemene Politieke Beschouwingen, en daarin moeten we keuzes maken. Nogmaals: het is een helpende hand. De oppositie heeft het geregeld bij de veiligheidsdiensten. De oppositie heeft het geregeld bij Defensie. Nu zeggen we: Justitie is een puinhoop. Mijn vraag is dus: gaan we het vandaag regelen, of moet dadelijk die hele begroting terug? En: ga ons niet chanteren. Ga niet zeggen dat de problemen bij de Nationale Politie door de oppositie een grote rol spelen. Nee, als u deze hand nu niet aanpakt, is dat uw probleem.

De heer Zijlstra (VVD):

U hoeft niet te wijzen hoor, daar wordt het niet beter van. Maar laten de maatregelen helder zijn: extra geld voor Defensie, extra geld voor de inlichtingendiensten. Bij de bespreking daarvan heb ik geen oppositiepartijen aan tafel gezien. Daarvoor heeft het kabinet dus besloten. Ik vind het heel goed dat er op dat soort punten ook bij de oppositie brede steun is. Zo zullen ook wij steun verlenen aan alle zaken die helpen om de veiligheid in dit land te verbeteren. Maar dat moet wel in de verschillende rollen. Maar laten we niet gaan jij-bakken naar elkaar. We hebben hier met zijn allen een verantwoordelijkheid voor. De VVD en het kabinet nemen die verantwoordelijkheid. We zullen zien wat andere partijen, op andere podia, met hun verantwoordelijkheid doen. Dat wachten we af.

De heer Wilders (PVV):

De tijden waarin de VVD stond voor de veiligheid en de werkenden van Nederland zijn duidelijk voorbij. Weet u wat de helden van Nederland zijn, meneer Zijlstra? Dat zijn de mensen die het echte werk doen. Dat zijn de verpleegkundigen, die na een paar jaar, met overwerk en diensten in het weekend, €1.500, €1.600 of €1.700 netto per maand verdienen. Dat zijn de agenten van Nederland, die als ze een aantal jaren hebben gewerkt, blij mogen zijn als ze met al hun overwerkdiensten €2.000 netto per maand verdienen. Kijk naar wat iemand met een minimumloon allemaal aan toeslagen krijgt. Als je dat er allemaal van afhaalt, verdienen zij een paar honderd euro meer dan iemand met het minimumloon. Dat is dus geen waardering. Dat is geen waardering voor die politieagenten en verpleegkundigen, die de helden zijn van Nederland. Ik vraag de VVD daarom: wat zijn dat nou voor keuzes die u maakt? We hebben in het zomerreces gehoord dat u opnieuw 5 miljard heeft overgemaakt naar Griekenland. U betaalt miljarden voor de opvang van vluchtelingen: volgens een heel voorzichtige raming volgend jaar 1 miljard. Zou het niet veel beter zijn als u, in plaats van dat geld te besteden aan de opvang van die vluchtelingen en aan de Grieken, dat geld gaf aan de verpleegkundigen in Nederland, de mensen die iedere ochtend opstaan om het werk te doen dat u niet wilt of kunt doen?

De heer Zijlstra (VVD):

Politiek is inderdaad keuzes maken. Daarom vind ik het ook goed dat het kabinet de keuze heeft gemaakt om een goed loonbod neer te leggen. Daarin krijgen politieagenten en andere rijksambtenaren waardering voor de jaren die er zijn geweest en die gaan komen. Zij doen namelijk heel belangrijk werk; daar zijn we het onmiddellijk over eens. Wij moeten echter ook keuzes maken over andere zaken, bijvoorbeeld over hoe we wat kunnen gaan doen aan de asielinstroom en over het bieden van opvang in de regio. We hebben namelijk ook een verantwoordelijk aldaar, en ook die kost geld. We kunnen dezelfde euro niet twee keer uitgeven. Er ligt een goed loonbod. Ik hoop dat men eruit komt. Ik hoop dat de bonden en het kabinet weer aan tafel komen te zitten. Daarnaast hebben we ook andere problemen op te lossen. De VVD kijkt naar het totaal en niet naar één specifiek ding.

De heer Wilders (PVV):

Het is precies zoals de heer Zijlstra zegt: je kunt die euro maar een keer uitgeven. Al die politieagenten in Nederland die vandaag demonstreren, maar ook de verpleegkundigen die in de ouderenzorg werken — werk dat u niet zou willen doen, geloof me — zijn de helden van Nederland. Het is onbegrijpelijk dat we niet voor hen kiezen. We zouden voor die mensen moeten kiezen, voor de agenten die iedere dag hun leven in de waagschaal stellen. Ik merk het zelf iedere dag, ik ben er iedere seconde dankbaar voor en dat zou iedere Nederlander moeten zijn. Dit geldt ook voor het werk van de verpleegkundigen. Juist omdat je elke euro maar een keer uit kunt geven, is het een betere keus om hun dat geld te geven dan dit geld te geven aan de Grieken of de asielzoekers of aan ontwikkelingshulp in Afrika. Ik zou zeggen: zorg eerst voor de helden van Nederland, mijnheer Zijlstra. Dat moet uw keuze zijn. Zo was de VVD ooit. Nu is zij verworden tot een soort luxe SP.

De heer Zijlstra (VVD):

Die zag ik even niet aankomen. Wij maken die keuzes; dat is ook de reden waarom er een stevig loonbod ligt. Dat vind ik ook terecht, daar spreekt waardering uit voor al deze mensen. Daarnaast maken wij ook heel veel andere keuzes, omdat de wereld en de politiek iets complexer zijn dan eendimensionale vergelijkingen.

Er is reden tot optimisme: onze welvaart neemt sneller toe dan we verwachtten. De ene steeds optimistischere toekomstvoorspelling volgt op de andere. Het vertrouwen is toegenomen tot het hoogste punt sinds jaren. Onze ondernemers slijten hun waren en diensten steeds succesvoller in het buitenland. Zij durven steeds meer te investeren in nieuwe technologieën, nieuwe machines en nieuwe medewerkers. Wij zullen nu allemaal sneller profiteren van die toenemende welvaart, te beginnen met 5 miljard aan lastenverlichting. Die lastenverlichting zorgt ervoor dat werkenden erop vooruitgaan en dat arbeid goedkoper wordt. Dat is nodig, want er zijn nog te veel mensen die zonder baan thuiszitten. Mede door deze lastenverlichting krijgen zij een kans om aan de slag te gaan, want pas dan zal ook voor hen de crisis voorbij zijn.

De heer Krol (50PLUS):

Ik hoor de woordvoerder van de VVD zeggen dat wij er allemaal op vooruitgaan. Dat is helaas niet waar. Ook de heer Zijlstra heeft in de cijfers gezien dat er een groep mensen in de samenleving is die al op achterstand stond en die nu nog verder op achterstand komt te staan doordat de kloof tussen wat zij erbij krijgen en wat werkenden erbij krijgen, echt onevenredig groot is geworden.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik zei dat iedereen zal profiteren van de toenemende welvaart. Dat is wat anders. De heer Krol doelt op de groep ouderen. Zij krijgen een klein plusje en daar hebben we ook ons best voor gedaan, want als het kabinet niet aan koopkrachtreparatie had gedaan, hadden zij een forse min gehad. Ik vind het dus goed dat het kabinet heeft bekeken hoe het dat kan repareren. Dat heeft het gedaan en de uitkomst is prima. De focus van de lastenverlichting gaat naar die mensen die aan het werk zijn of aan het werk kunnen gaan, omdat we die mensen die baan voor de toekomst gunnen. We laten de ouderen niet in de steek. Daarom staat er geen min en hebben we de negatieve koopkrachteffecten gerepareerd.

De heer Krol (50PLUS):

Ik hoor u zeggen dat u de ouderen niet in de steek laat. Ik daag u uit om met mij mee te gaan, de markt en de straat op, en aan de ouderen uit te leggen dat die 0,2%, afgezet tegen datgene wat werkenden erbij krijgen, eerlijk delen is.

De heer Zijlstra (VVD):

Dat uitleggen aan hen doe ik voortdurend en dat lukt best goed.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik wil met de heer Zijlstra even teruggaan naar de Algemene Beschouwingen van vorig jaar. Toen werd er gesproken over een stelselherziening. Mijn voorganger, de heer Van Ojik, vroeg de heer Zijlstra of hij het met hem eens was dat we het geld dat in het verschiet ligt, pas moeten uitgeven als we een eindbeeld voor ogen hebben, als we weten wat we met het belastingstelsel willen. Anders is het eigenlijk potverteren, verkwisting. De heer Zijlstra antwoordde toen: ja, dat klopt; we moeten pas beginnen als we dat eindbeeld in zicht hebben. Wat is er precies veranderd sinds vorig jaar? Waarom is het niet meer belangrijk om het doel van een bredere stelselherziening na te streven? Waarom gaat de VVD dit geld nu uitgeven?

De heer Zijlstra (VVD):

Wat er veranderd is, is dat is gebleken dat er geen politieke meerderheid voor te vinden is. Dan moet je doorschakelen. Dat is regeren. Regeren is niet stil blijven staan omdat iets niet lukt, maar een nieuwe maatregel treffen, doorschakelen en besluiten nemen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het is niet gelukt. Eén partij stond meteen weer op. Volgens mij was het kabinet daar best blij mee. Ik had namelijk niet de indruk dat het kabinet hiermee verder wilde. Zegt de heer Zijlstra hiermee dat er wat hem betreft ook dit najaar nog valt te praten over verdergaande hervormingen van de belastingen en het zetten van verdere stappen? Zegt hij hiermee dat dit niet het pakket is dat het moet worden?

De heer Zijlstra (VVD):

De heer Samsom moet nog komen, dus hij moet dat zelf maar zeggen, maar volgens mij is er bij de coalitiepartijen altijd de bereidheid geweest om te praten over een stelselherziening van de belastingen. Voor 2016 gaat dit niet meer lukken, laat dat helder zijn. Laat ik voor mezelf spreken: wij hebben altijd de bereidheid om over dat soort vergezichten te praten, maar ik heb moeten constateren dat er vergaande verschillen waren en dat het erg moeilijk is om een en ander tot een eindstreep te brengen. Ik loop echter nooit weg voor een uitdaging.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik blijf het opvallend vinden dat de VVD-fractie zegt: we komen er niet uit met zo'n stelselherziening, dus dan wordt het maar gewoon een platte lastenverlichting en dan bekijken we hoe we die zo goed mogelijk kunnen verdelen. Dat heeft weinig effect op de werkgelegenheid. Ik hoop inderdaad dat we dit najaar verder kunnen praten over vergroening van de belastingen, want dat is uiteindelijk de stelselwijziging die we nodig hebben. In de tegenbegrotingen van de collega's vanochtend zag ik prachtige vergroeningsmaatregelen staan. Ik hoop dat de VVD-fractie in ieder geval bereid is om daarover te praten.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik ben altijd bereid om over dat soort zaken te praten. Ik nodig de heer Klaver uit om te zorgen dat hij dan de steun van minimaal zeventien zetels in de Eerste Kamer meeneemt, die allemaal hetzelfde vinden met dezelfde dekking. Dan kunnen we eens gaan praten, maar ik zeg ook eerlijk: ik heb geen zin om weer een sessie te doen waarbij iedereen met heel verschillende denkbeelden binnenkomt en we eigenlijk met een papieren exercitie bezig zijn. Ik wil graag praten, maar dan ook over echte alternatieven, zaken die breed gedragen worden in de oppositie. Dan is er in de coalitie, in ieder geval bij deze partij, altijd de bereidheid om mee te praten.

De heer Klaver (GroenLinks):

De heer Zijlstra zegt dus eigenlijk, als ik het goed begrijp: als er zeventien zetels zijn die met een mooi gedeeld pakket komen waar zij het over eens zijn, dan is de coalitie bereid tot praten?

De heer Zijlstra (VVD):

Het lijkt me dat we dan grond hebben om te gaan praten. Of we het dan eens worden, dat is nog een tweede, maar dan is er in ieder geval grond om te praten. Ik moet echter constateren dat men het vaak uiteindelijk over bepaalde maatregelen nog wel eens kan worden, maar dat de standpunten uiteenlopen als de invulling daarvan wordt geleverd, als het over de dekking gaat en de vraag wat dit nu voor het belastingstelsel betekent. Die exercitie hebben we gehad, dat is niet gelukt. Maar bij ons is er altijd de bereidheid om een uitdaging aan te gaan en te bekijken of het op een andere manier op een ander moment wel lukt. Ik wacht het af.

De voorzitter:

Gaat u verder met uw betoog. Ik zie dat de heer Roemer uit zijn stoel opspringt. Ik geef hem het woord.

De heer Roemer (SP):

Hiermee is eigenlijk de cirkel rond. We zijn terug bij waar deze hele interruptieronde mee begon, namelijk het feit dat de verschillen zo verschrikkelijk groot zijn, dat de coalitiepartijen in het kabinet op het gebied van grote fundamentele vraagstukken in de samenleving geen steek opschieten. Ze proberen wel een compromis te vinden, zodat ze er samen uitkomen en die uitkomst samen kunnen verdedigen, maar bij grote belastinghervormingen, grote klimaatvraagstukken, een onderwerp als ongelijkheid in de samenleving en vraagstukken in de zorg komt het kabinet geen steek verder. Is de heer Zijlstra het dan niet met mij eens dat het niet veel meer is dan pappen en nathouden en proberen met twee partijen wat compromissen te sluiten, in plaats van echte fundamentele oplossingen aan te dragen?

De heer Zijlstra (VVD):

Volgens mij is het precies andersom. Ik zie grote verdeeldheid in de politiek. Er is versnippering en er zijn veel partijen met verschillende meningen. Ik vind het eerlijk gezegd ontzettend knap van dit kabinet, dat het nu al drie jaar lang in deze politieke situatie in staat is om de meest vergaande hervormingen naar de eindstreep te brengen. Dat verdient een groot compliment en wat mij betreft houden we dat vol. Het kabinet heeft onlangs nog op het gebied van migratie — ik kom daar zo op — een vergaand plan gepresenteerd. Dat is aangenomen in Brussel. Ik bedoel maar te zeggen: wat verwacht u nog meer van het kabinet? Dat het grote problemen oplost, en dat doet het dus ook, heel goed zelfs.

De heer Roemer (SP):

Het tegendeel is waar. Voor alle grote fundamentele vraagstukken ligt er niks op tafel. Als er al iets ligt, dan gaan de VVD en de PvdA het hier ieder op een andere manier uitleggen. Echte oplossingen voor die grote vraagstukken komen er ook niet. Het complimentje van de heer Zijlstra voor het kabinet is vooral een compliment dat het kabinet in staat is om te blijven zitten. Mensen hebben echter geen behoefte aan een kabinet dat alles op alles zet om te blijven zitten. Mensen willen dat het kabinet maatregelen neemt voor betere zorg, sociale zekerheid, baangaranties, minder werkloosheid, een beter klimaatbeleid en beheersing van de vluchtelingenstromen, een kabinet dat maatregelen neemt waar mensen morgen wat aan hebben en niet over 40 jaar. Dan blijft het kabinet dus ver achter. Dus u moet zich afvragen of u hiermee nog wel door wilt gaan.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik ben eerlijk gezegd toch wel een beetje verbaasd. Ik heb nu drie jaar ervaring met de Algemene Politieke Beschouwingen. Daarin is er voor mij één consistente, namelijk dat de heer Roemer altijd vindt dat alle maatregelen die het kabinet neemt vreselijk zijn, dat we die niet moeten nemen en dat er weer veel te veel bezuinigd en hervormd wordt. Dat was de boodschap de afgelopen drie jaar. En nu zegt de heer Roemer feitelijk dat we dat vooral moeten doen, begrijp ik.

De heer Roemer (SP):

Uw constatering dat die belachelijke maatregelen zijn genomen, is terecht. Complimenten dat u dat nu ook vindt. Het gaat nu echter om het volgende. U signaleert een maatschappelijk probleem. Dat doen we eigenlijk met z'n allen. We pakken er een willekeurige uit en blijkbaar zijn de coalitiepartijen, het kabinet en de Kamer niet in staat om fundamentele keuzen te maken om dat probleem op te lossen. Als er dan al iets op tafel ligt, dan legt de VVD het zo uit en legt de PvdA het zo uit. Dus het kabinet is vooral bezig om op zijn eigen centen, zijn eigen tellen te passen, om te blijven zitten in plaats van bijvoorbeeld het vraagstuk van de werkgelegenheid — er komt nauwelijks een baan bij — aan te pakken. Hetzelfde geldt voor de zorg. De toegankelijkheid van de zorg is nu slechter dan ooit. Als het gaat om bed, bad en brood is het nog steeds niet geregeld. Wat betreft het morgen opvangen en het verbeteren van de opvang moeten we wachten tot oktober. Het is elke keer uitstellen en echte maatregelen blijven uit. Natuurlijk komen er dingen op tafel te liggen, maar dat zijn niet de oplossingen waar de samenleving om vraagt. En dan moet je toch eens gaan nadenken over waar je mee bezig bent.

De heer Zijlstra (VVD):

Echt, het tegendeel is waar. Als er nou een ding gezegd kan worden van deze coalitie en dit kabinet is het, dat we juist in staat zijn — dat vindt de VVD ook goed — om voor elk probleem dat voorbijkomt een oplossing te verzinnen. Tot uw frustratie, zou ik bijna willen zeggen richting de heer Roemer. Dit kabinet heeft elk probleem van een oplossing voorzien en zal dat ook blijven doen. Dat hebben we de afgelopen tijd wederom bewezen. Dus het is helemaal geen kwestie van blijven zitten; het is een kwestie van verantwoordelijkheid nemen als zaken zich voordoen en erover nadenken en oplossingen verzinnen, waarbij twee partijen die inderdaad heel fundamenteel anders tegen zaken aankijken, elke keer weer in staat zijn om over de verschillen heen te stappen en een oplossing voor te leggen. Dat vind ik een groot compliment waard.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik wil ook een compliment maken richting de VVD waar het gaat om de lastenverlichting. Het zijn namelijk juist de hoogste inkomens die het meest profiteren van die lastenverlichting. Ik zou graag willen weten hoe de VVD erover denkt dat sociale minima er niet op vooruitgaan en dat die alleenstaande huisvrouw met een kind er €1 per maand op vooruitgaat. Ik vraag mij af of u dat eerlijk vindt en hoe u de heer Samsom zo ver heeft gekregen om dat te accepteren.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik dank de heer Kuzu voor het compliment, maar wat hij zegt, klopt niet. De middeninkomens gaan er namelijk het meeste op vooruit. De mensen die werken, maar ook de mensen die nog aan de onderkant zitten en een laagbetaalde baan hebben, gaan er het allermeest op vooruit. Dat komt doordat wij willen dat werken loont. Wij willen dat mensen die een uitkering hebben en aan het werk gaan, er ook echt op vooruitgaan. Daarom hebben we gekozen voor die groepen. Dat vind ik buitengewoon goed verdedigbaar, want we hebben alles ingezet op een verandering waardoor mensen die nu nog werkloos zijn, straks weer een baan hebben.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik heb het niet over percentages, koopkrachtplaatjes of puntwolkjes, maar over keiharde euro's. Ik constateer, wanneer we kijken naar keiharde euro's, naar absolute aantallen, dat de hoge inkomens er keihard op vooruitgaan. De VVD laat de sociale minima links liggen — dat snap ik wel — maar ik vraag mij oprecht af hoe de heer Zijlstra de heer Samson zover heeft gekregen. Daar heb ik nog geen antwoord op gekregen.

De heer Zijlstra (VVD):

Volgens mij heet de PvdA niet voor niets de Partij van de Arbeid; ook wij kiezen voor arbeid. Op dat punt vinden de VVD en de PvdA elkaar altijd. De heer Samson moet het zelf maar aangeven in zijn termijn, maar dit is mijn verklaring en dat lijkt mij een heel logische.

Nederland vroeg de politiek om het stuur in handen te nemen. Dat hebben we gedaan. Voor het eerst sinds Gerrit Zalm komt zelfs een sluitende begroting in zicht. We hebben de crisis achter ons gelaten. Het vertrouwen is terug. We kunnen vooruitkijken. Als we echter vooruitkijken, zien wij dat de positieve ontwikkelingen in ons land plaatsvinden tegen een achtergrond van instabiliteit, van internationale onzekerheid en van bedreigingen voor onze veiligheid.

