3 Cultuur in beeld en BIS

Aan de orde is het VAO Cultuur in beeld en BIS (AO d.d. 15/01). 

De voorzitter:

Ik heet de minister van harte welkom. Ik geef als eerste het woord aan de heer Van Nispen namens de fractie van de SP. Hij vervangt de heer Van Dijk hedenochtend wegens treinproblemen. 

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Mijn collega Van Dijk laat zich verontschuldigen, want hij is helaas vertraagd. Ik dien twee moties in. De heer Van Dijk heeft de moties meeondertekend, dus zo is hij er toch een beetje bij. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

van mening dat de Raad voor Cultuur los van politieke eisen moet kunnen adviseren; 

verzoekt de regering, in de adviesaanvraag aan de Raad voor Cultuur geen financiële kaders op te nemen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 126 (32820). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de bezuinigingen en herstructureringen in de cultuursector hun impact hebben op de sector; 

overwegende dat de uitgangspuntennotitie voor de cultuurnota 2017-2020 nog voor de zomer 2015 aan de Tweede Kamer wordt voorgelegd; 

verzoekt de regering, de Raad voor Cultuur te vragen om inzicht te verschaffen in de gevolgen van de bezuinigingen en herstructureringen, en tevens aan te geven wat nodig is voor een toekomstbestendige culturele infrastructuur, waarin ruimte is om knelpunten op te lossen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 127 (32820). 

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter, ik wens de minister goedemorgen na een lange nacht, naar ik heb begrepen. De Partij van de Arbeid kijkt terug op een buitengewoon goed algemeen overleg over de toekomst van het cultuurbeleid, waarin wij goed met elkaar hebben gedebatteerd. De minister was bereid om een aantal toezeggingen te doen en stond ervoor open om in volle openheid te bezien wat het cultuurbeleid in Nederland nodig heeft. Wij hebben aangegeven wat wat ons betreft de financiële en politieke kaders zijn waarmee rekening moet worden gehouden. Daar heeft de minister positief op geantwoord. Een belangrijk punt voor ons was de spreiding. Wij moeten niet alleen maar kijken naar de stedelijke en regionale profilering, maar juist ook naar de inbedding in de algemene uitgangspunten van het cultuurbeleid. Zo zijn er op enkele andere punten ook toezeggingen gedaan. Die worden nu meegenomen. Wij zijn zeer tevreden over het algemeen overleg en over de wijze waarop de minister heeft toegezegd de desbetreffende punten mee te zullen nemen in de brief met de adviesaanvraag aan de Raad voor Cultuur. 

Minister Bussemaker:

Voorzitter. Ik ontraad beide moties. In de motie op stuk nr. 126 wordt de regering verzocht, in de adviesaanvraag aan de Raad voor Cultuur geen financiële kaders op te nemen. Dat is niet één brug te ver, maar een heleboel bruggen te ver, wat mij betreft. Ik heb in het algemeen overleg toegezegd, de Raad voor Cultuur te zullen vragen om te reflecteren op de periode na 2017. Dat is een open vraag. Waarom heb ik dat gedaan? Welnu, omdat ik besef dat de raad gaat adviseren over de periode 2017-2020, die volgens planning onder een volgend kabinet zal vallen. Wij hebben daar dus geen zicht op. Het kan overigens alle kanten opgaan, zeg ik erbij. Er kan geen enkele verwachting worden uitgesproken dat het vanzelfsprekend meer financiële ruimte zal opleveren voor cultuur. In de periode van voorbereiding daarvan kan ik niet anders doen dan uitgaan van de middelen die in het regeerakkoord zijn gereserveerd. Er zijn geen extra middelen voor cultuur voorzien. Als ik daar wel op in zou gaan, zou ik een blanco cheque tekenen. Hoe gaat de procedure? Voor 1 april 2015 geeft de Raad voor Cultuur een advies; eind mei stuur ik een uitgangspuntenbrief met een conceptregeling; in juni vindt eventueel een debat met de Kamer plaats en in oktober 2015 wordt de regeling definitief. Op basis van die regeling doen instellingen een aanvraag tussen 1 november 2015 en 1 februari 2016. De Raad voor Cultuur adviseert hierover in mei 2016 en de beslissingen vallen op Prinsjesdag in september 2016. Binnen dit kader gelden de afspraken uit het regeerakkoord. De Raad voor Cultuur krijgt van mij de ruimte om over de periode daarna een eigen mening te vormen op grond van een open vraag. 

De tweede motie, de motie op stuk nr. 127, ontraad ik eveneens. Hierin wordt gevraagd om inzicht te verschaffen in de gevolgen van de bezuinigingen en wat er nodig is voor een toekomstbestendige culturele infrastructuur. Daar hebben we al heel veel informatie over, dus deze motie acht ik echt overbodig. We hebben in het algemeen overleg uitgebreid gediscussieerd over Cultuur in Beeld, over de verkenning van de Raad voor Cultuur en over andere inzichten die we al hebben en nog zullen krijgen. Kortom, we hebben heel veel informatie en het is nu zaak om te blijven volgen hoe het met de cultuursector gaat. Volgend jaar doen we dat weer met Cultuur in Beeld en intussen vragen we de Raad voor Cultuur om na te denken over de contouren van een nieuwe BIS-periode. De vraag over de regionalisering wordt verwerkt in de adviesaanvraag aan de Raad voor Cultuur, zeg ik tegen de heer Monasch. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Over de moties wordt vandaag bij aanvang van de middagvergadering gestemd. 

De vergadering wordt van 10.22 uur tot 10.30 uur geschorst. 

Naar boven