8 Samenvoeging Bussum, Muiden en Naarden

Aan de orde is de behandeling van: 

  • - het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden en wijziging van de grens met de gemeente Weesp ( 34075 ).

De voorzitter:

Ik heet de minister van Binnenlandse Zaken, de heer Plasterk, van harte welkom. Ik vraag met name de leden van de VVD-fractie, die in groten getale aanwezig zijn, om plaats te nemen, zodat wij kunnen gaan luisteren naar de eerste spreker, de heer Veldman van de VVD-fractie, die zijn maidenspeech zal houden. Voor de goede orde zeg ik dat dit betekent dat er niet geïnterrumpeerd wordt. Dat voorrecht hebt u eenmaal, mijnheer Veldman. 

De algemene beraadslaging wordt geopend. 

De heer Veldman (VVD):

Voorzitter. Ik heb het niet nageteld, maar als ik het goed heb, ben ik beëdigd als het 2.525ste Kamerlid sinds 1815. Velen zijn mij dus voorgegaan met een eerste plenaire bijdrage, maar toch is het een bijzondere ervaring om hier te mogen staan. Ik vind het een eer om als volksvertegenwoordiger in de Tweede Kamer te mogen functioneren. Vroeger spelde ik de kranten en keek ik als het maar even kon naar Den Haag Vandaag en andere actualiteitenrubrieken op de televisie. Ik was al jong erg betrokken bij en nieuwsgierig naar wat er in de wereld gebeurt. 

Als historicus leg ik graag een link tussen heden en verleden. Sinds de middelbare school, zeg maar zo'n 30 jaar geleden, heb ik veel kunnen en mogen doen dat allemaal heeft bijgedragen aan het hier nu staan. Velen hebben een bijdrage geleverd aan mijn ontwikkeling en aan hoe ik als liberaal naar de wereld kijk. Ik wil twee personen in het bijzonder noemen. 

Ik sta hier mede dankzij het zwijgen van mijn vader. Mijn vader heeft het grootste deel van zijn puberteit in een jappenkamp doorgebracht. In zijn latere leven heeft hij daar, zoals zovelen die uit Indië terugkwamen, bijna nooit over gesproken. Het zwijgen van mijn vader maakt dat ik mij juist wil uitspreken. Mijn vader kan er helaas niet meer bij zijn, maar met het uitspreken van zijn naam, Habbo Siebold Veldman, is hij via de Handelingen van dit debat toch voor altijd aanwezig. 

(Geroffel op de bankjes) 

De heer Veldman (VVD):

De tweede persoon die ik graag wil bedanken, is mijn geschiedenisleraar van de middelbare school, de heer Van den Oord. Hij is wel aanwezig en zit op de publieke tribune. 

(Geroffel op de bankjes) 

De heer Veldman (VVD):

Hij leerde mij nadenken over de lessen uit het verleden. Hij leerde mij dat mijn mening ertoe deed. Hij daagde mij uit het debat te voeren en leerde mij verantwoordelijkheid te nemen voor het op een zorgvuldige wijze uitspreken van mijn mening. 

Als liberaal ben ik het helemaal eens met een uitspraak van Albert Einstein. In de jaren dertig van de vorige eeuw zei hij: "De wereld is gevaarlijk. Niet omdat er kwaadwillende mensen zijn, maar omdat er mensen zijn die blijven zitten en het laten gebeuren." Hij zei dit in een tijd waarin de vrijheid van velen meer en meer onder druk kwam te staan. Ook in onze tijd staat de vrijheid van leven zoals wij deze in onze samenleving kennen, onder druk. Blijven zitten en niks doen is voor mij geen optie. Iedereen die onze samenleving liefheeft, heeft een verantwoordelijkheid. Eenieder kan die verantwoordelijkheid voor onze vrijheid op zijn eigen manier invullen, als cartoonist, als columnist, als journalist, als politieagent of als militair. Er zijn vele wegen te bewandelen. Mijn vader, die zweeg over zijn tijd in Indië, koos ervoor om in zijn werkzame leven als beroepsmilitair zijn bijdrage te leveren. Ik kies er nu voor om als volksvertegenwoordiger mijn bijdrage te leveren, om op te staan en mij uit te spreken in het debat. 

Iedereen in Nederland heeft een taak en zal verantwoordelijkheid moeten nemen, voor anderen en zeker voor zichzelf. Het is belangrijk dat je zelf dingen onderneemt. Naar de overheid kijken en verwachten dat zij alles oplost en regelt, is wishful thinking. Wat mij betreft is de overheid vaak te ver doorgeschoten in het alles willen organiseren en regelen. Hiermee creëren we de verwachting dat de overheid ook echt alles voor je regelt. Het maakt mensen passief: wel een mening hebben, maar zelf geen verantwoordelijkheid nemen om het op te lossen. Deze passiviteit en het wijzen met de vinger naar een ander is mij als liberaal vreemd. 

Heeft de overheid dan geen enkele rol? Natuurlijk wel! De overheid zorgt landelijk en lokaal voor veiligheid, voor wegen, voor onderwijs, voor zorg en voor een sociaal vangnet. De overheid moet dat op een efficiënte en effectieve wijze doen. Als dat gemeentelijk niet lukt, bijvoorbeeld door te weinig bestuurskracht, dan moeten bestuurders en volksvertegenwoordigers hun verantwoordelijkheid nemen. Het wetsvoorstel dat we hier nu bespreken, getuigt van het nemen van verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid nemen is niet altijd makkelijk. Verantwoordelijkheid nemen vraagt soms om doorzettingsvermogen en daar is bij dit wetsvoorstel zeker sprake van. 

Dit wetsvoorstel heeft wat je noemt een voorgeschiedenis. Het eerdere wetsvoorstel voor de samenvoeging van de gemeenten Bussum, Muiden, Naarden én Weesp kon niet op een meerderheid in deze Kamer rekenen. De gesprekken, gericht op versterking van de bestuurskracht, tussen de betrokken gemeenten en de provincie zijn echter onverminderd voortgezet en deze gesprekken monden nu uit in het wetsvoorstel dat voorligt. In de kern vindt de VVD het een verstandig wetsvoorstel. De bestuurskracht van de individuele gemeenten in het Gooi laat op dit moment te wensen over. Met name die van Muiden is onvoldoende. De gemeente kent slechts 6.500 inwoners en heeft een hardwerkende maar even zo goed kwetsbare ambtelijke organisatie. 

Bij deze voorgenomen herindeling spelen twee opvallende kwesties. Die betreffen de Bloemendalerpolder en natuurlijk de financiële claim op de gemeente Muiden ten gevolge van de problematiek met betrekking tot het Krijgsmanterrein. Ik zal op beide kwesties nader ingaan. 

Als het gaat om de Bloemendalerpolder kan ik goed volgen dat voorgesteld wordt, deze polder bijna geheel tot Weesp te laten behoren. Een blik op de kaart van het te ontwikkelen gebied kan volgens mij tot geen andere conclusie leiden. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de verbreding van de A1. De woonwijk komt geheel ten zuiden van deze snelweg te liggen en de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik het niet heel erg waarschijnlijk acht dat bewoners een snelweg van circa tien rijstroken niet als een natuurlijke barrière gaan beschouwen, ook als het bijvoorbeeld gaat om de aanmelding op scholen. Ziet u het voor u: vaders en moeders die hun kinderen via een tunnel of over een loopbrug over een tienbaanssnelweg heen sturen, terwijl aan de rand van de wijk, in Weesp, zich ook scholen bevinden? Ik zie dat niet voor me. Ik zie dat niet gebeuren. Kortom, de VVD trekt de conclusie dat het volstrekt logisch is dat in dit wetsvoorstel een wijziging van de grens met Weesp staat opgenomen. 

Ik kom op de Krijgsmanclaim. Geen misverstand: ik snap heel goed dat zeker bij bestuurders van de gemeente Bussum terughoudendheid de boventoon lijkt te voeren waar het gaat om de voorgenomen fusie met Muiden. De claim op de Krijgsmanfabriek heeft in de loop der jaren gigantische proporties aangenomen, die, als ze zich hadden voorgedaan of zich zullen voordoen, noch door een zelfstandig Muiden, noch door de nieuwe gemeente te dragen zou zijn geweest. Het zou in ieder geval tot forse financiële ingrepen in de begroting van de nieuwe gemeente kunnen leiden. 

Maar Muiden heeft hard gewerkt. Muiden heeft een vaststellingsovereenkomst gesloten. Hieruit maak ik op dat de schadevergoedingsclaim van de eigenaren van het Krijgsmanterrein van tafel is. Graag ontvang ik daarvan wel de bevestiging van de minister. Ook zie ik graag nogmaals bevestigd dat het wetsvoorstel een vangnet kent in het geval de vaststellingsovereenkomst onverhoopt niet wordt nagekomen. Met andere woorden: als de claim zou herleven, kan de nieuwe gemeente nimmer aangesproken worden voor meer dan het bedrag dat Muiden zelfstandig had kunnen dragen. 

Afgelopen week bleek uit het rapport van de artikel 12-inspecteurs dat Muiden een forse financiële tegemoetkoming kan verwachten vanuit de zogenoemde artikel 12-procedure uit de Financiële-verhoudingswet, een bedrag van ruim 10 miljoen euro. En let wel, dat is een bedrag dat ten laste komt van alle andere gemeenten in dit land. 

Zelf moet Muiden natuurlijk forse maatregelen treffen. De gebruikelijke stap bij een artikel 12-procedure, het verhogen van de ozb, is maar een onderdeel. Er zijn meer maatregelen noodzakelijk. Wanneer de aanvullende uitkering wordt verstrekt en de maatregelen worden uitgevoerd, groeit Muiden toe naar een begrotingsoverschot en wordt Muiden schoon opgeleverd, precies zoals eerder beoogd. Dit overschot kan natuurlijk alleen gerealiseerd worden indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. De eerste is het verstrekken van de aanvullende uitkering. Het formele besluit daartoe moet nog worden genomen, maar dat kan toch niet meer misgaan? Wij mogen toch op het gecommuniceerde bedrag, namelijk ruim 10 miljoen euro, vertrouwen? Graag een toezegging van de minister. 

Daarnaast heeft de gemeente Muiden, en nadien haar rechtsopvolger, de nieuwe gemeente Gooise Meren, te bewaken dat de bezuinigingen ook echt worden doorgevoerd. Onderdeel van het hervormingspakket vormt het verhogen van de ozb in Muiden, altijd onaangenaam, maar noodzakelijk gegeven de situatie. Van mijn kant is er alle vertrouwen in het huidige en aanstaande gemeentebestuur om dat te bewaken. 

Als het gaat om de hoogte van de ozb, valt mij overigens wel iets op. Bussum kent een laag tarief ten opzichte van zowel Muiden als Naarden. Alhoewel het lokaal voortdurend in samenhang wordt gezien met de Krijgsmanclaim, staat het harmonisatieproces van de belastingtarieven daar los van. Zowel in Muiden als in Naarden zal, naar ik begrijp, bij ongewijzigd beleid het ozb-tarief dalen, terwijl het in Bussum iets zal stijgen. Valt dat te voorkomen? Nee, niet als gevolg van de samenvoeging van de gemeenten, maar wellicht wel als gevolg van te maken politieke keuzes. Ook dat is een uitdaging voor de lokale politiek. 

Er resteren voor mij twee kwesties die ik ten aanzien van die claim opgelost wil hebben. De eerste betreft de stelling van de minister dat bij het gebruik van het vangnet een eventueel te herleven claim niet verweten mag worden aan de nieuwe gemeente. Wat voor definitie hanteert de minister bij "niet verweten"? Ik zou geneigd zijn te suggereren: grove nalatigheid. Graag een reactie van de minister. 

De tweede betreft de rente. Die is nu laag, wat een financieel voordeel oplevert voor de nakoming van de vaststellingsovereenkomst. Dat voordeel zou weliswaar verder kunnen oplopen als de rente nog verder zou dalen, maar het is juist de omgekeerde situatie die angstbeelden bij de bestuurders in de regio oproept. De VVD wil hier nog wel iets in doen. Lokaal valt namelijk op veel te sturen — er kan zelf verantwoordelijkheid genomen worden — maar met de ontwikkeling van het rentetarief zal dat niet gaan. Die laat zich niet vanuit een gemeenteraad sturen. De VVD wil dit renterisico graag afdekken. Ik dien hiervoor eventueel een motie in, mede om het standpunt van de rest van de Kamer hierover te krijgen. Graag een reactie van de minister op de vraag hoe eventueel met het renterisico kan worden omgegaan. 

Ik rond af. Mijn bijdrage heeft zich voor een groot deel op de financiën gericht, maar er is natuurlijk meer. Mijn collega Van Oosten heeft ter voorbereiding van dit wetsvoorstel een aantal malen de regio bezocht. Hij is daar enthousiast geworden over de prachtige natuur, zeker gezien de uiterst centrale ligging van het gebied. Je kunt daar tientallen kilometers lopen zonder bebouwing tegen te komen. Er zijn bossen, er is heide, er is strand. Hij vertelde mij dat het telkens weer was alsof hij een dagje op vakantie was. Zo'n gebied verdient een stevig en krachtig gemeentebestuur, een gemeentebestuur dat niet gehinderd wordt door ingewikkelde gemeentegrenzen en dat gehoord wordt in het provinciehuis in Haarlem en zo nodig hier in Den Haag. De inwoners van Muiden, Naarden en Bussum hebben daar recht op. Ook daarom is dit een verstandig wetsvoorstel, dat instemming verdient. Het is een wetsvoorstel waarbij alle betrokkenen hun verantwoordelijkheid kunnen en moeten nemen, voor zichzelf en voor de ander. Dat is precies wat dit wetsvoorstel doet. Blijven zitten en niets doen is na al die jaren geen optie, verantwoordelijkheid nemen wel. 

(Geroffel op de bankjes) 

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Veldman, voor uw buitengewoon persoonlijke bijdrage. Uit niets blijkt dat u hier voor de eerste keer staat. U bent ook ruim binnen de tijd gebleven. Dat moet ook gezegd; het kan nog een keer anders worden in de toekomst. Ik weet zeker dat uw vader heel trots op u zou zijn geweest als hij dit gezien zou hebben. Ik schors de vergadering voor enige ogenblikken, zodat ieder in de gelegenheid wordt gesteld om u te feliciteren. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Allereerst wil ik heel graag de felicitaties van mijn volledige fractie overbrengen aan de heer Veldman. Wij feliciteren hem met zijn fantastische maidenspeech, die zich, zoals u al zei, voorzitter, kenmerkte door drie dingen: een persoonlijke kant, gedrevenheid en betrokkenheid bij de onderwerpen die spelen in deze Kamer. Chapeau! 

De ene herindeling is de andere niet. Vorige week besprak de Kamer nog de herindeling van Edam-Volendam met Zeevang. Daar ontstaat een gemeente met ruim 35.000 inwoners. De verwachtingen zijn en waren groot. Als ik het mij goed herinner, was de Kamer het unisono erover eens, samen met de inwoners en het bestuur van die gemeenten, dat de herindeling een verstandige zet is. Vanavond ligt een iets ander dossier ter tafel. In Gooi en Vechtstreek was en is minder eensgezindheid te vinden over herindeling. Ik snap dat heel erg goed, want als sinds 2005 wordt er gesproken over manieren om de bestuurskracht te verbeteren en al tien jaar is de manier waarop onduidelijk. Wat wel duidelijk is in al die tien jaar is dat Muiden eigenlijk niet zelfstandig verder kan. Dat leverde na jarenlang overleg, gesoebat, discussies en visienota's in januari 2010 een wetsvoorstel op, dat met de val van het kabinet-Balkenende IV controversieel werd verklaard in deze Kamer. Allemaal ongelukkige samenlopen van feiten. Twee jaar later, in 2012, verwierp de Tweede Kamer het voorstel. Ik herinner het mij als de dag van gisteren en anderen wellicht ook. Zitten er nog zulke oudgedienden in de zaal? De heer Bosma was er niet bij, hoor ik nu. Alleen de heer Van Raak was erbij. Zo snel kan het gaan in de politiek, voorzitter, maar toch blijf ik het mij herinneren als de dag van gisteren. Eigenlijk was de regio daarmee weer terug bij af en nog steeds is het eindbeeld niet helemaal duidelijk. 

Een eerste stap in de goede richting is echter wel hard nodig. De onrust, de onzekerheid en de tekortschietende bestuurskracht hebben nu wel lang genoeg geduurd. De bijna gordiaanse knoop lijkt te worden doorgehakt en moet ook een keer worden doorgehakt. Dat zijn wij aan de inwoners van Naarden, Bussum en Muiden verplicht. Mijn fractie vindt dan ook, gegeven deze geschiedenis en alle omstandigheden die we daarbij moeten betrekken, dat de politiek, de Tweede en de Eerste Kamer, echt haar best moet doen om te bekijken of de fusie per 1 januari 2016 mogelijk is. 

Natuurlijk begrijpen wij heel goed dat er nog veel vragen leven bij de inwoners van de betrokken gemeenten. Veel van die vragen zijn terechte vragen, vragen van zorg, vooral nu de financiële positie van Muiden al zo lang zo slecht blijkt. Het is dan ook heel goed dat vertegenwoordigers uit de Tweede Kamer te gast waren in de gemeente Muiden voor de hoorzitting. Daarin zijn heel veel goede dingen naar voren gekomen, die wij ook goed hebben kunnen verwerken in het verslag waarmee we de minister indringend hebben geconfronteerd. Hij heeft daar ook op gereageerd. 

Ik lees in dat verslag dat de minister in de beantwoording zijn best heeft gedaan om tegemoet te komen aan de bezwaren tegen en kritiek op deze fusie. Maar het doel van ons allemaal is dat de gemeente Muiden schoon de herindeling ingaat. Dan voorkomen wij dat de inwoners van Naarden en Bussum, als onderdeel van de gemeente Gooise Meren, last krijgen van de huidige problemen in Muiden. Voor het maatschappelijk draagvlak voor de herindeling maakt dat een groot verschil. Ik las vandaag nog in een van de brieven die wij recentelijk van bezorgde mensen uit Bussum hebben gekregen dat het niet zo kan zijn dat de inwoners van Bussum na 2016 geconfronteerd worden met een 100%-verhoging van de ozb, omdat dit ervaren zou worden als een straf voor goed en degelijk financieel beleid. Ik vind dat een heel terecht en reëel punt. Ik nodig de minister dan ook uit om dat punt weg te nemen. Die inwoners mogen dadelijk niet geconfronteerd worden met een te hoge stijging van de ozb omdat er in een gemeente een financieel risico met een project is waar zij nooit de vingers op hebben kunnen leggen. 

Met het artikel 12-rapport over Muiden blijven er bij de D66-fractie nog wel een paar vragen bestaan. Allereerst vraag ik mij af hoe het standpunt van de artikel 12-inspecteur dat Muiden structureel meer ozb dient te heffen, zich verhoudt tot het opheffen van die gemeente per 2016. Ik kan die zaken toch moeilijk met elkaar rijmen. Kan de minister daar nog eens een toelichting op geven? Is dat standpunt een lege huls of komt die opgave straks bij de gemeente Gooise Meren terecht? Welke gevolgen kan het bezwaar dat de gemeente Muiden in een formele reactie wil aantekenen, hierin nog hebben? 