De heer Wilders (PVV):

Dat komt mooi uit, want precies daarover wilde ik het met de heer Zijlstra hebben. Ik heb hier een paspoort van de heer Mark Malek Ramadan Rutte. Ik houd even een kopietje omhoog, dan kunt u zien hoe hij eruitziet. Dus: of de heer Rutte blijkt een Syriër te zijn — hij heeft wel vaker over dingen gejokt — of het is een vervalsing. Ik ga ervan uit dat de heer Rutte hierover niet heeft gejokt en dat het een vals paspoort is. Een journalist — het is wel fair om zijn naam te noemen: Harald Doornbos, voor het blad Nieuwe Revu — heeft met de foto van onze minister-president een Syrisch paspoort aangevraagd. Binnen 40 uur had hij een echt paspoort en een echte identiteitskaart, alsof de heer Rutte, met een fakenaam, een Syriër zou zijn. Dit gebeurt duizenden keren per dag over de hele regio, lezen we in alle berichten. Zelfs op naam van de Nederlandse minister-president wordt er een afgegeven. Dat betekent dat terroristen, of zij zich nu onder de asielzoekers bevinden of niet, gewoon met een Syrisch paspoort toegang kunnen krijgen tot ons grondgebied. De grenzen staan immers wagenwijd open omdat de VVD onze grenzen niet wil sluiten. De VVD durft de grenzen niet te sluiten omdat zij met de heer Samsom de afspraak heeft dat we zo veel mogelijk asielzoekers Nederland binnen moeten laten. Is de dreiging van terreur dan niet op zijn minst een reden om nu, vandaag, aan de minister-president en de minister van Defensie te vragen om met de marechaussee onze grenzen te sluiten voor dit soort terroristen?

De heer Zijlstra (VVD):

Het kabinet heeft maandag al besloten tot intensivering van de grenscontroles. Daar gaat het kabinet over; dat was een goed besluit. De heer Wilders maakt een koppeling met terrorisme. Om terrorisme te voorkomen en bestrijden geven we meer geld uit aan veiligheidsdiensten. Om die reden hebben de VVD en het kabinet over de migrantenstroom gezegd: wij moeten iets doen aan de kern van het probleem; wij moeten ervoor zorgen dat mensen in de regio blijven en dat het recht op asiel vervalt als er zo'n veilige regio is. Dat is de enige manier waarop je het probleem kunt oplossen. Dat kan niet door een hek te bouwen, want dan gaan de mensen om het hek heen. Je moet de oorzaak wegnemen. Die verantwoordelijkheid heeft het kabinet genomen en dat vind ik heel goed, juist om dit soort zaken te voorkomen.

De heer Wilders (PVV):

Het kabinet doet helemaal niets. De grenzen van Europa staan wagenwijd open. Vorige week kwamen 3.100 mensen Nederland binnen. Toen wij hier vorige week stonden te debatteren, had ik het nog over 1.800 mensen. Het aantal is bijna verdubbeld in vijf dagen tijd. Wat heeft het kabinet maandag gedaan? Het heeft de mobiele grenscontroles aangescherpt. Dat betekent dat er steekproefsgewijs hier en daar wat meer wordt bekeken of er mensen ons land binnenkomen. Als men die tegenkomt, haalt het COA hen met bussen op om hen naar het asielzoekerscentrum te brengen. Het is een veredelde taxidienst in plaats van een controle. Dat moeten we dus niet doen. De terroristen komen ons land binnen, in de asielzoekerscentra en daarbuiten. De buitengrenzen van Europa zijn zo lek als een mandje. Er komen 3.000 asielzoekers per week binnen. Daar zitten misschien wel tientallen terroristen tussen, die morgen een aanslag kunnen plegen. Hou op met smoesjes als "we hebben een stevig pakket". U hebt niet het begin van een pakket. Als u er op zijn minst mee zou beginnen om de veiligheid van de Nederlanders te waarborgen, om de grenzen te sluiten, was u nog iets van een vent.

De heer Zijlstra (VVD):

Het sluiten van de grenzen, zoals de heer Wilders wil, is een droombeeld. Die mensen gaan dan via een landweggetje naar binnen. We moeten er op een andere manier voor zorgen dat zij hier niet komen. We moeten zorgen voor veilige opvang in de regio, zodat de mensen daar in een procedure voor bescherming zitten. Daarmee hebben zij geen recht meer op asiel in Europa en kunnen zij hier dus niet meer terecht. Dan heeft dat vervalste paspoort geen zin meer. Dat is de fundamentele oplossing die je moet voorleggen. Een andere oplossing werkt niet, is een schijnoplossing. Wat de VVD betreft, is dit een groot probleem en moet daar iets aan gebeuren. Daarom heeft het kabinet ook goede maatregelen op dat punt genomen. Ik ben daar blij om. We zullen onze grenzen in de gaten moeten houden. Als bijvoorbeeld Duitsland de grens sluit, dan zullen wij daar ook op moeten reageren. Daarom was het ook terecht dat het kabinet dat deed. Maar schets hier geen verhaal alsof ze niet binnenkomen als je er een hek omheen zet! Als terroristen willen, komen ze hier binnen. Daarom moeten we ervoor zorgen dat we de bron wegnemen. Daarom moeten we ervoor zorgen dat onze veiligheidsdiensten effectief zijn. En op dat punt is de verantwoordelijkheid genomen.

De heer Wilders (PVV):

Ik zou tegen de heer Zijlstra willen zeggen: maak u zich alstublieft niet nog belachelijker dan u al hebt gedaan. Mijnheer Zijlstra, u zegt net dat de opvang is gelegen in opvang in de regio. Alsof de terroristen opvang in de regio zoeken! Hoeveel belachelijker wilt u het maken! Een terrorist gaat niet voor opvang in de regio, een terrorist komt hiernaartoe om terreurdaden te plegen. Eurojust heeft het gezegd. Een minister uit libanon zei gisteren voor de Nederlandse televisie dat naar zijn mening 2% van de vluchtelingen een door ISIS getrainde terrorist is. Als de man gelijk heeft, dan zijn er van de 3.100 vluchtelingen die vorige week zijn binnengekomen, 60 terrorist. Vorige week zijn dan 60 terroristen Nederland binnengekomen. En dan kom je niet weg met opvang in de regio. Dan moet je weer aan de grenzen controleren, met grensposten, het leger en de marechaussee. Dan moet je controleren of paspoorten kloppen en of iemand een visum heeft. Als dat niet zo is, moet die persoon worden tegengehouden.

Als mensen thuis in een onveilige straat wonen, dan zorgen ze er toch ook voor dat hun eigen huis op slot is? Dat doet toch iedere Nederlander? Als er een boevenbende in je wijk opereert, ga je toch niet de deur openzetten? En dat gebeurt hier. Je moet dus de grenzen sluiten. Al het andere is onzin. Daarmee brengt u Nederland in gevaar.

De heer Zijlstra (VVD):

Het gevaar waar de heer Wilders op wijst, is het feit dat terroristen meekomen op dezelfde bootjes als waarmee vluchtelingen hiernaartoe komen. Dat gevaar onderschrijf ik. Dat is ook zo. Daar is ook voor gewaarschuwd. Daarom moet je ervoor zorgen dat je die vluchtelingenstroom en die bootjes tegenhoudt. Daarom is de oplossing die ik aangaf, die de heer Wilders in het voorjaar nog omarmde, ook een goede. Dat hij nu misschien ongerust is geworden over het feit dat het gelukt is om deze maatregelen in Europa erdoor te krijgen, waarmee hij even geen verhaal meer heeft, dat snap ik. Maar laten we elkaar niet voor de gek houden. We willen het probleem aanpakken. Daar is een oplossing voor. Laten we dat beleid nu een keer gaan uitvoeren!

De heer Pechtold (D66):

Ik snap het niet meer. Nu zegt de heer Zijlstra tegen de heer Wilders: het sluiten van grenzen is een illusie. En dat was toch dat hele VVD-standpunt? Er was een commitment om de grenzen te sluiten. Nu hijgt Wilders eventjes vijf minuten in de nek met een dubbel paspoort, en nu gaat opeens de grens weer open. Ik snap het niet meer.

De heer Zijlstra (VVD):

De grenzen gaan niet dicht met een hek, alsof ze niet meer binnenkomen als je Nederland helemaal dichtgespijkerd hebt of grenscontroles hebt ingevoerd. De grenzen gaan op een andere manier dicht. Ze gaan dicht op de effectieve manier, namelijk door ervoor te zorgen dat mensen in de regio een veilige opvang hebben. Als die veilige opvang er is, hebben ze geen recht meer op asiel in bijvoorbeeld Nederland. Dan heeft het geen zin meer om deze kant op te komen, dan heeft het geen zin meer om in een bootje te stappen. Dan heeft het dus ook voor een terrorist geen zin meer om in het bootje te stappen, want dan valt hij ineens op. Dan heb je er feitelijk voor gezorgd dat de grenzen dicht zijn. Maar dan zijn ze niet dicht op de fysieke manier van de heer Wilders, want daar geloof ik niet in. Dat ga je niet voor elkaar krijgen. Dat bewijzen de Griekse en de Italiaanse grenzen elke dag opnieuw. Ze varen daar gewoon naar binnen terwijl de grens officieel gesloten is.

De heer Pechtold (D66):

Niet alleen de heer Wilders zit in een illusie met zijn dichte grenzen, maar ook de heer Zijlstra zit nu in een illusie door te zeggen dat het asielrecht vervalt. Ik vind dat wel gevaarlijk, ook richting de coalitiepartij PvdA. Nee, mijnheer Zijlstra, wanneer de omliggende landen aan een aantal voorwaarden voldoen, is er binnen het asielrecht een mogelijkheid om asielprocedures zo te regelen. Of houdt de heer Zijlstra er hier echt onverkort aan vast dat dadelijk het asielrecht gaat vervallen?

De heer Zijlstra (VVD):

Nee, ik zei: "het recht op asiel", dat is wat anders dan het asielrecht. Als iemand uit een veilige regio komt, als er een veilige haven is en als die persoon hier een aanvraag doet voor asiel — dat staat in het kabinetsplan, dat staat ook onder nummer 15 in de conclusies van de Europese Raad — dan is op dat moment dat verzoek niet ontvankelijk, dus dan heb je geen recht op asiel hier. Dat is iets anders dan dat het asielrecht wordt afgeschaft. Asielrecht zal er altijd zijn, en terecht, alleen gaan we de bescherming bieden in de regio. Daarmee gaan we zorgen dat mensen niet op die bootjes hoeven te stappen, dat ze niet deze kant op hoeven te komen, dat er niet duizenden mensen verdrinken in de Middellandse Zee. Daarmee zorgen we er ook voor dat de ongecontroleerde stroom die er nu is onder controle wordt gebracht, want wij doen het dan eventueel via uitnodigingsbeleid.

De heer Pechtold (D66):

Maar vier op de vijf mensen zitten al in de regio. Het probleem is dat dat nu al twee, drie jaar aanhoudt en dat daardoor de omstandigheden daar niet meer te houden zijn. Maar het is toch een illusie — of je moet aan een beauty contest van fotomodellen meedoen; volgens mij roepen alleen zij dat, als grootste wens — om te zeggen: er is wereldvrede, en dan zal er geen asiel meer zijn? Als de VVD dat zegt, waar is dan de inzet in Europa om te zorgen dat wij niet dadelijk €6.000 als land krijgen voor de opvang maar dat er miljarden extra vanuit Europa naar die regio gaan? Het is van tweeën een. Dus pleit de VVD nu echt voor extra Europees geld voor die regio, ja of nee? Want anders is het een illusie.

De heer Zijlstra (VVD):

Dit plan betekent dat we meer zullen moeten richten met ontwikkelingssamenwerkingsgeld. Op nationaal en Europees niveau betekent het dat we geld dat we nu bijvoorbeeld uitgeven aan de opvang van grote groepen hier in Nederland voor een deel gaan overzetten naar opvang in de regio door te betalen aan die landen. We hebben nu de UNHCR die de kampen in Libanon, Jordanië en Turkije beheert en die aangeeft dat er aan het eind van het jaar niet eens meer geld is voor voedsel. Als we dat soort zaken niet regelen, dan is het allemaal water under the bridge, zoals de Engelsen zeggen. Dat moet dus anders. Dat is ook waarom het goed is om deze beweging in te zetten. Dat is waarom het naar mijn mening ook gaat werken. Ik zeg terug tegen de heer Pechtold dat we hier elke keer kunnen denken in onmogelijkheden, in beren op de weg. Die zijn er ook. Er is geen makkelijke route, maar ik heb van D66 noch van andere partijen andere oplossingen gezien. Dit probleem is zo groot. Open grenzen werken niet, daar zijn wij het wel over eens, hier moeten we iets op verzinnen. Hier ligt een oplossing. Laten we nu met zijn allen eens kijken of we die oplossingsrichting kunnen pakken, of we die beren op de weg uit de weg kunnen krijgen en of we dit kunnen realiseren. Want daarmee voorkomen we dat duizenden en duizenden mensen onnodig verdrinken. Daarmee voorkomen we een ongecontroleerde asielstroom. Dat zijn twee zaken waar de VVD graag wat aan doet.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Het punt dat nu wordt aangesneden is het punt dat ik vorige week de grote leugen van de VVD noemde. We zijn nog steeds niet bij de grote waarheid terechtgekomen. Want de heer Zijlstra zegt aan de ene kant nog steeds: de grenzen van Europa gaan dicht. Dat is ook letterlijk wat er in de notitie van de VVD staat. Maar hij zegt in deze zelfde inbreng: nee, de grenzen gaan niet dicht, mensen komen gewoon nog binnen, we gaan volgens normale procedure alle asielzaken behandelen, alleen gaan wij ervan uit dat er heel veel veilige landen bij zijn gekomen en dan gaan we iedereen daar naartoe sturen. Ik wil niet te veel in clichés vervallen, want over dat rijtje hebben we het al vaak genoeg, maar het is van tweeën een. Of u zegt: de grenzen gaan dicht, of u zegt: nee, aanvragen worden hier in behandeling genomen, maar volgens de procedures maken we veilige landen en brengen we mensen daarheen terug. Welke van de twee is het?

De heer Zijlstra (VVD):

Grenzen dicht met hekken — dat beeld dat geschapen wordt — werkt niet, ik zei het net al. Dat hebben wij ook nooit opgeschreven. Dat hebben wij niet zo gezegd. Wij hebben steeds gezegd dat als we het plan van de VVD uitvoeren — dat houdt in dat we veilige havens in de regio creëren, waardoor er veilige opvang aldaar is en waardoor mensen die hier naartoe komen geen recht op asiel krijgen en dus teruggaan — er dus geen noodzaak meer is voor die mensen, sterker nog, dat het heel onverstandig is om voor duizenden en duizenden euro's eerst een mensensmokkelaar in te huren en enorme risico's te nemen, bijvoorbeeld op verdrinking in de Middellandse zee terwijl je weer terug gaat als je dan hier aankomt. Dan ga je dat echt niet meer doen. Dat is de oplossing van het probleem. Daarmee zorg je er feitelijk voor dat de grenzen in die zin dicht zijn. Het is beeldspraak maar de uitwerking ervan is veel effectiever dan een feitelijk hek.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

De heer Zijlstra blijft het doen. Hij zegt nu weer dat je er op die manier feitelijk voor hebt gezorgd dat de grenzen in beginsel dicht zijn. Of grenzen zijn dicht of grenzen zijn open, maar de mensen komen gewoon binnen. De aanvragen worden behandeld. In dit land bestaat de mogelijkheid van beroep, beroep en beroep tegen elke uitzetting. Het gebeurt allemaal, tenzij de VVD er al met de PvdA uit is dat al die beroepen niet meer door mogen gaan. Daar geloof ik echter niets van. De grenzen gaan niet dicht. Sterker nog, er verandert helemaal niets. Officieel zijn de Europese grenzen in de redenering van de heer Zijlstra nu al dicht. Om die Europese grenzen dicht te houden, zodat er niemand vanuit Turkije of een ander land binnenkomt, zouden we grenscontroles moeten hebben, maar het is daar een gatenkaas. Daar heb ik de VVD nog niet over gehoord. De VVD heeft plannen voor de toekomst, maar de gatenkaas aan de zuidgrens is een ontzettend probleem. Laat de VVD nu eens meewerken om dat probleem op te lossen. Dan zijn wij al een heel eind verder. Dan hebben wij het nog niet eens over de uiteindelijke "oplossing" van opvang in de regio. Stop met dat verhaal van de grenzen dicht, want het klopt niet.

De heer Zijlstra (VVD):

Het lukt mij kennelijk niet om mijn verhaal over te brengen, maar de heer Buma probeert een tegenstelling te schetsen die er niet is. Op het moment dat je het op deze manier regelt, als er veilige havens in de regio zijn, dan kan het. Uiteraard kan men hier nog steeds komen, maar dan wordt men niet ontvankelijk verklaard en heeft men geen recht op asiel. Men gaat linea recta terug. Overigens is dit nu al mogelijk in onze wetgeving. Als zo'n situatie zich nu voordoet en als mensen beroep aantekenen, dan moeten zij dat beroep in de regio afwachten. Het is dus gewoon gezond boerenverstand. Je hebt de keus. Of je gaat rechtstreeks naar die veilige haven in de regio, omdat je bescherming zoekt. Je bent gevlucht uit een land in oorlog. Dat is terecht. Dan bieden wij bescherming. Je gaat dan naar die veilige haven. Je kunt ook eerst een mensensmokkelaar betalen. Heel veel mensen kunnen dat overigens niet, omdat die het geld er niet voor hebben. Degenen die wij hier zien, hadden dus het geld om dat wel te doen. Zij komen hier naar toe, maar nemen wel enorme risico's. Vele duizenden verdrinken in de Middellandse Zee. We hebben de verschrikkelijke beelden gezien. Als ze hier arriveren, worden ze echter niet ontvankelijk verklaard en moeten ze terug. Mensen zijn echter redelijk calculerend. Ik denk dus dat die mensen dat niet meer doen. Zij stappen dan niet meer in een bootje. Zij gaan die mensensmokkelaar niet meer inhuren. Ze blijven in de regio en dan werkt het. Het zou goed zijn als de heer Buma dat zou onderkennen en aan die oplossing meewerkt in plaats van elke keer te doen alsof er een soort tegenstelling is die er niet is. Wij proberen het probleem op te lossen. Werk nu gewoon eens een keer mee!

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik vraag me echt af hoeveel loze beloften de VVD zich nog wil permitteren, want de heer Zijlstra blijft maar terugkomen met zijn stelling dat het probleem op deze manier wel even kan worden opgelost. Volgens mij zijn 150 Kamerleden voor opvang in de regio. Dat moet goed gebeuren, maar van die 150 Kamerleden doen 41 de loze belofte dat, als wij voor die oplossing gaan, de grenzen dicht zijn. Dat doet de VVD. Ik vind dat niet kunnen. Er is sprake van een heel groot probleem. Wij zoeken allemaal naar een oplossing. Toch blijft de VVD volhouden dat, als wij kiezen voor de oplossing van de VVD, de grenzen dicht gaan en mensen daar blijven. Overigens is er geen sprake van een niet-ontvankelijkheidsvraag. Het gaat erom dat het verzoek wordt afgewezen, waarna men daartegen in beroep kan gaan, althans als de VVD die mogelijkheid niet ook wil afschaffen. Dat kost dan maanden, maar die mensen zijn allang in Nederland. De terugkeerproblematiek blijft dus gewoon overeind. Wat de heer Zijlstra zegt, is dus niet waar. Stop met die loze belofte.

De heer Zijlstra (VVD):

De heer Buma blijft het proberen. Gisteren ontkende hij op de radio dat Europa iets had besloten, terwijl dat gewoon in de notulen staat. Laat hij nu eens ophouden met het beeld alsof wij met iets bezig zijn dat niet kan. Een halfjaar geleden hebben wij een plan gepresenteerd. Het CDA reageerde toen dat dat onmogelijk was en dat het niet kon. Er werden ook nog andere kwalificaties gebruikt. Vorige week werd het echter regeringsbeleid. Afgelopen maandag heeft de Europese Raad zijn akkoord gegeven. Niets is onmogelijk. Als politici wat dit soort grote problemen betreft alleen maar in problemen blijven denken en alleen maar beren op de weg blijven zien, zoals de heer Buma, dan lossen wij de problemen niet op. Politici hebben de heilige plicht om dit soort grote problemen van een oplossing te voorzien. Dat is niet gemakkelijk. Maar als je dat niet kunt, als je dat niet wilt, dan kun je beter een andere baan zoeken. Als politici dat niet meer willen zien, laten ze er dan mee ophouden. Wij gaan het doen. Wij nemen de verantwoordelijkheid. Wij blijven ervoor gaan.

(Geroffel op de bankjes)

De heer Slob (ChristenUnie):

Over die heilige plicht zou ik het best wel even willen hebben met de heer Zijlstra, maar dan met de begroting erbij. Wij kregen vrijdag onder embargo de begroting. Wij hebben ons daar vol op gestort, vooral op de delen die nog niet waren uitgelekt. Het was deze keer dus redelijk overzichtelijk. Wat dit grote vraagstuk betreft: wij weten dat er in de regio's rond Syrië miljoenen en miljoenen vluchtelingen zijn. Wij weten ook wat de kabinetsplannen zijn, waarin opvang in de regio heel erg centraal staat. Wat wordt er nu in financiële zin gedaan aan die opvang in de regio? Zou de heer Zijlstra mij kunnen helpen? Gaat er volgend jaar, ook vanwege de groeiende problematiek en het duidelijke statement van het kabinet "opvang in de regio", meer geld naar opvang in de regio dan dit jaar?

