2 Herdenking oud-premier De Jong

Aan de orde is de herdenking naar aanleiding van het overlijden van oud-premier De Jong. 

De voorzitter:

Ik heet iedereen van harte welkom. Aan de orde is de herdenking van Piet de Jong. Hij overleed op 27 juli op 101-jarige leeftijd als de oudste oud-regeringsleider ter wereld. Ik heet zijn familie en de minister-president van harte welkom. Ik verzoek iedereen in de zaal en op de publieke tribune om, voor zover dat mogelijk is, te gaan staan. 

"Ik zag de schepen en wist wat ik wilde worden". Het is een citaat van Piet de Jong, opgetekend in Trouw in 2008. Aan de zee heeft nooit iemand iets kunnen bederven, de zee is altijd mooi, vond hij. Hij bracht er een groot deel van zijn leven door. In de Tweede Wereldoorlog was hij gezagvoerder van de duikboot O 24, eerst onder Brits en later onder Amerikaans commando, waarmee hij maar liefst acht vijandelijke schepen tot zinken bracht. In 1971 zei hij in een interview in Het Parool dat hij diep in zijn hart admiraal had willen worden. "Het heeft me nogal moeite gekost om daarvan af te zien", zei hij. "Admiraal is een heel mooie functie, weet u." 

Het liep anders. In 1959 werd Piet de Jong gevraagd om staatssecretaris te worden in het kabinet-De Quay. Niet vanwege zijn politieke affiniteit, maar met oog op zijn katholieke achtergrond. Om te kunnen toetreden tot dit kabinet werd hij lid van de KVP. In de drie daaropvolgende kabinetten was hij minister van Defensie. Vanaf 1967 gaf hij leiding aan het eerste naoorlogse kabinet dat de rit uitzat, een coalitie van KVP, ARP en CHU. Het was een tijd van politieke en maatschappelijke onrust; van hippies, provo's en dolle mina's, de Maagdenhuisbezetting, gijzelingen en demonstraties. Maar Piet de Jong bleef de persoon die hij op zee ook was: vol rust en relativeringsvermogen, zachtmoedig maar standvastig. "Niet vooroplopen, wel stimuleren", zei hij daar zelf over. "Zolang het goed gaat, moet ik op de achtergrond blijven. Als het fout loopt moet er iemand verantwoordelijk zijn. Dat ben ik". 

Bij zijn beëdiging in 1967 kondigde De Jong aan "op de winkel te gaan passen". Met terugwerkende kracht kunnen we zeggen dat hij zichzelf en zijn kabinet daarmee tekortdeed. Hoewel hij te boek stond als conservatief, zette hij fundamentele veranderingen in gang. Onder zijn leiding werden het minimumloon en de individuele huursubsidie ingevoerd, kwam er een einde aan de opkomstplicht bij verkiezingen en verbeterde de positie van homo's. 

De Jong introduceerde ook de wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad. Niet alleen om ervoor te zorgen dat journalisten hem op vrijdagavond met rust lieten, maar belangrijker nog: volgens hem hoorde openheid bij een goed functionerende democratie. Mensen hadden het recht om te weten wat er was besloten. "We zijn geen geheim genootschap!", zei hij ooit in de Haagsche Courant. 

Voor Piet de Jong was zijn geloof zijn belangrijkste drijfveer, de grondslag van zijn handelen. "En de essentie van die grondslag", vond hij, "is het gebod dat je je naaste lief moet hebben, dat je erop uit moet zijn je evenmens te helpen." Als premier heeft hij dat als geen ander kunnen doen. Hij leidde Nederland door een roerige tijd, laverend tussen ruimte laten en ingrijpen. Hij hield koers en zorgde voor stabiliteit, en dat maakte hem geliefd en populair bij een breed publiek. 

Na de verkiezingen in 1971 kwam hij langs de zijlijn te staan. Dat raakte hem. Gaandeweg nam hij afstand van het alledaagse Haagse, maar hij bleef kritisch en betrokken. Zijn laatste publieke optreden, tijdens het CDA-congres in 2010, is daarvan de beste illustratie. 

Piet de Jong is nooit admiraal geworden. En dat is maar goed ook, zeg ik namens de Nederlandse samenleving. Zijn overstap, van zee naar wal, heeft Nederland veel gebracht. 

Tijdens de inhuldiging van koning Willem-Alexander zat ik naast hem in de bus. Ik herinner me nog hoe mooi, hoe gesoigneerd hij er die dag uitzag. Voor mij was het een spannende dag. "Wat een bijzondere dag", zei ik tegen hem. Hij keek me aan, en antwoordde vol trots: "Dit is mijn derde inhuldiging". Dat illustreerde hoe lang en hoe intensief Piet de Jong onderdeel is geweest van ons politieke landschap. Als een inhoudelijk gedreven bewindspersoon en een waardig premier, warm en met humor. 