Ten tweede zie ik dat de lagere rente nu wordt meegenomen in het naar beneden bijstellen van het door Muiden benodigde bedrag — ik geloof dat de heer Veldman daarover ook al sprak — terwijl de inspecteur ook opmerkt dat nog niet voor het hele bedrag een lening is aangegaan. Het lijkt mijn fractie niet zeker dat dit voordeel zich geheel gaat voordoen. Sterker nog, als je naar de stand van de wetenschap kijkt, wat de minister toch moet aanspreken, is dat zeer onzeker. Welke risico's lopen Muiden en de fusiegemeente dat de rentelasten toch toenemen als de percentages weer zouden stijgen? Hoe gaat de minister dat risico mitigeren of wegnemen, om te voorkomen dat wij dadelijk een positief besluit nemen over de fusie terwijl dit als een zwaard van Damocles boven de fusiegemeente blijft hangen? Dat laatste wil mijn fractie namelijk niet. 

Ten derde is het de opdracht aan de gemeente Muiden om haar weerstandsvermogen te vergroten via de inzet van stille reserves en verdere bezuinigingen. Dat is eenvoudig gezegd, maar welke weerslag gaat dit op de fusiegemeente hebben? Kan de minister daarop reageren? 

Samenvattend, deze fusie is in de ogen van de D66-fractie noodzakelijk vanwege de bestuurskracht. Slagkracht is echt nodig. In beginsel zijn wij dus voor deze fusie. Daar komt nog wel iets bij, namelijk de hele voorgeschiedenis daarvan. De Kamer mag daarbij goed naar zichzelf kijken, want de manier waarop de Tweede Kamer hiermee in het verleden is omgegaan, verdiende niet altijd de schoonheidsprijs. Dat maakt dat wij hier vandaag wel de dure plicht hebben om ervoor te zorgen dat deze mooie nieuwe fusiegemeente, als die straks gaat ontstaan, niet met een groot financieel gat komt te zitten. De inzet van mijn fractie zal dus zijn om alle financiële risico's die wij vandaag met het inzicht van nu in kaart kunnen brengen, te minimaliseren. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik vond dat de heer Schouw een aantal heel terechte vragen stelde, maar zijn waarschuwing aan het eind was een beetje omineus. Als de minister D66 niet voldoende tegemoetkomt, betekent dat dan dat D66 hiervoor geen verantwoordelijkheid kan nemen en niet voor dit wetsvoorstel kan stemmen? 

De heer Schouw (D66):

Mevrouw Bruins Slot loopt wat langer mee dan vandaag en kent natuurlijk ook het antwoord op deze vraag. Zij gaat dadelijk toch niet echt haar maidenspeech hier houden. De rolverdeling in dit huis is: wij stellen vragen en de minister moet heel goede antwoorden geven. Als de antwoorden onvoldoende zijn, dan maakt de fractie van D66 een afweging. Ik denk dat hetzelfde ook zal gelden voor de fractie van het CDA. Mevrouw Bruins Slot kan ook een andere vraag stellen. Als zij vraagt of het voor mij al een gelopen race is, zeg ik: nee, het is voor mij geen gelopen race. Ik vind dat die dingen goed geregeld moeten worden. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Zo zie je maar weer dat de heer Schouw eigenlijk fantastisch is, want hij heeft mijn vervolgvraag al gesteld: is het een gelopen race? De heer Schouw zegt: nee, het is geen gelopen race. 

De voorzitter:

Dat was een opmerking en geen vraag, dus de heer Schouw hoeft niet te antwoorden. 

De heer Schouw (D66):

Het is een cliffhanger. 

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Ik wil de heer Veldman van harte feliciteren met zijn maidenspeech. Hij sprak over het nemen van verantwoordelijkheid door politici. Op dat punt wil ik nu juist verdergaan. Ik denk dat het vanavond tijd is voor een gevoel van schaamte: schaamte met de bestuurders van de gemeenten Bussum, Naarden en Muiden en ook schaamte met de bestuurders van de provincie Noord-Holland. Tien jaar lang is er een discussie gevoerd over herindeling van het Gooi. Het begon met een rommeltje en tien jaar later is het nog steeds een rommeltje. 

In maart 2012 heeft de Tweede Kamer een voorstel voor samenvoeging van Weesp, Bussum, Naarden en Muiden tegengehouden en teruggestuurd. Dat is heel bijzonder. Herindelingen moeten vooral van onderop tot stand komen, vanuit de gemeenten. De provincie moet dat proces begeleiden en de Tweede Kamer moet dat proces beoordelen. Drie jaar geleden kreeg de Kamer een slecht voorstel voorgelegd, dat nergens op draagvlak kon rekenen. De gemeenten Bussum, Naarden, Muiden en Weesp zijn jarenlang bezig geweest met een goed proces van samenwerking op allerlei terreinen. Die vrijwillige samenwerking werd op brute wijze verstoord door een discussie over gedwongen herindeling. Dat leidde vervolgens tot slechte verhoudingen en een verziekte sfeer tussen de betrokken gemeenten. In 2012 kwam de vraag aan de Tweede Kamer of zij dan maar de knoop zou willen doorhakken. Dat deden wij dus niet. Mede door het bijzonder energieke optreden van toenmalig VVD-Kamerlid Van Beek werd het hele herindelingsprobleem teruggestuurd naar de plek waar het thuishoort, namelijk bij de gemeenten zelf. Namens de SP heb ik toen wel wat suggesties gedaan. Naarden en Bussum; dat kon ik mij eventueel nog wel voorstellen. Weesp en Muiden; dat klinkt ook nog wel logisch. Maar begin met een analyse waarom een herindeling nodig is, waarom de door de betrokken gemeenten ingeslagen weg van vrijwillige samenwerking in het Gooi niet veel beter was. 

Vandaag ligt hier een nieuw voorstel voor herindeling voor. Weesp is daaruit verdwenen; Bussum, Naarden en Muiden blijven over. Kan de minister aangeven en uitleggen wat er sinds 2012 allemaal is gebeurd? Wie heeft het initiatief genomen tot dit voorstel? Hoe is de bevolking daarbij betrokken? Ook dit nieuwe voorstel — het doet mij pijn om te zeggen — is weer niet goed doordacht en kan weer niet rekenen op de goedkeuring van de gemeenten. De laatste dagen word ik, ongetwijfeld net als de andere woordvoerders, weer overstelpt met berichten, telefoons, e-mails en brieven, met alarmerende berichten. Ik denk dat we in ieder geval kunnen concluderen dat de gemeenteraad van Bussum zegt zich niet in dit herindelingsvoorstel te kunnen vinden. 

Ik zit nu twaalf jaar in de politiek. Ik heb in de Eerste Kamer en in de Tweede Kamer heel veel wetsvoorstellen voor herindeling behandeld. Daarbij heb ik ook een hoop gekkigheid meegemaakt. Nog nooit heb ik echter meegemaakt dat een herindeling is ingegeven door een fout vastgoedproject: De Krijgsman, het KNSF-terrein in Muiden waarmee de gemeente financieel het hoofd in de strop heeft gelegd. Het is een idioot project met honderden miljoenen aan claims. Kan de minister hier bevestigen dat als dit idiote vastgoedproject er niet was geweest en Muiden dus niet financieel door de hoeven was gezakt, er ook geen directe aanleiding was geweest voor herindeling? 

Het is niet goed om te moeten trouwen omdat je schulden hebt, zoals Muiden, en al helemaal niet met een bruidegom die zo onwillig is, zoals Bussum. De nieuwe gemeente krijgt wel een bruidsschat: de Bloemendalerpolder. Toch blijft Bussum doodsbenauwd dat zij in de toekomst nog te maken krijgt met schulden van de bruid. Ik moest denken aan de trotste gemeente Oss, die voortdurend noodlijdende buren opvangt: in 2003 Ravenstein, in 2011 Lidt en in 2015 Geffen. Dat allemaal deed de trotse gemeente Oss zonder maar één keer te klagen. En het heeft ze wat gekost. Dat is het gemoedelijke en sociale Brabant. Vanavond gaat dat anders. Vanavond zitten we in het Gooi, waar geld voor Bussum zowat het enige, zo niet het belangrijkste, argument is. Maar goed, ook ik vind dat we de nieuwe gemeente niet moet opzadelen met onbekende schulden, ook niet als het gaat om rentevoordelen die wel of niet zouden worden gehaald. Daarom zal ik een eventueel voorstel van de heer Veldman — hij kondigde het al aan — van harte steunen als het daadwerkelijk komt. 

Een voorstel voor herindeling moet voldoen aan een aantal criteria. Het eerste is lokaal bestuurlijk draagvlak. Daar voldoet dit voorstel nu niet aan, als ik de geluiden uit Bussum hoor. Dan maatschappelijk draagvlak. Dat weten we niet. Nooit heeft een referendum plaatsgevonden of een andere volksraadpleging. Als de bestuurders er zo'n potje van maken, ben ik altijd erg benieuwd wat de bevolking van de herindeling vindt. De gemeentelijke democratie is niet van bestuurders, maar van de bevolking. Waarom, zo vraag ik de minister, is hun nooit iets gevraagd? 

Dan het criterium van interne samenhang. Ik zei al dat ik Naarden en Bussum nog wel zie zitten. Ze hebben ook samen een NS-station. De mensen in Muiden hebben volgens mij echter heel weinig met Naarden en Bussum. Die hebben meer met Weesp, zijn gericht op Weesp. Met deze gemeente werd ook veel en goed samengewerkt. Als je alleen al een blik op de kaart werpt — dat zal de minister ook hebben gedaan — zie je dat eventuele samenvoeging van Muiden en Weesp veel logischer is. Geografisch alleen al. 

Een heel belangrijk criterium voor de minister is ook duurzaamheid. Bij elk voorstel voor herindeling legt de minister omstandig uit dat dit voorstel echt een oplossing is voor de problemen, dat deze herindeling echt een antwoord is op de problemen voor de lange termijn. Ik denk dat de minister dat vanavond niet zal doen. Dit voorstel voor herindeling is namelijk ook volgens hem helemaal geen duurzame oplossing, maar een oplossing voor de korte termijn. De herindeling die vanavond hier in de Tweede Kamer wordt besproken, wordt nog niet afgerond of in de provincie en op het ministerie wordt alweer druk nagedacht over nieuwe plannen voor herindeling, met Huizen, met Blaricum, met Eemnes, met Laren en met Hilversum, in alle mogelijke vormen en alle mogelijke varianten. Het is om je te schamen en dat doe ik dan ook. Dat zouden al die bestuurders in het Gooi ook moeten doen, en op het provinciehuis en het ministerie. 

Toen ik dit voorstel kreeg voorgelegd, dacht ik: we hebben de gemeenten in 2012 teruggestuurd en huiswerk meegegeven en dat huiswerk hebben ze niet gedaan, of in elk geval niet goed gedaan. Mijn eerste reactie was dan ook: opnieuw terugsturen. Laten we ze opnieuw huiswerk laten maken net zolang tot het goed is, net zolang tot hier een fatsoenlijk en gedragen voorstel ligt, dat wel kan rekenen op de steun van de lokale bestuurders, dat vooral kan rekenen op de steun van de lokale bevolking en dat bovenal een oplossing is voor problemen op de langere termijn. Ik besef echter ook dat in het Gooi herindelingsmoeheid heeft toegeslagen. Muiden zit in financiële problemen vanwege een idioot vastgoedproject. De voorbereidingen voor deze herindeling zijn ondertussen al in een zeer vergevorderd stadium. Er is feitelijk al sprake van een ambtelijke fusie. Dat stelt mij voor een dilemma, ik zeg het maar eerlijk. Een herindeling heeft eigenlijk alleen kans als alle betrokken gemeenten erachter staan en er enthousiast over zijn, de bestuurders er zin in hebben, de bevolking het ziet zitten en iedereen het idee heeft dat dit een oplossing is voor de toekomst. Dat is hier allemaal niet het geval. Ik ben daarom heel benieuwd waarom de minister vindt dat wij hiertegen toch ja moeten zeggen. 

De heer Bosma (PVV):

Voorzitter. Ik feliciteer de heer Veldman, die meteen geroepen is tot het hoge ambt om deel te mogen uitmaken van de commissie Binnenlandse Zaken. Er zijn carrières die langzamer verlopen, maar dat je meteen eredivisie mag spelen is meer dan een felicitatie waard. De omloopsnelheid van de Binnenlandse Zaken-woordvoerders van de VVD begint verontrustende vormen aan te nemen. Ik hoop dat de heer Veldman het langer uithoudt dan zijn voorgangers. Mooie speech overigens, mijnheer Veldman, en fijn dat u er bent. 

De stroomstoring van vorige week leidt tot veel ergernis, want je zit vast in een trein of in een lift of in wat je ook overkomt. Ik zag een leuke tweet voorbijkomen: nu de elektriciteit niet meer werkt, is dit het goede moment voor de gemeente Bussum om Naarden en Muiden binnen te trekken, want nu is er geen enkele verdediging mogelijk. Ik vond hem erg leuk. Dit geeft aan dat het een nachtmerriescenario is waar we in zitten. Het is een hele vervelende zaak. Collega Van Raak gebruikte het woord "schaamte". Het is in ieder geval niet iets om vrolijk van te worden. In allerlei combinaties is er de afgelopen jaren gesproken over fusies. Het leek redelijk voorspoedig te gaan in de ménage à trois die was voorgesteld en waarover we vanavond spreken. Echter, toen kwam De Krijgsman als een duveltje uit een doosje. Dit is natuurlijk een heel vervelende zaak. Het was een cadeautje van een VVD-gedeputeerde die nu alleen nog maar met zijn initialen wordt aangeduid. Alles bij elkaar is het een ongelooflijk lastig, vervelend en pijnlijk dossier. Niemand weet namelijk hoe groot het probleem is. Er zijn allerlei schattingen gedaan en niemand weet hoe het gaat uitpakken. We hebben afgelopen week een mooie technische briefing gehad door mensen van Binnenlandse Zaken — mijn hartelijke dank daarvoor — en aan het einde was er toch even de vraag: wat doen we als de claim groter is? Toen werd direct de suggestie gedaan dat dan de ozb maar even hoger moet worden. Dit is waarover we nu praten. Het is een ongewis avontuur en het is heel moeilijk om daarmee akkoord te gaan, temeer omdat de belangrijkste huwelijkspartner, Bussum, inmiddels een duidelijke brief heeft geschreven met daarin de woorden "ongewenst" en "onacceptabel". Dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Onze mailboxen doen inderdaad pijn door de dingen die wij binnenkrijgen, onder andere van bekende Bussummers. Ik heb nooit geweten dat er zo veel clubjes en organisaties waren. Er bestaat heel veel ongerustheid. De Partij voor Bussum spreekt over een dollemansrit. De leukste post die ik binnenkreeg, was van de VVD-fractie uit Bussum. Onder het kopje "Waarom kan deze fusie zo niet doorgaan?" staat tussen haakjes "uitgedrukt in heersende sentimenten". Mijn partij krijgt altijd het verwijt populistisch te zijn, maar als je je gaat uitdrukken in heersende sentimenten, denk ik: wie is de populist? Dit echter terzijde. Het is een helder punt. Inwoners van Naarden en Bussum mogen niet opdraaien voor het vastgoedavontuur van Muiden Dat is de portee van het hele verhaal. Dat is waar het om draait. 

Verderop in de brief staat: de VVD in Bussum heeft zich tot nu toe zeer constructief opgesteld — dit zegt men zelf — maar ziet zich in het pak genaaid door de PvdA — ik ga niet stoken vanavond — en straks electoraal gedecimeerd. "Als je hiermee instemt, wordt de VVD gedecimeerd" is een wat vreemde boodschap aan mijn fractieleider Geert Wilders, die deze brief ook heeft gekregen. Tja, wat gaan wij dan bedenken? Politiek vernuft is in Bussum niet zo dik gezaaid, denk ik. Ik wil niet generaliseren, natuurlijk, ook al omdat mijn schoonfamilie ervandaan komt. De VVD in Bussum ziet zich dus in het pak genaaid door de PvdA en straks electoraal gedecimeerd. Zij stelt verder: wanordelijke lokale partijen zullen winnen en het bestuur overnemen. Het is duidelijk dat de beschaving tot een eind dreigt te komen. Totale chaos dreigt in dat rustige Gooi met al die hockey spelende mensen en mevrouwen met parelkettingen — nee, ik ga niet generaliseren — los te breken. 

Het moge duidelijk zijn dat er geen draagvlak is voor deze fusie. Dat is er niet. Dat is nergens gearticuleerd. Er is geen referendum geweest, geen enkele volksuitspraak. Er zijn wel een hoop onrust, een hoop mailtjes en een hoop geluiden. Wij hebben een heel mooie hoorzitting gehad. Er bestaat veel ongerustheid. Die ongerustheid is zeer terecht, want niemand weet hoe het moet aflopen met De Krijgsman. 

Op die mooie hoorzitting bleek ook dat de ambtelijke fusie al rond is. De gemeentes zijn eigenlijk al gefuseerd en wij zijn hier vandaag bijeen om dat nog even goed te keuren. Maar die gemeentes zijn al gefuseerd met uitzondering van de gemeenteraden, burgemeesters et cetera. Wat nu dreigt is heel pijnlijk, want die gemeentes zijn pro forma al gefuseerd maar de grootste partner, Bussum, zegt: dit is onacceptabel, wij doen het niet! Hoe moet dat nou? Hoe gaat dat nou in die gemeentes? Al die gemeentehuizen zijn immers al gefuseerd. Die zitten al bij elkaar op de gang et cetera. En nu zegt de grootste partij, Bussum: wij hebben er geen zin in. Dat lijkt mij heel vervelend voor al die ambtenaren. Bussum is met 32.000 inwoners veruit de grootste partner. De ambtenarij is gefuseerd en de grootste partij zegt nee. Dat wil ik ook weleens weten van deze minister. Een hoop vragen zijn al gesteld. Hoe ziet de minister zelf het hele Krijgsmanavontuur voor zich? Wat gaat er gebeuren met alle tarieven en belastingen ter plekke? En wat zijn de garanties? 

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Ik dank u zeer voor de gelegenheid het woord te mogen voeren. Ik wil graag beginnen met collega Veldman van harte geluk te wensen met zijn prachtige maidenspeech met een mooie persoonlijke noot. Ik doe dat in dubbel opzicht. Ik mag dat namelijk ook doen namens de ChristenUnie, zoals ik ook het woord mag voeren namens de ChristenUnie. Daarmee verdubbelt gelijk mijn spreektijd, neem ik aan, voorzitter. 

Het is al gememoreerd: de discussie over de herindeling in het Gooi heeft een lange voorgeschiedenis. Daar heeft de SGP-fractie ook haar aandeel aan geleverd, maar uiteindelijk zegt zij: een discussie kan lang duren en er kan een zekere herindelingsmoeheid optreden, maar dat moet niet betekenen dat er gemorreld wordt aan de eisen van een deugdelijk herindelingsproces en een deugdelijke herindeling. Wij moeten daar een zorgvuldig oordeel over blijven vormen. 

In de stukken lees ik een zeker draagvlak voor de herindeling, waarbij de drie gemeenten worden omgevormd tot de nieuwe gemeente Gooise Meren, maar er zitten nog een paar behoorlijke graten in de keel. Het is goed om daar even bij stil te staan. Voor een deel sluit dat aan bij wat collega's al hebben genoemd. Ook zal ik een enkel nieuw punt naar voren brengen. 

