8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de Raming voor de Tweede Kamer voor het jaar 2016 en de daarbij ingediende moties (34183) en over de aangehouden motie-Ouwehand (33827, nr. 5). 

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op: 

  • -woensdag 1 juli van 14.00 uur tot 16.00 uur van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken over de initiatiefnota van het lid Tanamal over buurtrechten. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -het Voorstel van wet van de leden Berndsen-Jansen, Recourt en Van Oosten tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet teneinde de omvang van de wettelijke gemeenschap van goederen te beperken (33987); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet in verband met de evaluatie van het functioneren van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders, alsmede de regeling van enkele andere onderwerpen in die wet (34047); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het terugdringen van geweld onder invloed van middelen (33799); 

  • -het Voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Schouw, Segers, Ouwehand, Klein en Voortman tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders (34105); 

  • -de initiatiefnota van het lid Tanamal over buurtrechten (34065). 

Mijnheer Krol, ik zie dat u het niet kunt horen, maar ik kan echt niet harder praten. Ik kom niet over het lawaai heen. Niet alle leden kunnen verstaan wat ik zeg, zo zeg ik tegen iedereen, maar dat hoort blijkbaar ook niemand. 

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 29683-177; 26407-88; 31389-99; 28286-683; 29683-176; 31936-185; 31389-140; 33979-53; 33400-XVI-87; 33400-XII-44; 21501-32-660; 32813-83; 21501-32-759. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Tabaksontmoedigingsbeleid, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 23 juni, met als eerste spreker het lid Dik-Faber van de ChristenUnie; 

  • -het VAO Scheepvaart, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 23 juni, met als eerste spreker het lid Jacobi van de PvdA; 

  • -het VAO Examens in het voortgezet onderwijs, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 24 juni, met als eerste spreker het lid Ypma van de PvdA. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Smaling van de SP. 

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. We zijn halverwege de behandeling van de Wet natuurbescherming. Mijn verzoek is om het debat daarover, dat volgens planning morgen wordt voortgezet, uit te stellen en om de regering te vragen, het amendement op stuk nr. 53 voor juridisch advies aan de Raad van State voor te leggen. Tevens verzoek ik om een onafhankelijk onderzoek in te stellen en inhoudelijk advies te vragen over dit amendement, want het beïnvloedt de wet zodanig dat veel fracties er vraagtekens bij zetten. Ik zie graag dat die pas op de plaats wordt gemaakt nog voordat we de behandeling van het wetsvoorstel afronden. 

De heer Rudmer Heerema (VVD):

Het is bijna vererend hoeveel commotie een amendement teweeg kan brengen. Dit lijkt meer op een politiek spelletje dan op een vraag om uitstel, dus ik steun dit verzoek niet. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het amendement is het gevolg van een deal tussen de twee regeringspartijen. Als je er goed over nadenkt, goed naar de wetteksten kijkt en ervoor zorgt dat het juridisch allemaal standhoudt, blijft alleen het bezwaar staan dat het een compromis is. Het amendement heeft ook vergaande gevolgen, zoals we vanochtend in een hoorzitting hebben gehoord. Het lijkt mij dus niet meer dan billijk om de Raad van State om advies te vragen, dus ik steun het verzoek. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

We zitten midden in een heel complexe wetgevingsoperatie, waarbij de Wet natuurbescherming in de Omgevingswet wordt geschoven. Dat heeft het voordeel dat bij de invoeringswet dingen kunnen worden gerepareerd die bij de aanneming van het eerste wetsvoorstel niet kunnen worden geregeld. Ik steun de verzoeken om voorlichting en dergelijke graag, zodat we die informatie hebben en eventueel kunnen betrekken bij de behandeling van de invoeringswet. Dan kunnen we alsnog dingen wijzigen, mocht daartoe aanleiding zijn op basis van de voorlichting, en hoeven we de behandeling niet uit te stellen. 

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek om uitstel van de behandeling van het wetsvoorstel. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Geen steun voor het verzoek. Het is duidelijk dat een aantal partijen tegen een bepaald amendement en andere amendementen is, maar dat is een politieke keuze. Juridisch hebben we voldoende informatie. Geen steun dus. 