De heer Zijlstra (VVD):

Ja, 110 miljoen, zoals het kabinet in zijn brief van vorige week al aangaf. Toen is het kabinet met dit plan gekomen. De begroting lag toen al bij de drukker. Dit is een richting waar Europa fiat aan moet geven. Dat is nu gebeurd. Wij zullen met elkaar onze verantwoordelijkheid moeten nemen, zowel hier als in Europa, om ervoor te zorgen dat de veilige opvang in de regio substantie krijgt en dat deze op een goede manier wordt vormgegeven. Dat gaat ook geld kosten. Daar lopen wij niet voor weg. Die verantwoordelijkheid zullen wij nemen.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik dacht dat ook: 110 miljoen. Inderdaad stond dat in de brief. In de begroting komen wij het niet tegen. Het bedrag van 110 miljoen is gevoegd bij de humanitaire hulp voor 2015. Als we dan kijken naar wat wij in 2015 deden aan humanitaire hulp en het noodhulpfonds — vanuit de oppositie is er destijds voor gezorgd dat dit er kwam — constateren wij dat er in 2015 voor 484 miljoen voor dit doel beschikbaar is. Als wij voor 2016 de bedragen voor humanitaire hulp en het noodhulpfonds bij elkaar optellen, komen wij op 354 miljoen. Dat is een bezuiniging. Zelfs als daar 110 miljoen bij komt, kom je nog niet aan het bedrag van vorig jaar. Mijnheer Zijlstra, u was betrokken bij deze begroting. Klopt dit? Als dit klopt — dit zijn de cijfers die wij eruit halen — zou je eigenlijk moeten zeggen: het klopt helemaal niet. Wij willen opvang in de regio en daar maken wij een statement van. Wij willen daar iets doen. Maar er wordt gewoon bezuinigd. Er wordt bezuinigd!

De heer Zijlstra (VVD):

De heer Slob haalt een paar dingen door elkaar. De begroting ligt voor; dat is helder. Het kabinet heeft gezegd: wij gaan op dit gebied echt een fundamenteel andere koers varen. De brief daarover hebben wij vorige week gekregen. In die brief is terecht aangegeven dat dit ook betekent dat een deel van het geld dat nu wordt besteed aan opvang hier in Nederland, aan asielprocedures en alles eromheen, die kant op zal moeten gaan. Dat is terecht. Waar de UNHCR nu nog moet rondkomen van vrijwillige bijdragen, zullen wij onze verantwoordelijkheid moeten nemen en veel meer met verplichte bijdragen moeten werken. Dat zijn de organisaties die wij moeten gaan gebruiken. Die verantwoordelijkheid gaan wij nemen en daar kunt u ons op aanspreken. Anders zou ons plan inderdaad een loze belofte zijn. Dat is het niet; wij gaan het namelijk gewoon regelen.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter, volgens mij zult u het mij nazeggen als Voorzitter van deze Kamer: als parlement moeten wij het doen met de begrotingsstukken zoals wij die van het kabinet hebben gekregen. Daar halen wij deze cijfers uit. Natuurlijk ligt er een brief van het kabinet met allemaal intenties, maar ik wil het terugzien in de begroting. Dat is toch logisch? Als ik dan in die begroting kijk, dan zie ik dat wij niet aan het bedrag van het afgelopen jaar komen, zelfs als we het bedrag van 110 miljoen ook in 2016 zouden hebben. Ik zie ook wel dat het kabinet enorm aan het schuiven is met bedragen, die dan ook weer van plekken worden weggehaald — ik denk bijvoorbeeld aan ontwikkelingssamenwerking — waarvan je denkt: daar vallen dan nog grotere gaten. Het is echt een rommeltje. Als de woorden "opvang in de regio" echt iets waard zijn, zullen er ook in financiële zin bijdragen moeten komen voor deze grote, groeiende problematiek. Ik heb u goed gehoord: wij gaan het regelen. Daar zal ik u aan houden.

De heer Zijlstra (VVD):

Heel goed.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Afgelopen jaar kwamen er 30.000 asielzoekers naar Nederland. Inmiddels staat de teller op 3.000. Dat leidt tot gigantische sociale onrust. Volgend jaar gaat het een miljard kosten. Ik vraag mij af of er voor de VVD een maximumaantal asielzoekers dat Nederland kan dragen?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik ga niet in aantallen spreken. Wij hebben de plicht, daar waar er grote problemen in de wereld zijn, om mee te helpen die op te lossen en om mensen bescherming te bieden. Dat hoeft niet in Nederland. Dat is de kern van het plan dat het kabinet heeft opgesteld. Ik ga niet discussiëren over de vraag of het er zus of zo veel moeten zijn. Wij gaan helpen ter bescherming, vooral in de regio.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Het is natuurlijk super relevant om hoeveel mensen het gaat. We zien nu al dat het het absorptievermogen van Nederland ver te boven gaat. Er is sprake van verdringing op de huizenmarkt. Het gaat volgend jaar 1 miljard kosten. Het leidt tot sociale onrust in en om asielzoekerscentra. Ik vind het heel zorgelijk dat de VVD hier niet kan aangeven wat het eindstation is, wat Nederland maximaal kan verdragen.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik wil niet de discussie voeren wat Nederland kan verdragen. Ik wil de discussie voeren — en dat hebben wij ook gedaan — hoe wij ervoor kunnen zorgen dat we mensen in hun eigen regio opvangen, dat ze zo dicht mogelijk bij hun eigen huis en haard worden opgevangen en een veilige en beschermde plek hebben. Dát is de discussie die ik wil voeren, dan hoef ik helemaal geen discussie te voeren over het opvangvermogen van Nederland. Wij hebben onze maatschappij opgebouwd zoals die is, met heel mooie sociale voorzieningen. Ik ben er altijd helder over geweest dat open grenzen en uitgebreide sociale voorzieningen op termijn niet samengaan. Als de heer Van Klaveren dat bedoelt, dan zijn we het daarover eens. Daarom wil ik kijken hoe we dit oplossen in de regio en daarom ga ik niet een discussie voeren over quota en over hoeveel mensen er nu precies binnen mogen.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ja, maar het punt is natuurlijk dat die mensen al binnen zijn en dat die mensen nog steeds binnen komen. Dus nogmaals de vraag: is er voor de VVD een maximum aantal asielzoekers dat Nederland kan herbergen of opvangen of wat de heer Zijlstra er ook mee wil doen?

De heer Zijlstra (VVD):

Een antwoord op die vraag is niet te geven. Als morgen een grote oorlog in Europa uitbreekt, dan hebben we de regio Europa waarin er opgevangen moet worden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden we 1 miljoen Belgen in Nederland. Als er morgen weer zoiets zou gebeuren, dan zou de grens van Nederland voor hen gewoon openstaan en na verloop van tijd zullen ze ook gewoon teruggaan. Dat zijn grote verschillen, want het is binnen de regio. Daarom willen wij opvang in de eigen regio, om te voorkomen dat die mensen ver van huis en haard terechtkomen. Dat is waarom wij met dat plan zijn gekomen en ik zou tegen de heer Van Klaveren willen zeggen: steun het om die reden.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het is mooi gevonden, opvang in de regio, maar het feit is dat het overgrote deel van de vluchtelingen op dit moment al in de regio wordt opgevangen. Al die mensen die hier naartoe komen, komen niet zozeer uit de brandhaard zelf, maar zijn eerst naar een vluchtelingenkamp vertrokken. Daar leven ze soms al twee, drie, vier jaar en zien dat de omstandigheden waarin ze daar moeten leven, zo slecht zijn dat ze zich gedwongen voelen en geen andere optie meer zien dan in een gammel bootje stappen en hier naartoe komen.

Wat de heer Zijlstra hier schetst, die opvang in de regio, is een vergezicht. Ik zie dat er in de begroting inderdaad geen geld voor wordt uitgetrokken. De vraag die we moeten beantwoorden, is: wat doen we in de tussentijd met de mensen die nu creperen in vluchtelingenkampen, met landen in de regio die de druk niet aankunnen? Wat doen we in de tussentijd? Hoeveel mensen zijn wij bereid om extra op te nemen, bijvoorbeeld via de UNHCR? Op dit moment zijn het er 500. 500, op die miljoenen die daar in de regio leven!

De heer Zijlstra (VVD):

Ik zie geen noodzaak om waar we die veilige regio niet hebben gecreëerd, nog eens extra mensen uit te gaan nodigen, want we krijgen ze nu met heel veel stromen binnen. Ik vind het de verkeerde benadering om te zeggen: we hebben een probleem met de aantallen immigranten die hier naartoe komen, dus als oplossing gaan we nog meer gaan opnemen. Dat lijkt mij niet de bedoeling. Onze verantwoordelijkheid is om ervoor te zorgen dat de opvang in de regio beter wordt. Er zijn kampen die best goed zijn, maar er zijn ook heel veel kampen waar het inderdaad niet prettig toeven is.

Nog even terug. Laten wij helder met elkaar vaststellen dat wij een verplichting hebben vanuit vluchtelingenverdragen om mensen bescherming te bieden, om ze een veilige plek te bieden. Als mensen vanuit een opvangkamp hier naartoe komen, omwille van het perspectief dat Europa biedt en de kansen die hier liggen, dan snap ik dat als de beste. Ik zou waarschijnlijk dezelfde keuze maken. Dat is echter iets anders dan bescherming bieden. Die bescherming hebben ze daar al. In hun geval is er geen noodzaak vanuit het vluchtelingenprobleem om hier naartoe te komen.

Daarom moeten we ervoor zorgen dat de opvang in de regio beter wordt, zodat ze hier ook niet naartoe hoeven te komen. We hebben wel een plicht om dat te verbeteren. Dat is wat er in de kabinetsbrief staat en dat vind ik ook terecht. We moeten ophouden die dingen door elkaar te halen en we moeten ophouden te denken dat de mensen die hier naartoe komen, dat doen omdat ze hier bescherming nodig hebben. Bescherming hadden ze namelijk vaak al in de regio gevonden.

De heer Klaver (GroenLinks):

We moeten uit de illusie ontwaken dat mensen hier voor hun plezier naartoe komen. We moeten uit de illusie ontwaken dat we iedereen en alles kunnen opvangen in de regio. Het feit is dat mensen daar op dit moment creperen. De Wereldvoedselorganisatie heeft de voedselhulp — dat is wat mensen te eten krijgen — met een derde teruggebracht. 80% van de kinderen in die kampen kan niet naar school. Hoe kun je dan spreken over veiligheid? Hoe kun je dan zeggen: het is eigenlijk prima geregeld in de regio, ik snap er geen bal van dat ze doorstromen naar Europa? Het feit blijft het volgende. Zelfs als het je ideaal is om al die mensen in de regio op te vangen, dan is dat niet binnen nu en volgend jaar — niet eens binnen vijf of misschien wel tien jaar — geregeld. De vraag die we ons moeten stellen is dan ook: blijft het bij loze woorden en de opmerking dat we het allemaal heel erg zielig vinden voor die vluchtelingen? Of zijn wij bereid om extra mensen op te nemen hier in Europa? Het cynische is: als wij ze niet zelf opvangen, als wij ze niet zelf halen, dan komen ze hiernaartoe, op die gammele bootjes. Dan blijven er mensen verdrinken en de dood vinden op een vlucht naar de vrijheid. Dat is een keuze die wij hier met elkaar maken.

De heer Zijlstra (VVD):

Precies om die reden hebben wij ons plan ingediend. Wij hebben dat gedaan om ervoor te zorgen dat zij dat niet hoeven te doen omdat zij in die regio worden opgevangen. Ik zeg het de heer Klaver na, want daarover zijn wij het eens, dat we die kampen wel moeten verbeteren. Daar zijn wij het over eens. Dan komen die mensen niet vanwege een gebrek aan voedsel deze kant op. De veiligheid en de bescherming van mensen die gevlucht zijn uit een land van oorlog waar zij vervolgd worden, is vaak wel aanwezig. De leefomstandigheden kunnen echter een stuk beter. Daarom is het goed dat we die richting opgaan. Dat is namelijk wat wij gaan doen. Daarmee voorkomen we dat ze in die boot gaan stappen en daarmee voorkomen we dat ze in de handen van mensensmokkelaars vallen. Daarmee voorkomen we al die ellendige beelden.

De voorzitter:

Opnieuw, voor de vierde keer.

De heer Klaver (GroenLinks):

Laat ik even meegaan met de heer Zijlstra. Stel je voor dat hij er gelijk in heeft dat we de omstandigheden daar kunnen verbeteren. Dan is dat niet volgend jaar gebeurd en zelfs niet binnen nu en een periode van vijf jaar. Dat is precies mijn vraag aan de heer Zijlstra: accepteren wij, en accepteert de VVD, dat de komende vijf jaar mensen hiernaartoe blijven komen met gevaar voor eigen leven? Accepteren wij beelden van kinderen die sterven aan de kust van de Middellandse Zee omdat wij ze niet zelf ophalen en wij hen geen veilige vluchtmogelijkheden bieden? Dat is de consequentie van het plan van de VVD.

De heer Zijlstra (VVD):

Juist niet. De consequentie van dat plan is dat mensen niet meer op een boot hoeven te stappen. Dit is inderdaad niet van vandaag op morgen geregeld. Ik zou het graag willen, maar dat is een illusie. Dit gaat enige tijd kosten. De grootste economische macht ter wereld, Europa, heeft het echter omarmd en dan kunnen we veel bergen verzetten. Het gaat dus lukken. In de tussentijd heeft het kabinet in Europees verband gezegd: omdat het probleem nog niet is opgelost, gaan wij akkoord — ook de VVD — met de herverdeling van vluchtelingen die al hiernaartoe zijn gekomen. Die verantwoordelijkheid nemen wij ook voor de korte termijn. Daar lopen wij niet voor weg.

De heer Pechtold (D66):

Het is zo zonde dat de VVD zich elke keer gijzelt in haar eigen illusie en dat de oplossing pas zoveel later beschikbaar komt. In alle stukken las ik wel een heel positief bericht: er komt nu gelukkig een humaan beleid voor de uitgeprocedeerde asielzoekers. De VVD stemt daarmee in. Dat klopt toch?

De heer Zijlstra (VVD):

Wij zijn altijd voorstander geweest van een humaan beleid voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Dat is namelijk terugkeer.

De heer Pechtold (D66):

Mij verbaast dan dat in de begroting een bedrag is opgenomen van ruim 10 miljoen eenmalig en voor de komende jaren 20 miljoen per jaar voor de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers. Het gaat meen ik om zo'n 1.000 gevallen; het kabinet is er bijna op gévallen. Dat komt neer op €20.000 per uitgeprocedeerde asielzoeker. De steden krijgen weer de kans om ze op humane wijze op te vangen, zoals zij dat al doen, zolang het uitzetbeleid niet werkt. Het staat toch gereserveerd in de begroting? Het gaat om 10 miljoen eenmalig en 20 miljoen voor de komende jaren, ieder jaar.

De heer Zijlstra (VVD):

Dat is toch geen verrassing? Dat stond ook in de brief die we dit voorjaar hebben gestuurd over de wijze waarop we het beleid voor terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers gaan verbeteren. Wij hebben afgesproken dat op een aantal plekken binnen de termijn van een beperkt aantal weken geproefd zal worden of mensen echt willen meewerken aan terugkeer. Als dat zo is, dan krijgen zij die opvang tot het moment van terugkeer gerealiseerd is. Dat is het beleid dat we gaan uitvoeren. Wij hebben toen gezegd: dat kost ook wat geld. Dat zet je dan ook in de begroting. Ik weet niet waar de verrassing vandaan komt, want deze zagen we volgens mij aankomen.

De heer Pechtold (D66):

De verrassing zit hem erin dat de Justitiebegroting één grote gatenkaas is, maar het toch gelukt is — en ik ben daar alleen maar blij mee — om de kramp waar de VVD in zat en de gijzeling waar de PvdA in zat, te doorbreken. Als je geld ervoor uittrekt, zoals verschillende instanties verordonneerd hebben, en je dat in de begroting zet, met ook nog eens 20 miljoen per jaar voor de komende jaren, dan accepteer je dat die burgemeesters en steden de bed-bad-brood op een fatsoenlijke wijze regelen zolang het rijksbeleid tekortschiet. Een begroting vol gatenkaas, maar dit is goed geregeld. De VVD is door de pomp. Ik wil de concrete plannen dan ook graag snel zien.

De heer Zijlstra (VVD):

Interessante conclusies, maar wederom niet juist. Volgens mij is de staatssecretaris — die vraag kunnen we stellen — nog samen met de VNG aan het bespreken hoe we dit gaan vormgeven. Hoe gaan we ervoor zorgen dat meer mensen zullen terugkeren op de manier zoals besproken in een uitgebreid debat in dit huis? Namelijk: vaststellen — niet op dag één — of men wil terugkeren, enige tijd geven, na een beperkt aantal weken, om die term toch nog maar eens te gebruiken, vaststellen of men echt wil meewerken en als men echt meewerken, krijgt men voorzieningen, tot het moment dat men daadwerkelijk is vertrokken. Als blijkt dat men niet meewerkt, wordt men alsnog uitgezet. Dat is heel iets anders dan de huidige bed-bad-broodregelingen en dat is ook de kern van de oplossing van het kabinet en van het voorstel dat het kabinet ongetwijfeld in het najaar zal doen. Dan moet het er wel eerst uit zijn met de VNG. Dat staat immers ook in de brief: op 1 november willen we een akkoord hebben met de VNG, anders stopt de financiering van de bed-bad-broodregelingen.

De voorzitter:

Ik stel voor dat u verder gaat met uw betoog.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik had het al over de bedreigingen in de wereld en de instabiliteit. Die bedreigingen komen soms akelig dichtbij. Iedereen die nu in een Thalys naar Brussel of Parijs stapt, zal toch even denken: hm, wat gebeurde er ook alweer in augustus? Dat gevaar laat niemand onberoerd, ook mij niet. Hoe hard onze veiligheidsmensen ook waken over onze veiligheid, dag en nacht, de kans op aanslagen blijft. Dat zorgt voor angst en onzekerheid. Iedereen weet dat je risico's nooit helemaal kunt uitsluiten. Veiligheid is een kerntaak van de overheid, dus mogen mensen van politici verwachten dat we maatregelen nemen. Het kabinet is zich daarvan goed bewust en handelt in de ogen van de VVD op een evenwichtige wijze. Onze veiligheidsdiensten, onze ogen en oren in de strijd voor veiligheid, krijgen er meer dan 100 miljoen bij. Na de extra 100 miljoen van vorig jaar, krijgt Defensie er structureel bijna 400 miljoen bij. Ik geef toe, er is nog meer nodig. Het tij van het veronachtzamen van onze veiligheid is nu echter voorgoed gekeerd.

Dat is nodig, want de wereld is in beweging, letterlijk. De wereldbevolking groeit explosief. De grootste groei doet zich voor in onze achtertuin, in Afrika en het Midden-Oosten. De komende decennia verdubbelt de bevolking daar. De grootste bevolkingsgroei ooit, met grote gevolgen. Die bevolkingsgroei vindt immers plaats in de context van toenemende instabiliteit, van toenemende onveiligheid en een gebrek aan mogelijkheden om in het eigen land een mooi leven op te bouwen. Dat zet miljoenen mensen in beweging. We zien het begin van een volksverhuizing, met Europa als bestemming. Wij als politici hebben de belangrijke opdracht om grip te krijgen op die beweging. Het is geen optie om te berusten en te zeggen dat er geen oplossing is. We moeten buiten de gebaande paden durven te treden. We moeten dat doen om dit probleem het hoofd te bieden. Dat mag Nederland van ons verwachten en dat mogen al die vluchtelingen van ons verwachten. Politieke partijen die dat niet aandurven, zijn hun bestaan niet waard.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik heb een vraag over veiligheid en Defensie. De heer Zijlstra zegt dat er structureel bijna 400 miljoen naartoe gaat. Dat is natuurlijk de mooie kant van het verhaal. Over wat er het komende jaar bijkomt, heeft de generaal van de Landmacht echter gezegd dat bijvoorbeeld de Nationale Reserve nog steeds zo'n beetje moet worden wegbezuinigd. Ik waardeer het dat er wat geld bijkomt, dat is goed. Maar is de opdracht niet meer het doel in plaats van die 100 miljoen meer of minder? Moeten we niet tegen Defensie en tegen al die reservisten zeggen: u doet goed werk, u blijft? Moeten we niet bereid zijn om daarvoor de middelen beschikbaar te stellen?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik gaf niet voor niets al aan dat er nog meer nodig is. Dit was naar mijn mening het maximaal haalbare in deze begroting. Als VVD zullen we ook bij volgende begrotingen onze verantwoordelijkheid nemen. Welke invulling de minister daaraan geeft, laat ik aan het kabinet. Het kabinet regeert en de Kamer controleert. Het antwoord op de kernvraag van de heer Buma, namelijk of er niet meer nodig is, is: ja.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik denk terug aan de motie-Van der Staaij van vorig jaar waarin het kabinet de opdracht kreeg om ervoor te zorgen dat Defensie op orde kwam. Wat mij betreft is volgend jaar te laat. Het gaat er nu al om de nog bestaande gaten te vullen. Daarvoor zullen we zelf ook al voorstellen doen, maar ik hoop dat de VVD en straks het kabinet echt zullen meedenken over de vraag hoe we die problemen op de korte termijn kunnen oplossen. We moeten namelijk echt af van een Defensie die alleen nog maar bezig is met bezuinigingen op de korte termijn die slecht zijn.