Allereerst is daar de financiële afwikkeling van het terrein van de voormalige kruitfabriek. Het is al geschetst: dat is een vastgoedproject waar grote risico's mee gelopen zijn. Het gebrek aan inzicht in de werkelijke stand van zaken en de werkelijke situatie is een enorme hobbel voor veel inwoners van de nieuw te vormen gemeente. Dat is alleszins begrijpelijk, wat de SGP betreft. Naar ons oordeel moet er aan de partners vooraf, klip-en-klaar, helderheid en duidelijkheid gegeven worden over de precieze consequenties. Het kan niet zo zijn dat daar katten in zakken gekocht worden. De minister stelt dat Muiden schoon wordt opgeleverd. Dat klinkt ons net iets te eenvoudig in de oren. Betekent dit concreet dat de andere gemeenten op geen enkele manier nadeel zullen ondervinden van de financiële problematiek waar Muiden op dit moment mee te kampen heeft? Is die problematiek, met de garantie dat het schoon wordt opgeleverd, volledig afgedekt? Ik vermoed dat het antwoord ja is en dus vraag ik: welke garantie wordt daar dan voor gegeven? Het betreft niet alleen dat eenmalige bedrag van 10 miljoen dat daaraan besteed wordt. Stel dat er claims komen die zo'n 100 miljoen belopen. Wie draait daarvoor op? Het lijkt mij noodzakelijk om daar vooraf helderheid en duidelijkheid over te verschaffen. 

Overigens is over het verzoek van de gemeente Muiden om een aanvullende uitkering uit het Gemeentefonds te ontvangen, nog niets besloten. Dat betekent heel concreet dat de gevolgen van dit wetsvoorstel voor de andere betrokken gemeenten niet goed te beoordelen zijn. De SGP-fractie vraagt zich dan ook in gemoede af of het niet een beetje voorbarig is om dit wetsvoorstel nu te behandelen. Op welke termijn is er precies een besluit te verwachten ten aanzien van de toekenning van die aanvullende uitkering uit het Gemeentefonds aan de gemeente Muiden? Waarom wachten we niet op een ordentelijke afhandeling van dat besluit alvorens het voorliggende voorstel te bediscussiëren? 

Ikzelf maar ook collega's hebben er al aan gerefereerd: de andere betrokken gemeenten hebben onvoldoende inzicht in de omvang van de risico's als gevolg van de financiële situatie van Muiden. Er is een vaststellingsovereenkomst die, als ik het wel heb, grote geheime delen kent, delen waar de andere gemeenten geen kennis van kunnen nemen. Dat is geen elegante manier om "het huwelijksbootje te betreden", om bij het beeld van een van de collega's aan te sluiten. Wie heeft er wel een goed inzicht in de geheime delen? Is dat de provincie? Is dat het Rijk? En wie garandeert de gemeenten Bussum en Naarden, als zij geen inzicht kunnen krijgen in de geheime delen van die vaststellingsovereenkomst, dat de nieuwe gemeente geen risico's gaat lopen? 

In vervolg hierop is het de vraag hoe het na herindeling met de ozb gaat. Die vraag heeft logischerwijs volop de aandacht van de gemeenten Bussum en Naarden. Na de herindeling is er een overgangstraject van drie maanden voor de ozb. Daarna worden de tarieven gelijkgeschakeld. De SGP vraagt zich af of deze situatie niet zo bijzonder is dat er een langere ingroeitermijn moet worden overwogen. Nu het wel heel onduidelijk is wat de gevolgen voor de hoogte van de gemeentelijke belastingen zijn, kan er wellicht een uitzondering worden toegestaan om een langere ingroeitermijn mogelijk te maken. Is de minister dat met mij eens? 

Mijn tweede punt is een stuk korter en betreft de grenscorrectie ten aanzien van de Bloemendalerpolder, die naar de gemeente Weesp zou gaan. Geografisch gezien lijkt dat logisch, maar de SGP vraagt zich wel af of het handig is om dat gelijk in dit wetsvoorstel te regelen. Moeten we niet eerst kijken naar de financiële consequenties van het wetsvoorstel en de toekomst van de gemeente Weesp, met ruim 18.000 inwoners, voordat we besluiten of die polder in zijn geheel naar de gemeente Weesp moet? 

Het derde punt heeft betrekking op de datum van de verkiezingen. De regering stelt op verzoek van de drie gemeenten voor om in 2018 toch verkiezingen te houden. De herindeling wordt van kracht per 1 januari 2016. Dat betekent dus dat het nieuwe gemeentebestuur ruim twee jaar te gaan heeft. Dat is in strijd met de recente wijziging van de wet, die bepaalt dat dit niet moet gebeuren. De drie gemeenten kunnen natuurlijk andere argumenten hebben, die in de Tweede Kamer niet gepasseerd zijn, maar we vragen ons af of het logisch is om die beslissing aan de gemeenten over te laten. Welke motieven liggen eraan ten grondslag om in 2018 toch verkiezingen te organiseren? Recentelijk hebben we een herindeling behandeld waarbij die verkiezingsdatum overgeslagen is. Ook is dat bij een zo ingrijpende herindeling tot de volgende verkiezingen niet bepaald positief voor de daadkracht van het nieuwe gemeentebestuur. Is het verstandig om op zo'n korte termijn — in feite slechts twee jaar — opnieuw verkiezingen te organiseren? Immers, de nieuwe verkiezingen zijn eigenlijk al meteen weer in zicht; je begint in de tweede helft van het spel. Kortom, de argumenten om de verkiezingsdatum toch in 2018 te plannen, vinden wij op dit moment beslist niet overtuigend. Wij zien de nadere motivatie tegemoet en dan graag in die mate overtuigend dat we daar als een blok voor vallen. Wij dagen de minister daar gaarne toe uit. 

We zien uit naar de beantwoording van de minister, ook op de andere punten. Wij hopen dat er heel snel duidelijkheid komt over de precieze consequenties voor de betrokken gemeenten, voor nu en voor de toekomst. Anders — ik zeg het maar eerlijk — is het wat ons betreft niet verantwoord om op dit moment in te stemmen met het voorliggende wetsvoorstel. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Voorzitter. Allereerst wil ook ik de heer Veldman van harte feliciteren met zijn mooie maidenspeech, die mij als oud-militair extra aansprak. Dank daarvoor. 

Het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Naarden, Muiden en Bussum heeft een lange, te lange voorgeschiedenis. Al sinds de bestuurskrachtmeting in Gooi en de Vechtstreek van 2005 wordt hartstochtelijk gediscussieerd over samenwerking en herindeling in alle mogelijke vormen en combinaties. Alle tijd en energie die de betrokken gemeenten hebben geïnvesteerd, zijn alleen de moeite waard als we deze discussie kunnen afronden met een oplossing die breed wordt gedragen. Ik hoop van harte dat dit debat daartoe een bijdrage kan leveren. 

In het voorjaar van 2012 is de samenvoeging van Naarden, Muiden en Bussum afgeketst op de financiële risico's van de gemeente Muiden. Ik was er toen ook bij en ik ben het eens met de collega's die zich dat nog kunnen herinneren: achteraf gezien worden we er niet vrolijk van. Als een zwaard van Damocles hing toentertijd de mogelijke schadeclaim van Muiden ook met betrekking tot het KSF-terrein boven het hoofd. Het amendement van collega Van Beek kreeg vrijwel Kamerbrede steun. 

De minister heeft het amendement in het wetsvoorstel verwerkt. Volgens de minister zal de gemeente Muiden voorafgaand aan de herindeling "schoon" worden opgeleverd. Dat betekent dat de gemeente Muiden met ingang van 2016 niet langer kampt met een aanmerkelijk structureel begrotingstekort en een negatieve algemene reserve. Maar, zo zeg ik tegen de minister, nu komt het aan op de exegese. Als woordvoerder destijds heb ik wel een iets andere herinnering aan het "schoon opleveren" dan het begrip waar de minister nu invulling aan geeft. Sinds het vorige plenaire debat over de gemeentelijke herindeling in Gooi en Vechtstreek is er veel werk verzet. Dat is een compliment aan de gemeente Muiden, want deze gemeente heeft een vaststellingsovereenkomst gesloten met de KNSF — het KNSF Vastgoed 2 — en de Exploitatiemaatschappij De Krijgsman en dat is een bijzonder staaltje werk. Hierdoor is ook een andere situatie ontstaan dan toen wij drie jaar geleden over het amendement-Van Beek spraken. 

Ik wil nog een aantal punten langslopen, allereerst dat van het herleven van de claim. Bij de verhoging van de aanvullende uitkering wordt uitsluitend uitgegaan van het scenario dat de vaststellingsovereenkomst niet wordt uitgevoerd. Maar er zijn ook andere situaties denkbaar, waarin de kosten hoger kunnen. Betekent dit dat een aanvullende uitkering wordt toegekend in al die andere gevallen waarin de schadeclaim buiten de schuld van de gemeente Gooise Meren herleeft? Ik heb meerdere collega's die vraag op een andere manier horen stellen. Als er juridisch een kink in de kabel komt, is het heel belangrijk dat de minister daarover een buitengewoon duidelijke uitspraak doet. 

De minister heeft in de nota naar aanleiding van het verslag enkele toezeggingen gedaan over verwijtbaarheid en dergelijke. Betekent dit dat deze toezeggingen dan ook volledige rechtskracht hebben? Ik vraag dit zo expliciet, omdat ik niet zou willen dat bij het herleven van de claim gedoe ontstaat over de uitleg van de antwoorden van de minister in de nota naar aanleiding van het verslag. 

Ik kom bij de ozb. Ook mijn collega's van D66 en de SGP zijn hierop ingegaan. Ik vind dat zij daarbij goede vragen hebben gesteld. Vanwege de financiële consequenties van de vaststellingsovereenkomst heeft de gemeente Muiden een beroep gedaan op artikel 12, met alle consequenties van dien. Laten we nog even vaststellen dat de gemeente Muiden niet in die artikel 12-situatie terecht was gekomen als zij niet die vaststellingsovereenkomst had afgesloten. De gemeente Muiden heeft de ozb verhoogd. Dat was terecht, anders kon de gemeente niet in de artikel 12-procedure toegelaten worden, maar betekent dit ook dat de inwoners van Muiden de vaststellingsovereenkomst betalen met een structureel hogere ozb en dit dan ook geldt voor de nieuwe gemeente Gooise Meren? En is dat terecht? Ik hoorde dat ook een beetje door in de woorden van de heer Schouw en de heer Bisschop. 

We hebben twee weken geleden ook het rapport van de artikel 12-inspecteurs gepresenteerd gekregen. Ik moet zeggen, het was een degelijk staaltje werk. De kosten van de vaststellingsovereenkomst die de gemeente Muiden niet zelf hoeft te dragen, worden in het rapport berekend op 9,3 miljoen euro. De artikel 12-inspecteurs hebben ons mooi voorgerekend dat met een eenmalige bijdrage uit het Gemeentefonds van 10,2 miljoen euro de gemeente Muiden gezond de herindeling ingaat. Dan grijp ik echter even terug op een brief die wij tijden terug hebben gekregen van de provincie Noord-Holland. Wat schreef die provincie ons toen? Zij schreef dat het uitgangspunt van de provincie en van de minister van BZK was dat de financiële consequenties van de vaststellingsovereenkomst volledig werden gesaneerd via de artikel 12-bijdrage. Voor het beheer en het onderhoud van het KNSF-terrein, dat ook in het artikel 12-rapport staat, rekent de gemeente Muiden 3,2 miljoen euro. Is het gezien het uitgangspunt van het volledig saneren wel terecht dat de artikel 12-inspecteurs het bedrag van de onderhoudskosten schrappen? Deze kosten vloeien toch rechtstreeks voort uit de vaststellingsovereenkomst? Zou het dus niet veel logischer zijn dat deze kosten wel onder de artikel 12-procedure zouden vallen, gezien het eerder genoemde uitgangspunt dat Muiden gecompenseerd zou worden voor de vaststellingsovereenkomst omdat de gemeente daarmee een heel belangrijke stap heeft gezet om een claim van bijna 300 miljoen te laten vervallen? Ik krijg daarop graag een helder antwoord van de minister. 

Mijn volgende punt is de risicorente. De heer Veldman sprak daarover in zijn bijdrage terechte woorden, want de kosten van de rentesubsidie vallen nu veel lager uit door de lagere rentestand. En die kosten kunnen straks best weer tegenvallen als de rente stijgt. Mijn vraag aan de minister en aan de heer Veldman is dan ook: houdt "schoon opleveren" dan ook niet in dat de regering de risico's van deze mogelijk stijgende rente in deze unieke situatie afdekt? Het CDA zou heel graag zien dat de regering dit voor haar rekening neemt. 

Ik kom op een aantal algemene punten. De formele beschikking op de aanvraag van artikel 12 komt in juni, als alles volgens planning verloopt. De heer Bisschop van de SGP sprak daarover terechte woorden. Dat is lastig voor de besluitvorming in de Kamer, maar het zou natuurlijk gigantisch helpen als de minister op dit moment al kan zeggen: maakt u zich geen zorgen, Tweede Kamer, wij verwachten dat het met die artikel 12-procedure uiteindelijk wel goed komt. Kortom, de CDA-fractie wil graag dat de minister duidelijkheid geeft over zijn invulling van het begrip "schoon opleveren". Van die invulling hangt immers het draagvlak af onder de betrokken gemeenteraden. Zoals het er nu voorligt, is dat draagvlak er niet. We hebben een klip-en-klare brief van de gemeente Bussum gehad. De gemeente noemde het "onder deze voorwaarden ongewenst en onacceptabel". 

Daarom sluit ik af met een beroep op de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de minister en de provincie Noord-Holland. Het huis van Thorbecke is één geheel. Alle verdiepingen in het huis van Thorbecke, ook de Tweede Kamer, hebben een rol gespeeld bij het ontbreken van een goede oplossing voor het KNSF-terrein. De lekkage is niet beperkt tot de gemeente Muiden. Ik herinner de minister eraan dat het in 2002 juist de toenmalige minister van VROM was die, samen met Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, een intentieovereenkomst sloot over de KNSF. De KNSF zou zijn deuren sluiten en als tegenprestatie zouden de minister van VROM en Gedeputeerde Staten zich inspannen voor een additionele ontwikkeling om planologische ontwikkeling mogelijk te maken. Eigenlijk zijn we daar anno 2015 nog steeds mee bezig. Daardoor kon de KNSF de kosten van de ontmanteling terugverdienen. Wij constateren dat die inspanning tot nu toe mislukt is. Tegelijkertijd ziet de CDA-fractie dat de gemeente Muiden zich in de afgelopen drie jaar ontzettend ingespannen heeft en een enorme prestatie geleverd heeft door het afsluiten van de vaststellingsovereenkomst. Ook heeft de gemeente Muiden de nodige bezuinigingen doorgevoerd. Daarmee heeft zij tot nu toe de ramp in de vorm van een enorme schadeclaim voor de Staat afgewend. In feite is de minister dus samen met de provincie aan zet om het laatste stukje lont uit het kruitvat te halen. 

Mevrouw Fokke (PvdA):

Voorzitter. In de eerste plaats complimenteer ik mijn nieuwe VVD-collega met zijn maidenspeech. Hij hield een heel mooi, persoonlijk en bevlogen verhaal. Ik wens hem heel veel succes in de mooie commissie voor Binnenlandse Zaken. 

Ik spreek vanavond mede namens de GroenLinksfractie. Voorzitter, ik weet niet of mij dat extra spreektijd oplevert, maar dat zien wij dan wel. U zegt dat u soepel bent; daar ben ik helemaal voor. 

Het voorstel inzake de samenvoeging van Naarden, Muiden en Bussum kent een lange voorgeschiedenis. Reeds in 2005 werd vastgesteld dat er een probleem lag op het gebied van bestuurskracht en dat er iets moest gebeuren om gemeenten te houden die in staat zijn om de taken uit te voeren op een wijze die burgers van een gemeente mogen verwachten. Alle mogelijke varianten voor herindeling zijn zo ongeveer gewisseld in dit dossier. Mede hierdoor verdient het dossier volgens mijn fractie absoluut geen schoonheidsprijs. De mensen in het gebied weten nu al jaren niet waar zij aan toe zijn. Het lijkt soms of er nooit een einde aan dit dossier komt. Net als je denkt dat alle neuzen in dezelfde richting staan, komt er weer een kink in de kabel. Over één ding zijn partijen het roerend eens: het is de hoogste tijd is dat er eindelijk iets gebeurt en dat er een knoop wordt doorgehakt. Dat is precies wat volgens mijn fractie moet gebeuren. 

Ik heb niet de illusie dat ik vanavond iedereen tevreden zal stellen. Gelet op de complexiteit van het dossier, vrees ik dat dit simpelweg niet lukt. Laten wij vanavond het beestje maar gewoon bij de naam noemen. Het dossier is vooral zo complex geworden door het KNSF-terrein, oftewel De Krijgsman. Dit terrein bleek uiteindelijk om verschillende redenen explosief. De gemeente Muiden is diep in de schulden gekomen door afspraken over de ontwikkeling van De Krijgsman. Aanvankelijk was er de dreiging van een forse schadeclaim — de eigenaars van het KNSF-terrein vorderden 376 miljoen aan schadevergoeding — maar uiteindelijk hebben de eigenaars van het KNSF-terrein en de gemeente Muiden een vaststellingsovereenkomst gesloten en is derhalve de claim vooreerst van tafel. Toch blijft de dreiging aanwezig dat de vaststellingsovereenkomst niet wordt nagekomen. Kan de minister in de Kamer nogmaals bevestigen dat zal worden gehandeld conform het amendement-Van Beek indien dit scenario zich voordoet en dit niet te wijten is aan de gemeente Muiden, onderscheidenlijk de gemeente Gooise Meren? Dit betekent dat in het besluit over de aanvullende uitkering de bepaling wordt opgenomen dat een verplichting tot betalen van schadevergoeding die hoger uitvalt dan hetgeen reeds is vergoed, zal leiden tot een verhoging van de aanvullende uitkering. 

De vaststellingsovereenkomst, waar de gemeente in februari 2014 uiteindelijk mee heeft ingestemd, slaat gelukkig geen gat in de begroting, zoals het geval zou zijn op grond van het doemscenario van de schadeclaim. Ik kan mij echter alleszins voorstellen dat het bedrag van 29 miljoen een fikse kater voor de gemeente Muiden was, omdat tevens duidelijk werd dat Muiden ook het bedrag van de vaststellingsovereenkomst niet kon betalen en door het ijs dreigde te zakken. In 2014 vroeg Muiden dan ook om een aanvullende uitkering op basis van artikel 12. De conclusie op basis van het onderzoek van de artikel 12-inspecteur is dat de financiële gevolgen van de vaststellingsovereenkomst lager zijn dan geschat, om de volgende redenen. Er is sprake van een dalende rente. De gemeente heeft nog niet al het geld geleend. Een gedeelte van dat bedrag is al in 2013 verantwoord. Voor 8,4 miljoen is dekking te vinden in de meerjarenraming van Muiden. De inspecteur stelt ook een aanvullende uitkering van negen ton vast voor onder meer achterstallig onderhoud aan wegen. Er rest dus een aanvullende uitkering uit het Gemeentefonds die wordt vastgesteld op 10,2 miljoen. 

Naar aanleiding van het voorstel van de inspecteur stuurt de gemeenteraad van Muiden een brief aan de Kamer waaruit blijkt dat de raad zich niet kan verenigen met de uitkomsten van het onderzoek. De gemeenteraad is van mening dat Muiden niet schoon wordt opgeleverd. Als je met z'n allen ergens aan begint, kan de PvdA zich heel goed voorstellen dat je eigenlijk hoopt dat je dat doet met een schone lei. Maar dat zal voor alle drie de gemeenten niet het geval zijn. Alle drie de gemeenten hebben keuzes gemaakt die het uitgavenpatroon van de nieuwe gemeente zullen beïnvloeden. "Schoon" betekent wat de PvdA betreft dat Muiden een last heeft die Muiden in redelijkheid kan dragen. Een aanvullende uitkering uit het Gemeentefonds via artikel 12 is een noodprocedure die gemeenten helpt om niet door het ijs te zakken. Het Gemeentefonds is van alle gemeenten samen is. Een hogere uitkering aan de ene gemeente leidt tot lagere algemene uitkeringen aan alle andere gemeenten. Daar moet wat de PvdA betreft netjes en zorgvuldig mee worden omgegaan, zowel wat betreft de gemeente die financieel in de knel zit als wat betreft de overige gemeenten, die gezamenlijk de lasten dragen. Artikel 12 is dus echt een noodrem; een noodrem met heel veel voorwaarden. 

De PvdA ziet ook een addertje onder het gras. Wij zouden het onredelijk vinden als de nieuwe gemeente dat risico zou moeten dragen. De rentestand is nu laag. Maar wat gebeurt er als de rente toch stijgt? Deze onzekerheid willen wij graag afgedekt hebben. De heer Veldman heeft een eventuele motie daarover voor de tweede termijn aangekondigd. 

Ten slotte kom ik op de grenscorrectie in de Bloemendalerpolder, waardoor de woonwijk die daar ontwikkeld wordt, bij de gemeente Weesp gevoegd wordt. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Mevrouw Fokke zegt dat de gemeente Muiden zich moet realiseren dat haar uitkering drukt op andere gemeenten. Kunnen wij het niet ook omdraaien? Juist het gedrag van Muiden heeft ervoor gezorgd dat wij niet in de situatie terechtkomen dat die 270 miljoen aan schadeclaims ook bij alle Nederlandse gemeenten terechtkomt. 

Mevrouw Fokke (PvdA):

Ik ben het niet met mevrouw Bruins Slot eens en ik was het ook niet eens met haar inbreng. Ik zou het eens zijn geweest met haar inbreng als zij hier had gestaan als gemeenteraadslid van een van de drie gemeenten. Dan zou ik ook keihard werken en willen dat het op nul komt te staan. Los van het feit dat de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Financiën wellicht beheerders van het Gemeentefonds zijn, hebben wij in de Tweede Kamer ook de taak om ervoor te zorgen dat er zo min mogelijk geld uit het Gemeentefonds wordt gebruikt voor een artikel 12-procedure. Dat is precies wat hier gebeurt. Muiden heeft hard gewerkt; alle complimenten voor Muiden. Bij een artikel 12-procedure maak je bepaalde keuzes. Net werd bijvoorbeeld gezegd dat de groenvoorziening wellicht ook onder artikel 12 zou vallen, maar er wordt ook gekeken naar de last die Muiden zelf kan dragen. Over bijvoorbeeld de groenvoorziening heeft de artikel 12-inspecteur volgens de Partij van de Arbeid terecht gezegd dat je die kunt wegzetten in de meerjarenbegroting. Welke keuzes de nieuwe gemeente maakt, is aan de gemeente zelf, of zij nu de ozb verhoogt of andere zaken doet. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Als Tweede Kamerlid kon ik dat natuurlijk prima zeggen, want alle inwoners van Nederland betalen belasting om gemeenten en dergelijke te laten functioneren. Dat bepalen wij hier deels ook via de rijksbelastingen. Ik vind het knap dat de gemeente in de afgelopen drie jaar erin geslaagd is om een stap te zetten in iets wat hier twee jaar geleden als een hete aardappel werd doorgeschoven. Ik ben ook altijd voor zuinigheid, maar het moet wel zuinigheid in redelijkheid zijn. Ziet mevrouw Fokke dat niet ook zo? 

Mevrouw Fokke (PvdA):

Ik ben helemaal voor zuinigheid en redelijkheid. Precies daarom ben ik heel blij dat de artikel 12-inspecteur een goed rapport heeft afgeleverd. Als ik dat rapport lees, zeg ik ook precies daarom dat ik niet helemaal blij ben met wat daarin staat over de renteontwikkeling. Daar zit te veel risico in. Ik zeg ook dat wij er in de Tweede Kamer wel voor moeten waken dat hier een precedentwerking van uitgaat. Als wij vandaag hiermee akkoord gaan, staat morgen de gemeente Delft of de gemeente Lansingerland op de stoep. Ik vind dat wij daar als Tweede Kamer bij moeten zijn en zelf moeten zeggen: wat in het kader van artikel 12 niet mogelijk is, is in het kader van artikel 12 niet mogelijk. 

De heer Schouw (D66):

Ik moest ineens denken aan de gemeente Delft. Ik hoop niet dat zij hier binnenkort op de stoep staat. 

Ik heb een vraag aan mevrouw Fokke. Kan zij inschatten wat de financiële risico's zijn voor de nieuwe gemeente als het worstcasescenario voor de kruitfabriek zich voordoet? 

Mevrouw Fokke (PvdA):

Daarmee wordt bedoeld: als de vaststellingsovereenkomst alsnog knalt — "knallen"; we hebben het toch over het KNSF-terrein — en er alsnog, conform eerder, wellicht een schadeclaim komt. Dat weet niemand, doodeenvoudig omdat er in het dossier al heel veel is gezegd over die schadeclaim. De ene keer wordt die gemaximeerd op bijna 400 miljoen. En volgens mij heeft de gemeente Muiden in het verleden gezegd: van een schadeclaim kon in het geheel weleens geen sprake zijn. Ik vind koffiedik kijken het slechtste wat wij hier in de Tweede Kamer kunnen doen. We weten het niet. We weten wel dat de minister al in een vroeg stadium, reeds bij de beantwoording van de schriftelijke vragen — ik vroeg daarvan slechts een bevestiging — heeft gezegd: als die vaststellingsovereenkomst zou klappen, we weer terug bij af zouden zijn en het weer over een schadeclaim zou gaan, dan ben ik bereid om te handelen conform het amendement-Van Beek. Dat lijkt me niets meer dan redelijk, want dat amendement is juist in de Tweede Kamer behandeld. 

De heer Schouw (D66):

Er is één springend punt in dit hele dossier, namelijk: welk financieel risico zit eraan in het slechtste scenario? Mevrouw Fokke zei het volgens mij goed. Zij zei, zo zeg ik ook voor de verstaander thuis: als alles goed gaat, is dat financiële risico minimaal €0 en als alles slecht gaat — maar dat is ook giswerk — maximaal 400 miljoen euro. Daar moeten we niet verder over speculeren met elkaar, want dat weten we niet. Het enige wat wij hier moeten uitspreken, is: als het slechtste scenario zich zou voordoen, dan moeten het Rijk, de provincie en de gemeente gezamenlijk zorgen voor een oplossing. Is de Partij van de Arbeid dat met mij eens? 

Mevrouw Fokke (PvdA):

Dat is nou juist iets wat in de schriftelijke beantwoording al staat. Ik vond het belangrijk dat het niet alleen daarbij bleef, maar dat we dat ook even plenair naar elkaar uitspreken. De minister heeft al gezegd dat dit zou gebeuren. Dat is ook exact conform de afspraak in het amendement-Van Beek. Ik denk dat we het daar met z'n allen over eens kunnen zijn, tenzij D66 het er niet mee eens is. Maar dan moet deze fractie amenderen of een motie indienen, en zeggen dat zij het niet eens is met de schriftelijke beantwoording door de minister. Dan hebben we een ander debat. 

De voorzitter:

De heer Schouw heeft een verhelderende vraag. Begrijp ik dat goed? 

De heer Schouw (D66):

Mevrouw Fokke begint een beetje te jennen. Dat snap ik niet. Ik probeer het gewoon in normalemensentaal te doen en me niet te verschuilen achter het amendement-Van Beek, dat ook taaltechnisch een beetje abracadabra is. Ik wilde gewoon zeggen: als er dadelijk een financieel probleem in de nieuwe gemeente is dat te maken heeft met dat vervelende dossier van die kruitfabriek, dan staat de gemeente er niet alleen voor maar lossen het Rijk en de provincie het op. Als we dat met elkaar uitspreken, zijn we er. Dat is mijn verhelderende oproep aan mevrouw Fokke. 

Mevrouw Fokke (PvdA):

Ik kan zelf gaan spelen in de tekst, maar daarom leek het me het meest zorgvuldig als ik — daar werd mijn bijdrage nogal technisch van — letterlijk zou citeren wat in de beantwoording stond. Want alleen dat doet er recht aan en daar staat het heel zuiver en heel juridisch. Ik kan het dan in mijn eigen woorden weergeven, maar ik denk dat dit aan alle partijen recht doet. Dat de schadeclaim is afgedekt, is een belangrijk onderdeel van alles waarover we het vandaag hebben. Daarom heb ik het zo technisch verwoord. Maar het stond zo inderdaad letterlijk in de schriftelijke beantwoording. 

Ik ga verder met de Bloemendalerpolder. Muiden, Bussum en Naarden waren van mening dat de ontwikkeling van dit gebied voortvarender kon worden aangepakt als zij het zouden doen. Bovendien maakten zij zich zorgen over de vergoeding van de kosten die door de gemeente Muiden voor de Bloemendalerpolder gemaakt zijn. De minister geeft duidelijk aan waarom de gemeente Weesp in staat geacht moet worden om het hele project te ontwikkelen. Bovendien zou de wijk aansluiten op de kern van Weesp en is het onwenselijk om één wijk in twee gemeenten te laten vallen. Wij steunen de grenscorrectie, maar dan moet de vergoeding voor de gemaakte kosten redelijk zijn. Bij de vaststelling van de artikel 12-bijdrage is rekening gehouden met de vergoeding aan Muiden van €295.000. De provincie heeft op grond van de Wet algemene regels herindeling de wettelijke bevoegdheid om uiteindelijk de verrekening vast te stellen op basis van de uitkomsten van het naar wij verwachten goede overleg tussen betrokken gemeenten. Kan de minister toezeggen dat hij bij de provincie onder de aandacht brengt dat deze verrekening tussen beide gemeenten zo snel mogelijk wordt vastgesteld en dat daarbij de berekening van de artikel 12-inspecteur als uitgangspunt zal worden genomen? 

Ik rond af. Het heeft niet de schoonheidsprijs en zeker niet iedereen is tevreden, maar de urgentie in het gebied is hoog. Het mag niet zo zijn dat wij vanavond partijen weer met een kluitje het riet in sturen. Het wordt tijd om knopen door te hakken. Wat mijn fractie betreft gaat dat ook gebeuren. 

De vergadering wordt van 19.48 uur tot 19.56 uur geschorst. 

Minister Plasterk:

Voorzitter. Allereerst wil ik mij voegen in de felicitaties aan de heer Veldman: complimenten voor zijn indrukwekkende maidenspeech! Zoals we bij hoogleraarsbenoemingen zeiden: moge de functie u de bevrediging bieden die u ervan verwacht. Ik ga ervan uit, gehoord de speech, dat dit zeker het geval zal zijn. 

We spreken over een herindelingsvoorstel in verband waarmee veel kwesties zijn aangesneden. Ik dacht het als volgt te doen. Ik begin met een korte inleiding en vervolgens beantwoord ik de vragen in drie delen. Ik begin met de indeling als zodanig, een enkel punt over de geschiedenis ervan en het grensbeloop. Vervolgens behandel ik de grootste kwestie die vandaag aan de orde is: de afwikkeling van de kwestie rond het KNSF-terrein en de consequenties daarvan voor de fusiegemeenten. Ik moet mijzelf corrigeren: het niet hebben van consequenties daarvan voor de fusiegemeenten. Ik sluit af met een derde blokje, dat bestaat uit de resterende kwesties, waaronder het punt van de heer Bisschop over het al dan niet houden van herindelingsverkiezingen. 

Ik zal mijn inleiding zo kort mogelijk houden. Het is inderdaad een kwestie met een lange geschiedenis; diverse leden hebben dat in eerste termijn gememoreerd. Als dit voorstel wordt aangenomen, ontstaat de gemeente Gooise Meren met 55.000 inwoners en een begroting van 123 miljoen euro op jaarbasis. De samenvoeging van Bussum, Muiden en Naarden tot de nieuwe gemeente Gooise Meren wordt gesteund door de betrokken gemeenten, maar wel hebben ze — ik kom er zo op terug — nog zorgen over de doorwerking van de financiële problematiek van Muiden op de nieuwe gemeente. 

Door de gebruikelijke procedure rond een artikel 12-aanvraag lopen de afhandeling van de aanvraag en de behandeling van dit wetsvoorstel gelijk op. Dat komt vaker voor. Het uitgangspunt daarbij is — ik zal zo toelichten dat dit hier ook het geval is — dat de gemeente voor de datum van de herindeling schoon wordt opgeleverd. Dat gebeurt ook met Muiden. Ik zal zo, naar aanleiding van de vragen van mevrouw Bruins Slot en anderen, ingaan op wat "schoon opleveren" precies met zich meebrengt. Al met al is het geen standaardherindeling, maar het is wel een herindeling die nodig is en waar de gemeenten op zitten te wachten. 

De gemeenten steunen de samenvoeging en het moment van de samenvoeging, wat blijkt uit de brief die de drie gemeenteraden de Kamer onlangs, op 9 februari van dit jaar, hebben gestuurd. Hierin schrijven ze onder meer: "Inmiddels wordt er al vele jaren gesproken over de bestuurlijke inrichting van onze regio Gooi en Vechtstreek. Het is hoog tijd dat daar nu knopen over worden doorgehakt. Wij zijn ervan overtuigd dat een samengaan van de gemeenten Bussum, Naarden en Muiden ten goede kan komen aan de slagkracht van de regio, aan de dienstverlening van onze bewoners en de versterking van de lokale democratie. Dat vereist wel dat de nieuwe gemeente een goede start kan maken, bestuurlijk maar ook financieel." Dat geeft de kern van de discussie over de samenvoeging weer: die is gewenst en wordt gesteund door de betrokken gemeenten. In antwoord op de vraag van de heer Van Raak kan ik zeggen dat die samenvoeging ook zou hebben plaatsgevonden als die kwestie bij Muiden met het KNSF-terrein niet zou spelen, omdat die herindeling voortvloeit uit een analyse van de bestuurskracht in de regio. 

De voorzitter:

De heer Van Raak had nog geen vraag gesteld, maar toch werd die vraag al beantwoord. 

De heer Van Raak (SP):

Er is nog zo'n vraag, voorzitter. 

Een rommeltje is een rommeltje! Als er dan brieven komen, zijn die brieven dus ook een rommeltje. Als er een keer een brief komt van de gemeenteraden waarin staat dat ze het van harte eens zijn met het voorstel, dan komt er naderhand wel weer een brief van een gemeente die schrijft dat ze het helemaal niet eens is met het voorstel. De brieven die de gemeenten sturen kunnen dus niet de leidraad zijn, omdat ze nogal verschillend van aard zijn. 

Minister Plasterk:

Het woord "rommeltje" neem ik zeker niet over, maar ik was van plan om verderop te zeggen dat de constatering van de heer Van Raak dat dit de vreemdste herindelingsprocedure is die hij heeft meegemaakt, in zoverre juist is dat ik kan bevestigen dat dit een bijzondere herindelingsprocedure is. Ik moet daar wel aan toevoegen dat ik het waardeer dat het met de gemeenten is gekomen tot een nieuw bestuurlijk perspectief voor Gooi en Vechtstreek en dat de provincie daarbij nadrukkelijk een regisserende rol heeft gespeeld. Dat is natuurlijk een taak van de provincie, maar ik ben de provincie er niet minder dankbaar voor. 

De heer Van Raak (SP):

De gemeenteraad van Bussum laat weten dat hij het helemaal niet eens is met de herindeling. 

Minister Plasterk:

Dat is niet juist. Ik citeerde zojuist uit een brief van de drie gemeenten van begin dit jaar, een maand of twee geleden. Ik teken daarbij wel aan dat er aarzelingen zijn over de financiën. Voordat ik daaraan toekom — ik ga er zo meteen specifiek op in — wil ik erop wijzen dat voor mij draagvlak betekent dat er overeenstemming is van de gemeenten over de wenselijkheid van de fusie als zodanig. Als een gemeente in het zicht van de finish zegt dat zij er eigenlijk nog een miljoen bovenop zou willen hebben en dan echt akkoord zou gaan maar anders niet, is dat niet per se een reden om te zeggen dat het draagvlak wegvalt. Er moet dan gewoon inhoudelijk en serieus worden gekeken naar de aard van die wens. Behoeft die ondersteuning of niet? Wij kunnen daar met elkaar het gesprek over hebben, maar daarmee heb je nog niet een draagvlakdiscussie per se. De draagvlakdiscussie speelt naar mijn mening als bijvoorbeeld de grootste fusiegemeente in februari van dit jaar zou hebben gezegd: wij voelen helemaal niet voor deze herindeling, wij vinden die onverstandig, wij willen met een andere gemeente samen of wij willen helemaal niet herindelen. Dan ontstaat er inderdaad een andere situatie. 

De voorgeschiedenis is in eerste termijn al gememoreerd door de leden. Een eerder voorstel is verworpen. Er wordt al tien jaar over gesproken. Het is dus inderdaad goed — dat proef ik ook in de bijdragen van de diverse leden — om nu tot een oplossing te komen. Ik heb in februari 2013 de provincie Noord-Holland gevraagd om advies uit te brengen over de bestuurlijke toekomst van Muiden en Weesp, zowel op de korte termijn als kijkend naar de lange termijn. Daar hebben de gemeenten en de provincie hard aan gewerkt, met het oog op nieuw bestuurlijk perspectief voor alle gemeenten; veel waardering aan allen daarvoor. Het voorstel dat wij bespreken is inderdaad op één onderdeel anders dan een eerder voorstel. Nieuw is om Weesp niet onderdeel van de fusie te laten zijn. Voor Weesp is er een nieuw perspectief ontstaan via de samenwerking met Wijdemeren en Stichtse Vecht. Dit betekent dat op deze manier de drie gemeenten nu tot een fusie kunnen komen. 

De heer Van Raak (SP):

Voordat wij verdergaan over de toekomst, wil ik toch even terug naar het verleden. In het verleden hebben de vier gemeenten, dus naast Bussum, Naarden en Muiden ook Weesp, evenals andere gemeenten in het Gooi overigens, besloten om veel te gaan samenwerken op vrijwillige basis. Dat zijn zij altijd blijven doen, totdat er vanaf 2005 van bovenaf een discussie werd gestart over gedwongen herindeling. Dat heeft ertoe geleid dat de verhoudingen verziekt zijn. Wij hebben dat bij andere herindelingen in het verleden ook gezien, heel vaak; ik herinner me bijvoorbeeld Goeree-Overflakkee. Gemeenten zijn in een proces van samenwerking en dan ineens komt er een discussie over gedwongen herindeling. Als wij die gemeenten de ruimte hadden gegeven om meer te gaan samenwerken, denk ik dat zij allerlei praktische problemen praktisch zouden hebben opgelost. Zelfs kunnen we niet uitsluiten dat die gemeenten op den duur hadden gedacht: wij doen nu zo veel samen, laten wij nu ook maar samen gaan vergaderen. Maar is niet juist de discussie van bovenaf over gedwongen herindeling een van de redenen geweest dat het zo'n rommeltje is geworden en nog steeds een rommeltje is? 

Minister Plasterk:

Het is hoog tijd dat er knopen worden doorgehakt. "Wij zijn ervan overtuigd dat het samengaan van de gemeenten Bussum, Naarden en Muiden ten goede kan komen aan de slagkracht van de regio, aan de dienstverlening voor onze inwoners en de versterking van de lokale democratie." Dat citeer ik uit een brief van de drie gemeenten. Dat is dus niet van bovenaf opgelegd, het is de opvatting van die gemeenten. Ik voeg er als eigen opvatting aan toe dat waar ambtelijke samenwerking jarenlang het geval is, het verstandig is om te bekijken of dat niet ook op bestuurlijk niveau zijn weerslag moet hebben. Anders krijg je natuurlijk een democratisch deficit, met drie verschillende gekozen besturen, die allemaal hetzelfde ambtelijk apparaat aansturen. Dat zal ook een overweging zijn geweest voor de drie gemeenten om te zeggen dat die knoop nu bestuurlijk moet worden doorgehakt. Ik ben het daar ook mee eens. 

De heer Van Raak (SP):

Waar wij het vanavond over hebben, is niet het enige rommeltje en de enige herindeling. Wij hebben veel herindelingen gehad en er zullen er misschien nog wel een aantal komen. Mijn vraag was er vooral op gericht om te weten: hoe gaan wij dit doen? Hoe gaan wij dit in de toekomst doen? Als gemeenten besluiten om op bepaalde punten te gaan samenwerken, zien wij namelijk telkens dat er altijd weer ergens een provincie is — bestuurlijke hoogmoed, haantjesgedrag — die zegt: nee, jullie moeten gaan herindelen. Moeten wij daar nou niet eens van af? Moeten wij niet eens zeggen: als het gaat om de bestuurlijke inrichting van een lokaal bestuur, leg de bal dan bij de gemeenten, en ga je daar als provincie niet meer voortdurend tegenaan bemoeien? 

Minister Plasterk:

Het zou geen recht doen aan de rol van de provincie Noord-Holland als ik deze vraag bevestigend zou beantwoorden. Ik heb de provincie gevraagd, nadat een eerder wetsvoorstel hier in de Kamer is gestrand, om de regierol op zich te nemen en te komen tot een voorstel waarin de fusie van deze gemeenten wordt gezien in het licht van wat er resteert. Het is namelijk vrij gemakkelijk om te zeggen dat Naarden en Bussum toch al tegen elkaar aan liggen en dat je dan een mooie gemeente hebt, als je niet ook zicht hebt op wat er dan in de rest van Gooi en Vechtstreek zou moeten gebeuren. 

De provincie is gekomen met een voorstel dat onder meer met zich meebrengt dat er een goed perspectief is voor Weesp om een duurzame positie te krijgen in de zojuist genoemde fusie. Dan is er dus alle reden om deze drie gemeenten bij elkaar te brengen. Nogmaals, nog geen twee maanden geleden bleek uit een brief dat de besturen van de drie gemeenten dat uitgangspunt onderschrijven. 

De heer Bosma (PVV):

Ja, daar heeft de minister gelijk in; die brief van 9 februari ligt er gewoon. Er ligt echter ook een brief van 27 maart. En maart komt na februari. Ik citeer uit die brief, afkomstig van de voltallige gemeenteraad. "Op basis van het wetsvoorstel, de antwoorden van de minister en het verslag van de artikel 12 inspecteur komen wij unaniem tot de conclusie dat de voorgestelde herindeling voor de gemeente Bussum op deze manier ongewenst en onacceptabel is." Dat lijkt me toch heel duidelijk: "unaniem", "ongewenst en onacceptabel". Dan kan de minister toch niet zeggen: ja, maar ik heb ook nog een oude brief, uit februari, en die neem ik wél ter harte? Wat daar geschreven staat, is toch keihard? 

Minister Plasterk:

Ik heb daar feitelijk al antwoord op gegeven. Daar waar wordt gekeken naar draagvlak is het van belang of men de fusie als zodanig ten principale onderschrijft. Het antwoord op die vraag was anderhalve maand geleden: ja. Er is vervolgens een brief gekomen waarin men schrijft: eigenlijk willen wij uit het Gemeentefonds — dus ten laste van de andere 390 gemeenten — een grotere bijdrage in de aanvullende uitkering hebben. Daarvan zeg ik: dat is voor mij onderwerp twee; we zullen zo dadelijk met elkaar in gesprek moeten gaan over de vraag in welke mate die wens gerechtvaardigd is. Dat is uiteindelijk natuurlijk een onderdeel van het voorstel dat ter tafel ligt. Ik denk echter dat we dat moeten scheiden van het herindelingsvoorstel als zodanig. 

De heer Bosma (PVV):

Ik vat 'm niet helemaal. Zegt de minister nou dat het wel leuk is dat de gemeenteraad unaniem spreekt over "ongewenst en onacceptabel" maar dat hij gewoon met wat geld heen en weer gaat schuiven en dat ze dan wel over de brug zullen komen? Zegt de minister dus dat het gewoon iets in de onderhandelingen is? Dat gebeurt wel vaker, hoor. Zoiets gebeurt heel vaak. Moet ik die brief van Bussum zo lezen? 

Minister Plasterk:

Het is eigenlijk precies omgekeerd. De gemeenten hebben in februari gezegd dat zij voor deze fusie zijn en dat zij willen dat de knoop nu wordt doorgehakt. Een maand later zeiden ze dat ze daarbij aantekenen dat ze eigenlijk nog X miljoen extra willen hebben en dat ze het er anders niet mee eens zijn. Het lijkt mij dat we de argumenten hiervoor op de hand moeten wegen. Ik heb in de eerste termijn van verschillende woordvoerders een aantal randvoorwaarden gehoord. Ik zal daar zo meteen op ingaan. Dan is het aan de Kamer om die weging uiteindelijk aan te brengen. 

De voorzitter:

De heer Schouw loopt wat te dwalen langs de interruptiemicrofoon. 

De heer Schouw (D66):

Dat deed ik eigenlijk om wat meer recht te doen aan de brief van de gemeenteraad van Bussum waaruit de heer Bosma zo vriendelijk was om selectief te citeren. De laatste zin in die brief luidt: Kortom: er moet een oplossing komen voor de genoemde restschuld en het renterisico. Is de minister het met mij eens dat die zin de opening biedt naar wél steun van de gemeente Bussum? Zie ik dat goed? 

Minister Plasterk:

Ik dank de heer Schouw voor deze aanvulling. Ik kom zo apart terug op de kwestie van het renterisico. Ik denk dat de heer Schouw het goed ziet. 

Voorzitter. Ik rond mijn inleiding af en ga in op de kwestie van de samenvoeging als zodanig. Om te beginnen de variant met Weesp. Ik heb er zojuist al iets over gezegd. Een samenvoeging van Muiden en Weesp zou een kwetsbare gemeente opleveren, zo luidde eerder de analyse, met een beperkte bestuurskracht en beperkte duurzaamheid. Voor die variant is dus niet gekozen. 

Er is al eerder gesproken over het grensbeloop. Ik sluit mij aan bij wat de heer Veldman daarover heeft gezegd in zijn eerste termijn. Als je de kaart erbij pakt, is het eigenlijk ook logisch dat dat grensbeloop wordt bijgesteld middels deze grenscorrectie. De Bloemendalerpolder valt dan onder één gemeente, de gemeente waarop men ook is aangewezen voor alle voorzieningen, gezien ook de natuurlijke barrière die de A1 daar oplevert. Dat lijkt mij een juiste keuze. Het lijkt mij ook goed om die keuze nu te maken bij het tot stand brengen van deze nieuwe fusiegemeente. Ik heb al antwoord gegeven op de vraag van de heer Van Raak of de fusie ook zonder de KNSF-kwestie nodig zou zijn geweest. Bij interruptie hebben wij al kort teruggekeken op de geschiedenis. Ik ben het eens met iedereen die zegt dat het allemaal geen schoonheidsprijs verdient en dat vele partijen daarin een rol hebben gespeeld. Maar goed, dat ontslaat ons niet van de plicht om vooruit te kijken en te doen wat er zou moeten gebeuren. 

Ten slotte, op het punt van de procedure, heeft de heer Bosma opgemerkt dat de fusie ambtelijk eigenlijk al gerealiseerd is. Hij vraagt hoe dat kan en hoe het zit. De gemeenten hebben bij de voorbereidingen geen onomkeerbare besluiten genomen. Dat kan ook niet, want een herindeling is uiteindelijk een wetsvoorstel, dat ook door de Eerste Kamer moet worden vastgesteld. De plannen voor de huisvesting van de nieuwe organisatie worden bijvoorbeeld pas uitgevoerd als het wetsvoorstel door de Kamers is aangenomen. Wel treffen de gemeenten tijdig voorbereidingen, zodat de nieuwe gemeente goed van start kan gaan als een wetsvoorstel wordt aangenomen. Dat is ook in lijn met het rijksbeleid en de Wet ARHI, die van de gemeenten vraagt dat zij actief werken aan de voorbereidingen voor een nieuwe gemeente en dat zij daartoe tijdig voorzieningen treffen, zoals in artikel 79 staat. Mede daarom krijgen de gemeenten al in het jaar voorafgaand aan de datum van herindeling een uitkering uit het Gemeentefonds voor kosten in verband met de herindeling, de zogenaamde frictiekosten. 

Dat brengt mij ertoe om, voordat ik aan de KNSF-kwestie toekom, in herinnering te roepen dat de fusie als zodanig ook een herindelingsmaatstaf van 8 miljoen euro met zich meebrengt, uit te keren over een periode van vier jaar. Ik ben daarmee omhooggegaan omdat uit eerdere discussies in de Kamer bleek dat het opvangen van frictiekosten van belang is om ervoor te zorgen dat fusies mogelijk zijn, ook waar er om andere redenen de wens bestaat om te fuseren. 

Ik ga zo nader in op het nader afwikkelen van de KNSF-kwestie, maar ik zou dat willen doen in het perspectief van het feit dat de begroting van de gemeenten Muiden, Naarden en Bussum samen 123 miljoen euro per jaar is en dat er dus de komende jaren door de herindelingsmaatstaf, zij het tijdelijk, in totaal 8 miljoen euro bovenop komt, uit te keren over een periode van vier jaar. 

Ik ga nu in op de hele kwestie rondom het KNSF-terrein. Die leek aanvankelijk veel groter, dramatisch groot. De rentestand maakt daarbij enorm veel uit. Toen ik lang geleden mijn eerste huis kocht, was de rentestand 10% of 12%. Bij een dergelijk percentage is het een heel andere kwestie dan op dit moment. Bij andere gelegenheid zijn de conclusies van de inspecteur al toegelicht, maar misschien is het goed om die hier nog even samen te vatten. De artikel 12-inspecteur heeft geconcludeerd dat de kosten van de vaststellingsovereenkomst uiteindelijk naar 19,5 miljoen gaan. Daar komen enkele overige financiële problemen van de gemeente Muiden bij. De totale opgave die gedekt moet worden, is 18,6 miljoen, vanzelfsprekend eenmalig. Muiden kan volgens de inspecteur extra inspanningen van 8,4 miljoen leveren, waardoor een aanvullende uitkering van 10,2 miljoen nodig is om de gemeente schoon op te leveren. De bijdrage die de gemeente Muiden moet leveren bedraagt, als men dat zou invullen door te bezuinigen, 0,7 miljoen oftewel 7 ton per jaar. Die dekking kan volgens de artikel 12-inspecteur gevonden worden door een taakstelling op de gemeente, die de gemeente Muiden ook eigenstandig zou kunnen realiseren. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Daarover had ik inderdaad nog een vraag. Uit de brief van de provincie van een tijd geleden blijkt dat het eigenlijk de bedoeling was om de artikel 12-procedure niet zo algemeen op te stellen als nu is gedaan, maar alleen maar te beperken tot de vaststellingsovereenkomst. Waarom heeft de minister toch voor een andere benadering gekozen? 

Minister Plasterk:

Bij de artikel 12-procedure springt het collectief bij. Alle andere burgers van Nederland betalen via hun ozb mee aan het weer financieel gezond maken van in dit geval de gemeente Muiden. Volgens de standaardprocedure conform artikel 12 is daarbij een randvoorwaarde dat de gemeente eerst een eigen inspanning moet leveren, voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. De artikel 12-inspecteur heeft geconstateerd dat het met een bezuiniging van 0,7 miljoen — dat is 5% op de begroting van 14 miljoen van Muiden, dus niet exorbitant — mogelijk is om ervoor te zorgen dat het schoon opgeleverd wordt. Dat betekent dat er een taakstelling bestaat voor de gemeente Muiden. Die blijft ook na de fusie bestaan, maar dat is niet anders dan een reservering of een taakstelling die ook bij andere gemeenten bij fusies kunnen bestaan. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Toch kan ik de woorden van de minister niet rijmen met wat de provincie ons heeft geschreven. De insteek van de artikel 12-procedure was dat alleen de consequenties van de vaststellingsovereenkomst in het artikel 12-traject meegenomen zouden worden. Door de andere benadering van de minister ontstaat het risico dat de artikel 12-uitkering lager uitpakt, met als gevolg een hogere eigen bijdrage voor de gemeente Muiden en haar rechtsopvolger, de nieuwe gemeente. Eigenlijk is die situatie nu ontstaan. Doordat de minister een andere insteek heeft gekozen — als ik deze brief goed lees, was het uitgangspunt van de provincie en het ministerie van BZK eerst anders — krijgt Muiden nu een lagere bijdrage. Waarom heeft de minister die andere insteek gekozen, anders dan hij tegen de provincie heeft gezegd? 

Minister Plasterk:

Ik herken niet dat ik dat tegen de provincie heb gezegd. Ik doe recht aan de artikel 12-procedure. Een gemeente moet eerst zelf een eigen bijdrage leveren voor het oplossen van de problematiek, waarna de restproblematiek uit de algemene middelen, door alle andere inwoners van Nederland wordt bijgedragen. De artikel 12-inspecteur heeft geconstateerd dat dat kan. Dat leidt tot een fikse bijdrage uit de algemene middelen, namelijk 10,2 miljoen. Dan resteert er een problematiek die voor de gemeente Muiden als zodanig op te vangen is. Wanneer dat is gebeurd, kan vervolgens tot fusie worden overgegaan en wordt de gemeente schoon opgeleverd. 

Dan resteren nog de punten die ook mevrouw Bruins Slot heeft gemaakt. Daarop kom ik zo nog afzonderlijk terug. 

De voorzitter:

Ik stel voor dat de minister zijn betoog vervolgt. Dan kunt u er later nog op terugkomen, mevrouw Bruins Slot. 

Minister Plasterk:

Laat ik allereerst antwoord geven op een paar vragen van de heer Veldman die ook door andere sprekers zijn gesteld. 

De heer Veldman vroeg een bevestiging dat de in het verleden bestaande schadevergoedingsclaim van de eigenaars van het KNSF-terrein van tafel zou moeten zijn. Dat kan ik bevestigen. Met de vaststellingsovereenkomst van 7 maart 2014 is in beginsel geen sprake meer van een geschil of van schadevergoedingsclaims tussen de gemeente Muiden en de eigenaars van het terrein. Afgesproken is dat Muiden en de eigenaars van het KNSF-terrein afzien van alle afspraken uit het verleden, als de vaststellingsovereenkomst wordt nagekomen. Ik ga ervan uit dat dat gewoon gebeurt. Muiden, de eigenaars van het terrein en de projectontwikkelaar hebben er immers alle belang bij om de gemaakte afspraken na te komen. De raad van Muiden heeft ook al ingestemd met de vaststellingsovereenkomst, met het ontwerpbestemmingsplan en met het ambitiedocument voor het project De Krijgsman. 

In reactie op de vervolgvraag van de heer Veldman bevestig ik nog eens dat in het wetsvoorstel een vangnet is opgenomen ingeval de vaststellingsovereenkomst onverhoopt niet wordt nageleefd. Met andere woorden, als die claim zou herleven, kan de nieuwe gemeente nimmer worden aangesproken voor meer dan het bedrag dat Muiden zelfstandig had kunnen dragen. Dat is ook conform het amendement-Van Beek. 

De heer Veldman voegde daaraan toe: dat formele besluit moet nog worden genomen, dat gaat toch niet meer mis. Hij wilde graag een toezegging van de minister. Ik moet daar precies in zijn. Strikt genomen is er nog een procedure te volgen. Voordat het formele besluit zal worden genomen door de fondsbeheerders, dus door de minister van Financiën en mijzelf, krijgen de gemeenten en de provincie nog de gelegenheid om op het artikel 12-rapport van de inspecteur te reageren. Daarna zal de Raad voor de financiële verhoudingen een advies uitbrengen. Naar verwachting kunnen de minister van Financiën en ik medio 2015 het besluit nemen. Het kan inderdaad niet meer misgaan, want uit het rapport van de artikel 12-inspecteur blijkt dat Muiden schoon opgeleverd kan worden. 

Heel precies vroeg de heer Veldman nog wat "verwijtbaarheid" betekent bij het opnieuw ter tafel komen van een schadeclaim. Het is altijd moeilijk om alle eventualiteiten precies aan te geven, maar bij verwijtbaarheid denk ik aan opzet of aan grove nalatigheid. Er is overigens geen enkele indicatie dat Muiden de vaststellingsovereenkomst niet zal nakomen. Muiden heeft er ook alle belang bij om nieuwe conflicten te voorkomen, net als alle andere partijen bij deze overeenkomst. 

Mevrouw Bruins Slot vroeg naar de juridische status van de toezegging. Dat is een toezegging die ik de Kamer doe. Ik ga er zelf over, samen met de minister van Financiën, want wij nemen uiteindelijk het besluit over de aanvullende uitkering. 

De heer Bisschop (SGP):

Even voor de duidelijkheid. Als de vaststellingsovereenkomst onverhoopt niet kan worden nageleefd, kan de financiële consequentie daarvan voor de nieuwe gemeente nooit nadeliger zijn dan die voor de huidige gemeente Muiden. Ik hoorde de minister een berekening noemen van het tekort op dit moment. Dat is 18 miljoen, en na een eigen bijdrage uiteindelijk gesubsidieerd 10 miljoen. Gaat het om dat bedrag, om die 10 miljoen? Of gaat het om die 18 miljoen? Om welke bedragen gaat het dan? In dat hele conflict zijn immers ook volslagen andere bedragen over tafel gegaan. Het is dus wel van enig belang om te weten om welk bedrag het zou gaan als die vaststellingsovereenkomst onverhoopt niet zou kunnen worden nageleefd. 