In Kamerdebatten wist hij aanvallen van de oppositie vaak met een grap te pareren, maar in alles klonk door hoezeer hij het parlement respecteerde, hoezeer hij erbij betrokken was. Hij genoot ervan dat geen dag hetzelfde was, dat er altijd wel rimpels waren die moesten worden gladgestreken. Het lag niet in zijn aard om daar breeduit over te spreken. Daar was hij te nuchter, te bescheiden voor. Maar feit is dat Piet de Jong, bijna ongemerkt, een stevig stempel heeft gedrukt op de Nederlandse politiek. Wij zijn hem daar zeer, zeer dankbaar voor. 

Namens de Tweede Kamer wens ik zijn dochter, zonen, kleinkinderen en andere familie, en natuurlijk het CDA, veel sterkte toe. Wij zullen hem niet vergeten. 

Ik geef nu het woord aan de minister-president. 

Minister Rutte:

Mevrouw de voorzitter. Piet de Jong zei eens: "Er zijn twee soorten mensen: zij die denken dat de wereld ophoudt aan het strand en zij die zich realiseren dat de wereld aan het strand begint." Vandaag herdenken wij hem. Piet de Jong was minister-president. Hij was minister en staatssecretaris van Marine en Defensie, maar hij was vooral onderzeebootkapitein. Dat bleef hij ook altijd. Hij was zich elke dag weer bewust van de grootsheid van de wereld om ons heen, die begint waar de kust in de zee overgaat. Dat bewustzijn en die ervaring tekenden hem als politicus en bestuurder. Het maakte dat hij sterk kon relativeren, dat hij zich nooit liet meeslepen door ijdelheid of door de waan van de dag en dat hij, ongeacht de situatie, standvastig en kordaat was. Aan de basis daarvan lag zijn katholieke geloof. Zonder het geloof was het, in zijn eigen woorden, "alsof je op een dolgedraaid kompas vaart". 

Al op 19-jarige leeftijd verruilde Petrus Jozef Sietse de Jong de wal voor het ruime sop. De oorlogsjaren bracht hij door op onderzeeboot O 24. Hij wist de toen nog niet geheel afgebouwde boot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog vanuit de Waalhaven in Rotterdam naar de overkant van het kanaal te varen. Hij bevoer de wereldzeeën, vocht mee met de geallieerden en zou pas in 1946 weer voet aan wal zetten. 

Piet de Jong maakte in 1959 letterlijk een vliegende entree in de politiek. Een helikopter hees hem aan een kabel van boord. Aan land werd hem gevraagd om namens de KVP staatssecretaris van Defensie voor de Marine te worden in het kabinet-De Quay. Zo kwam er een einde aan zijn carrière als marineofficier, maar zijn hart bleef bij de zee. Hij zei daarover: "Als u me zou doorsnijden, vindt u eerst de zee en dan pas de politiek. Ik bén eigenlijk niet van de politiek." 

Voor een man die niet van de politiek was, is Piet de Jong van grote betekenis geweest voor het bestuur van ons land. Als premier was hij een baken van stabiliteit in een woelige periode. Eind jaren zestig gistte en borrelde het in de samenleving. Kabouters, dolle mina's en krakers stonden op de barricaden, het Maagdenhuis werd bezet en het Vietnamprotest bereikte een hoogtepunt. Veel van zijn moed, besluitvaardigheid en kalmte waren terug te zien in zijn aanpak van de Molukse gijzeling in de Indonesische ambtswoning in Wassenaar. Volgens zijn biograaf presteerde hij op dat moment op de top van zijn kunnen. Op dat moment en op vele andere momenten bewaarde hij de rust. Piet de Jong bezat het vermogen om te laveren tussen traditie en vernieuwing. Hij hechtte aan de verworvenheden van de Nederlandse rechtsstaat, maar hij had ook een scherp oog voor de veranderende wereld in de jaren zestig. Zijn collega-ministers roemden hem als een man van goede verhoudingen. In zijn kabinet zorgde hij voor een prettige sfeer. Hij schonk vertrouwen en dwong respect af met zijn intelligentie, zijn openhartigheid en zijn standvastigheid. "Zijn humor daalt als een gouden regen op je neer", schreef een krant eens. Een goed voorbeeld daarvan is zijn eigen definitie van het begrip. Hij noemde humor "een vleugje parfum in de spruitjesgeur van het dagelijks leven". Nu ik hier de microfoon zie — u kent de anekdote ongetwijfeld — moet ik eraan denken dat hij, toen hij de eerste keer in de Oude Zaal stond, zei: "Voorzitter, kunt u de periscoop wat lager stellen?" 

Ikzelf denk met warme gevoelens terug aan de gesprekken en ontmoetingen die ik met hem had. Ook op zeer hoge leeftijd had Piet de Jong niets van zijn scherpzinnigheid, zijn strijdbaarheid en zijn vleugje ironie verloren. 

Piet de Jong stierf op 101-jarige leeftijd na een rijk en betekenisvol leven. Namens het kabinet wens ik zijn kinderen, familieleden en vrienden de kracht toe om dit verlies te dragen. Hopelijk voelen zij zich getroost door het besef dat heel veel mensen met genegenheid, met waardering en met respect aan hem terugdenken. 

De voorzitter:

Ik verzoek u om een moment van stilte in acht te nemen. 

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.) 

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken, zodat u de familie van de heer Piet de Jong in het Ledenrestaurant kunt condoleren. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven