6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de brief van het Presidium over wijziging van de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer (23686, nr. 23), en over de aangehouden motie-Van Tongeren (34300-XIII, nr. 67) en de aangehouden motie-Jan Vos/Van Veldhoven (34300-XIII, nr. 35). 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -het wetsvoorstel Vaststelling van een algemene kinderbijslagvoorziening voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet kinderbijslagvoorziening BES)(34275); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2016) (34273); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU van het Europees parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees parlement en de Raad betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, Richtlijn 2003/71/EG van het Europees parlement en de Raad betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en Richtlijn 2007/14/EG van de Commissie tot vaststelling van concrete uitvoeringsvoorschriften van een aantal bepalingen van Richtlijn 2004/109/EG (PbEU 2013, L 294) (Implementatiewet wijziging richtlijn transparantie) (34232); 

  • -het Voorstel van wet van het lid Pia Dijkstra tot wijziging van de Wet op de orgaandonatie in verband met het opnemen van een actief donorregistratiesysteem (33506). 

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Elias tot lid in plaats van het lid Visser, en het lid Visser tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Elias. 

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 33348-144; 33979-53; 33400-XVI-87; 33400-XII-44; 21501-32-660; 32813-83; 21501-32-759; 34200-VI-12; 28165-224. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Herziening Europese Verkiezingsakte, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 28 oktober, met als eerste spreker de heer Taverne van de VVD; 

  • -het VAO Integratieonderwerpen, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 29 oktober, met als eerste spreker mevrouw Karabulut van de SP. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Over het laatste VAO wil mevrouw Karabulut volgens mij nu nog een verzoek doen. Ga uw gang. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Ik zou, mede namens de fracties van de VVD, D66 en het CDA, het VAO vandaag nog willen houden, alsmede de stemmingen daarover. Dat heeft te maken met de Turkse verkiezingen van aanstaande zaterdag. 

De voorzitter:

Als daar geen bezwaar tegen is, dan neem ik aan dat we dat kunnen doen. Na de regeling nemen wij eerst afscheid van onze collega, mevrouw Berndsen. Ik stel voor dat we het VAO daarna houden. Dat zal tegen 14.00 uur zijn. Aansluitend zullen dan ook de stemmingen plaatsvinden. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Er is dan denk ik wel een praktisch probleem. We moeten maar even bekijken of daar een oplossing voor is. 

De voorzitter:

Ja, stemmingen die plotseling worden aangekondigd leveren vaak een praktisch probleem op voor heel veel mensen. Dan prevaleert wat wij hier met elkaar afspreken. 

Dan geef ik het woord aan de heer Sjoerdsma van D66. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Dit voorjaar viel het kabinet bijna over bed, bad en brood. Na dagenlang Torentjesoverleg kwam er iets wat op een compromis leek. In dat compromis stond één harde eis: voor 1 november zouden er een nieuw bestuursakkoord en duidelijkheid zijn. Maar gisteren, tijdens het debat over een afgetreden staatssecretaris, kwam er een uitstelbriefje: geen duidelijkheid. Mijn fractie vraagt zich af of er eigenlijk wel een akkoord in zit. Vandaar het verzoek om een debat met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. 

De voorzitter:

Wie wil reageren op dit verzoek? 

Mevrouw Keijzer (CDA):

De winter komt eraan. Het is van belang om hier duidelijkheid over te krijgen. Dus steunen wij dit verzoek. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Namens de ChristenUnie-fractie steun voor dit verzoek. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Zeer zeker steun voor dit verzoek. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik steun het verzoek, hoewel ik me kan voorstellen dat we dan een debat krijgen waarbij de regering erg weinig zegt omdat er gewacht wordt op de uitspraak in twee juridische procedures. 

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik sluit me aan bij de laatste woorden van mevrouw Gesthuizen. Over twee weken staat er wel een AO gepland. Voor wie dat wenst, kan het onderwerp daarin meegenomen worden. Daarom steunen wij een plenair debat niet. 

De heer Azmani (VVD):

Ik ben ook niet verbaasd dat men wil wachten op de juridische uitkomst die in december te verwachten valt, dus geen steun voor dit debat. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun voor dit debat. 

De heer Fritsma (PVV):

De PVV is natuurlijk tegen illegalenopvang. Het zou ook gek zijn om naast alle asielzoekers nu ook illegalen te gaan opvangen. We willen dus graag de garantie van het kabinet dat dit niet gaat gebeuren. Vanuit dat idee geven wij dus wel steun aan het verzoek om een debat. 