Minister Plasterk:

Ik citeerde zojuist — ik wil geen nieuwe bedragen noemen — dat de totale opgave volgens de artikel 12-inspecteur 18,6 miljoen is, waarvan de gemeente Muiden volgens hem een inspanning kan leveren van 8,4 miljoen. Daardoor is er dus een aanvullende uitkering van 10,2 miljoen nodig om de gemeente schoon op te leveren. Daar is in het wetsvoorstel een vangnet aan toegevoegd. Mocht het, buiten de schuld van de gemeente Muiden, anders uitpakken, dan zal dat uit de aanvullende uitkering worden gecompenseerd. Ik wil overigens nog eens benadrukken dat ik geen boompje in de tuin heb. Alles wat uit de aanvullende uitkering komt, wordt natuurlijk door alle gemeenten van Nederland samen opgebracht. Er is dus een goede reden om toch prudent te blijven met toezeggingen op dit punt en om de adviezen van de artikel 12-inspecteur leidend te laten zijn. Ik heb overigens wel een boompje in de tuin. 

De heer Bisschop (SGP):

Het is alleen geen geld- of Donald Duckboompje, vrees ik. 

Minister Plasterk:

Zo is dat. 

De heer Bisschop (SGP):

Om dit bedrag gaat het op basis van die vaststellingsovereenkomst. De vraag betreft echter juist het geval waarin die vaststellingsovereenkomst onverhoopt niet kan worden nageleefd en er een financiële claim ontstaat. Wat gebeurt er dan? Om welk bedrag gaat het dan, maximaal? 

Minister Plasterk:

Dat valt natuurlijk niet vast te stellen. Ik neem daarvoor een vangnet op in het wetsvoorstel. Het zou echter onverstandig zijn om daar nu nog weer nader over te spreken. Ik ga er ook van uit dat dat niet aan de orde zal zijn. Ik denk dat het in het belang van iedereen is dat het volgens deze overeenkomst wordt uitgevoerd. Nogmaals, als het anders uitpakt — zolang dat niet verwijtbaar is aan de gemeente Muiden, dat spreekt voor zich — staat het Gemeentefonds garant. 

De heer Schouw (D66):

Ik hoor de Bisschop "helder" zeggen, maar mij is het nog niet helder. Ik vind het een zeer relevante vraag. In het slechtste scenario, zegt deze minister, is het Rijk vangnet, maar worden daar wel de kosten die de gemeente Muiden kan dragen als zij zelfstandig zou zijn gebleven, van afgetrokken. De heer Bisschop vraagt zeer terecht waar we het dan over hebben, of het dan om 1 miljoen, 5 miljoen, 10 miljoen of 20 miljoen gaat. Het helpt, denk ik, als de minister daar toch een indicatie van geeft. 

Minister Plasterk:

Ik zal het nog eens proberen. Stel dat er geen sprake was van een fusie. Dan ook zou de artikel 12-inspecteur naar Muiden zijn getogen en hebben gezegd: ik constateer hier een problematiek van in totaal 18,6 miljoen, die de gemeente Muiden eigenstandig niet kan dragen; ik constateer dat daar vanuit de aanvullende uitkering 10,2 miljoen nodig is van de kant van het Rijk en dat er dus 8,4 miljoen moet worden opgebracht door de gemeente Muiden. Ik constateer, zo zegt de artikel 12-inspecteur, dat dat draagbaar is. Ik kan me dat overigens voorstellen. Nu spreek ik namens mezelf. Het zou, als dat via een bezuiniging gebeurt, een bezuiniging van zeven ton op jaarbasis zijn op een begroting van 14 miljoen. Daar kan ik me iets bij voorstellen. Het is natuurlijk nooit comfortabel, maar ik kan me voorstellen dat een dergelijke bezuiniging draagbaar is. Het is overigens aan de gemeente zelf. Men kan dat ook invullen door de ozb te verhogen. Dat hoeft echter niet, zegt de inspecteur. 

De heer Schouw (D66):

Ik ga toch proberen uit te vinden of ik nu een antwoord heb gekregen op mijn vraag. Iedereen maakt zich zorgen over wat er gebeurt in het slechtste scenario, als het helemaal fout gaat met die vaststellingsovereenkomst en er een maximale claim op tafel komt van 400 miljoen. We weten het allemaal niet, maar dat wordt gesuggereerd. Daarom zijn mensen ongerust. Wat er in dat geval gebeurt, is — naar analogie van het amendement-Van Beek, zo begrijp ik het van de minister — dat het Rijk samen met de provincie Noord-Holland een oplossing bedenkt en daarvan dan het bedrag aftrekt dat de gemeente Muiden had kunnen dragen. Klopt deze redenering? Zie ik het goed dat het bij het bedrag dat de gemeente Muiden zou kunnen dragen om en nabij 8 miljoen gaat? 

Minister Plasterk:

Ja, dat ziet de heer Schouw goed. De inspecteur heeft vastgesteld dat de draagkracht van de gemeente Muiden 8,4 miljoen is. Hij heeft gezegd dat de gemeente Muiden dat door een eigen taakstelling kan opbrengen. In het, wat mij betreft theoretische, geval dat de taakstellingsovereenkomst hoger zou uitpakken dan zij nu uitpakt, heeft dat geen consequenties voor de door de inspecteur vastgestelde draagkracht van de gemeente Muiden. Die zou daardoor niet opeens toenemen. Van bedrag X zou dan inderdaad die 8,4 miljoen euro moeten worden afgetrokken als iets wat de gemeente Muiden eigenstandig kan oplossen. Er resteert vervolgens een problematiek waarvoor, met het voorbehoud dat ik zojuist heb gemaakt, de aanvullende uitkering de oplossing zou bieden. Het korte antwoord is: ja. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Dan vraag ik het nog één keer om te checken of ik het ook goed begrijp. Wat er ook gebeurt, de rekening die Muiden nu moet betalen op basis van dit concept artikel 12-rapport, dat is de enige? Het wordt niet meer, ook al herleeft de claim? 

Minister Plasterk:

Ja, tenzij dat door de schuld van Muiden gebeurt. Dit lijkt mij echter niet in de rede liggen en daar ga ik zeker niet van uit. 

Bij interruptie is al een en ander aan de orde geweest. De vraag van de heer Bisschop wat het betekent dat schoon wordt opgeleverd, is hiermee al besproken. Hetzelfde geldt voor de vraag van mevrouw Bruins Slot, die zij zojuist bij interruptie herhaalde. Ik zou daar anders nog nadrukkelijk op zijn teruggekomen, maar die is bij deze beantwoord. Ook de vraag naar de rechtskracht heb ik al beantwoord. Het is uiteindelijk een besluit van de fondsbeheerders, de minister van Financiën en de minister van BZK. We hebben zo nog de kwesties over het renterisico, de ozb en het onderhoudsniveau. 

Misschien eerst nog maar even de vaststellingsovereenkomst, waarover de heer Bisschop een vraag stelde. Natuurlijk heeft Muiden zelf inzicht in de vaststellingsovereenkomst. De artikel 12-inspecteur heeft die inzage vanzelfsprekend ook gehad. Hij houdt in zijn artikel 12-rapport volledig rekening met het financiële gedeelte van de vaststellingsovereenkomst inzake De Krijgsman. Dit geldt ook voor het voorstel tot het saneren binnen de artikel 12-procedure, waarbij ook een inspanning wordt gevraagd van de gemeente Muiden. In de privaatrechtelijke vaststellingsovereenkomst is afgesproken dat delen hiervan geheim blijven. Wij kunnen dit baseren op de autoriteit van de inspecteur. 

Ik vervolg met de kwestie van wat er na de fusie gebeurt. Er gaan drie gemeenten fuseren, die een begroting hebben die in omvang uiteenloopt. Muiden heeft een begroting van 14 miljoen, Naarden van 34 miljoen en Bussum — dit is veruit de grootste fusiepartner — van 75 miljoen. Samen komen zij tot een begroting van 123 miljoen. Wat wel vaker voorkomt en ook nu, is dat de belastingtarieven in de gemeenten verschillen. Dit moet verevend worden, want uiteindelijk zal de nieuwe gemeente één belastingniveau moeten vaststellen. Op dit moment, uitgedrukt in relatie tot het gemiddelde ozb-percentage van het hele land, zit Muiden op 120%, Naarden op 80% en Bussum op 40%. Na een fusie is het altijd aan de gemeenteraad van de fusiegemeente om vervolgens dat niveau vast te stellen en ervoor te zorgen dat de uitgaven worden gedekt door de inkomsten. Dit moet binnen drie maanden worden gedaan, want het moet met terugwerkende kracht gelden. 

Ik heb even nagerekend wat het zou betekenen voor het gemiddelde ozb-tarief en dus voor het finale ozb-tarief als die gemeente zou besluiten om het uitgavenniveau hetzelfde te houden na de fusie als ervoor. Dat tarief zou dan uitkomen op 62%. Dat zou voor Muiden een sterke verlaging van het tarief betekenen. Het zou voor Naarden een verlaging van het tarief betekenen. Het zou voor Bussum onvermijdelijk een zekere verhoging van het tarief betekenen, namelijk van 40% naar 62%. Dat is dus niet het gevolg, zo benadruk ik, van de afwikkeling van de KNSF-zaak, maar van het feit dat er uiteindelijk een tarief moet worden vastgesteld als gemeentes met verschillende tarieven één gemeente vormen. Nogmaals, ik heb uitgerekend wat er zou gebeuren als er niks aan het voorzieningenniveau zou veranderen, maar het is aan de fusiegemeenten om te zeggen: goh, zoals ze dat in Bussum doen, zouden wij dat in de streken Naarden en Muiden ook kunnen doen; dan kunnen wij met een lagere ozb en een lager voorzieningenniveau uit. Maar men kan het ook anders doen. Dat is de autonomie van de fusiegemeente uiteindelijk. 

Dan kom ik op de kwestie van het renterisico. Laat ik allereerst een beetje tegen hangen. De gangbare praktijk is dat de artikel 12-inspecteur een peildatum neemt, waarop hij de hele zaak in kaart brengt en afwikkelt. Die peildatum is 1 januari 2015. Hij is dus ook uitgegaan van de rentestand op 1 januari 2015. Op basis daarvan wordt het totaalplaatje gemaakt. Als de rente naderhand mee- of tegenvalt, is het voor- dan wel nadeel voor de fusiegemeente. Dat is de standaardprocedure. 

Daar voeg ik twee dingen aan toe. Ten eerste zou Muiden nu al kunnen besluiten om die lening aan te gaan en dus het renterisico af te dekken. Die keuze moeten gemeenten altijd zelf maken. Ten tweede is het rentetarief op dit moment lager dan toen de artikel 12-inspecteur zijn peildatum vastlegde. Dus als er al een verschuiving is, is er op dit moment een voordeel. Dat voordeel komt toe aan de gemeente Muiden en dadelijk aan de gemeente Gooise Meren. Dat is de standaardprocedure. Dat zou ook mijn antwoord zijn. Tegelijkertijd heb ik goed geluisterd naar de heer Veldman, mevrouw Fokke, de heer Schouw en mevrouw Bruins Slot. Zij benadrukken dat de gemeente Muiden de afgelopen jaren een uitzonderlijk grote inspanning heeft geleverd. Dat wil ik ook nog eens bevestigen. Het zou, gegeven alle perikelen, onwenselijk zijn als een plotselinge, onverhoopte, grote rentestijging ten nadele van de fusiegemeente zou komen. Als de Kamer mij zou vragen — er werd al een motie aangekondigd — dat renterisico af te dekken en voor mijn rekening te nemen, dan zal ik dat uitvoeren en denk ik dat het onder deze omstandigheden ook verantwoord is om dat op die manier te doen. Dat komt dus ook tegemoet aan wat de heer Schouw zojuist citeerde als een punt dat de gemeente Bussum heeft opgebracht. Ik kan mij dat ook wel voorstellen. 

Dan resteert nog de vraag van mevrouw Bruins Slot over het onderhoudsniveau van het KNSF-terrein. In de privaatrechtelijke overeenkomst is vastgelegd dat het onderhoud op een hoog niveau zou komen. Dan gaat het om de groenvoorziening zoals die daar zou worden aangebracht. Uit het onderzoek van de inspecteur blijkt dat dat onderhoudsniveau fors hoger is dan het normniveau in het gemeentefonds. Dan is de vraag of het redelijk is om alle gemeenten van Nederland te laten bijdragen aan dat fors hogere voorzieningen- en onderhoudsniveau. Er wordt immers door alle andere gemeenten bijgesprongen. Zijn conclusie is dat dat niet meer te verantwoorden is. Hij concludeert overigens dat het uit de eigen begroting van de gemeente Muiden kan worden betaald als die zich eraan gehouden ziet om toch uitvoering te geven aan het vastgestelde hogere niveau van groenvoorzieningen. 

Alles bij elkaar pakkend is het aan de gemeente Muiden, en dadelijk natuurlijk aan de fusiegemeente, om te besluiten over het niveau van de groenvoorziening, maar vanuit het algemeen belang en het belang van alle andere gemeenten zou ik het niet meer redelijk vinden om dat, als onderdeel van de artikel 12-procedure, ook nog op dat hogere niveau te doen. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

De minister duikt gelijk de inhoud van de vaststellingsovereenkomst in, maar daar gaat natuurlijk een stap aan vooraf. Het uitgangspunt — hierbij gebruik ik ook de brief van de provincie Noord-Holland die naar de Tweede Kamer is gestuurd — van de provincie en van het ministerie van BZK is dat de financiële consequenties van de vaststellingsovereenkomst volledig worden gesaneerd. Daaruit maak ik op dat alle onderdelen van de vaststellingsovereenkomst hun beslag zouden krijgen in die artikel 12-procedure. Dat gebeurt nu niet, terwijl ik op basis van deze informatie wel het idee had dat dat het uitgangspunt was. 

Minister Plasterk:

Dat gebeurt nu wel, omdat de artikel 12-inspecteur heeft vastgesteld dat, indien men werkelijk het groenniveau op die voorziening wil hebben die fors hoger is dan het normniveau in het Gemeentefonds, het dan aan de gemeente Muiden zelf is om dat te doen. Overigens, als de gemeente dat toch per se zou willen doen, omdat zij zich daartoe privaatrechtelijk gehouden voelt, kan ze dat ook doen uit eigen begrotingsmiddelen en eigen taakstelling. Het blijft dus wel een artikel 12-situatie. Vergeet niet dat het een situatie blijft waarin een gemeente zich tot alle andere gemeenten in Nederland wendt en zegt: we komen er niet meer uit, help. Dan wordt er uit de middelen van anderen voor 10,2 miljoen bijgesprongen in die kwestie. Dan is het aan de artikel 12-inspecteur om met een objectieve toets, die zo objectief is als we hem kunnen maken, te bekijken wat er wel en wat er niet mogelijk is. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

De minister verwijt de gemeente Muiden dat zij in een artikel 12-procedure terecht is gekomen … 

Minister Plasterk:

Nee, dat doe ik niet. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

… maar als zij niet die vaststellingsovereenkomst had afgesloten, was zij niet in die artikel 12-procedure terechtgekomen. Dan was zij zo de herindeling ingegaan. Wat dat betreft zit er dus een bepaalde inconsistentie in de redenering van de minister. Zij zit in die procedure omdat zij eigenlijk iets goeds heeft gedaan. 

Minister Plasterk:

Ik verwijt niemand iets. Het is in Muiden gelopen zoals het is gelopen. Ik laat het aan de geschiedschrijvers om te zijner tijd te beoordelen hoe dat allemaal is gekomen. Ik ga ook niet mee met scenario's over wat er zou zijn gebeurd als zij die vaststellingsovereenkomst niet had gesloten. Ik constateer dat de artikel 12-inspecteur nu vastlegt dat de zaak schoon opgeleverd kan worden. Dat is de bottomline en de essentie van wat er nu ter tafel ligt. 

Daarmee meen ik de financiële aspecten hiervan te hebben besproken en kom ik toe aan de resterende vragen. Ik heb al antwoord gegeven op de vraag van de heer Bisschop of het mogelijk is om het besluit over het finale ozb-tarief uit te stellen. Dat kan niet, want uiteindelijk komt er per januari 2016 een nieuwe gemeente tot stand, als het wetsvoorstel wordt aangenomen. Dan moet er een ozb-tarief worden vastgesteld dat met terugwerkende kracht per januari 2016 gaat gelden. Dat is wettelijk vastgelegd; dat kan niet anders. 

Ik snap de vraag van de heer Bisschop over de verkiezingen heel goed. Strikt genomen — daar is ook bij eerdere gelegenheid in de Kamer over gesproken — is in de Wet algemene regels herindeling vastgelegd dat bij een herindeling halverwege de raadsperiode, zoals het geval is per 1 januari 2016, de eerstvolgende reguliere raadsverkiezingen worden overgeslagen. Alle drie de gemeenteraden hebben gevraagd om toch verkiezingen te kunnen houden in maart 2018, en hebben daarvoor aangevoerd dat zij al in het herindelingstraject zaten voordat dat wetsvoorstel in de Kamer is aangenomen. Als er een uitzondering op zou worden gemaakt, zou dat een eenmalige uitzondering zijn. Die situatie zal zich niet opnieuw voordoen. Ik zou dus willen voorstellen om, gehoord ook de opvatting van alle drie de gemeenteraden, daaraan uitvoering te geven. Hun afweging is dat zij het onwenselijk vinden om pas over zes jaar verkiezingen te houden. Daar waar ze kunnen aanvoeren dat ze dit niet per se op voorhand zagen aankomen, zou ik de Kamer willen vragen om hier eenmaal mee akkoord te gaan en in te gaan op het verzoek van de drie gemeenteraden. 

Daarmee meen ik alle vragen te hebben beantwoord. 

De voorzitter:

Dat zullen we even zien. De heer Bosma heeft nog wel een vraag. 

De heer Bosma (PVV):

Een korte vraag, met uw permissie. Hoe zit het met het draagvlak in de drie gemeenten? Staat men daar te trappelen? Wil men dat heel graag? Mijn mailbox suggereert iets anders. Er is in ieder geval nooit een onderzoek of een volksraadpleging geweest waaruit blijkt dat de mensen daar het heel graag willen. 

Minister Plasterk:

Het is aan de gemeenten zelf om vast te stellen hoe zij tot de conclusie komen of zij voor of tegen een fusie zijn. Ik constateer dat zij in hun brief van 9 februari zeggen dat de knoop moet worden doorgehakt en dat het een goed voorstel is om de drie gemeenten samen te laten gaan. Nogmaals, zij hebben daar financiële randvoorwaarden aan verbonden en daar hebben we zojuist uitgebreid met elkaar over gesproken. Dat doet echter niets af aan deze conclusie. 

De heer Bosma (PVV):

Dus er hebben de minister geen geluiden bereikt dat sprake zou zijn van enig draagvlak onder de mensen? 

Minister Plasterk:

Misschien bedoelt de heer Bosma het omgekeerde van wat hij vraagt? 

De voorzitter:

Ja, ik denk dat de heer Bosma de vraag anders bedoelde. 

De heer Bosma (PVV):

Kunt u dat bewijzen, voorzitter? 

De voorzitter:

Dan moet ik eerst de Handelingen lezen en die heb ik nog niet. 

De heer Bosma (PVV):

Hebben de minister enige geluiden bereikt dat er draagvlak zou bestaan onder de inwoners van de drie betreffende gemeenten? 