De heer Zijlstra (VVD):

Die veiligheid is belangrijk. Dat zeg ik niet alleen vandaag. Die tragische beelden van de migratiecrisis hebben we niet alleen de afgelopen weken gezien. Het was maanden geleden, eigenlijk jaren geleden, ook al duidelijk dat er iets moest gebeuren. De VVD stelde dit voorjaar voor om het probleem structureel op te lossen. De kern van het plan was dat we echte vluchtelingen in de regio bescherming bieden. Daar bieden we een veilige plek, met als consequentie dat er in Europa voor deze mensen geen recht op asiel meer is. Daarmee bieden we echte vluchtelingen veiligheid en dammen we de toenemende migratiestroom richting Europa en Nederland in. Cynisme en hoon vielen de VVD ten deel toen zij deze oplossing presenteerde. Het probleem was volgens sommigen onoplosbaar. Maar als ik als vader beelden zie van kinderen die verdronken zijn, wil ik niet accepteren dat zo'n probleem onoplosbaar is. We moeten hier als politiek een antwoord op hebben.

Ik begrijp namelijk heel goed dat mensen uit Afrika, het Midden-Oosten of andere onveilige delen van de wereld naar Europa willen komen. In hun positie zou ik waarschijnlijk hetzelfde willen doen. Dat is precies waar gewetenloze mensensmokkelaars gebruik van maken. Zij maken gebruik van het gegeven dat iedereen in Europa voor asiel in aanmerking komt. Als we daar niks aan doen, dan zullen de beelden van zinkende bootjes ons blijven achtervolgen. Dan zullen mensen uit Afrika en het Midden-Oosten hiernaartoe blijven komen. Veel mensen realiseren zich dat en verwachten van de politiek een antwoord. Daarom ben ik blij dat het kabinet vorige week heeft gekozen voor een heldere lijn. Het kabinet zegt klip-en-klaar dat er veilige opvang van asielzoekers in de eigen regio moet komen. Wanneer een veilige opvang wordt geboden is opvang in Europa niet meer nodig. Het kabinet is duidelijk: in dat geval is er in Europa dus geen recht meer op asiel. Zij die desondanks toch het grote risico nemen en een mensensmokkelaar inhuren, worden meteen teruggebracht naar de veilige haven in de eigen regio. Hiermee vernietigen we het cynische bedrijfsmodel van de mensensmokkelaars. Hiermee voorkomen we dat nog vele, vele duizenden mensen onnodig verdrinken en de migratiestroom oncontroleerbaar groot wordt.

Laten we onszelf alsjeblieft niet voor de gek houden. Het zijn ook de terroristen van IS en hun handlangers die grof geld verdienen aan mensensmokkel. Het zijn de terroristen van IS en hun handlangers die hun terreur mede financieren met de opbrengsten van de mensensmokkel. Daarmee zorgen ze voor meer ellende en voor meer vluchtelingen. Het zijn de terroristen van IS en hun handlangers — we hadden er net nog een debatje over — die ook nog tikkende tijdbommen tussen de vluchtelingen deze kant opsturen. Dan zullen wij als politici daadkracht moeten tonen, zowel hier in Den Haag als in Europees verband. We kunnen allerlei bezwaren blijven aandragen en allerlei beren op de weg blijven zien en daarover blijven praten, maar we kunnen als politiek ook de mogelijkheden proberen te zien. Laten we de handen nu eens ineenslaan. Niets is onmogelijk. Zes maanden geleden presenteerden wij een plan dat voor velen van ons onmogelijk was. Vorige week werd dat kabinetsbeleid en afgelopen maandag ging de Europese Raad akkoord. Niets is onmogelijk. Wij kunnen wel degelijk grip krijgen op dit probleem. Wij kunnen de mensensmokkelaars wel degelijk de wind uit de zeilen nemen en menselijke drama's voorkomen. Wij kunnen wel degelijk de controle herpakken over ons migratiebeleid en vluchtelingenstromen indammen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Het blijft fascinerend wat ik hier hoor, want deze tekst had van a tot z nog kunnen worden uitgesproken door de heer Klaver. Hij zegt exact hetzelfde. Ik zie hem ook al naar voren komen. De heer Klaver zegt dat we de wereld zo mooi moeten maken dat vluchten niet meer nodig is. Dat is wat de heer Zijlstra hier ook zegt. Dat vinden we allemaal. De heer Pechtold gaf al aan dat de heer Zijlstra vervolgens niets doet om dat waar te maken, want de begroting laat dat helemaal niet toe. De heer Zijlstra is de enige Europeaan die meent dat er afgelopen maandag een besluit is genomen op de Europese top. De heer Zijlstra is de enige Europeaan die meent dat er afgelopen maandag tijdens de Europese Top een besluit is genomen.

Tot slot: ook in deze inbreng komt het toverwoord er weer niet uit: de grenzen gaan dicht. Ik help de heer Zijlstra herinneren aan die grote leugen in het stuk waaruit hij zojuist citeerde. "Alle Europese lidstaten zullen hetzelfde asielbeleid moeten hanteren." Daar zijn wij het allemaal wel mee eens. "Er zijn geen asielaanvragen meer mogelijk binnen Europa ..." Dit "niet meer mogelijk" heeft de heer Zijlstra net al genuanceerd tot: het kan wel maar de aanvraag wordt afgewezen. Maar nu komt het: "… en de Europese buitengrenzen gaan dan ook echt dicht." Dat heeft de heer Zijlstra nu niet gezegd en dat is heel slim, want ze gaan niet echt dicht.

Mijn enige vraag is: wees nu eens eerlijk en erken dat nu eens.

De heer Zijlstra (VVD):

Wij kunnen het hele debat opnieuw gaan doen, maar ik geef een korte samenvatting. Op het moment dat het plan wordt uitgevoerd dat ik net heb toegelicht, en de veilige havens zijn gecreëerd, hoeven mensen deze kant niet meer op te komen. Als zij wel komen, is hun aanvraag niet ontvankelijk en gaan ze meteen terug. Dan heb je de grenzen niet fysiek afgesloten, maar je hebt die situatie wel feitelijk gecreëerd. De heer Buma wil het kennelijk niet begrijpen, prima, maar wij gaan voor die oplossing omdat het de enige manier is om ervoor te zorgen dat wij de vluchtelingenstroom onder controle krijgen en om te voorkomen dat mensen verdrinken in de Middellandse Zee. Als de heer Buma dat niet wil zien, prima, maar dan hoor ik graag hoe hij het wil oplossen, want hij heeft kennelijk nog een briljante gedachte.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Had ik die maar, want wij zoeken allemaal naar een oplossing. Zoals de heer Zijlstra het nu weergeeft, is het precies de tekst van Jesse Klaver: laat het ons lukken om niemand naar Europa te laten komen zodat hier geen aanvragen meer hoeven worden ingediend. Volgens mij delen wij dit doel allemaal. Volgens mij wordt breed gedeeld dat wij opvang in de regio mogelijk moeten maken — en de bron aanpakken, zeg ik daarbij — maar er is een verschil: die lariekoek van wij stoere VVD'ers gooien de Europese grenzen dicht, is niet waar. Graag dus erkennen.

De heer Zijlstra (VVD):

Conclusie 15 van de Europese Raad van afgelopen maandag was heel helder. Daar staat dit precies is, namelijk dat Europa veilige havens zal creëren en dat daarmee asielverzoeken in Europa door de lidstaten niet ontvankelijk kunnen worden verklaard. Die keuze is er dan; je kunt dat dan dus doen. Dat is heel wat anders dan de heer Klaver zegt. De heer Klaver is van mening dat wij hier meer mensen naartoe moeten halen en in een asielprocedure brengen. De VVD zegt: nee, wij creëren veilige havens in de regio, daar bieden wij bescherming, dan heeft het geen enkele zin meer om hiernaartoe te komen en als u dat wel doet, gaat u terug. Dat is heel iets anders.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Zijlstra (VVD):

Het CDA wil het kennelijk niet begrijpen en dat zegt veel over de oplossingsgerichtheid van het CDA. Het zou goed zijn als het CDA zou meewerken aan deze oplossing, als zij mee wil helpen om dit grote probleem aan te pakken. Dit is geen politiek gekissebis, dit is zo groot dat wij met zijn allen de handen ineen moeten slaan.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Zijlstra.

De heer Roemer (SP):

Ik ga een poging doen. Ik was blij verrast met de opmerking van de heer Zijlstra aan het begin van zijn betoog dat wij vooral moeten kijken naar de oorzaken van het op de vlucht slaan van mensen. Dat is natuurlijk probleem nummer één. Als er redenen zijn om te vluchten, komt daar een heleboel achteraan. Ik heb ook met veel verrassing gelezen — voordat ik te enthousiast word, hoop ik dat de heer Zijlstra dat nog eens toelicht — dat hij heeft gezegd dat wij moeten nadenken over al dat militaire ingrijpen. Hij heeft zelfs gezegd dat het ingrijpen in Irak niet goed is gegaan en dat wij daar niet over hebben nagedacht. Wat bedoelde hij met die uitspraak?

De heer Zijlstra (VVD):

Dat is aangetoond dat het omverwerpen van een regime — dat was ook de kern van een artikel dat ik dit voorjaar heb gepubliceerd — niet per definitie leidt tot veel feestvreugde. Wij hebben dat gezien in Libië en wij hebben dat gezien in Irak waar het tot instabiliteit heeft geleid. Dat is overigens iets anders — zeg ik tegen de heer Roemer, want je moet ook een beetje teleurstelling inbouwen — dan dat wij er niet voor zijn om af en toe militair in te grijpen. Militair ingrijpen helpt ook regelmatig aan de oplossing van grote problemen. De jezidi's op de berg zijn gered door militair ingrijpen. Kobani is van IS bevrijd door militair ingrijpen. Steden als Erbil en Tigris zijn bevrijd door militair ingrijpen. Ik hoop dat Mosul volgt. Militair ingrijpen heeft dus af en toe wel degelijk zin, maar wij moeten er soms beter over nadenken. Niet omdat wij denken dat het fijn is dat wij iemand die onze waarden niet deelt, omverwerpen, maar omdat wij daar soms iemand of groeperingen voor terugkrijgen die nog erger zijn. Dat was de kern van mijn artikel en daar blijf ik voor staan.

De heer Roemer (SP):

Ik denk dat wij elkaar hierin voor een deel wel kunnen vinden. Bij Irak is inderdaad niet nagedacht. Er is niet nagedacht over de vraag wat het betekent voor de bevolkingsgroepen die overblijven als de een de ander gaat overbluffen en de ander geen kansen meer krijgt. Dan creëer je zoiets als een ISIS. Ik ben heel erg benieuwd wat dit zal betekenen in de toekomst, als wij weer gaan spreken over bombardementen of over een militair ingrijpen met geweld zonder dat er überhaupt een politieke oplossing voorhanden is. Die twee kunnen niet samen. Ook de SP-fractie heeft missies gesteund, als dat ging of als er een genocide aan zat te komen. Dan moet je kunnen ingrijpen. Is de VVD het met de SP eens dat militair ingrijpen zonder een fatsoenlijke politieke oplossing onmogelijk is?

De heer Zijlstra (VVD):

Nee, daar ben ik het niet mee eens. De voorbeelden die ik net gaf, tonen juist aan dat je soms militair moet ingrijpen terwijl er nog geen politieke oplossing is voor het totaalprobleem. Het "totaalprobleem" Syrië, een vreselijk woord, is zo enorm complex dat wij dat niet zomaar even vanuit het Westen oplossen omdat wij daar een beeld bij hebben. Daar zijn de heer Roemer en ik het onmiddellijk over eens. Dat wil niet zeggen dat je in Syrië niks hoeft te doen of moet doen. Het kan zo zijn dat je wel wat moet doen. Kijk naar Kobani, kijk naar de jezidi's. Dan zal de VVD altijd haar verantwoordelijkheid nemen en instemmen met een dergelijke missie.

De heer Roemer (SP):

Dan valt mij de zelfreflectie van de VVD op dit terrein toch een beetje tegen. Dat is erg jammer, want militair ingrijpen zonder politieke oplossingen zal altijd leiden tot nieuwe conflicten. Wie moet je steunen? Wie moet je bombarderen? 80% van de slachtoffers komt van het regime van Assad. Wie gaan wij nu ondersteunen? Waar gaan wij met ons leger en met onze wapens naartoe?

Ik heb nog een andere vraag. Sorry, maar ik ben heel erg getriggerd en gespitst op het wegnemen van de oorzaak. In zijn betoog, waar ik echt met belangstelling naar heb geluisterd, sprak de heer Zijlstra ook over mensen op de vlucht in Afrika. Hoe wil de heer Zijlstra dat voor elkaar krijgen? Wij weten immers dat mensen daar door armoede op de vlucht slaan en dat wij tien keer meer geld uit Afrika halen dan dat wij in de vorm van ondersteuning aan Afrika geven. Welke kansen krijgt Afrika als wij het alleen maar leeg blijven roven?

De heer Zijlstra (VVD):

Gaat het om de oorzaken van de vluchtelingenstroom en het aanpakken bij de bron, dan spreek ik over het opvangen in de regio. Zorg dan ook voor een goede opvang in de regio. Ik denk aan de voorbeelden die de heer Klaver gaf, van mensen die een kamp zitten maar doorreizen omdat er geen voedsel is. Dat moeten wij weg gaan nemen. Dat is het bij de bron aanpakken van de vluchtelingenstromen. Ik zal eerlijk zeggen dat ik niet de illusie heb dat wij de wereldvrede weten te bewerkstelligen. Ik weet niet meer wie dat zei; naar ik meen, was het de heer Buma. Dat zou pas echt aanpakken bij de bron zijn. Conflicten zijn er en zullen er zijn. Armoede zal er, helaas, ook zijn. Er zal ongelijkheid blijven. Als mensen daarom op de vlucht slaan en de veiligheid is in het geding — dat is de reden waarom wij in de vluchtelingenverdragen mensen bescherming bieden — dan moeten wij die bescherming bieden, en ook goed. Dat is de kern. Wij moeten niet proberen alle problematieken in de wereld in dit kader mee te nemen, want dan weet ik één ding zeker en dat is dat het dan zo complex wordt dat wij helemaal niks meer oplossen.

De heer Roemer (SP):

Het kleine beetje optimisme dat ik had, is al weggeslagen. Dat is jammer. Ik had echt gehoopt dat wij elkaar op dit punt zouden vinden. Als Nederland vooroploopt om bedrijven die in Afrika produceren, via constructies zo veel belastingvoordeel in Nederland te geven dat zij daar geen belasting betalen, dan houden wij die landen arm. Dan zullen mensen op de vlucht blijven. De VVD geeft dus niet thuis om die oorzaken aan te pakken. We zien na vijftien jaar ingrijpen en bombarderen in het Midden-Oosten dat dat alleen maar contraproductief heeft gewerkt en dat de stabiliteit verder weg is dan ooit. De VVD weigert dat te erkennen. Ik ben bang dat zo de vluchtelingenstroom in de komende jaren wel blijft aanhouden.

De heer Zijlstra (VVD):

Even iets over dat laatste punt: ik en de VVD hebben helder aangegeven dat je altijd eerst goed moet nadenken voordat je de keuze maakt om, bijvoorbeeld, een regime te proberen te veranderen. Als je niet weet wat je daarvoor terugkrijgt, kun je namelijk een nog groter probleem creëren. Ik denk dat we het daarover eens zijn, dus enig optimisme mag de heer Roemer nog wel hebben. Maar over bepaalde zaken zijn we het niet eens. Ik vind dat Nederland de verantwoordelijkheid heeft om in te grijpen, ook als er nog geen politieke eindoplossing in zicht is, bijvoorbeeld in situaties van mensen in nood, zoals de jezidi's die echt met een genocide worden bedreigd of als IS op het punt staat om in een stad als Kobani grote gruweldaden te verrichten. Nederland zal, alles afwegende, dus de voor- én nadelen, zijn verantwoordelijkheid om in te grijpen dan ook nemen. Ik zeg niet: dat doen we dan sowieso niet. Ik zeg wel dat we altijd de bereidheid hebben om dat te doen, maar of we het doen, hangt af van de omstandigheden.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

De VVD heeft aangegeven dat ze de grens niet wil sluiten. De VVD heeft ook aangegeven dat ze geen permanente grenscontroles wil instellen. Is de VVD dan op zijn minst bereid om ontmoediging een onderdeel van het beleid te laten uitmaken, net zoals de Denen doen, door het halveren van de toelages voor asielzoekers, door recreatieve cursussen niet meer te betalen, door mensen geen voorrang meer te geven bij het vinden van een huis, maar ook door in de landen waar zij doorheen reizen, actief aan te geven dat Nederland geen plek is om naartoe te komen?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik weet niet hoe dat laatste zou moeten worden vormgegeven: actief aangeven in de landen waar men doorheen reist, dat Nederland ... ?

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ja, zoals de Denen doen, middels folders. Ze sturen mensen daarnaartoe en geven aan dat Denemarken geen plek is waar ze permanent naartoe moeten komen, en dat ze er überhaupt niet naartoe moeten komen. Bent u bereid om datzelfde beleid van ontmoediging dat de Denen voeren, onderdeel te laten worden van het Nederlandse beleid?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik heb niet de indruk dat dat erg succesvol is. Ik weet ook niet hoe we dat moeten gaan doen. Gaan we dan een vliegtuigje boven de mensen laten vliegen en daar folders uit gooien? Wat mij betreft gaan we échte oplossingen verzinnen: we gaan ervoor zorgen dat die mensen hier niet meer naartoe komen. Dát is een echte oplossing. En de mensen die hier al wel naartoe zijn gekomen en zijn binnengekomen, vangen we netjes op en gaan we toetsen. Als ze met een vals paspoort aankomen, het punt van de heer Wilders, dan worden ze afgewezen en gaan ze terug naar het land van herkomst. Dat hebben we altijd gedaan en dat blijven we doen.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Juist om te voorkomen dat die mensen hiernaartoe komen, is ontmoediging verstandig, zoals de Denen ook doen. Dat hoeft niet met vliegtuigjes. Je kunt gewoon mensen daarnaartoe sturen en hen laten aangeven dat men niet welkom is in Denemarken of, in ons geval, in Nederland. Je kunt in Nederland aangeven dat het wat minder florissant wordt, bijvoorbeeld door de toelages te halveren. Er zijn nu gezinnen die €800 per maand krijgen. Ik vind dat erg veel, zeker in vergelijking met Nederlandse mensen die aan de onderkant zitten. Die mensen krijgen hier nog steeds voorrang bij het vinden van huizen. Dat beleid kan ook worden gevoerd in Nederland. Het ontmoedigt mensen om hiernaartoe te komen. Is de VVD bereid om dat onderdeel te laten uitmaken van het Nederlandse beleid, in navolging van de Denen?

De heer Zijlstra (VVD):

Als er zich problemen voordoen, is de VVD altijd bereid om daarvoor een oplossing te verzinnen. Toelages waren bijvoorbeeld in Duitsland een probleem. De president van Servië heeft de Duitse regering op een gegeven moment bijna gesmeekt om een halvering van die vergoedingen, omdat hij hele groepen mensen uit Kosovo in zijn land kreeg die alleen maar vanwege die vergoeding naar Duitsland kwamen. Als zich dat soort situaties voordoen, denk ik dat alle partijen in dit huis er de redelijkheid van zullen inzien dat we dat niet moeten uitlokken. In Nederland is dat niet aan de hand. Als het wel aan de hand is, zullen we daar ongetwijfeld met het kabinet uitkomen en het oplossen. En als grenscontroles nodig zijn, voeren we die in. Dus als dat nodig is.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zie in dit debat bijna een overeenkomst tussen de heer Roemer en de heer Zijlstra: het verschil tussen woorden en werkelijkheid is ontzettend groot. We hadden een interruptiedebatje met de heer Roemer over wat er wel en niet in de tegenbegroting stond, en of dat aansloot bij de ambities. Nu debatteren we niet over de tegenbegroting, maar over de begroting van een kabinet dat wordt gesteund door de VVD; er zit hier immers een VVD-kabinet. Ik merk op dat er geen extra geld wordt uitgetrokken voor opvang in de regio, maar minder. Het budget dat nodig is om die opvang in de regio te realiseren, is in 2016 130 miljoen lager. In hoeverre correspondeert dat met de ambitie van de VVD om meer te doen aan opvang in de regio?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik gaf al eerder aan dat het kabinet vorige week een beleidswijziging heeft voorgesteld. Sorry voor dit technische verhaal, maar het is nu eenmaal zo. Toen was de begroting rond. Het kabinet heeft vorige week een majeure verandering doorgevoerd. Ik ga ervan uit dat die majeure verandering ook een vertaling krijgt in het beleid en in de financiële stromen die plaatsvinden. Ik hoor graag van het kabinet, evenals de heer Klaver, hoe het dit gaat vormgeven. Het lijkt me echter een beetje moeilijk voor een kabinet dat tot vorige week die lijn niet had, om in een week de hele begroting te herschrijven, want die was al klaar. Een en ander legt wel een verplichting op.

De heer Klaver (GroenLinks):

De heer Zijlstra weet dat ik niet vraag om de begroting te herschrijven. Het kan heel goed dat er een supplement wordt toegevoegd of dat er een brief wordt geschreven, waarin heel simpel wordt aangegeven hoe we dit gaan verschuiven. Er worden namelijk keuzes gemaakt en daarom spreken we nu over het geheel, de Algemene Politieke Beschouwingen. Als de heer Zijlstra zegt dat dit uiteindelijk zijn beslag krijgt in het beleid en in de begroting, wil ik het kabinet vragen dat om morgen met een brief te komen waarin staat op welke wijze het in de begroting uitvoering geeft aan de ambities van de VVD en de ambities die het kabinet heeft omarmd. Ik hoop dat de heer Zijlstra dit met mij eens is. Hoe gaan we hier anders komend jaar echt werk van maken? Hoe kan deze ambitie die de VVD wil realiseren, anders ooit werkelijkheid worden?

De heer Zijlstra (VVD):

Het kabinet heeft in zijn brief al aangegeven dat er extra geld naartoe gaat. We zien die beweging in de begroting. Daar zit spanning, dat geef ik onmiddellijk toe. Ik hoor ook graag van het kabinet hoe het dit gaat vormgeven, maar laten we niet het beeld scheppen alsof Nederland dit in zijn eentje gaat doen. Dit is waarom het zo belangrijk is dat wij in Europa die steun hebben gekregen. We moeten het Europees fonds voor ontwikkelingssamenwerking hiervoor gebruiken. Ik vind —en nu leg ik de bal wel een beetje terug — het heel belangrijk dat wij in staat zijn om landen als Libanon en Jordanië die nu vanwege de ODA-criteria (Official Development Assistance) niet in aanmerking komen om geld naartoe te sturen, wel te ondersteunen. Ik wil dat we die discussie beslechten. Ik proef bij de heer Klaver — en daar ben ik blij mee — de bereidheid om daarnaar te kijken om dit probleem ook daadwerkelijk te kunnen aanpakken.

De voorzitter:

Mijnheer Klaver, uw vraag heeft betrekking op de begrotingscontrole van de Kamer. Ik ga ervan uit dat er een nota van wijziging komt als er een ingrijpende verandering in de begroting is. De vraag die u beiden eerder hebt gesteld, zie ik als een vraag aan het kabinet. Er komt dan een later moment waarop we alsnog daarover kunnen debatteren.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter, mijn verzoek via u is om die dan voor morgen te ontvangen, voordat het kabinet overgaat tot de beantwoording. Misschien neemt u dit verzoek niet serieus, maar we spreken hier over de totale begroting. Als je nu nog tussen begrotingsposten wilt schuiven, moet dit nu gebeuren. Straks zijn de Financiële Beschouwingen namelijk. We moeten er een debat over kunnen voeren. Daarom doe ik via u het verzoek om met een nota van wijziging te komen.

De heer Pechtold (D66):

Ik heb er niet zo'n moeite mee als de fractievoorzitter van de VVD in zijn eigen maakbare wereld blijft hangen, maar ik vind het zo zonde dat in de tussentijd mensen op het verkeerde been worden gezet en kostbare momenten voorbijgaan waarin we de vluchtelingenproblemen kunnen oplossen. Zojuist zei de heer Zijlstra weer iets bijzonders. Hij zei dat we weer grenscontroles zullen invoeren als de maatregelen niet werken. Hij suggereerde daarmee dat je met grenscontroles mensen tegenhoudt. Maar dat kan toch niet?

De heer Zijlstra (VVD):

De heer Pechtold refereert aan mijn debatje met de heer Van Klaveren. Daarin was mijn opmerking op zijn plaats. Als landen om ons heen, zoals Duitsland nu, dat soort maatregelen treffen, ontkom je er op een gegeven moment zelf ook niet aan om dit te doen. Ons streven, vanaf dag één, afgelopen voorjaar, is steeds geweest om een andere oplossing te verzinnen. Anders eindigen we met een Europa met gesloten landsgrenzen. Dan eindigen we feitelijk met het failliet van de Europese gedachte. Dat zou ik niet graag willen. Daarom zeg ik tegen de heer Pechtold: omarm die oplossingsrichting, want die voorkomt uw nachtmerrie. Het voorkomt dat we alle grenzen in Europa sluiten. Het voorkomen daarvan lijkt me een heel goed doel. We voorkomen grote vluchtelingenstromen naar Europa. We voorkomen de dramatische beelden op de Middellandse Zee en we voorkomen een implosie van Europa. Dit moet voor D66 toch alle reden zijn om het ermee eens te zijn?

De heer Pechtold (D66):

Ik ben het er van harte mee eens om met de wereldvrede te beginnen in het Midden-Oosten. Dat is hartstikke goed. Balkenende IV heeft het nog als een van zijn doelen opgeschreven, naast 100.000 minder gestolen fietsen. Ik kan me die prachtige prospectus nog herinneren. Het is toen ook niet gelukt. Het gaat mij erom dat de heer Zijlstra in dit debat blijft beweren dat grenscontroles volgens het Verdrag van Schengen inhouden dat de grenzen dichtgaan. Dat gebeurt niet. Dat gebeurt niet in Duitsland; dat gebeurt niet in de andere Schengenlanden. Ik wil dat de heer Zijlstra erkent dat grenscontroles, als je die al tijdelijk zou invoeren, niet betekenen dat het recht op de aanvraag van asiel stopt. Dat kan niet. Dan moet Schengen opgezegd worden. Waar of niet?

De heer Zijlstra (VVD):

Daarover verschillen we niet van mening. Dat is precies de discussie die ik met de heer Buma heb gehad. Je kunt er een hek omheen bouwen. Dan heb je de grens fysiek dichtgespijkerd, maar als iemand er een gat in knipt en er doorheen gaat, heb je nog steeds een probleem. Daarom is de oplossing van het kabinet een goede oplossing, omdat een en ander een dergelijk probleem oplevert. De heer Pechtold blijft maar praten over de beren op de weg. Dit probleem is zo groot, wat is dan zijn oplossing? Ik heb D66 vorige week horen zeggen dat het niet oplosbaar is en dat zij accepteert wat er gebeurt. Een VVD'er zal nooit accepteren dat je voor dit soort grote problemen geen oplossing probeert te verzinnen. Dat is misschien het verschil tussen D66 en de VVD.

De heer Pechtold (D66):

Het grote verschil tussen de VVD en D66 is dat je voor, tijdens of na verkiezingen geen beloftes doet die je niet waar kunt maken. De VVD beloofde ooit dat er geen geld meer naar de Grieken zou gaan. De VVD beloofde iedere Nederlander €1.000. Een staatssecretaris die Volkert van der G. zou vrijlaten, zou ontslagen worden. Ook dat is beloofd door de VVD. Nu wordt er weer een belofte gedaan. Het interesseert me niet of er nu VVD-kiezers teleurgesteld zijn — ik vind het jammer voor ze — maar ze denken nu weer dat de VVD hier een belofte doet. Grenscontroles zullen de grenzen niet afsluiten. Sterker nog — en dan heeft eerder de heer Wilders nog gelijk — dan gaan ze in datzelfde busje naar het opvangcentrum om hun recht te doen gelden.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik krijg zo langzamerhand de indruk dat de heer Pechtold überhaupt niet heeft gelezen wat er voorgesteld is. Laat het helder zijn: wij voorkomen hiermee juist dit soort problemen. We voorkomen dat mensen in zo'n bootje stappen. Dit is de oplossingsrichting die naar mijn mening gevolgd moet worden. Het is een moeilijke oplossing, dat geef ik onmiddellijk toe, maar het ik beloof daarmee niets waar ik me niet aan zou kunnen houden. Europa heeft afgelopen maandag ingestemd met het kabinetsvoorstel. Lees het maar na in conclusie 15. Dus ga nu niet die route op. Het kabinet heeft een voorstel gedaan. Het is een gewaagd voorstel, dat voor een deel nu door Europa is aanvaard. Het andere deel, namelijk dat we voor de korte termijn ook een oplossing moeten hebben, moet nog een meerderheid krijgen. Dat gaat ook lukken als ik het goed begrepen heb. Daarmee hebben we een oplossingsrichting waarmee we vooruit kunnen. Dat is niet gemakkelijk, maar gemakkelijke oplossingen voor dit soort problemen bestaan niet. De heer Pechtold mag dit voorstel niks vinden, maar laat hij dan eens aangeven wat zijn oplossing is. Dat zou hem sieren, maar op dat punt hoor ik tot op heden een oorverdovende stilte.

De voorzitter:

Ik neem aan dat de laatste vraag straks beantwoord wordt in de eerste termijn van de heer Pechtold. Een korte vraag nog. Echt kort.

De heer Pechtold (D66):

Dat zal ik doen. Als de heer Zijlstra mij niet volgt, dan zit hij te veel in zijn eigen maakbare wereld. Het lijkt verdorie wel de Justitiebegroting. De heer Zijlstra denkt: weet je wat, we halen alle stoplichten weg, we halen alle agenten weg, want we spreken af dat iedere verkeersgebruiker zich aan de regels gaat houden, en dan kun je dat allemaal weghalen.

De voorzitter:

Wat is uw vraag?

De heer Pechtold (D66):

Mijn vraag is dus: waarom speldt de heer Zijlstra mensen hier op de mouw dat de vluchtelingenstroom te stoppen is? Dat is niet zo. Je kunt het op een beschaafde manier proberen te regelen. Vier van de vijf vluchtelingen wordt daar al opgevangen. Dat moet nog beter. Als beschaafd, fatsoenlijk en rijk land faciliteer je het verblijf van dat deel van de vluchtelingen die hiernaartoe komen, totdat ze terug kunnen en je geeft ze wat te doen.

De heer Zijlstra (VVD):

Als beschaafd land zorg je dat die 97% van de vluchtelingen, die nu nog in de regio zitten, goed wordt opgevangen. Dat is ook een uitwerking van dit plan. Dat leidt ertoe dat deze mensen niet op de boot hoeven te stappen omdat ze uit de kampen kunnen vertrekken. Veiligheid, bescherming bieden, dat is de kern van vluchtelingenverdragen. Die kern zullen we in de regio gaan opbouwen en daarmee helpen we die 97% van de vluchtelingen, namelijk het deel dat al in de regio zit. Hun omstandigheden worden verbeterd en dat is een enorme stap voorwaarts. Als je een beschaafde oplossing wilt, dan moet je dit dus doen.

De heer Wilders (PVV):

Op afstand de meest opvallende uitspraak in deze Algemene Politieke Beschouwingen tot nu toe — ik denk dat ik geen VVD-fractieleider de afgelopen jaren zo'n uitspraak heb horen doen — is die welke de heer Zijlstra namens de VVD net deed, namelijk dat het sluiten van de grenzen een droombeeld is. Het sluiten van de grenzen is een droombeeld. Dat is waar de VVD op dit moment voor staat. Dat is precies de reden waarom de mensen altijd zullen blijven komen. Omdat er politici zijn, zoals mevrouw Merkel die zegt: kom maar, "wir schaffen es", het is allemaal mogelijk, kom allemaal maar hiernaartoe. En omdat er een leider van de Tweede Kamerfractie van de VVD, de heer Zijlstra, is die zegt: het sluiten van de grenzen is een droombeeld. De mensen zullen toch blijven komen want het is een verkapte uitnodiging om te komen. Als ze dan komen voor hun uitkeringen, hun Mieles en hun verblijfsvergunningen, dan kunnen ze gewoon een asielaanvraag doen. Als die dan zou worden afgewezen, gaan ze natuurlijk de illegaliteit in, want diezelfde vertegenwoordiger van de VVD zegt: illegaliteit maken we niet strafbaar. Sterker nog, die zegt: je krijgt bed, bad en brood en als je even wacht, krijg je van de VVD ook nog een generaal pardon. Dat laatste is vorig jaar nog gebeurd.

De voorzitter:

En uw vraag?

De heer Wilders (PVV):

Nee, ik heb geen vraag. Wat ik wil zeggen, is dat die mijnheer daar, de vertegenwoordiger van de VVD, gewoon de vertegenwoordiger is van een asielzoekend deel van deze wereld. Daar staat hij voor. Het is ongekend dat een VVD'er daar voor staat.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik blijf herhalen dat het droombeeld van de heer Wilders is dat als je een hek bouwt, mensen niet door dat hek heen kruipen. Welnu, ze knippen er een gat in en dan zijn ze hier alsnog. Daarom moet je ervoor zorgen dat als ze hier komen en die veilige haven er is, dat recht op asiel er niet meer is en dat mensen dan niet ontvankelijk verklaard worden en teruggaan naar die regio. Dat is de enige oplossing die werkt. Want dat hek van de heer Wilders werkt niet; daarover ben ik het met alle sprekers die dat hebben gezegd eens. Daarom moet je zorgen voor een effectief beleid waardoor mensen die hier komen, niet meer in procedure gaan en hun asielaanvraag wordt afgewezen en ze vervolgens teruggaan. Dat is de kern van het beleid en dat is goed.

De voorzitter:

Heeft de heer Wilders nu wel een vraag?

De heer Wilders (PVV):

Volgens mij ga ik over mijn eigen woorden.

De voorzitter:

Een interruptie is een vraag. Vandaar dat ik die vraag stel.

De heer Wilders (PVV):

In reactie op de heer Zijlstra nog het volgende. Kijk wat er in Hongarije gebeurt. Daar heeft men de grens met Servië gesloten. Daar komt niemand meer in. Ze kruipen ook niet onder het hek door, want als ze dat wel doen gaan ze drie jaar de gevangenis is. Dat is de wet die gisteren van kracht is geworden in Hongarije. Ze gaan nu naar Kroatië. Dat doen ze. Kijk naar het sluiten van de grenzen tussen Hongarije en Oostenrijk, of tussen Oostenrijk en Duitsland. Het werkt. Het zijn gedragseffecten en mensen zien dat. Hier in Nederland zegt een vertegenwoordiger van de grootste politieke partij, een regeringspartij, dat grenzen sluiten een droombeeld is. Ik zou het wel weten. Half Afrika komt hiernaartoe, dankzij de heer Zijlstra.

De heer Zijlstra (VVD):

Half Afrika, of wie u ook bedoelt, zal de afweging maken of men in Nederland of in welk Europees land dan ook asiel kan aanvragen, of men hier kan blijven in een langjarige procedure. Het gaat om de vraag of die bescherming hier gezocht moet worden. Dat is de boodschap die de VVD uitzendt. Zorg ervoor dat die mensen een goed alternatief hebben in de regio, zodat ze daar veilig opgevangen worden. Als ze dan toch hiernaartoe komen, hebben ze hier geen recht op asiel. Dat is een veel effectievere boodschap en een veel effectiever middel dan hetgeen de heer Wilders aangeeft. Voor de helderheid herhaal ik dat we moeten voorkomen dat we eindigen met een Europa waarin alle grenzen gesloten zijn. Toen wij dat hadden, kwamen er uiteindelijk ook mensen deze kant op. We moeten dat voorkomen, omdat daarmee de Europese gedachte eraan gaat. Ik wil daar niet eindigen; daarom is dit plan een goed alternatief. Sterker nog, voor zover ik kan overzien, is het van alle bijdragen de enige oplossing die kan werken.

Ook moet duidelijk zijn dat opvang in ons land tijdelijk is. Nu wordt er meteen een verblijfsvergunning voor vijf jaar afgegeven, maar veilige opvang in de regio zal wat ons betreft ruim binnen die vijf jaar gerealiseerd moeten zijn. Wij willen graag van het kabinet horen of het mogelijk is om de verblijfsvergunningen alleen voor een jaar te verstrekken, zodat de mensen hier niet langer blijven dan nodig is en zo snel mogelijk teruggaan naar hun eigen omgeving.

Dit alles is ook nodig om onze sociale voorzieningen overeind te houden. We moeten ons realiseren dat het toelaten van grote groepen asielzoekers gevolgen heeft voor de instroom in onze bijstand, voor het aantal beschikbare huurwoningen en voor de premies in de zorg, die nu al met moeite worden opgebracht. Het is volstrekt helder dat open grenzen en uitgebreide sociale voorzieningen niet samengaan. Als liberaal hecht ik enorm aan sociale voorzieningen; die stellen ons in staat om tegenslag op te vangen en om ons aan te passen aan een snel veranderende wereld. Liberalen hebben aan de wieg gestaan van vele sociale voorzieningen. Wij hebben altijd de verantwoordelijkheid genomen om ze tijdig aan te passen en te moderniseren. Dat mogen kiezers van de politiek verwachten. Dat heeft het kabinet de afgelopen jaren met al die hervormingen en bezuinigingen dan ook gedaan. Daardoor is ons land klaar voor de kansen die voor ons liggen. Ik zie bijvoorbeeld grote kansen in de technologische vooruitgang. Er zijn nieuwe ontwikkelingen, zoals de biogenetica, de 3D-printer of de kwantumcomputer. Wij zijn in Nederland in staat de vruchten te plukken van snelle technologische vooruitgang. Dat is ons in het verleden gelukt en dat zal ons weer lukken. Dankzij slimme uitvindingen en nog slimmere toepassingen kunnen we meer werk verzetten en creëren we ook nog eens meer banen. We zijn voortdurend in staat om ons welzijn, onze levensverwachting en de mogelijkheden om onszelf te ontplooien te vergroten Wij zijn zo ongeveer de meest productieve mensen op aarde. Wij zijn overigens ook de gelukkigste, al zijn Nederlanders ook wel geboren klagers.

Onze universiteiten en kennisinstellingen zijn van hoog niveau. De universiteit van Wageningen en onze boeren zijn in staat om de halve wereld te voeden, wat heet! We kunnen inmiddels gewassen laten groeien op grond waarop niemand anders dat nog gelukt is. We kunnen door de technologische vooruitgang de wereld beter maken. Er is gebrek aan zoet water; er is gebrek aan voedsel. Nederlandse kennisinstellingen en Nederlandse bedrijven zijn in staat om daar mooie oplossingen voor te bieden. We hebben in ons land de oplossing voor het water- en voedselgebrek in de wereld. Veel mensen zien en waarderen dat en verwachten dat de politiek dit stimuleert en dit niet in de weg gaat zitten.

Dat gebeurt echter niet. Zo hoor ik mevrouw Thieme voortdurend pleiten voor nog strengere eisen voor onze land- en tuinbouwers. Daarin is zij succesvol, want veel van haar voorstellen worden door een meerderheid van de Kamer gesteund. Daardoor wordt er echter ontzettend veel wet- en regelgeving over onze boeren en tuinders uitgestort. Dat zorgt ervoor dat onze land- en tuinbouw het erg moeilijk hebben, maar dat zorgt niet voor meer duurzaamheid, noch voor oplossingen voor het water- en voedselprobleem. Zo heb je op het door mevrouw Thieme gewenste biodynamische open veld in Spanje 60 liter water nodig om een kilo tomaten te kweken, terwijl je in het Westland voor een kilo tomaten, heerlijke Hollandse tomaten, 4 liter water nodig hebt. Wat is nu duurzamer: de Thiemetomaten uit Spanje, of de kastomaten uit ons eigen Westland? Dit soort innovatie lijkt klein, maar is heel symbolisch. Stelt u nu eens voor: de tomaat als symbool van vooruitgang en vooruitstrevendheid …

(Geroffel op de bankjes)

De heer Zijlstra (VVD):

… in plaats van stilstand en protest.

(Hilariteit)

Mevrouw Thieme (PvdD):

De heer Roemer is wel een beetje rood nu!

De heer Zijlstra dicht mij wel een grote macht toe, moet ik zeggen. Nota bene door de voorstellen van mijn kant hebben de boeren het nu moeilijk! Laten we de cijfers er even bij pakken. Elke dag moeten er zeven boeren stoppen met hun bedrijf. Dat is niet vanwege het feit dat de Partij voor de Dieren in de Kamer zit, maar dat is het resultaat van het beleid van het CDA en de VVD van de afgelopen decennia, waarmee de boeren zijn gedwongen om zo goedkoop mogelijk te produceren, zelfs onder de kostprijs. De heer Zijlstra wil heel graag een handelsverdrag afsluiten met de Verenigde Staten Dat is TTIP, waarvoor ik gisteren ook nog aandacht heb gevraagd. Dat betekent dus dat wij straks goedkope landbouwproducten uit Amerika op de Nederlandse markt en in Europa gaan krijgen. Hormoonvlees, chloorkippen, genetisch gemanipuleerde gewassen, noem maar op! Hoe kan het dat de heer Zijlstra hier pretendeert voor de boeren op te komen, terwijl hij tegelijkertijd de Amerikaanse boeren tegelijkertijd alle ruimte geeft om die rommel zo goedkoop mogelijk hier op de markt te dumpen, wat ten koste gaat van de boeren hier in Nederland?

De heer Zijlstra (VVD):

Onze boeren behoren tot de boeren met het hoogste dierenwelzijn in de wereld, met de strengste milieueisen, met de best verzorgde stallen en de best verzorgde land- en tuinbouw. Dat is een gegeven. Maar als je dat op een gegeven moment te ver doorvoert, met voorstellen voor verplichte gps-apparatuur in veewagens, brandoefeningen in varkensstallen waarbij men eerst die varkens naar buiten moet jagen, waarna men ze vervolgens weer naar binnen moet zien te krijgen. Ik weet niet hoe! Dat soort voorstellen zorgt ervoor dat de boeren het moeilijk hebben. Dan zijn we doorgeschoten, dat is de kern van mijn betoog. Die macht heeft mevrouw Thieme niet alleen. Ik zei al: dat is een meerderheid in de Kamer. Maar het zou goed zijn als die meerderheid ook eens kijkt naar wat er bereikt is en op een gegeven moment durft te zeggen: onze boeren hebben zulke grote stappen gezet; als we ze nog een stap extra laten zetten, zijn ze straks verdwenen. Dan staat die goede stal niet in Nederland, waar het dierenwelzijn wel op een nette manier is geregeld, maar dan staat die straks in … Nou, wat zullen we eens nemen? Dan staat die straks ergens in Zuid-Amerika of in het Midden-Oosten.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik denk in Oekraïne, gesubsidieerd door Nederland met 30 miljoen.

De heer Zijlstra (VVD):

En dan staat die daar. Dan is het dierenwelzijn slechter af en dan zijn we allemaal slechter af. Dat is dus waarom de VVD zegt: houd daar nu eens mee op!

Mevrouw Thieme (PvdD):

Met het Nederlandse belastinggeld wordt er op dit moment inderdaad in Oekraïne voor 30 miljoen een bio-industriestal gebouwd, mede dankzij de VVD. Waarvan akte! Ik heb geen antwoord op mijn vraag gekregen. Ik vroeg de heer Zijlstra hoe hij nu kan zeggen dat hij voor de boeren opkomt, terwijl hij tegelijkertijd met zo'n vrijhandelsverdrag als TTIP ervoor zorgt dat de boeren in Nederland moeten stoppen met hun bedrijf, omdat hier vanuit Amerika goedkope landbouwproducten op de markt worden gedumpt? Daar zijn er veel minder goede eisen met betrekking tot voedselveiligheid, milieu en dierenwelzijn. Daar hoor ik graag een antwoord van de heer Zijlstra op.

De heer Zijlstra (VVD):

Mevrouw Thieme stelt die vraag terecht nog een keer. Ik had die inderdaad niet beantwoord. Excuus daarvoor. De VVD is een groot voorstander van TTIP, juist omdat daarmee de kansen van onze boeren worden vergroot. Er komt een enorme markt bij, maar we moeten er wel voor oppassen dat we de eisen aan onze boeren niet zover opschroeven dat ze niet alleen in Europa maar straks ook in die grotere markt zo'n groot concurrentienadeel hebben dat ze het niet meer redden. Dus ik zeg: doe dat vrijhandelsverdrag, inclusief — en dat gebeurt ook —alle nette eisen rond voedselveiligheid en de voorwaarden die wij aan de landbouw en aan dierenwelzijn stellen. Open die grote markt voor de Nederlandse boeren, geef ze dat toekomstperspectief en houd ook hier de vooruitgang niet tegen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik wil de heer Zijlstra uitnodigen om met mij mee te gaan naar de boeren die zich duidelijk zorgen maken over het feit dat dit vrijhandelsverdrag er gaat komen. Wat de heer Zijlstra hier gedebiteerd heeft over hoe de stallen eruitzien en hoe de boeren aan het produceren zijn! Sorry, voorzitter, maar dat is een fractievoorzitter onwaardig.

De heer Roemer (SP):

Mevrouw Thieme heeft natuurlijk volkomen gelijk. Wat er gaat gebeuren bij het opengooien van die markt is dat we de standaarden van Amerika binnenhalen. Dan hebben de boeren in Nederland geen schijn van kans meer en al helemaal niet die boeren die met een normale veestapel een normale boterham willen verdienen. Ik wil best met de heer Zijlstra gaan kijken naar een regeltje hier of een regeltje daar, maar daar ging de vraag helemaal niet over. De standaarden in Amerika betekenen dat wij allerlei normen voor dierenwelzijn, allerlei milieukwalificaties zo ver naar beneden gooien dat wij die rommel deze kant op halen. Als boeren hier dan daarmee willen gaan concurreren, kunnen ze maar een ding doen: ook een plofkip of een chloorvarken, of hoe ze allemaal heten, gaan produceren. Als wij het met elkaar van belang vinden, mijnheer Zijlstra, dat dierenwelzijn en milieueisen op een normale standaard liggen, dan moeten wij de markt niet opengooien voor landen die daar met hun petje naar gooien.

De heer Zijlstra (VVD):

Ten eerste reageer ik op het beeld dat steeds geschapen wordt van Amerikaanse eisen die allemaal zo veel lager liggen. Die liggen op heel veel gebieden hoger dan in Europa. Dus laten we dat nu ook eens vaststellen. Ten tweede, de bezwaren die de heer Roemer noemt, waren dezelfde bezwaren die werden geuit toen het ging over de Europese Economische Gemeenschap, over samenwerking tussen landen binnen Europa om een grotere markt te creëren, om daarmee economische kansen en economische groei te creëren en om te zorgen dat de welvaart en de banen in een land als Nederland toenemen. Exact diezelfde argumenten gaan nu weer op. Dat is waarom wij dit moeten doen. De Europese economische samenwerking heeft ons enorm veel economische groei gebracht en ook TTIP gaat Europa en Nederland enorm veel brengen. Hou eens op met het doembeeld alsof Amerika een soort derdewereldland zou zijn waar ze geen eisen aan voedselveiligheid en noem maar op stellen. Daar hebben ze vaak nog strengere eisen dan hier.

De heer Roemer (SP):

Dit komt helemaal terug op wat ik in mijn betoog zei. De markt heeft geen moraal, de markt is er om zo goedkoop mogelijk geld te verdienen en winst te maken. Zeker voor arbeidskwaliteit, voor milieueisen en voor dierenwelzijn probeer je in een beschaafd land een norm te stellen. Zoals we in het verleden ook kinderarbeid hebben afgeschaft omdat wij vonden dat dat beneden de norm is. Wanneer je de markt op zo'n schaal openstelt voor landen die die normen niet kennen of die normen hanteren die veel lager zijn, importeer je dat naar Nederland. Dat betekent dat onze sector dat dus ook moet gaan doen om te kunnen concurreren. Dat betekent dus dat wij die standaarden, die wij zo op prijs stellen en die wij normaal vinden in een beschaafd land als Nederland kwijt zijn. Ga dat nu niet vergelijken met andere dingen die er niet toe doen. Het is heel logisch dat dat gebeurt, dat is de race to the bottom.

De heer Zijlstra (VVD):

Nogmaals, de markt zorgt ervoor dat we voedsel hebben. Het communistische systeem, waarbij de overheid dat moest doen heeft jammerlijk gefaald. Dus daar zorgt de markt voor. En ja, de overheid heeft als taak om daar fatsoenlijke normen aan te stellen rond voedselveiligheid en dierenwelzijn; dat gebeurt ook. Maar als er nu één land is dat op dit gebied twijfels heeft over TTIP, dan ligt dat land aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. De Amerikaanse eisen zijn op veel gebieden hoger dan de Europese. Dus voor dit pleidooi zou u eigenlijk in het vliegtuig moeten stappen en naar het Congres gaan om daar te pleiten voor het niet afsluiten van TTIP omdat de Europese eisen vaak lager zijn dan de Amerikaanse. Dus ik zeg: gooi die markt open, grijp die economische kans. Dat zal niet leiden tot een achteruitgang van onze kwaliteit van voedsel en dierenwelzijn.

De voorzitter:

Mijnheer Roemer, tot slot.

De heer Roemer (SP):

Datzelfde betoog heb ik gehoord toen de hele financiële sector moest worden opengegooid. Toen zeiden wij: minder regels bij de financiële sector, mondiaal, dat moeten wij met zijn allen doen. We hebben gezien wat voor puinzooi dat is geworden, wat voor crisis over de hele wereld. We gaan dit ook doen als wij onze normen, onze standaarden te grabbel gooien en alles hier maar binnenboord halen zodat het een race to the bottom wordt. Word wakker, niet alleen in Amerika maar vooral — zeg ik in deze Kamer tegen de VVD — word hier wakker en begin daar niet aan.

De heer Zijlstra (VVD):

Het is geen race to the bottom. Dat is wat ik elke keer zeg. Kennelijk wil de heer Roemer het niet horen, maar dat is het niet. Ik herhaal: het verhaal is vergelijkbaar met de totstandkoming van de Europese Economische Gemeenschap, namelijk het samenwerken en het creëren van een grote gemeenschappelijke markt inclusief alle fatsoenlijke normen op het gebied van voedselveiligheid en noem het allemaal maar op. Het is goed om die beweging te maken. Daar heeft Nederland, daar heeft Europa, enorm van geprofiteerd. Wat mij betreft gaan wij die economische groei, het potentieel dat in TTIP zit, ook ontginnen. Het zou zonde zijn om het niet te doen.

De heer Klaver (GroenLinks):

De vergelijking met Europa is mooi. Het is eerlijk dat de heer Zijlstra zegt dat TTIP eigenlijk het vergroten van de interne markt is. Wij zien in Europa dat wij er wel in zijn geslaagd om de interne markt te vergroten, maar eigenlijk niet om een politiek bestuur te creëren en daarmee ervoor te zorgen dat burgers nog zeggenschap houden over die interne markt. Op welke wijze gaat de heer Zijlstra garanderen dat wij zeggenschap houden over wat wij als burgers belangrijk vinden op het gebied van normen voor voedselveiligheid en de financiële sector? Als wij het in Europa al niet goed kunnen regelen, hoe garandeer je het dan als je je markt maar gelijk gaat opentrekken tot de Verenigde Staten?

De heer Zijlstra (VVD):

Volgens mij hebben wij het in Europa juist heel goed geregeld. Wat wij niet moeten doen, is het volgende. Er zijn Europese regels. In Nederland hebben wij de afgelopen jaren bovenop die Europese regels, die heel netjes en fatsoenlijk zijn, nationale Nederlandse koppen gezet. Ik heb daarvan zojuist een paar voorbeelden gegeven. Dat moet je niet doen, is mijn pleidooi. Ik pleit niet voor het afschaffen van de regels in Europa; die zijn heel goed. Die gelden voor ons allemaal. Als wij het straks met Amerika samen doen, gelden ze ook voor Amerika. Wat wij niet moeten doen, is zeggen: wij gaan hier nog wat extra doen en wij gaan daar nog wat extra doen. Dat doen wij te vaak in dit huis. Dan plaats je onze bedrijven en onze boeren in een achterstandspositie en daar moeten wij mee ophouden.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dat is nu precies het punt als het gaat over democratie. Natuurlijk, meerderheden kunnen hier veranderen in het parlement en dat is maar goed ook. Stel je voor dat er in het parlement een groene meerderheid zou komen. Dan kan ik mij zomaar voorstellen dat er heel andere eisen worden gesteld op het gebied van dierenwelzijn, voedselveiligheid, landbouw of de uitstoot van CO2. Dan moet je kunnen veranderen. Stel dat je het allemaal vastlegt, zoals de heer Zijlstra zegt: je moet er uiteindelijk niet meer van kunnen afwijken, daar moeten wij ons aan houden, want dat is goed voor ons bedrijfsleven en voor de economische groei. Dan stel je economische groei boven al die andere belangrijke waarden, zoals voedselveiligheid, het terugdringen van de uitstoot van CO2 en eerlijke handel. Dat is zonde. Daarmee schakel je democratie uit.

De heer Zijlstra (VVD):

Nee, democratie zal er altijd zijn. Als de door u genoemde meerderheid zou besluiten om heel veel extra regels vast te stellen of de landbouw het leven in dit land onmogelijk te maken, dan kan dat. Dat is democratie en daar zal ik nooit tegen zijn. Mijn pleidooi is dit. Wil je die grote markt ontginnen, de fatsoenlijke eisen die wij in Europa hebben gesteld en die straks ook breder gelden, op een fatsoenlijke manier implementeren en onze boeren, tuinders en andere bedrijven gelijke kansen geven, geef ze dan ook die gelijke kansen. Dat u daar politiek anders over denkt, snap ik, maar aanvaard dan ook de consequentie. Dan gaan sommige bedrijven verdwijnen. Dan gaan sommige sectoren verdwijnen. Die gaan niet naar landen waar het beter geregeld is. Die gaan naar landen waar het slechter geregeld is. Dan gaat het milieu achteruit. Dan gaat de voedselveiligheid achteruit. Dan gaat de duurzaamheid achteruit.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik constateer dat de heer Zijlstra zich zorgen maakt over politieke meerderheden die in de Tweede Kamer ontstaan. Hebt u nu mevrouw Thieme gebruikt om een politieke boodschap te geven, bijvoorbeeld aan uw coalitiegenoot de Partij van de Arbeid, als het om dit onderwerp gaat?

De heer Zijlstra (VVD):

Nee hoor, die politieke boodschap aan de PvdA kan ik elke week wel kwijt. Dat hoef ik niet via dit spreekgestoelte te doen.

De heer Slob (ChristenUnie):

Dan verbaas ik mij toch een beetje. U maakt zich zorgen over meerderheden die hier ontstaan, maar u bent regeringspartij. Met de Partij van de Arbeid kunt u afspraken maken. Als u dit dan echt zo belangrijk vindt en zich zorgen maakt, waarom hebt u dan geen afspraken gemaakt? Dat is soms toch wel de kortste weg, lijkt mij, als het om zorgen gaat.

De heer Zijlstra (VVD):

Zeker, en wij verschillen ook nog weleens van mening. De PvdA doet niet altijd wat ik wil en omgekeerd, al zou de heer Samsom dat graag willen. Het lukt niet altijd en dus ben je met een politieke gedachtewisseling bezig. Ik geef aan wat ik namens de VVD-fractie vind. Ik vind dit een verkeerde ontwikkeling. Dat er een meerderheid voor is, heb ik al geconstateerd. Ik vind dat die meerderheid van al die partijen eens moet gaan nadenken over de vraag of het verstandig is met het oog op de toekomst. Dat is wat ik hier betoog. U hoort meestal ook bij die meerderheid. Dus zeg ik ook tegen u: Kom op voor de boeren, kom op de tuinders en kom op voor de goede normen, maar overdrijf het niet.

De heer Slob (ChristenUnie):

De heer Zijlstra begint helemaal te glimmen, want inderdaad: dit vindt de VVD, maar de VVD heeft de mogelijkheid om afspraken te maken met de coalitiepartners, in regeerakkoorden en noem maar op. In dat opzicht heeft hij zo te horen af en toe het nakijken. Zijn er nog meer onderwerpen op zijn lijstje van zaken die hem zorgen baren, vanwege de ontstane meerderheden in de Kamer of misschien ook vanwege het feit dat de meerderheid van deze coalitie heel broos is in deze Kamer? Wij hebben het de afgelopen weken meegemaakt. Vorige week was er een debatje over vluchtelingen. Floep, was opeens een van de Kamerleden van de coalitie verdwenen. Een paar weken geleden ging het over Griekenland. Floep, was er opeens eentje van de VVD verdwenen. U was trouwens helemaal verdwenen tijdens dat debat.

De heer Zijlstra (VVD):

Nou, ik zat achterin, maar dat maakt niet uit.

De voorzitter:

Uw vraag, mijnheer Slob.

De heer Slob (ChristenUnie):

Maakt u zich nog zorgen over andere onderwerpen? Het is altijd fijn om dat even met elkaar te delen. Dan kunnen wij een beetje meeleven. Misschien kunnen wij af en toe een bijdrage leveren om een onderwerp wat verder te helpen. Dus gaat uw gang, wat mij betreft!

De heer Zijlstra (VVD):

Ik heb er wel een paar, ja, maar die ga ik niet allemaal hier noemen, anders ben ik zo door mijn spreektijd heen en dat lijkt mij weinig zinvol. Het lijkt mij toch dat politieke partijen in dit huis staan voor de meningen die zij hebben en die ook uitdragen. Ik probeer om bij de meerderheden die kennelijk iets anders vinden, een denkproces op gang te krijgen. Is wat u naar mijn mening te vaak doet, verstandig? Dat u het doet, is democratie. Dat is aan u, maar ik geef tegenover u, mijnheer Slob, en tegenover andere partijen heel helder aan dat de VVD het heel onverstandig vindt dat we hiermee naar onze mening onze land- en tuinbouwers het leven heel moeilijk maken, met als consequentie dat we straks slechter af zijn qua dierenwelzijn, slechter af qua milieu en slechter af qua duurzaamheid.

De voorzitter:

Ik stel voor dat u verder gaat met uw betoog.

De heer Zijlstra (VVD):

Dank u, voorzitter. Ik heb nog wel even.

De voorzitter:

Ja, u hebt ook nog tijd hoor.

De heer Zijlstra (VVD):

Mensen en bedrijven zijn tot veel in staat, zolang de politiek ze niet te veel in de weg zit. We zijn een klein land, maar wel een land met grote, bijna onbegrensde mogelijkheden. Dat wil ik graag zo houden. Ik hoor graag van het kabinet — de heer Slob wordt bediend — hoe het denkt de stroom aan regelgeving van de afgelopen jaren te kunnen beheersen en terug te snoeien.

Technologische ontwikkelingen en innovatie bieden veel kansen, maar ze brengen ook veel veranderingen en daarmee onzekerheden met zich. Dat leidt tot vele vragen en Nederlanders verwachten van de politiek dat we daar antwoorden op hebben. Is er straks nog wel werk voor mijn zoon of dochter? Mooi, die vooruitgang, maar betekent de komst van de robot, de 3D-printer of de quantumcomputer dat er straks heel veel banen gaan verdwijnen? Zijn die veranderingen alleen maar goed voor hoogopgeleiden of zijn er ook anderen die meeprofiteren? Dat zijn terechte vragen. Als politici moeten wij daar antwoorden op geven.

Als we naar de geschiedenis kijken, zien we dat er alle reden is om optimistisch te zijn over technologische vooruitgang, om optimistisch te zijn over de mooie kansen die de toekomst voor ons land in petto heeft. Neem de robot. Sommige politici zijn daar net zo bang voor als mensen eerder waren voor de stoommachine of voor de computer. Zij vrezen de vooruitgang. Zij zeggen dat de robot mensen overbodig maakt, maar er is geen enkele reden om de robot te vrezen, integendeel. Met de komst van nieuwe technologieën verdwijnen er altijd banen. Dat klopt, maar er komen ook altijd nieuwe banen bij, vaak leukere en beter betaalde banen.

Door de komst van de stoomtrein verloren koetsiers en paardenverzorgers hun baan, maar de afstanden werden kleiner en onze wereld werd groter. Er kwamen nieuwe en betere banen bij: de machinist, de conducteur, de treinenbouwer, de staalarbeider, de logistiek planner. Zo werkt het nog steeds. Tien jaar geleden bestond het beroep van app-bouwer nog niet. Op dit moment zijn er duizenden mensen in dit land die dat als baan hebben.