De voorzitter:

Mijnheer Sjoerdsma, er zijn heel wat partijen die hun steun hebben uitgesproken maar de meerderheid van de Kamer steunt uw verzoek niet en geeft er de voorkeur aan om dit onderwerp te betrekken bij het AO dat over twee weken wordt gehouden. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Ja, voorzitter, ik vind dat teleurstellend. Ik merk op dat eigenlijk alle oppositiepartijen die zich gemeld hebben, dit debatverzoek steunen maar dat dit vanuit de coalitie niet gebeurt. Met name van de VVD, die zei dat er voor 1 november duidelijkheid moet komen, vind ik dat vreemd, want nu is die duidelijkheid er niet. Sterker nog, het algemeen overleg waarnaar verwezen wordt, vindt plaats na 1 november. Dus ik had eigenlijk steun van met name de VVD verwacht. 

De voorzitter:

Uw punt is helder maar u hebt die steun niet gekregen. U hebt wel voldoende steun voor een dertigledendebat. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Dan doen we een dertigledendebat. 

De voorzitter:

We voegen het toe aan de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie. 

Ik geef het woord aan de heer Omtzigt van het CDA voor een rappel. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Naar aanleiding van het notaoverleg van twee weken geleden hebben we schriftelijke vragen gesteld over de oldtimers. Die hadden we graag beantwoord gezien voor afgelopen maandag. Daar hebben we ook om gevraagd maar dat is niet gebeurd. Het is absoluut imperatief dat ze voor het wetgevingsoverleg van aanstaande maandag beantwoord worden. Dus bij dezen het verzoek om ze het liefst vrijdag of anders maandagmorgen voor 10.00 uur beantwoord te krijgen. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan de heer Segers van de ChristenUnie, ook voor een rappel. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. Vorig jaar is er een motie aangenomen die ik had ingediend samen met collega Eijsink en die gaat over de rapportage over een thuisfrontcheck. Die rapportage zou er voor de begroting moeten komen, maar die hebben we nog steeds niet ontvangen. Wij zouden die graag alsnog ontvangen, het liefst voor het wetgevingsoverleg op aanstaande maandag maar als dat niet lukt in ieder geval voor de begrotingsbehandeling. Dat zou ons namelijk helpen met het debat daarover. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan de heer Bosma van de PVV. 

De heer Bosma (PVV):

Voorzitter. Gisteren, tijdens de persconferentie van mevrouw Mansveld, is het kabinet met een reactie gekomen op een rapport van een of andere VN-commissie. Die commissie meent onze nationale tradities en onze nationale cultuur te moeten wegen, in het bijzonder Zwarte Piet. Deze VN-club verbindt Zwarte Piet aan racisme, discriminatie, slavernij et cetera, et cetera, alsof we op hun oordeel zitten te wachten. Het erge is echter dat het kabinet in zijn reactie al deze antiracistische apekool lijkt te beamen en voorsorteert op het afschaffen van onze dierbare Zwarte Piet. Daar moet het kabinet zich niet mee bemoeien. Het kabinet moet pal staan voor onze nationale cultuur en moet dus ook gewoon vechten voor Zwarte Piet. Ik wil dolgraag een plenair debat met mevrouw Bussemaker van Cultuur; wat mijnheer Asscher vindt, interesseert mij niet zo veel. Ik wil met mevrouw Bussemaker van Cultuur praten, want zij moet opkomen voor ons nationale erfgoed. 

De voorzitter:

Mevrouw Bussemaker is de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Wie wil er reageren op het verzoek van de heer Bosma? 

Ik zie mevrouw Keijzer naar de interruptiemicrofoons lopen. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Steun voor dit verzoek. Het wordt tijd dat we hierover eens komen te spreken met elkaar. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Veen. 

De heer Bosma (PVV):

Iets met schaap en over de dam! 

De heer Van Veen (VVD):

De overheid gaat niet over Zwarte Piet. We hebben dan ook geen behoefte aan een debat. 

De heer Pechtold (D66):

Als de minister behoefte heeft om in een brief toe te lichten wat de laatste stand van zaken van het denken is, vind ik dat prima, maar ik heb geen behoefte aan een debat. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Het sinterklaasfeest is van en voor de samenleving. Ik heb geen behoefte aan het debat maar ik wil het verzoek om een brief wel steunen. 

De heer Monasch (PvdA):

We hebben al vaker gezegd dat Zwarte Piet een aangelegenheid is van de samenleving. Als er een officiële brief is van het kabinet, of een reactie op iets, dan kan die in de procedurevergadering betrokken worden en dan kunnen we daar bekijken hoe die het beste behandeld kan worden. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Een brief is prima. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Als ik het me goed herinner, is ongeveer een jaar geleden een Zwarte Pietenwet aangekondigd vanuit de PVV-fractie. De behandeling van dat wetsvoorstel lijkt mij een uitgelezen kans om over deze materie door te discussiëren. 

(Geroffel op de bankjes) 

De heer Bosma (PVV):

De heer Van der Staaij zegt dus eigenlijk: vol verwachting klopt mijn hart. 

Voorzitter. Ik heb geen meerderheid voor dit verzoek gekregen. Ik vind het vreemd dat allerlei mensen zeggen dat het aan de samenleving is, want het kabinet, in het bijzonder mijnheer Asscher, voert gewoon een keiharde oorlog tegen onze Zwarte Piet en nodigt op zijn ministerie … 

De voorzitter:

Mijnheer Bosma … 

De heer Bosma (PVV):

... allerlei mensen uit, waaronder de omroep, om te praten over het afschaffen van onze Zwarte Piet. 

De voorzitter:

Mijnheer Bosma, ik heb u bij uw verzoek ruim de gelegenheid gegeven om uw mening over het voetlicht te brengen. De Kamer heeft brede steun gegeven om aan het kabinet te vragen om te reageren op de dingen die zijn gepasseerd rondom Zwarte Piet. De heer Van der Staaij heeft u verzocht om uw wetsvoorstel voor plenaire behandeling aan te melden. 

De heer Bosma (PVV):

Zeker. Dank u wel. 

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan mevrouw Kooiman van de SP. 

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. De politie is helaas niet genoeg in staat om met name nieuwe vormen van criminaliteit effectief op te pakken. We hebben daarover ook al eerder gedebatteerd. Er zou een nieuw plan moeten komen. Dat zou ongeveer 200 miljoen kosten voor politie en Openbaar Ministerie. Maar wat verbaasde mij nu enorm? Dat is dat Nieuwsuur wel dit rapport heeft en de Tweede Kamer niet. Dat kan natuurlijk niet. Dus ik stel voor om dat rapport direct naar de Kamer te sturen, zodat we hier ook een debat kunnen voeren met de minister van Veiligheid en Justitie. 

Mevrouw Helder (PVV):

Niks nieuws dat de media iets eerder hebben dan de Kamer, maar dat mag nooit wennen, dus steun voor het verzoek. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Van harte steun voor dit verzoek. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik steun dat. Als terugvaloptie zou het natuurlijk eventueel bij de begroting kunnen worden betrokken, maar vooralsnog steun. 

De heer Oskam (CDA):

Mevrouw Kooiman heeft groot gelijk. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun. 

De heer Van Oosten (VVD):

Het thema opsporing is voortdurend onderwerp van gesprek. Ik vind dat we dat ook zijn beloop moeten laten hebben op het ministerie. Ik wil dit verzoek nu niet steunen omdat klaarblijkelijk Nieuwsuur ineens over informatie beschikt. 

De heer Marcouch (PvdA):

Ook wat ons betreft betrekken wij het bij de begrotingsbehandeling. Als er informatie is die bij de pers ligt, willen wij die ook hebben. 

De voorzitter:

Van de pers? Of van de regering? 

De heer Marcouch (PvdA):

Uiteraard van de regering. 

De voorzitter:

Aha! 

Mevrouw Kooiman, u hebt niet de steun van de meerderheid van de Kamer voor uw verzoek. 

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik vind het jammer dat de coalitiepartijen dit willen laten ondersneeuwen in een begrotingsdebat. Ik wil het verzoek om een debat alsnog handhaven. Ik heb voldoende steun voor een dertigledendebat. 

Ik richt er toch nog even de aandacht op dat dit mogelijk de allerlaatste keer was dat mevrouw Berndsen naar de interruptiemicrofoon is gerend om ons verzoek te steunen. Ik heb ontzettend fijn samengewerkt met mevrouw Berndsen en ik zal haar missen bij het komende debat over de opsporing. 

(Geroffel op de bankjes) 

(Geroffel op de bankjes) 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zal het dertigledendebat toevoegen aan de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Daarbij zal ik het kabinet verzoeken, het rapport toe te sturen aan de Kamer. 

Dan geef ik het woord aan de heer Graus van de PVV. 

De heer Graus (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Volgende week staat de begrotingsbehandeling van het gedeelte LNV, landbouw, natuur, voedselkwaliteit en dierenwelzijn, van Economische Zaken op de plenaire agenda, maar na het aftreden van staatssecretaris Mansveld gisteravond is er onduidelijkheid over ontstaan wie nu onze staatssecretaris op dit dossier gaat worden. Zolang er geen duidelijkheid bestaat, kunnen wij niet fatsoenlijk een begrotingsbehandeling voeren. De kans is groot dat morgen bekend wordt gemaakt wie de opvolger wordt van staatssecretaris Dijksma. Het lijkt mij geen goede zaak om een begrotingsbehandeling, een van de zwaarste debatten van het jaar op dit dossier, te gaan voeren met — dat is niet oneerbiedig bedoeld — een brugpiepertje, iemand die net begint. Ik wil dat ook niet doen met minister Kamp van Economische Zaken, want over dieren praten met hem gaat nooit goed, dus dat moeten wij ook niet willen. Vandaar dat ik uitstel vraag totdat er meer duidelijkheid is en er een ervaren staatssecretaris zit na een paar weken. 

De voorzitter:

Ik heb weleens heel goede gesprekken met minister Kamp over dieren gevoerd, zo kan ik u in vertrouwen meedelen. 

De heer Geurts (CDA):

Ik zou haast een WOB-verzoek doen om daarachter te komen, maar laat ik dat maar niet doen. Excuses, voorzitter, ik lach vanwege die brugpieper. Wij steunen het verzoek niet. Laten wij afwachten waar het kabinet mee komt. Tot die tijd geef ik geen steun aan dit verzoek. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Volgens mij is er formeel nog niets bekend. Laten wij het debat gewoon voor volgende week gepland staan. Het is aan het kabinet wie daar namens het kabinet aanwezig is. Stiekem hoop ik wel dat het mevrouw Dijksma is. Dat zou fijn zijn. 

Mevrouw Lodders (VVD):

Geen steun van de VVD voor dit verzoek. Het is belangrijk dat wij over dit belangrijke onderdeel van de begroting spreken. Ook is de agenda voor de komende maanden hartstikke vol, dus gewoon volgende week de Landbouwbegroting. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Wij weten nog niet wie een eventuele opvolger van staatssecretaris Dijksma zou zijn, maar als er een nieuwe staatssecretaris komt, lijkt het mij niet goed om onmiddellijk een begrotingsdebat met zo'n nieuwe bewindspersoon te voeren. 

De voorzitter:

Betekent dit dat u het verzoek van de heer Graus steunt? 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Op dit moment nog niet. 

Mevrouw Koser Kaya (D66):

Geen steun voor het verzoek. Formeel is er nog niets aan de hand. 

De heer Bisschop (SGP):

Ook van de zijde van de SGP geen steun voor het verzoek van de heer Graus. Voor zover ik weet is mevrouw Mansveld afgetreden en niet mevrouw Dijksma. Wij kunnen gewoon met verlangen naar het debat met haar uitzien. Als het anders loopt, zou het natuurlijk een prachtige vuurdoop voor een eventuele nieuwe staatssecretaris zijn om te beginnen met het debat over de begroting van Landbouw en Natuur. 

De voorzitter:

Maar voorlopig is er daar nog geen vacature. 

De heer Bisschop (SGP):

Daarom. 

Mevrouw Arib (PvdA):

Geen steun voor het verzoek. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Geen steun voor het verzoek. 

De heer Van Gerven (SP):

Ook van ons geen steun voor het verzoek, maar wij zijn natuurlijk wel benieuwd welke pieper aanwezig zal zijn. 

De voorzitter:

Mijnheer Graus, u hebt niet de steun van de Kamer voor het uitstellen van de begrotingsbehandeling. 

De heer Graus (PVV):

Dat klopt. Ik hoop met mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie dat mevrouw Dijksma het zelf doet. Daar zou ik zeer tevreden mee zijn, maar het heeft natuurlijk ook geen zin om met een scheidende staatssecretaris te debatteren. Ik heb mijn best gedaan om de belangen beter te dienen, maar het is mij niet gelukt. Een gezegende dag verder, mevrouw de voorzitter. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

Hiermee is een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. 

Naar boven