Minister Plasterk:

Mij heeft een brief bereikt van de besturen van de drie gemeenten. Dat zijn de democratisch gekozen besturen van de gemeenten. Zij hebben anderhalve maand geleden gezegd dat zij ervan overtuigd zijn dat het samengaan van de gemeenten Bussum, Naarden en Muiden ten goede kan komen aan de slagkracht van de regio, aan de dienstverlening aan de inwoners en aan de versterking van de lokale democratie. Ik ga ervan uit dat deze gekozen volksvertegenwoordigers namens de bevolking spreken. Ik voeg er nogmaals aan toe dat er sindsdien een brief is gekomen, waarin is gemeld dat men nog wel het een en ander te zeggen had over de financiële randvoorwaarden. Daar hebben we zojuist met elkaar over gesproken en ik heb zojuist gezegd dat ik daaraan bij wijze van uitzondering op de standaardprocedure tegemoet wil komen als de Kamer mij daartoe bij motie uitnodigt. 

De heer Van Raak (SP):

De heer Bosma heeft die vraag over het draagvlak heel terecht gesteld, want deze herindeling is nooit met de bevolking besproken. De bevolking heeft zich hierover ook nooit uitgesproken. Het is een speeltje geweest van de bestuurders, met name van de provinciale bestuurders. Mijn vraag gaat echter niet over het draagvlak, maar over de duurzaamheid van dit voorstel. Op dit moment wordt namelijk in de provincie en op het ministerie alweer druk nagedacht over de volgende herindeling. Over deze herindeling is nog niet besloten of er zijn alweer nieuwe plannen voor herindeling van Naarden, Bussum en Muiden met Huizen, Blaricum, Laren en Hilversum en dat in allerlei mogelijke varianten. Hoe schat de minister de duurzaamheid van deze herindeling in? 

Minister Plasterk:

Ik heb die vraag schriftelijk al beantwoord. Ik ga ervan uit en ben ook van opvatting dat dit een duurzame oplossing is. Dat laat onverlet dat er natuurlijk allerlei opvattingen bij mensen mogen leven. Ik heb de burgemeester van Hilversum weleens horen zeggen dat er eigenlijk een gemeente Gooi zou moeten ontstaan. Die opvatting is hem gegund. Ik sluit dus niet uit dat anderen daar weer allerlei andere opvattingen over hebben. Ik ben echter van mening dat deze samenhang, dat wil zeggen een gemeente met een omvang van 55.000 inwoners, een duurzame oplossing is. Dat is ook de analyse van de provincie. 

De heer Van Raak (SP):

Een herindeling hoort natuurlijk voor iets van 100 jaar te staan, maar laat ik het kleiner maken. Kan de minister hier beloven dat er de komende tien jaar geen voorstel tot herindeling in de Kamer komt waarbij Muiden, Naarden en/of Bussum zijn betrokken? Kan de minister dat hier toezeggen? De komende tien jaar; dat is toch een schijntje! 

Minister Plasterk:

Ik knip het in tweeën. Ik geef die garantie in ieder geval tot medio 2017, het einde van de zittingsperiode van dit kabinet. Als iedereen nu belooft om op de coalitiepartijen te stemmen, kan ik die belofte wellicht verlengen. Anders kan ik niet over het graf van dit kabinet heen regeren. 

De voorzitter:

Als voorzitter moet ik daaraan toevoegen dat zelfs het voorjaar van 2017 geen garantie is, maar daar kan de minister ook niets aan doen! 

Daarmee is een einde gekomen aan de beantwoording in eerste termijn door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Wij gaan onmiddellijk door met de tweede termijn van de Kamer en als eerste geef ik graag het woord aan de heer Veldman, die dit keer wel geïnterrumpeerd mag worden. 

De heer Veldman (VVD):

Voorzitter. Laat ik beginnen met een woord van dank voor alle felicitaties die ik van de collega's heb mogen ontvangen voor mijn maidenspeech. Dat was een bijzonder moment, dat gelukkig iedereen heeft meegemaakt. Het was ook een bijzonder moment door het voorstel dat wij voor ons hebben liggen, namelijk om de gemeenten Muiden, Naarden en Bussum samen te voegen. Het is bijzonder, al was het maar omdat we daarover al tien jaar lang in gesprek zijn. 

Ik dank de minister voor de beantwoording. Als ik hem goed heb beluisterd, heeft hij op de vragen die ik heb gesteld en de zorgen die ik nog had, positief geantwoord in de zin dat de schadevergoedingsclaim, waar veel zorgen over zijn, daadwerkelijk van tafel is. Ook is het vangnet dat is gecreëerd zodanig gespannen dat er, als het mis mocht gaan, niet meer schade optreedt dan de schade die de gemeente Muiden zou kunnen dragen. De nieuwe gemeente heeft dan dus niet meer last dan de zelfstandige gemeente Muiden uit zichzelf zou kunnen dragen. Dat lijkt mij een prima vangnet. 

Ik snap dat de minister zegt dat de artikel 12-procedure nog wel moet worden doorlopen, maar als ik hem goed beluister, zegt hij wel: eigenlijk kan het niet meer misgaan. Die zorg zal er misschien bij sommigen toch nog zijn, maar als ik de minister zo beluister, denk ik dat we erop moeten durven vertrouwen dat, met het goede rapport van de inspecteurs, medio dit jaar het besluit kan worden genomen en de 10,2 miljoen euro die gezamenlijk door alle gemeenten gedragen wordt, richting Muiden zal gaan om de risico's af te dekken. Daarmee bestaat alleen de eigen verantwoordelijkheid van Muiden nog. Die kan volgens de inspecteurs in de komende jaren op een goede manier worden afgewikkeld. Dan gaan we dus, zoals ik in eerste termijn al zei, richting een schone oplevering van de gemeente Muiden. Als de gemeente de inspanningen voortzet die zij levert, kan er zelfs een begrotingsoverschot ontstaan, waarmee ook de nieuwe gemeenteraad zijn keuzes weer kan gaan maken. 

Al met al denk ik dat dit een goed moment is om de discussie, die in 2005 al begon, af te ronden. Zo ontstaat er duidelijkheid voor bewoners, voor bestuurders en voor volksvertegenwoordigers en kan de nieuwe gemeente per 1 januari starten. Als de nieuwe gemeente per 1 januari start, wens ik de nieuwe bestuurders en volksvertegenwoordigers daar ook alle succes in het ervoor zorgen dat hun nieuwe gemeente een succesvolle gemeente zal zijn, waarin bewoners naar tevredenheid kunnen wonen, werken en recreëren. 

Dank u wel. 

Minister Plasterk:

En de motie? 

De heer Veldman (VVD):

O ja, die vergeet ik haast! Ik sla de motie haast over, omdat ik dacht: het gaat allemaal zo goed. Maar inderdaad, het renterisico ligt er nog. Ik hoorde de minister zeggen dat hij er wel iets voor voelt om dat af te dekken. Hij noemde een aantal positieve punten, maar de negatieve staan er natuurlijk wel degelijk. De minister vraagt eigenlijk om een uitspraak van de Kamer, dus laten we die maar doen. Ik dien dus een motie in om het renterisico wel af te dekken. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de gemeente Muiden in 2015 de artikel 12-status heeft en per 1 januari 2016 zal herindelen met Bussum en Naarden; 

overwegende dat de financiële risico's van de artikel 12-status van Muiden de ruimte in de meerjarenbegroting van Muiden niet te boven mogen gaan; 

constaterende dat de artikel 12-inspecteur in zijn advies rekening houdt met een rentevoordeel voor de gemeente Muiden vanwege een lagere rentestand, terwijl het onzeker is of dit voordeel zich daadwerkelijk voor zal doen; 

roept de regering op, in overleg met Muiden, Bussum, Naarden en de provincie Noord-Holland dit renterisico af te dekken, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Veldman, Fokke, Van Raak, Bruins Slot en Schouw. 

Zij krijgt nr. 10 (34075). 

De heer Veldman (VVD):

Ik denk dat dit een goede motie is, die financieel nog extra zekerheid geeft voor de gemeente Muiden en voor de nieuw te vormen gemeente. Want zoals ik in mijn eerste termijn al zei: gemeenteraden kunnen op veel sturen, maar niet op de stand van de rente. Dat is dus een risicovol iets voor de nieuwe gemeente en voor de gemeente Muiden en dat moeten we dus op een fatsoenlijke manier regelen. Dat doen we met deze motie. 

De voorzitter:

De eerste interruptie van de heer Bosma op de heer Veldman. 

De heer Bosma (PVV):

En die wordt keihard, voorzitter! Om te beginnen hoor ik uit de rijen dat ook anderen deze motie hebben ondertekend, dus dat moet misschien even worden toegevoegd aan de Handelingen. 

De heer Veldman (VVD):

Dat klopt. 

De voorzitter:

Namens wie dient u deze motie nog meer in, mijnheer Veldman? 

De heer Veldman (VVD):

Mede namens Partij van de Arbeid, D66, SP en CDA. 

De voorzitter:

Oké, dat is dan onderdeel van de Handelingen. 

Minister Plasterk:

Dat was niet zo heel hard. 

De heer Bosma (PVV):

Nee, maar dit was niet mijn interruptie; het was gewoon een collegiale geste. Mij is overigens niet gevraagd om deze motie te ondertekenen. Dat is toch een beetje jammer van de heer Veldman. Dan heeft hij met de coalitie een mooie motie afgedeald en dan vergeet hij die bijna in te dienen. Maar dit terzijde. De verkiezingen in Bussum komen snel. De plaatselijke VVD is heel bang dat die uitlopen op een groot fiasco voor de VVD. Men vreest gedecimeerd te worden. Zal de heer Veldman bij die snelle verkiezingen in de nieuwe gemeente ter plekke zijn om te flyeren voor de VVD en de complimenten van het dankbare volk in ontvangst te nemen? 

De heer Veldman (VVD):

Dat zou zomaar kunnen. Vorig jaar zijn er herindelingsverkiezingen geweest in de gemeenten Millingen, Groesbeek en Ubbergen, een buurgemeente van mijn eigen woonplaats Nijmegen. Ook daar heb ik enthousiast geholpen bij de tussentijdse verkiezingen die toen plaatsvonden. Mocht er dus vanuit de VVD in de nieuwe gemeente Gooise Meren het verzoek komen om met enthousiasme de campagne aldaar te ondersteunen, dan zal ik dat zeker doen, zoals wij VVD'ers dat gewend zijn. Als anderen een beroep op je doen, moet je de helpende hand toesteken. 

De heer Bosma (PVV):

Dat is heel goed. Men heeft het e-mailadres van de heer Veldman, dus bij de verkiezingen zien wij hem straks op straat in Bussum. Dat siert hem. Ik zie daarnaar uit. 

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Ik dank de minister voor de beantwoording. Ik vroeg mij af hoe het met zware bevallingen zit. Ik neem aan dat de heer Bosma daar wel weer het ultieme antwoord op zal hebben. Levert dat nu mooie baby's op, of heel lelijke? Ik heb even opgezocht wat de wetenschap daarvan vindt. Ik kan de minister geruststellen: er zitten heel knappe baby's bij, maar zij zijn niet allemaal even mooi. 

Wij hebben al jaren een heel ingewikkeld en lastig dossier bij de kop. Niet alleen in de gemeenten, ook hier in de Kamer is daar veel over gesproken. Het is goed dat vanavond nog eens enkele prangende punten naar voren zijn gekomen. De minister heeft zijn best gedaan om die punten op te lossen. In de kern komen die punten erop neer dat de zaak schoon wordt opgeleverd. Over het renterisico — een belangrijk punt — is zojuist al een fijne motie ingediend. 

Mocht het KNSF-dossier onverhoopt toch nog opleven, dan zijn er een aantal garanties. Over dat laatste punt dien ik een motie in. Ik ben benieuwd wat de minister daarvan vindt. Volgens mij dekt die motie in belangrijke mate wat de Kamer wil. Samen met de heer Bisschop lijkt het mij goed om dit in de simpelste bewoordingen te beschrijven. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat als onverwachts de financiële claim verband houdende met het KNSF-terrein herleeft, de financiële lasten daarvan in beginsel niet ten laste mogen komen van de nieuwe gemeente; 

spreekt uit dat in die situatie het Rijk en de provincie Noord-Holland voor een oplossing moeten zorgen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schouw en Bisschop. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 11 (34075). 

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. De heer Schouw sprak over een bevalling. Aan een bevalling gaat een huwelijk vooraf — ik zie dat de heer Schouw bezwaar maakt! — maar de vraag is of het een gelukkig huwelijk wordt als de geliefden niet van elkaar houden. Deze herindeling is een rommeltje geworden. Ooit was de liefde in het Gooi een stuk groter. Vóór 2005 zochten de gemeenten elkaar op om samen te werken. Vanuit een ideologie die is ingegeven door grootschaligheidsdenken en bestuurlijke grootsheidswaan, is daar een discussie over gedwongen herindeling overheen gekomen. 

We hebben dat ook op andere plekken in Nederland gezien. Dat is volgens mij een van de redenen waarom de verhoudingen bestuurlijk op scherp zijn gezet en de liefde is bekoeld. In plaats van samen te werken heeft men de hakken in het zand gezet en is men elkaar gaan bestrijden, tot op de laatste cent. Voor het grootste deel is dat nu opgelost, denk ik. Ik dank de minister voor de toezegging over de rentes en de claims. Er zijn twee moties ingediend. Een daarvan heb ik medeondertekend. De andere motie zal ik zeker steunen. Ik denk dus dat de financiële kant van de zaak op orde is. 

Maar is dat bestuurlijk ook zo? Is de liefde alweer terug? Ik denk van niet. Ik denk dat de voorwaarde voor een goede herindeling een goed samengaan is. De bestuurders moeten het willen. Ik krijg de laatste dagen echter brieven, mails en telefoontjes waaruit blijkt dat dit niet zo is. Bovendien is er over de vraag of de bevolking het wil, eigenlijk noch in Bussum, noch in Naarden, noch in Muiden, noch hier in de Tweede Kamer een discussie gevoerd. 

Kunnen we nee zeggen? Kunnen we ja zeggen? Wat zijn de perspectieven voor het gebied als we nee zeggen? Moeten we dan helemaal opnieuw beginnen en hier over tien jaar weer terugkomen met bestuurders die elkaar nog steeds de keet uit vechten? Als wij ja zeggen, wordt het dan een gelukkig huwelijk of leidt dat ertoe dat we dan over tien jaar weer een nieuw voorstel over herindeling hebben, omdat de bestuurders elkaar de keet uit vechten? Ik begon en eindigde mijn bijdrage in eerste termijn met het uitspreken van schaamte. Ik spreek nogmaals mijn schaamte uit voor wat er de afgelopen jaren in het Gooi is gebeurd. Daarin spelen de gemeenten, de provincies en ook wel het ministerie een rol. We hebben hen teruggestuurd om hun huiswerk opnieuw te doen, maar ze zijn niet geslaagd. Laten we ze nu overgaan met een onvoldoende of is het een 5,5? Ik moet eerlijk zeggen dat ik het nog niet weet. Ik zal in mijn fractie een discussie daarover aangaan. Wij zullen die discussie voeren en de uitkomst daarvan zal te zien zijn bij de stemmingen. Op dit moment wil ik nog geen uitsluitsel geven. 

De heer Schouw (D66):

Ik begrijp heel goed wat de heer Van Raak zegt. Graag krijg ik enige reflectie op de volgende twee zaken. Ten eerste zegt de heer Van Raak dat de bestuurders het niet willen. Wij hebben juist vandaag een poging gedaan om de kritiek van de bestuurders op twee financiële punten weg te werken. Is de heer Van Raak dat met mij eens? En helpt dat? 

De heer Van Raak (SP):

Ja, dat is een pluspunt. 

De heer Schouw (D66):

Ten tweede zegt de heer Van Raak dat de bevolking er zich niet over heeft kunnen uitlaten. Dat snap ik en dat is mij ook niet ontgaan. Het voordeel van dit langdurige proces — als je al van een voordeel kunt spreken — is natuurlijk dat er ook gemeenteraadsverkiezingen overheen zijn gegaan. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat politieke partijen iets hierover gezegd hebben in hun verkiezingsprogramma. Je zou ten minste kunnen redeneren dat de bevolking hier, zij het op indirecte wijze, toch enigszins over gegaan is. Het is slechts een beetje, maar de bevolking heeft er wel iets over gezegd. 

De heer Van Raak (SP):

Dat klopt; een beetje. Het dilemma dat ik in dit verband altijd heb, is dat de lokale democratie van iemand is. De lokale democratie is niet van de bestuurders. De bestuurders kunnen dus vinden wat ze willen. De lokale democratie is ook niet van volksvertegenwoordigers, maar van de burgers. Burgers kiezen hun vertegenwoordigers en tegenwoordig leggen die wegen aan of niet. Ze bouwen huizen of ze bouwen geen huizen. Ook stellen ze een hoog of een laag tarief vast. Maar die volksvertegenwoordigers, die gekozen bestuurders en politici, bepalen niet wat er met de democratie van de burgers moet gebeuren. Dat doen de burgers zelf. Daarom gaat onze ernstige voorkeur altijd uit naar het voorleggen van zo'n besluit aan de mensen van wie die democratie is, via een referendum, een volksraadpleging of een representatieve peiling. Het maakt mij allemaal niet uit, als ik maar enig idee heb van wat de mensen, van wie de democratie is, eigenlijk vinden. En dat is hier allemaal niet gebeurd. Ik kan de heer Schouw dus nog geen uitsluitsel geven. Wel zijn er vandaag, mede dankzij het optreden van de minister, een aantal grote pijnpunten weggenomen. Maar op het definitieve oordeel zal ook de heer Schouw nog even moeten wachten. 

De heer Bosma (PVV):

Voorzitter. Ik betwijfel nog steeds of er op het Gooise matras iets is geproduceerd waar we met z'n allen blij om moeten zijn. Wel heeft de minister een aantal toezeggingen gedaan die de goede kant opgaan. 

Ik heb een aantal vragen gesteld, waarop de minister steeds antwoordde: ik heb een brief van 8 februari. Ik heb ook een brief die van maart dateert, en ja, daar citeer ik uit. Citeren is altijd selectief, zo zeg ik tegen de heer Schouw, maar "ongewenst" en "onacceptabel" staan er wel in. Aan het eind lijkt er inderdaad — maar nu gaan we exegese plegen — een soort loophole gecreëerd te worden dat het misschien, wellicht, onder omstandigheden et cetera toch kan. Maar in de eerste alinea staat gewoon "ongewenst" en "onacceptabel". Aangezien het om veruit de grootste fusiepartner van het hele feest gaat, kun je daar niet lichtvaardig overheen stappen. Dat doe ik dan ook zeker niet. 

Dan het draagvlak. De minister loopt misschien weleens door dit gedeelte van Nederland, al dan niet op weg naar zijn boompje of zijn hond uitlatend. Hij had dat draagvlak dus een beetje uit eigen ondervinding kunnen opsnuiven, maar zelfs dat heb ik hem niet horen beamen. Dat hele draagvlakverhaal zie ik dus niet, en ik heb met redelijk wat mensen contact gehad. Dit is geenszins een representatieve groep geweest, zo geef ik onmiddellijk toe, maar ik zie het draagvlak nergens. 

Ik blijf zitten met het briefje van de gemeente Bussum. Ik sta er dus zeer negatief in en zal mij er net zo op beraden als de spreker voor mij. 

De voorzitter:

Dat beraad wachten we af. Ik geef het woord aan de heer Bisschop, die mede namens de ChristenUnie-fractie spreekt. 

De heer Bisschop (SGP):

Dat is helemaal correct. 