Desondanks zijn velen onrustig over dergelijke ontwikkelingen. Daarom moeten wij als politiek die onrust niet voeden, maar mensen juist het vertrouwen geven dat we allemaal zullen profiteren van de technologische vooruitgang. Alle Nederlanders zullen profiteren. Het is echt niet zo dat bij een hightechbedrijf als ASML alleen maar studiebollen werken. Er werken ook facilitair medewerkers, secretaresses, cateraars, schoonmakers, beveiligers. Ook zij hebben de microprocessor nodig om hun huur of hun hypotheek te betalen. Dankzij de welvaart en de banen waar bedrijven als ASML voor zorgen, kunnen we onze gezondheidszorg, onze veiligheid, onze sociale voorzieningen en onze wegen betalen. Wat voor ASML geldt, geldt ook voor bedrijven die bijvoorbeeld robots maken. Ook zij bieden werk aan laag-, midden- en hoogopgeleiden. Ook zij scheppen de welvaart waarmee we de sociale voorzieningen voor alle Nederlanders kunnen betalen. We hoeven de vooruitgang dus niet te vrezen. We moeten er juist voor zorgen dat onze kinderen zelf robots leren maken, zodat de bedrijven die ze straks gaan bouwen, in Nederland staan. Die taak hebben we als politiek. Niet bang zijn voor dit soort ontwikkelingen, maar erop inspelen en ervan profiteren.

Dat vereist wel aanpassingen van ons onderwijs en onze arbeidsmarkt. Onze arbeidsmarkt is nog steeds te star en onvoldoende ingericht op banen voor de toekomst. Ook de Wet werk en zekerheid heeft dit niet opgelost. Er zijn nog steeds fundamentele problemen op onze arbeidsmarkt. Neem een oudere leraar in het hoger onderwijs. Die krijgt hetzelfde salaris als een jongere collega, maar hoeft daar 20% minder voor te werken. Het klinkt leuk als je zo'n baan hebt, maar wat als je zo'n baan niet hebt en als 60-jarige graag als leraar in het hoger onderwijs aan de slag wilt? Geen weldenkend mens zal verwachten dat een werkgever je dan inhuurt als je zoveel duurder bent dan die jongere leraar. Dus sluit die mooie regeling, die bedoeld is om mensen te beschermen, diezelfde mensen juist keihard uit. Iedereen begrijpt dit en aan ons politici de verantwoordelijkheid om er wat aan te doen.

Er is steeds meer werk, maar er zijn steeds minder vaste banen. Werkgevers kijken wel uit om iemand een vast contract te bieden. Je tekent immers voor veel verplichtingen en veel risico's. Steeds meer Nederlanders besluiten daarom tot een bestaan als zzp'er. Inmiddels is een tiende van onze welvaart aan hen te danken. Dat moeten we koesteren. Als liberaal vind ik het geweldig als iemand voor eigen risico en rekening aan het werk gaat. Op zulke ondernemingszin is onze welvaart gebouwd. Maar ik vind ook dat de vaste baan weer aantrekkelijker moet worden. Immers, niet iedereen wil voor het ondernemerschap kiezen. Er zijn genoeg mensen die liever in loondienst werken. De VVD wil dat mensen hierin een vrije keuze kunnen maken. Die vrije keuze staat onder druk. Want waarom komen er minder vaste banen bij dan je zou verwachten en wensen? Dat komt omdat we zijn doorgeschoten in het afwentelen van alle mogelijke risico's en lasten op de werkgevers. De lasten en risico's die vastzitten aan het in vaste dienst nemen van iemand zijn zo groot geworden, dat werkgevers wel drie keer nadenken voordat ze iemand aannemen. De balans tussen de rechten van een werknemer en de kosten die dat meebrengt voor de werkgever, is zoek. Die balans zal moeten worden hersteld.

De heer Pechtold (D66):

Interessant. Na "eigen tomaat eerst" en "robots zijn cool" — dat waren dingen waar ik wat minder mee kon — nu het idee om de starre arbeidsverhoudingen aan te pakken. Ik heb het gevoel dat we weer een beetje aan het terugonderhandelen zijn ten opzichte van wat het kabinet aan het doen was. We hebben de WW beperkt tot twee jaar en nu pleit de FNV ervoor dat het UWV het derde jaar weer gaat regelen. Dat is terugkomen op gemaakte wetgeving, plus een groot probleem dat precies dat gebeurt wat de heer Zijlstra analyseert: het in vaste dienst nemen van een werknemer wordt onaantrekkelijk en de loonruimte wordt alleen maar weer beperkt. Na deze mooie analyse: wat gaan we doen?

De heer Zijlstra (VVD):

Wij willen die balans graag herstellen. Wij willen graag dat mensen de keuze van een vaste baan hebben. Dat moeten we niet doen door flexwerk of zzp'ers te gaan bestrijden. We moeten de balans herstellen door de rechten van de werknemers aan de ene kant en de plichten en risico's van werkgevers aan de andere kant meer in evenwicht te brengen. Dan kun je bijvoorbeeld kijken naar de vraag of je moet snijden in de werkgeversbijdrage. Moeten we langjarige doorbetaling bij ziekte niet beperken? Moeten we cao's waarin allerlei bovenwettelijke verplichtingen staan wel algemeen verbindend verklaren? Dat zijn de zaken waar we het dan over hebben. De VVD zou die route graag lopen. Ik begrijp dat de heer Pechtold dat ook wil.

De heer Pechtold (D66):

Ik sta voor een snoepkast. Ik zou zeggen: welke gaan we pakken?

De heer Zijlstra (VVD):

Ja, allemaal mag ook.

De heer Pechtold (D66):

Allemaal mag ook, zegt de VVD. Dat is fantastisch! Dan gaan we nu als eerste zorgen dat we niet gaan terugonderhandelen wat we met het kabinet hebben afgesproken over het sociaal akkoord: we laten het derde WW-jaar gewoon aan de individuele onderhandelaars over. Dat is één. Dan zit er ruimte in het loon en maken we het werkgevers makkelijker om mensen in dienst te nemen. Die drempel halen we weg. Deal?

De heer Zijlstra (VVD):

Volgens mij hebben we afgesproken: twee jaar en geen publieke voorziening. Wat mij betreft blijft dat zo.

De heer Pechtold (D66):

Prima. Hartstikke mooi. Nu de volgende. Ik hoor allemaal prachtige dingen voorbijkomen. Vroeger had je Willem Ruis. Dan vielen al die stokken en dacht je: welke zal ik eens pakken? Welke dingen gaan we nu samen in wetgeving gieten? Dat vind ik wel belangrijk. We hebben nog anderhalf jaar met dit kabinet. Ik zie ze bij de PvdA een beetje wit wegtrekken. De minister van Sociale Zaken heeft gelukkig nog een fleurige das om waardoor die nog wat afstraalt, maar bij uw betoog zag ik hem toch even wit worden. Welk wetsvoorstel gaan we indienen? Dat over de algemeen verbindend verklaarde cao? Gaan we dat deze kabinetsperiode nog doen?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik zou het niet weten. Dit is de route die de VVD wil gaan lopen en dit is haar mening over wat verstandig is. Het is de vraag of zij daar een meerderheid voor gaat krijgen. Het staat niet in het regeerakkoord en niet in het sociaal akkoord. Dit is de stap die hierna gezet moet worden naar de mening van de VVD, net als zij in het verleden ook weleens plannen heeft gehad waarbij het enige tijd duurde voordat die uiteindelijk van een meerderheid werden voorzien. Wij gaan hiervoor. Het is hartstikke goed dat D66 mee wil doen, maar daarmee hebben we nog geen meerderheid.

De heer Pechtold (D66):

Alle gekheid op een stokje … Dat is trouwens weer zo'n cliché. Ik gebruikte er te veel. "Van tweeën één" moet ik ook niet meer zeggen. Klip-en-klaar!

(Hilariteit)

De heer Pechtold (D66):

Boter bij de vis!

De heer Zijlstra (VVD):

U kunt er meer verzinnen.

De heer Pechtold (D66):

Nee.

De heer Zijlstra (VVD):

Niet?

De heer Pechtold (D66):

Dit is een bom onder het kabinet als dit een serieus plan is voor de komende anderhalf jaar. Dit is echt een bom onder het kabinet. Mijn vraag is heel concreet: is dit serieus, gaan we er echt over praten of is dit PvdA'tje pesten?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik zie niet in waarom dit een bom onder het kabinet is. Een halfjaar geleden presenteerden wij een plan dat volgens velen ook een bom onder het kabinet was. Nu is dat kabinetsbeleid. Ik weet niet of dat hierbij ook lukt. Ik weet dat het bij de partij van de heer Pechtold niet zo is, maar de VVD heeft over heel veel zaken een mening.

(Hilariteit)

De heer Zijlstra (VVD):

De VVD wil heel graag bepaalde zaken voor elkaar krijgen. Dat begint met het agenderen daarvan. Vervolgens zetten we de vervolgstappen. Wanneer dat is, in deze kabinetsperiode of in een volgende, zal moeten blijken. Het is denk ik helder waar wij voor staan en welke beweging wij zouden willen maken met betrekking tot de arbeidsmarkt.

De heer Pechtold (D66):

Dan is het een afleidingsmanoeuvre voor de problemen bij justitie en al die andere zaken. De heer Zijlstra stelt demotie voor — het is goed als mensen dat even op zich laten inwerken — waarbij oudere werknemers minder gaan verdienen. Dat was het voorbeeld van de onderwijzers. De heer Zijlstra zegt de cao's te gaan aanpakken. Hij zegt dingen over de WW-duur. Hij heeft het over nogal wat zaken waarvan ik het prima vind om die in samenhang en verantwoord te bekijken in een moderne arbeidsmarkt. De PvdA is dit echter allemaal niet met u eens. Maar waarom doen we die zzp'ers dan nu niet? Dat wetsvoorstel zouden we al moeten hebben. Waarom doen we die pensioen niet? Dat voorstel zouden we al moeten hebben. De heer Zijlstra zegt zeer terecht dat de VVD een mening heeft. Maar je moet niet alleen een mening hebben als regeringspartij, je moet de zaken die je afspreekt, ook uitvoeren. Waar blijft dat wetsvoorstel van de zzp'ers? Waar blijft dat wetsvoorstel van de pensioenen? De heer Zijlstra moet niet alleen de coalitiepartner bang maken. Hij moet wat afgesproken is deze kabinetsperiode gewoon nog leveren.

De heer Zijlstra (VVD):

Als je toetreedt tot een coalitie en je daarmee elke eigen ideeënvorming en meningsvorming zou moeten inleveren, dan zal nooit een partij daar meer aan beginnen. Dat is niet aan de orde. Over demotie heb ik iets anders gezegd. Het ging mij om de situatie waarin iemand 20% minder gaat werken en hetzelfde verdient. Overigens — die geef ik meteen terug, hoor — valt ook daarover te praten. Je moet kijken naar de blokkerende vraagstukken op de arbeidsmarkt. Ik heb daarvan een hele rij opgesomd. Je moet echter niet allerlei collectieve regelingen gaan organiseren voor zzp'ers en dat lijkt de heer Pechtold voor te stellen. Als je pensioenregelingen en arbeidsongeschiktheidsregelingen voor zzp'ers gaat opstellen, zijn zij geen zzp'er meer. Je moet de balans op de arbeidsmarkt herstellen. Wij zien daar een probleem en wij hebben daar een mening over. Ik schat in dat het kabinet daarover misschien niet meteen tot overeenstemming kan komen, omdat daarover inderdaad verschillend wordt gedacht door de twee coalitiepartijen. Dat is geen verrassing, dat wist de heer Pechtold ook toen hij naar de microfoon liep, maar dat ontslaat noch de VVD noch andere partijen van de plicht om na te denken over de vraag wat wij aan die starre arbeidsmarkt kunnen doen om ervoor te zorgen dat onze economie klaar is voor de toekomst en dat de mensen die nu geen baan hebben, straks wel een baan hebben.

De heer Roemer (SP):

Ik moet de heer Zijlstra nageven dat de VVD met veel voorstellen komt. Veel daarvan zijn een race to the bottom en daar word ik niet zo vrolijk van, maar de heer Zijlstra zei ook een paar interessante dingen. Dat gebeurt niet zo vaak en als wij nu een kans hebben, laten wij die dan grijpen. Als ik het goed heb begrepen, is de heer Zijlstra van mening dat meer mensen moeten kunnen profiteren van vast werk. Dit betekent bijvoorbeeld dat je flex duurder moet maken dan vast of vast goedkoper dan flex, want werkgevers zijn niet gek. Die kijken of zij werk hebben en als dat zo is, kiezen zij voor flex. Als je maar kunt blijven flexen en het is goedkoper, dan kan ik dat de werkgever niet kwalijk nemen. Is de VVD bereid om het zo met ons te regelen dat als er echt werk is — want flex is voor de flexibele schil, voor ziek en piek, en niets anders — vast goedkoper te maken dan flex?

De heer Zijlstra (VVD):

Flex is niet alleen voor de flexibele schil. Er zijn ook veel mensen die de vrijheid willen hebben om als zzp'er aan de slag te gaan. Die keuze wil ik hun niet ontnemen. Ik wil echter ook dat mensen voor een vaste baan kunnen kiezen. Dat is precies wat ik heb gezegd. Daar zie ik problemen. Werkgevers beginnen er niet aan op dit moment. Op dit moment wordt vrijwel niemand in een vaste baan aangenomen. Dat heeft te maken met de grote verplichtingen en risico's die een vaste baan voor een werkgever met zich meebrengt. Aan dat probleem moet je iets doen. Ik heb al gezegd dat je dan niet een andere route moet kiezen. Je kunt flex en zzp'en wel zo onaantrekkelijk maken dat niemand dat uiteindelijk meer doet, maar dan heb je nog steeds een arbeidsmarkt die niet goed functioneert. Wij moeten iets doen aan die vaste contracten zodat het voor werkgevers aantrekkelijker wordt om mensen in vaste dienst te nemen. Ik proef bij veel werkgevers dat zij dit ook prima willen doen, zij nemen graag mensen in vaste dienst, maar ze zeggen dat zij er nu niet aan beginnen omdat de risico's te groot zijn. Dat is een probleem en als het aan de VVD ligt, gaan wij daar iets aan doen.

De heer Roemer (SP):

Echte goede ondernemers doen het wel; zij nemen mensen direct in vaste dienst, omdat zij willen investeren in elkaar. Zij weten dat als je iets geeft, je iets terugkrijgt. Zij weten dat als je in mensen investeert, het weggegooid geld is als ze na anderhalf jaar al weer zijn vertrokken. De echte ondernemers weten dat je moet investeren in mensen en die willen naar vast werk. Ik sprak echter over managers die op korte termijn winst willen produceren. Dan heb je het niet over de vrije vogels bij die ondernemers, maar over de volgelvrijen die worden uitgebuit, die moeten concurreren op arbeidsvoorwaarden, die gemiddeld 15 of 16 uur per week werken tegen een loon waarvan zij nooit kunnen rondkomen.

De voorzitter:

Uw vraag?

De heer Roemer (SP):

Als de heer Zijlstra echt wil dat meer ondernemers mensen in vaste dienst nemen als zij daar werk voor hebben, dan is er maar één oplossing: vast goedkoper maken dan flex opdat de mensen niet worden uitgebuit en in bescherming kunnen worden genomen.

De heer Zijlstra (VVD):

Dat is precies wat er moet gebeuren. Hoe doe je dat? Dat doe je door de risico's en verplichtingen van werkgevers in balans te brengen, want die zijn nu heel groot, en daarmee de kosten. Neem een kapper met twee personeelsleden. Als hij wordt getroffen door langdurige doorbetaling bij ziekte, is hij failliet. Einde oefening! En daarom neemt hij dat risico niet. Aan die zaken moeten wij iets doen en ik begrijp dat de heer Roemer dat ook wil. Dat is winst.

De heer Roemer (SP):

Laat ik deze gelijk inkoppen. Dit stond vier of vijf jaar geleden al in ons plan Hart voor de zaak. Dit plan bevatte 40 concrete maatregelen voor het midden- en kleinbedrijf. Ik heb de heer Zijlstra hier vier jaar op rij gehoord over het doorbetalen van ziek personeel van een kleine ondernemer, maar er is nooit een voorstel gekomen. Als de SP-fractie morgen met een voorstel komt om hier iets aan te doen, dan krijg ik dus eindelijk eens de steun van de VVD in plaats van vier jaar roeptoeteren zonder met een voorstel te komen. De VVD roept dit al vier jaar, maar ook dit jaar staat het niet in de begroting.

De heer Zijlstra (VVD):

Nee, daar heb je een meerderheid voor nodig. Over de doorbetaling zijn wij het op sommige punten met de SP eens; ik meen mij te herinneren dat dit niet voor alle details uit het plan van de SP geldt. Met andere partijen zijn wij het weer op andere punten eens. Je moet voor de arbeidsmarkt echter niet ad hoc dingen doen: het ene ding wel, maar andere dingen niet. Er is een disbalans en die moeten wij breed aanpakken. Als wij dat doen, komen wij op dit soort maatregelen uit. Die moeten echter niet standalone genomen worden. Wij moeten vele dingen doen om dit probleem op te lossen. Alleen dit puntje oppakken helpt, maar daarmee lossen wij het niet op. Dat is het pleidooi dat ik hier houd.

De heer Roemer (SP):

Het is niet het ene puntje. Het midden- en kleinbedrijf heeft de afgelopen jaren klap, na klap, na klap gekregen. Zij moesten nota bene van de SP-fractie komen: 40 concrete voorstellen voor het midden- en kleinbedrijf, te lanceren samen met MKB-Nederland.

De voorzitter:

Uw vraag?

De heer Roemer (SP):

Van al die voorstellen is er niet één teruggekomen in de begroting. Vier jaar op rij roept de VVD dit al. Het enige wat zij heeft gedaan, is roepen en niks doen, de btw verhogen en vooral de lasten voor het midden- en kleinbedrijf verhogen. Zij heeft niet alleen de politieagenten en het Openbaar Ministerie in de steek gelaten, de VVD heeft ook het midden- en kleinbedrijf in de steek gelaten.

De heer Zijlstra (VVD):

Nee, want wij hebben ervoor gezorgd dat de economie is aangetrokken. Daardoor hebben die bedrijven weer omzet. Daardoor is er weer perspectief voor hen. Dat is wat het kabinetsbeleid met zich brengt.

Als de heer Roemer bereid is om wat te doen aan het complexe probleem van de vastzittende arbeidsmarkt en aan het feit dat mensen met een vast contract te duur zijn, dan vindt hij in ons een bondgenoot. Ik weet niet of de oplossingen dan precies dezelfde zijn, maar dat is precies het probleem waar wij iets aan moeten doen.

De voorzitter:

Gaat u verder.

De heer Zijlstra (VVD):

Vaste contracten zijn te duur voor de werkgever en daarom worden mensen niet aangenomen.

De voorzitter:

Gaat u verder met uw betoog.

De heer Zijlstra (VVD):

Die balans moet hersteld worden, want daarmee wordt het vaste contract aantrekkelijk. Dan krijgen jongeren, herintreders, werkloze ouderen en alle anderen die nu nog achter het net vissen, weer kansen. Wij kunnen mensen daarmee de zekerheid bieden dat zij, als zij hun baan verliezen, gemakkelijk weer een nieuwe baan kunnen vinden. Mensen verwachten dat de politiek die nieuwe zekerheden geeft, zekerheden waar je meer aan hebt dan aan de huidige schijnzekerheid. Als je bedrijf in problemen komt, is ontslag helaas onvermijdelijk. Dan blijkt de zekerheid van een vaste baan inderdaad schijn te zijn geweest. Wat dan echter wel heel zeker is, is dat het heel erg moeilijk wordt om een nieuwe vaste baan te vinden. Als wij meer mensen een kans op een vast contract willen geven, dan zullen wij het vaste contract moeten aanpassen aan de eenentwintigste eeuw.

De veranderingen die nodig zijn op de arbeidsmarkt, vergen ook een verandering in ons onderwijs. Ons onderwijs is goed, maar het kan nog beter. Iedereen ziet dat en van de politiek wordt verwacht dat zij daar wat aan doet. In een snel veranderende wereld moeten wij erop kunnen rekenen dat de overheid het zo gemakkelijk mogelijk maakt om een leven lang te leren. Elke Nederlander moet de kans krijgen om zich sneller en vaker te laten bijscholen en omscholen en om nieuwe vaardigheden te leren. Dat klinkt nieuwer en elitairder dan het is, want feitelijk is dit van alle tijden en van alle rangen en standen. Een automonteur die 30 jaar geleden is begonnen met werken, moest toen bijvoorbeeld goed kunnen lassen. Later moest hij ook leren hoe om te gaan met ICT en kunnen programmeren. Vandaag de dag moet hij of zij kunnen omgaan met nieuwe materialen in een elektrische auto. Misschien heeft hij het zelf niet eens door, maar hij is een leven lang aan het leren. We hebben allemaal het vermogen om nieuwe dingen te leren, voor ons werk of puur voor ons plezier, of we nu kind zijn of gepensioneerd, of we nu hoog- of laagopgeleid zijn. Ons onderwijs moet nóg meer dan nu helpen om dat leren mogelijk te maken.