De heer Geurts (CDA):

Gemakshalve sluit ik mij aan bij de woorden van de heer Dijkgraaf. 

De heer Leenders (PvdA):

Geen steun. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek ook niet. 

De voorzitter:

Mijnheer Smaling, ik stel vast dat u niet de steun van de Kamer voor uw verzoek om uitstel hebt. U kunt uw punten wellicht morgen nog in het debat inbrengen. 

De heer Smaling (SP):

Dat is heel spijtig, maar ik neem er nota van. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Siderius van de SP. 

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Ik heb vragen gesteld en daarop krijg ik graag antwoord. Eén serie vragen ging over het aan externe bureaus verplicht aanleveren van groepsinformatie over dyslexie uit het leerlingvolgsysteem. De andere serie vragen ging over het onbehoorlijke bestuur van de Stichting ROOBOL dat een onderzoeksrapport niet publiek wil maken. Het zou fijn zijn als we die informatie deze week nog konden ontvangen. 

De voorzitter:

Deze vragen zijn op 26 en 27 mei jl. gesteld. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan mevrouw Keijzer van het CDA. Een rappel mag u aan de interruptiemicrofoon doen. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Op 16 april jl. heb ik samen met collega Van Helvert van het CDA schriftelijke vragen gesteld over de manier waarop de jeugdzorg is geregeld voor gezinnen die in het buitenland wonen, maar van wie de kinderen in Nederland op school zitten of zorg krijgen. De gezinnen die het betreft zijn in complete verwarring. Ik heb nog steeds geen antwoorden gehad. Ik wil die heel graag snel ontvangen. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik geef graag een toelichting op mijn verzoek. Eigenlijk wil ik de antwoorden voor volgende week hebben. Dan kan ik hier namelijk weer staan voor een rappel, want de zomervakantie begint. 

De voorzitter:

Voor volgende week dinsdag 12.00 uur. Dit wordt toegevoegd aan het stenogram. 

Ik geef het woord aan mevrouw Van Veldhoven van D66. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Het lijkt wel de dagelijkse aflevering van de geel-blauwe soap over de NS deze periode, met als cliffhanger de vraag of de topman nu al dan niet is ontslagen en wat er nu precies is gebeurd waardoor de voorzitter van de raad van commissarissen ineens is opgestapt. Ik vraag mij overigens af of dat wel vastligt. D66 wil over al deze toestanden graag snel na de zomer een debat. We krijgen van de minister graag de toezegging dat hij ons gedurende de zomer op de hoogte houdt van urgente zaken. In ieder geval krijgen wij graag een reactie op het artikel in het FD over de dubbele petten van de huisadvocaat, die de NS heeft verdedigd bij de ACM, maar ook zelfstandig onderzoek heeft gedaan naar de misstanden, de afwikkeling van Huges en de rol van de raad van commissarissen en hoe daar orde op zaken wordt gesteld. 

De voorzitter:

U wilt dus een brief en een debat? 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ja. 

De heer Bashir (SP):

Steun voor de brief. Daarbij willen we ook graag weten of de minister van Financiën tijd heeft voor dit dossier. Vorige week hadden we een algemeen overleg ingepland dat echter niet is doorgegaan en ook het deze week geplande algemeen overleg is niet doorgegaan. Nu staat het AO voor volgende week ingepland. Ik hoop dat dat wel doorgaat zodat we dit onderwerp daarin kunnen bespreken. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor de brief en voor het debat. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

GroenLinks wil graag een brief. Als het kan zouden we graag het AO Staatsdeelnemingen willen houden. Dan kunnen we dit onderwerp daarin meenemen als we de brief hebben. Lukt dat niet, dan moeten we er hier maar plenair over debatteren. 

De voorzitter:

Ik noteer dit als steun voor het debat. Overigens heb ik ook de opmerking van de heer Bashir op die manier geïnterpreteerd. 

De heer Fritsma (PVV):

De PVV steunt de brief en het debat. 