Voorzitter. Ik maak graag van de gelegenheid gebruik om de minister te danken voor de beantwoording. Die komt stevig tegemoet aan de grootste graat in onze keel en die van vele collega's, zoals we hebben kunnen constateren. 

Ik ben er nog steeds niet gelukkig mee dat er ruimte is om de verkiezingen in 2018 te houden. Ik denk dat dit onverstandig is, maar dat zal geen struikelblok vormen. Het punt van de Bloemendalerpolder is ook voldoende toegelicht. 

Voor ons is het oordeel van de minister over beide moties nog wel van belang. Dat zal in onze definitieve afweging en standpuntbepaling een betekenisvolle rol spelen. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn antwoorden. Meerdere collega's hebben al gezegd dat het verloop geen schoonheidsprijs verdient. Ik keek net naar de minister en dacht bij mezelf dat hij degene is die is opgezadeld met een heel lange voorgeschiedenis en nu toch probeert om het daar uiteindelijk tot een goed einde te brengen. In de afgelopen periode heeft de provincie Noord-Holland daarin ook een en ander betekend. Daarnaast heeft de gemeente Muiden hard gewerkt. De twee toezeggingen om de renterisico's af te dekken, geven een bepaalde zekerheid aan de gemeenten. De minister heeft ook nog een keer heel duidelijk gezegd: als de juridische claim herleeft, valt het risico ons toe. 

Er is nog één punt waarover ik met de minister van gedachten wil wisselen, namelijk de onderhoudskosten. Ik snap wel een beetje wat de minister zegt. Hij zegt eigenlijk dat de gemeente Muiden in de vaststellingsovereenkomst akkoord is gegaan met een te hoge voorwaarde voor het groenonderhoud. Hij vraagt zich af of dat eigenlijk wel zo verstandig was, omdat je het risico zou afwentelen op andere gemeenten van Nederland. Maar ik kan mij ook indenken dat men, als men die vaststellingsovereenkomst niet gesloten had, veel verder van huis was geweest. En wij met zijn allen ook. Het is net als bij het kopen van een huis, zeg ik tegen de minister. Af en toe moet je in onderhandelingen akkoord gaan met dingen waar je eigenlijk van baalt, omdat je weet dat je met lege handen komt te staan als je nee zegt. De minister zegt: ik kan dat echt niet in die artikel 12-procedure fietsen. Daarmee zou hij namelijk tegen de regels ingaan. Ik ben een echte CDA'er en wil de minister dan ook niet dwingen om tegen de regels te handelen. Wij moeten zorgvuldig blijven. 

Maar misschien is er nog iets anders mogelijk. Ik heb geprobeerd dat in een motie te vatten. Gezien de voorgeschiedenis, gezien alles wat er gebeurd is, zou ik de minister willen vragen om nog eens met Gedeputeerde Staten om de tafel te gaan zitten en misschien ook met de gemeente Muiden om te bekijken of er geen billijke oplossing kan worden gevonden. Ook gezien de bezwaren die de minister zelf heeft, kan misschien toch nog eens worden bekeken in hoeverre men iets voor elkaar kan betekenen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben aangegeven dat het uitgangspunt van de artikel 12-procedure voor Muiden is dat de financiële consequenties van de vaststellingsovereenkomst volledig worden gesaneerd; 

overwegende dat de gemeente Muiden niet in een artikel 12-procedure terechtgekomen zou zijn als zij geen vaststellingsovereenkomst had gesloten met betrekking tot het KNSF-terrein; 

verzoekt de regering, in overleg met Gedeputeerde Staten van Noord-Holland en de gemeente Muiden een billijke oplossing te vinden voor de meerkosten van beheer en onderhoud van het KNSF-terrein die direct voortvloeien uit de vaststellingsovereenkomst, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bruins Slot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 12 (34075). 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik weet niet of deze minister in dienst is geweest, maar als je een kanon wilt afschieten waar je een kruitvat met een lont voor nodig hebt, dan zit daar ook altijd een sluitstuk op. Laten wij hopen dat de minister het sluitstuk van deze ellenlange procedure kan worden. 

De voorzitter:

Ik dank mevrouw Bruins Slot, oud-officier van de Rijdende Artillerie. Ik zeg dat voor degenen die dat nog niet duidelijk is geworden. Het woord is nu aan mevrouw Fokke namens de fractie van de Partij van de Arbeid. 

Mevrouw Fokke (PvdA):

En vanavond ook namens de fractie van GroenLinks. 

De voorzitter:

Ik zou ze bijna vergeten. De constructieve oppositie. 

Mevrouw Fokke (PvdA):

Voorzitter. Ik dank de minister voor de antwoorden. Toen ik ooit van Pierre Heijnen dit dossier kreeg overgedragen, zei hij: Manon, je krijgt twee heel vervelende erfenissen. De eerste erfenis was de Krimpenerwaard. Ik moet zeggen dat dat vorig jaar inderdaad een zware bevalling bleek te zijn. Hij zei ook: maak je borst maar nat voor het fusiedossier in het Gooi. Dat zou ook geen makkelijke zaak worden. En dat is ook helemaal waar. Dat is ook precies wat ik eerder vanavond heb gezegd. Ik maak mij geen illusies. Uiteindelijk liggen partijen om uiteenlopende redenen soms zo ver uit elkaar, dat ze niet bij elkaar kunnen komen. Dan moet je uiteindelijk hier in deze Kamer, hoe zuur voor sommigen en hoe fijn voor anderen, een knoop doorhakken. Dat is wat wij vanavond moeten doen. 

Ik ben blij met de uitleg die de minister heeft gegeven rond artikel 12. Wat mijn fractie betreft is het duidelijk. De minister zei dat hij graag een stevig signaal wilde hebben over het renterisico. Dat kon de minister krijgen: de motie lijkt mij een stevig signaal. Wat ons betreft komt zij dinsdag in stemming. 

Waar ik alleen nog mee worstel, is de schadeclaim. Ik zag de motie van de heren Schouw en Bisschop. Ik hoorde de minister zeggen dat dit in het wetsvoorstel geregeld is, maar volgens mij staat het in de nota naar aanleiding van het verslag. Klopt dat? Zie ik het goed dat het niet als zodanig in het wetsvoorstel staat? Klopt de passage in de nota naar aanleiding van het verslag? Daaruit blijkt min of meer dat het over de aanvullende uitkering gaat. Is dit sowieso iets wat straks in het artikel 12-besluit meegenomen wordt? Ik mis in de motie van de heer Schouw en de heer Bisschop de eventuele verwijtbaarheid van de gemeente. Die is in die motie helemaal komen te vervallen, terwijl we nu juist in dit soort situaties heel zorgvuldig moeten zijn. Dat is ook de reden dat ik heel technisch de passage heb voorgelezen. Daarom ook krijg ik graag een antwoord van de minister op mijn vraag of het in het wetsvoorstel staat of, wat ik denk, alleen maar in de nota naar aanleiding van het verslag. Hoe gaat het met het vervolg? Als het inderdaad in het besluit van de artikel 12-inspecteurs staat, hoeft het nergens anders in geregeld te worden. 

Ik ben blij dat er een goede oplossing is voor de schadeclaim. We kunnen niet in de toekomst kijken en daarom vind ik het ook echt te ver gaan om vanavond hier uit te spreken dat de schadeclaim 5 miljoen of 10 miljoen is. Dat weten we namelijk niet, want als die vaststellingsovereenkomst klapt, weet je één ding zeker: partijen zullen uiteindelijk bij de rechter staan. Het zal in dat geval de rechter zijn die vaststelt hoe hoog de schadeclaim wordt. Ik vind dat we ons over die hoogte niet moeten uitlaten in de Tweede Kamer, want dat weten we niet. De heer Schouw probeerde mij daartoe in eerste termijn in een interruptie te verleiden, maar ik doe dat dus echt niet, omdat we elkaar dat niet mogen aandoen. Laten we hopen dat de vaststellingsovereenkomst gewoon in stand blijft en blij zijn dat we een vangnet hebben gecreëerd voor het geval er toch iets gebeurt wat niet te wijten is aan de gemeente Muiden of aan de nieuwe gemeente. 

Wij zijn heel blij met de duidelijkheid, zeker als de minister ook duidelijkheid kan verschaffen over de schadeclaim. Wat ons betreft moeten we ervoor zorgen dat we nu eindelijk een besluit nemen over dit dossier. Wat ons betreft wordt het een fusie per 1 januari en op die nieuwe gemeente neem ik een voorschot door haar nu al heel veel succes te wensen. 

De heer Schouw (D66):

Ik zal de vangnetmotie van de heer Bisschop en mij even kort toelichten, want mevrouw Fokke maakt een terecht punt van de verwijtbaarheid. Zit die er wel in? Die zit er impliciet in, want we hebben er hier al wel over gesproken. Ik heb met de heer Bisschop geprobeerd om in de motie zo simpel mogelijk op te schrijven wat we eigenlijk allemaal bedoelen, zodat de mensen op de tribune en de mensen thuis niet in memories van antwoord hoeven te kijken om te kunnen begrijpen wat we bedoelen. Het punt is absoluut genoteerd en als daaraan behoefte bestaat, willen wij de motie best verhelderen. Door het zo uit te spreken is het volgens mij ook helder. 

Mevrouw Fokke (PvdA):

Ik wil van de minister weten hoe ik de passage in de motie naar aanleiding van het verslag moet lezen, omdat ik heb gemerkt — laat ik daar niet geheimzinnig over doen — dat het begrip "schoon" in dit dossier ook een heel eigen leven is gaan leiden. De ene partij verstaat onder "schoon" dat we Muiden op 1 januari tot nul afboeken en vervolgens overnieuw beginnen en de andere wat de gemeente in redelijkheid kan dragen. Ik ben een jurist en misschien een ontzettende zeikerd, maar ik wil echt voorkomen dat we straks weer allerlei passages naast elkaar hebben liggen en dat we er daardoor weer niet uit komen. 

Ik zou zeggen dat de motie een heel goede aanzet is, maar de formulering in de nota naar aanleiding van het verslag lijkt mij wel zo zorgvuldig, omdat we allemaal weten waar we staan als we die als uitgangspunt nemen. Als één ding mij duidelijk is geworden, dan is het wel dat we bij dit dossier eindelijk eens moeten bepalen waar we precies staan. Laten we er met andere woorden voor zorgen dat we niet weer met allerlei verschillende definities gaan werken. 

De voorzitter:

De minister heeft aangegeven dat hij onmiddellijk kan antwoorden en onmiddellijk een oordeel over de moties kan geven. 

Minister Plasterk:

Voorzitter. Ik loop de sprekers langs en steeds de ingediende moties in die context bespreken. 

Ik bedank de heer Veldman voor zijn steun. Het oordeel over zijn motie over het afdekken van het renterisico laat ik graag aan de Kamer. Ik voeg er twee dingen aan toe. Ten eerste wil ik benadrukken dat ik hecht aan die Kameruitspraak, omdat het geen standaardprocedure is. De reguliere weg is per peildatum vaststellen wat het artikel 12-pakket inhoudt. Dat is de correcte procedure en we gaan nu dus duidelijk een stap verder. Ik wil dat niet eigenstandig doen, maar als de Kamer mij dat vraagt, zal ik het doen. Ten tweede wil ik iets zeggen over de uitvoering en wel dat ik graag wil dat de zaak aan de kant van het Rijk op een gegeven moment kan worden gesloten. 

Ik zal dus het voornemen hebben om het bij het bepalen van de aanvullende uitkering, medio dit jaar, zodanig te doen dat een budget wordt opgenomen waarmee men al op dat moment de lening zou kunnen aangaan. Op die manier ligt dan voor de gemeente de volgende keuze voor. Ofwel men kan de lening aangaan, waarbij het feit dat dit eerder moet gebeuren dan noodzakelijk ten laste komt van de aanvullende uitkering. Ofwel men kan zelf besluiten om van de verwachting uit te gaan dat de rente niet gaat stijgen. Dan neemt men dat besluit ook zelf. Maar men krijgt dus financieel de ruimte om dat risico af te dekken, en wij doen dat op zo'n manier dat daarmee de zaak op een gegeven moment ook beklonken is. 

Ik ben het eens met de heer Schouw dat het een zware bevalling is; laten wij de biologie van de bevalling maar even buiten dit debat laten. Wat betreft de motie op stuk nr. 11 van de heer Schouw en de heer Bisschop zou ik een lijn willen aanhouden die consistent is met wat ik in eerste termijn heb gezegd. Dit zeg ik mede in antwoord op de vraag van mevrouw Fokke. Ik kan het oordeel over de motie aan de Kamer laten als ik haar zo mag lezen dat daar waar staat dat het in beginsel niet ten laste mag komen van de nieuwe gemeente, "in beginsel" het voorbehoud betekent: tenzij er sprake van is dat het een gevolg is van eigen schuld. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Dan bedoelt u "eigen schuld" in de zin van grove nalatigheid? 

Minister Plasterk:

Dan bedoel ik dat exact zoals ik het in eerste termijn heb omschreven. 

Ik zie de worsteling van de heer Van Raak ... 

De voorzitter:

Minister, de heer Veldman heeft ook nog een interruptie op dit punt. 

De heer Veldman (VVD):

Ik hoor de minister ten aanzien van de motie van de heer Schouw en de heer Bisschop toch iets anders zeggen dan er feitelijk in de nota naar aanleiding van het verslag staat. Of het moest zo zijn dat de minister zegt: nee, er staat precies hetzelfde. Maar volgens mij legt de minister de motie iets anders uit dan in de nota naar aanleiding van het verslag staat. Ik hecht er juist aan — en de minister volgens mij zelf ook — dat wij die lijn volgen. 

Minister Plasterk:

Misschien moet ik het inderdaad voor de Handelingen even expliciet maken. Ik zag de heer Schouw wel even knikken, geloof ik. Ik heb aan de indiener van de motie gevraagd of ik die zo mag lezen dat daar waar staat "in beginsel" dit met zich meebrengt de voorwaarde die ik heb genoemd, namelijk dat het niet de schuld van de gemeente zelf is als er toch alsnog een hogere claim ontstaat. Voor de Handelingen: ik zie de heer Schouw bevestigend knikken. Als ik het zo mag lezen, is dat consistent met de lijn die ik in eerste termijn heb uitgedragen en die ook in de nota naar aanleiding van het verslag staat. Dan laat ik het oordeel over aan de Kamer. 

Ik hoop dat ik met de gedane toezeggingen en, als die moties zouden worden aangenomen, ook met het verder tegemoetkomen aan de wensen van de fusiegemeenten, de heer Van Raak zover kan krijgen dat hij zal trachten om zijn fractie te overtuigen. Wij wachten dat met spanning af. 

De heer Bosma hamerde op het punt van het draagvlak. Dat snap ik. Ik voeg er wel aan toe — anders ontstaat er toch een verkeerde indruk — dat het allemaal om gemeenschapsgeld gaat. Als wij verder tegemoetkomen aan de financiële wensen van deze fusiegemeenten, wordt dat door de andere 390 gemeenten van Nederland opgebracht. De kwestie is dus niet of ik bereid ben om dat te doen; ik probeer dit gewoon op een rechtvaardige manier, ook volgens de vastgestelde regels, te doen. Nogmaals, daarover kunnen wij hier volledig open met elkaar het gesprek aangaan, maar dat is de discussie die wij zouden moeten hebben. 

Ik heb de heer Bisschop het oordeel over de moties gegeven en ik wacht het oordeel van zijn fractie over het wetsvoorstel met interesse af. 

Mevrouw Bruins Slot legt de nadruk op de voorgeschiedenis. Dat snap ik. Zij gaf ook adviezen mee voor het kopen van een huis. Die knoop ik ook, om een andere reden, in mijn oren. Laat dit maar even buiten de Handelingen. 

Ik kom op de motie op stuk nr. 12 van mevrouw Bruins Slot, waarin zij terugkomt op de kwestie van het hogere onderhoudsniveau. Ik zou in het kader van de algehele feestvreugde graag het CDA meekrijgen. Ik wil dus kijken wat ik kan doen. Ik voeg er wel dit aan toe: ik vind het echt niet passend om dit onderdeel van de artikel 12-procedure te maken, om de reden die ik heb gegeven. Ik wil daarvoor op het advies van de artikel 12-inspecteur afgaan. Als ik de motie zo mag lezen dat ik nog eens mijn best ga doen om in een gesprek met de provincie Noord-Holland te bekijken of er op enigerlei manier kan worden bijgedragen aan de oplossing daar, wil ik dat doen. Het is echter niet meer dan een inspanning die ik daarmee op mij neem. Ik kan dus geen toezegging doen over het resultaat van die inspanning. Nogmaals, dat zou ik niet passend vinden. Als ik de motie zo mag lezen, wil ik wel in gesprek gaan met de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland en de gemeente Muiden over het zoeken naar een oplossing waarom wordt gevraagd. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik waardeer in ieder geval dat de minister een handreiking doet. Wanneer denkt hij dat hij meer duidelijkheid hierover kan verschaffen? 

Minister Plasterk:

In alle eerlijkheid: niet voor de stemmingen over dit wetsvoorstel. Ik moet dan immers in gesprek met de provincie Noord-Holland daarover. Ik denk dat dat met name het interessante deel van het gesprek zal zijn, want de wensen van de gemeente Muiden zijn wel duidelijk. Ik zal proberen om het in ieder geval voor juni te doen. Is dat redelijk? 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

De vraag daarbij is natuurlijk of de provincie Noord-Holland net zo'n positieve intentie heeft als deze minister heeft. Misschien is dat iets wat wel gedeeld kan worden voor de stemmingen. Dat zou immers betekenen dat er twee partijen zijn die in ieder geval de wil hebben om op dit punt te bekijken of er nog iets mogelijk is. 

Minister Plasterk:

Laat ik voor eigen gezag nemen dat ik denk dat als de Kamer daar bij motie om vraagt en ik mij vervolgens tot de provincie Noord-Holland wend, die dat gesprek zal willen aangaan. Daar ga ik dan maar even van uit. Nogmaals, ik kan niet vooruitlopen op de uitkomst van dat gesprek, maar ik zal mijn best doen. 

Mevrouw Fokke vroeg of het vangnet een onderdeel is van het artikel 12-besluit. Het antwoord op deze vraag luidt bevestigend. 

Mevrouw Fokke vroeg ook nog naar de lezing van de motie-Schouw/Bisschop. Op die vraag heb ik zojuist al een antwoord gegeven, dat dacht ik ook in lijn is met de intenties van mevrouw Fokke. 

De algemene beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Dank u wel, minister. Dan is daarmee een einde gekomen aan dit debat, tenzij de heer Schouw nog een verduidelijkende vraag wil stellen. 

De heer Schouw (D66):

Niet aan de minister maar aan u, in formele zin. Is het mogelijk om dinsdag eerst te stemmen over de moties en daarna over het wetsvoorstel, gezien het gewicht van de moties? 

De voorzitter:

Dat lijkt mij in dit verband zeer redelijk. Het is uiteindelijk een besluit van de Kamer, maar ik zal het verzoek doorgeleiden. Ik zie dat het op steun kan rekenen van de aanwezige leden. Dan gaan we het zo doen. 

Daarmee is er een einde gekomen aan dit debat. Over het wetsvoorstel en de moties zal aanstaande dinsdag gestemd worden. Ik dank de minister voor zijn komst en de leden voor hun inbreng. 

Naar boven