Het moet over de hele linie beter. Het onderwijs is een tough cookie, met veel gevestigde belangen, en groepen die bijna elke verandering afwijzen. Maar de wal keert het schip: als het onderwijs niet meebeweegt, gaat de samenleving andere kanalen zoeken. We zien nu al bedrijven die zelf interne opleidingen organiseren en financieren, omdat ze ontevreden zijn over de bestaande opleidingen. Dat is een duidelijk signaal, dat de politiek en het onderwijs moeten oppakken. Wat de VVD betreft, moeten we het onderwijs niet langer financieren op basis van het tamelijk willekeurige aanbod van opleidingen. Het wordt tijd om de vraag naar opleidingen centraal te stellen: de vraag van studenten en de vraag van hun toekomstige werkgevers. Het is toch van de zotte dat er grote hoeveelheden werkzoekenden zijn en er tegelijkertijd in vele sectoren een schreeuwend tekort is aan personeel? We hebben opleidingen nodig die onze jongeren opleiden tot een baan, niet tot een uitkering. Er zijn positieve signalen, zoals de TU Delft, die dit jaar meer aanmeldingen kreeg dan ze plekken heeft. Maar we zijn er nog lang niet. Volgens recente cijfers zit op het hbo bijna de helft van de eerstejaars in een studierichting waarvoor de baanverwachting ongunstig is. Studies als toegepaste psychologie en culturele en maatschappelijke vorming hebben volgens dat rapport te veel studenten, en techniekstudies te weinig. Dat kan zo niet doorgaan. Ons onderwijs moet beter aansluiten bij datgene wat de maatschappij vraagt en wat toekomstige werkgevers vragen. De politiek moet het vertrouwen geven dat we dat daadwerkelijk gaan regelen.

Beter onderwijs vraagt verder iets van de mensen die voor de klas staan. Ook dat is een zaak. Het is een open deur, maar alles staat of valt met de kwaliteit van de leraren. Die kwaliteit moet beter. We hebben behoefte aan leraren die het beste uit onze kinderen weten te halen, zodat dezen zich kunnen ontplooien en later een goede baan kunnen krijgen. Ouders en kinderen, maar ook lerarenorganisaties vragen hier allang om. Het is aan ons politici om dat eens eindelijk een keer te regelen. Dit brengt mij tot de volgende vraag aan het kabinet: hoe staat het met het beroepsregister, gaat dat eindelijk eens komen?

De politiek zal er meer aan moeten doen om ervoor te zorgen dat ouders het vertrouwen hebben dat kinderen zich inderdaad kunnen ontplooien. We moeten, naast de noodzakelijke kennis, ook de bildung versterken. Dat mooie Duitse woord staat voor persoonlijke vorming en algemene vaardigheden. We moeten ons vermogen versterken om buiten de gebaande paden te treden, zodat we elke verandering aankunnen en steeds weer nieuwe ontdekkingen kunnen doen. We moeten ook meer werk maken van het aanleren van ondernemersvaardigheden. Wat mij betreft is dat al op de basisschool, want jong geleerd is oud gedaan. We hebben namelijk nieuwe ondernemers en nieuwe start-ups nodig. Zij zijn de bron van onze welvaart. Kinderen, ouders, werkgevers, maar ook leraren zelf willen weten waar ze aan toe zijn. Ze willen weten of wij als politiek in staat zijn om dat te regelen. Wat de VVD betreft, pakken we die handschoen op.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dit is een heel herkenbaar pleidooi van de VVD, om onderwijs beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt. Maar ik hoorde ook iets over bildung. Betekent bildung niet juist dat er ook kleine opleidingen moeten zijn op universiteiten, ook al studeren daar misschien niet zo heel veel mensen? Opleidingen als sterrenkunde, dat ene vak Portugees, Zweeds of Fins, of een oude taal. Kennis heeft namelijk een intrinsieke waarde, een waarde van zichzelf. We moeten die behouden voor onze samenleving. We kunnen het hele onderwijs toch niet zo efficiënt inrichten dat er altijd aansluiting is op de arbeidsmarkt? Bildung betekent toch ook gewoon dat we ons met kennis moeten verrijken, omdat dat de samenleving als geheel uiteindelijk verder helpt?

De heer Zijlstra (VVD):

De heer Klaver maakt volgens mij een onjuiste verbinding. Bildung betekent dat je mensen niet alleen maar puur wat technieken leert, maar dat je ze ook leert omgaan met veranderingen en met algemene informatie. Dat is wat anders dan in Nederland een studie Portugees met een paar studenten overeind houden. Er is namelijk binnen Europa een prima plek waar je heel goed Portugees kunt studeren: Portugal. In deze globale wereld is er niet de noodzaak om al dat soort kleine opleidingen in Nederland aan te bieden. Je kunt beter efficiënt zijn en gaan voor onderwijs dat aansluit bij de behoeften van de samenleving en ook van de studenten. Dat soort zaken heeft niks met bildung te maken.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het heeft er alles mee te maken. Als we spreken over bildung, gaat het over de brede ontwikkeling van individuen, dat de techneut niet alleen iets weet over techniek, maar ook over filosofie en geschiedenis of andere vakken. Het gaat uiteindelijk ook over de vraag welk academisch klimaat je wilt. Welk klimaat wil je als land? Daarom moet je ook de ruimte laten voor vakken die misschien op dit moment helemaal niet zo populair zijn en waar maar een paar studenten voor zijn, omdat er op zo'n faculteit kennis beschikbaar is die van belang is voor onze samenleving. We kunnen deze misschien niet kwantificeren en deze draagt misschien niet bij aan economische groei. Je kunt zeggen: waarom ga je niet naar Portugal? Maar er zit kennis die we moeten behouden voor generaties die na ons komen. Dat is waar bildung uiteindelijk ook over gaat. Dat is niet iets individueels. Het zegt alles over de cultuur van je land. Het zegt alles over de waarde die wij hechten aan kennis, ook als die niet direct bijdraagt aan onze economie.

De heer Zijlstra (VVD):

Je ziet dat kennis leidt tot versterking, tot synergie als je mensen, studenten, wetenschappers bij elkaar brengt en clustert op dat gebied, zodat de sterktes van iedereen daar uitkomen. Toen Albert Einstein in Leiden zat, was dat omdat daar de top van de wereld aanwezig was; die trok naar elkaar toe. Dat moet je proberen te organiseren op verschillende universiteiten. We proberen nog te vaak — gelukkig is er een tegenbeweging ingezet die we verder moeten stimuleren — overal hetzelfde aan te bieden. We moeten universiteiten, hogescholen en onderwijsinstellingen meer laten focussen op de dingen waar zij goed in zijn. Ze moeten dan niet proberen om nog allerlei dingen daarnaast te blijven doen. Dat heeft niets met het klimaat in het land te maken, want als de ene universiteit het niet doet, wil dat niet zeggen dat de andere universiteit het niet doet. Waarschijnlijk doet die het, maar dan een stukje beter. Als je echter alles half doet, doe je niets helemaal goed.

De heer Klaver (GroenLinks):

Waar het juist over ging, en daar zijn ook alle protesten in het Maagdenhuis over geweest, is dat er studies in Nederland dreigen te verdwijnen die uniek zijn in hun soort, die niet nog op vier of vijf andere universiteiten worden gegeven. Dat zijn unieke studies, waar unieke kennis zit. Juist als je pleit voor bildung, zou je ervoor moeten pleiten dat we niet alles overefficiënt proberen te organiseren en te clusteren in het onderwijs. Daar zitten inderdaad voordelen aan. Het is ook goed dat er beweging in die richting is, maar je moet wel ruimte laten voor verschillen en voor diversiteit in de academische wereld.

De heer Zijlstra (VVD):

Bildung heeft niets te maken met het feit dat het kleine opleidingen zijn. Bildung heeft ermee te maken dat je in bestaande opleidingen, welke dat ook zijn, algemene vaardigheden, algemene kennis en een algemene manier om met veranderingen om te gaan, inbouwt. Het overeind houden van bepaalde kleine opleidingen in een land heeft er niets mee te maken. GroenLinks presenteert zich altijd als een internationale partij. Als je het voorbeeld neemt dat de heer Klaver zelf gebruikt, van een studie Portugees, moet je je in een internationale wereld afvragen: is het efficiënt, is het verstandig, is het goed om zo'n opleiding koste wat het kost overeind te houden, terwijl er misschien vier, vijf studenten zitten? Of kun je beter zeggen dat de universiteit zich moet richten op die vakken, die gebieden waar ze heel goed in is en daarin moet excelleren, daarin bij de wereldtop moet horen. Moeten we die studenten die we altijd stimuleren in het buitenland te studeren, niet vragen dit in dit geval ook te doen? Dan krijgen ze waarschijnlijk nog een betere opleiding ook.

De heer Klaver (GroenLinks):

Waarschijnlijk is het niet efficiënt. Waarschijnlijk is het helemaal niet efficiënt om hier een opleiding open te houden die misschien maar door drie mensen gevolgd wordt. Waarschijnlijk kun je er beter voor naar Portugal of naar welk land dan ook gaan, maar we houden zo'n opleiding open omdat we dat goed vinden, omdat we dat juist vinden en omdat we vinden dat diversiteit hoort bij de academische cultuur. Uiteindelijk zorgt dat namelijk ook weer voor overlap en kruisbestuiving op de universiteiten. Het is dus misschien niet efficiënt, maar wel goed.

De heer Zijlstra (VVD):

Die kruisbestuiving is er en blijft er, want de hoeveelheid opleidingen en studies is en blijft enorm. We zijn echter doorgeslagen. We hebben er te veel. Mijn oude studie commerciële economie bestaat volgens mij nu uit zestien deelstudies. Dat is allemaal veel te smal. We moeten proberen te verbreden en ervoor zorgen dat een en ander beter aansluit. We moeten ervoor zorgen dat mensen zich breder neerzetten en dat een en ander aansluit bij wat werkgevers willen. Dat is goed voor het onderwijs en het is goed voor Nederland.

Nederland is een geweldig land. Als ik om me heen kijk, zie ik een veilig en welvarend land, een land met een traditie om er samen uit te komen als het moeilijk wordt. Ik zie een vrij land, waarin ik met plezier woon en waarin ik mezelf kan zijn. Dat Nederland hebben we niet cadeau gekregen. Ons land is gebouwd op nuchtere Nederlandse waarden. Denk aan op een eerlijke manier je steentje bijdragen, je mouwen opstropen en je schouders eronder zetten als het tegenzit, zorgen voor jezelf maar ook geven om een ander, een ander behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden en bij tegenwind niet mekkeren maar harder trappen.

Ik ben in de politiek gegaan om voor die waarden op te komen, om ervoor te zorgen dat dit Nederland er ook is als mijn zoontje straks volwassen is. Ik strijd voor een samenleving waarin de overheid een bondgenoot is van de Nederlanders die naar deze waarden leven. Dat is een grote meerderheid. Deze grote meerderheid van Nederlanders verwacht van ons politici dat we problemen die zich voordoen, oplossen, dat we hen niet in de weg zitten, dat we ontwikkelingen zien aankomen en ons daarop voorbereiden.

We zien veel op ons afkomen. Ik gaf het al aan: de toenemende onveiligheid in de wereld, de aanzwellende stroom migranten en de snelle technologische vooruitgang. Dat zijn uitdagingen die wij als politici gezamenlijk moeten oppakken. Hierbij moeten wij niet blijven denken in bestaande structuren. Wij moeten out of the box durven denken en handelen. Hierbij moeten wij realisme tonen en ons niet verliezen in versleten principes. Wij moeten niet opgeven, maar durven aanpakken, net zoals wij de afgelopen jaren hebben gedaan, toen wij zowel met de coalitie- als met de oppositiepartijen samenwerkten om de economische crisis het hoofd te bieden. Ik geloof dat we ook in staat zullen zijn om de grote uitdagingen van deze tijd het hoofd te bieden. Ik geloof dat we in staat zijn om de handen ineen te slaan, zodat Nederlanders weten waar ze aan toe zijn. De Nederlandse kiezer mag het vertrouwen hebben dat de politiek daartoe in staat is. Het is aan ons om te bewijzen dat dat vertrouwen terecht is.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik heb helemaal tot het einde gewacht. Ik dacht: nu gaat het komen, de heer Zijlstra gaat in op de klimaatverandering. Er is een klimaatuitspraak geweest. Wat wil de heer Zijlstra dat het kabinet extra gaat doen om ervoor te zorgen dat het kabinet zich houdt aan die uitspraak, en is hij het ermee eens dat we alles op alles moeten zetten om de CO2-uitstoot te beperken met 25% in 2020?

De heer Zijlstra (VVD):

Ik vind het terecht dat het kabinet in hoger beroep is gegaan. Het is ook goed dat het kabinet onderzoekt welke maatregelen er eventueel mogelijk zijn, maar ik vind het vooral verstandig dat het kabinet in hoger beroep is gegaan.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het is eigenlijk heel raar. De adviseur van het kabinet op het gebied van milieuzaken, het PBL, zegt dat je eigenlijk dit jaar moet starten, als je ervoor wilt zorgen dat je die CO2-uitstoot nog kunt terugdringen. Wat zegt het kabinet vervolgens? We willen een soort second opinion, we laten onze eigen ambtenaren er nog een keer naar kijken. Dat is alsof de minister van Financiën zou zeggen als het CPB stelt dat het begrotingstekort boven de 3% uitkomt: nou, ik weet het niet zeker, laat mij het nog een keer narekenen. Dat is vreemd. Ik vraag me af waarom het CPB wel zo serieus wordt genomen, maar een ander planbureau niet, namelijk het PBL dat laat zien dat dit keer misschien niet zozeer de economie ontspoort, als wel de opwarming van de aarde. Waarom meet de heer Zijlstra met twee maten?

De heer Zijlstra (VVD):

Omdat de rechtszaak nog loopt wil ik er een beetje buiten blijven, maar ik ga toch een politieke duiding geven. De heer Klaver voerde zojuist een interruptiedebatje met de heer Roemer over steenkoolbelasting. Dat stelt GroenLinks voor in zijn tegenbegroting, maar dat soort voorstellen zijn geen oplossingen. De oplossing is dat we wel degelijk iets aan de CO2-uitstoot gaan doen, maar dan moeten we ons beleid ook fundamenteel durven herzien, in Europees verband en als het even kan op wereldniveau. Dan moeten we naar een CO2-stelsel dat de belasting neerlegt waar het werkt. Nu wordt het een beetje technisch, sorry.

De voorzitter:

Dat is buiten de orde van de vraag.

De heer Zijlstra (VVD):

Dat is niet buiten de orde van de vraag, want hier gaat het over. Dat werkt met best available technology voor bepaalde sectoren. Als je het beter doet, door innovatie, dan krijg je CO2-rechten. Doe je het slechter, dan moet je betalen. Dan stimuleer je innovatie, je beprijst CO2-uitstoot, maar dat betekent ook wat anders. Dan moet je namelijk ook ophouden met al die subsidiestromen die we op dit moment hebben. De subsidies die we nu hebben, zorgen ervoor dat CO2 goedkoper is geworden en dat we ondanks een energieakkoord nu worden geconfronteerd met meer CO2-uitstoot en meer steenkoolgebruik dan er was. Dat komt door beleid zoals de heer Klaver nu voorstelt.

De voorzitter:

De vraag van de heer Klaver ging echter over het PBL en ik heb u in uw antwoord niet over het Planbureau voor de Leefomgeving gehoord.

De heer Zijlstra (VVD):

Dat was het eerste stukje van mijn antwoord, namelijk dat het Planbureau een uitspraak doet over een rechtszaak en daar wil ik buiten blijven.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het planbureau doet geen uitspraak over de rechtszaak maar het laat zien hoe je die 25% zou moeten halen en dat wanneer je het een jaar uitstelt, er niets gebeurt. Maar nu even terug naar die zaak rond die 25%. De heer Zijlstra zegt terecht dat we dit internationaal moeten opknappen. Daarop zullen we elkaar dus snel vinden. Maar was het niet in 1992 dat we hierover al afspraken hebben gemaakt en dat Nederland zich heeft gecommitteerd aan allerlei internationale verdragen om deze doelstelling voor de reductie van de CO2-uitstoot te halen? Is het niet daarom dat de rechter heeft geconcludeerd dat de overheid een extra inspanning moet leveren? Mijnheer Zijlstra, het punt is juist dat we internationaal hebben afgesproken dat we de CO2-uitstoot gaan terugdringen. Een oplossing om daar te komen is een kolenbelasting en is het sluiten van kolencentrales. Als we daar niet toe bereid zijn, dan zijn we dus niet bereid om onze bijdrage te leveren aan wat u zo graag wilt, namelijk zo'n internationale afspraak. Waarom wilt u die afspraak dan niet nakomen?

De voorzitter:

Dit is een vraag die eigenlijk al zo-even beantwoord is.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik wil die afspraken prima nakomen. Alleen, ik geloof dat de richting die de heer Klaver voorstelt en die soms ook door anderen wordt genoemd, niet de juiste is. Als je in die richting door blijft gaan, dan ben je het paard achter de wagen aan het spannen. Dan ben je dus niet CO2 centraal aan het stellen, maar dan ben je met allerlei subsidiestromen met verboden en alles en nog wat een totaal ondoorzichtig systeem aan het creëren waardoor het niet werkt. Laten we nou eens een systeem creëren dat wel werkt, dat simpel is en dat het vertrouwen neerlegt bij de mensen die het moeten doen; dat zijn de mensen in het land en de bedrijven die moeten innoveren. Dit gaan wij als overheid niet oplossen, anders dan het stellen van een norm en die handhaven. Maar al die subsidiestromen of het sluiten van bepaalde zaken: houd er me op, het functioneert niet.

De heer Klaver (GroenLinks):

Fantastisch, laten we inderdaad stoppen met die subsidiestromen. Zorg ervoor dat de energiebelasting gewoon gelijk wordt getrokken voor grootverbruikers en kleinverbruikers. Daar gaat 5 miljard in op. Dat is een subsidie aan de fossiele industrie. Daar zijn we het heel snel over eens, maar uiteindelijk komt het op de vraag aan: waar ben je als Nederland toe bereid om er actie op te ondernemen? Als je kolencentrales sluit …

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Klaver (GroenLinks):

… kunnen we daar 20 megaton CO2 mee besparen. Dat is de werkelijkheid.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter, mijn hemel, we zitten in de Algemene Politieke Beschouwingen, u behoeft toch niet na iedere zin "dank u wel" te zeggen?

De heer Zijlstra (VVD):

En dan sluit je die steenkolencentrales. Waar komt de elektriciteit dan vandaan? Die is er namelijk niet zomaar. Gaan we dan een kerncentrale neerzetten? Van de VVD mag dat. Sterker nog, dat die steenkolencentrales er staan op de Maasvlakte, is te wijten aan het feit dat er toen geen draagvlak was voor een CO2-neutrale kerncentrale. Dus je moet keuzes maken. Je kunt echter niet zeggen: we gaan een groot deel van de stroomvoorziening in dit land, zijnde kolencentrales, sluiten om je dan vervolgens af te vragen wat we dan moeten doen. Moet dan de koelkast of het licht uit?

De voorzitter:

Ik geef u de gelegenheid om nog een slotvraag te stellen en ik vraag aan de heer Zijlstra om zich dan ook heel erg te beperken in zijn antwoord.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik zal mijn best doen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Kolencentrales zijn voor 18% verantwoordelijk voor de levering van elektriciteit aan Nederland. We hebben een overproductie in Nederland. We kunnen gascentrales laten draaien; er zijn allerlei opties die voor de transitiefase nodig zijn. Uiteindelijk moeten we namelijk toe naar een duurzame energievoorziening op zonne-energie en op windenergie. Daar zit een fase tussen, maar laten we niet doen alsof wij daardoor nu plotseling allerlei andere stroomvoorzieningen zouden moeten gebruiken. In Nederland is sprake van overcapaciteit en die zouden we moeten benutten.

De heer Zijlstra (VVD):

De heer Klaver weet dondersgoed dat we, als we de steenkolencentrales in Nederland nu zouden sluiten, onvoldoende energievoorzieningen hebben. Dat is gewoon een gegeven. We moeten wat aan de CO2-uitstoot doen — daarover zijn we het snel eens — maar dit is niet de route. In China wordt elke week een kolencentrale geopend. Dat is hetzelfde milieu, ook al is het een ander land. We moeten iets doen aan het CO2-probleem, maar op een andere wijze. We lossen het probleem echt niet op door alleen in Nederland een steenkolencentrale te sluiten.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik stel voor dat wij gaan lunchen. Daarna beginnen we met een regeling van werkzaamheden, waar de nodige verzoeken voor zijn aangemeld.

De vergadering wordt van 14.19 uur tot 15.15 uur geschorst.

Naar boven