De heer Hoogland (PvdA):

Het is een verzoek om veel informatie. Als die nou zou kunnen komen voor het AO Staatsdeelnemingen behoeft er wat ons betreft geen apart debat te komen, want dan kunnen wij dit onderwerp in dat AO bespreken. Als dat niet lukt, kunnen we na de zomer even verder kijken. Dan wordt er vast wel weer een AO over het een of het ander met betrekking tot de NS ingepland. 

De voorzitter:

Steun voor de brief, niet voor het debat. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ook wij vinden het belangrijk dat erover gedebatteerd wordt. Steun in ieder geval voor het verzoek om informatie, die wat ons betreft voor het AO Staatsdeelnemingen van volgende week binnen moet zijn zodat die erbij betrokken kan worden. Mocht dat niet lukken, dan eventueel later in een ander AO. 

De heer Van Helvert (CDA):

Dit behoort niet in het AO Staatsdeelnemingen besproken te worden. Het is eigenlijk een vervolg op een plenair debat over de NS, waarbij de minister uitspraken heeft gedaan die of niet klopten of waarbij de waarheid "verdijsselbloemd" werd. Dus dat behoort niet in het AO Staatsdeelnemingen besproken te worden maar in een plenair debat. Dus absoluut steun voor het plenaire debat. 

De voorzitter:

Ik kijk nog even naar de heer Bashir. Ik begreep dat hij geen steun gaf aan een plenair debat. Of heb ik dat verkeerd begrepen? 

De heer Bashir (SP):

Er is al een algemeen overleg ingepland. Dus daarin kunnen we het gewoon bespreken. 

De voorzitter:

Mevrouw Van Veldhoven, u hebt niet de steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Er schijnt volgende week een AO Staatsdeelnemingen te zijn. Voor de brief hebt u brede steun. Als we vragen of die brief er voor woensdag is, kan die wellicht ook betrokken worden bij dat AO. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik deel wel de opvatting van het CDA dat dit een vervolg betreft op uitspraken die de ministier hier in een plenair debat heeft gedaan. Dus daar hecht ik toch ook wel aan. Bovendien denk ik dat het op een aantal punten onzeker is of er al voor dat AO Staatsdeelnemingen van volgende week duidelijkheid over is. Laten we het zo afspreken: we vragen die brief met het verzoek om een en ander voor dat AO duidelijk te maken. Dan moeten we ook nog wel even kijken hoe vol de agenda van dat AO is en of dit daar überhaupt nog bij kan. Dus ik zou willen verzoeken om het voorlopig als dertigledendebat op de lijst te zetten. Indien alles toch besproken kan worden, kan ik dat dertigledendebat gewoon laten vervallen. Indien niet alles voldoende besproken is of nog niet alles helder is volgende week, staat het dertigledendebat in ieder geval op de lijst en zijn de collega's wellicht naar aanleiding van de brief en de ontwikkelingen deze zomer bereid om het om te zetten in een meerderheidsdebat. Dat zien we dan. 

De voorzitter:

Dat lijkt mij een praktische afspraak. Dat gaan we zo doen. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Het dertigledendebat wordt voorlopig toegevoegd aan de lijst. De spreektijd per fractie is drie minuten. 

Ik geef het woord aan de heer Van Gerven van de SP. 

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Eergisteren stond ik hier met het verzoek om een debat over de nieuwe opzet van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Dat betrof een ernstige kwestie van belangenverstrengeling. De minister had besloten om het bevolkingsonderzoek on hold te zetten, maar gisteren heeft zij een bief gestuurd waarin staat dat zij dat bevolkingsonderzoek-nieuwe stijl toch door wil laten gaan. Ik vind dat de Kamer daar eerst over moet debatteren. Omdat er nog heel veel vragen over dat onderzoek-nieuwe stijl zijn, verzoek ik om het dertigledendebat om te zetten in een spoedig te houden plenair debat over deze kwestie met de minister van Volksgezondheid. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Er komen inderdaad signalen van de artsen dat het onderzoek echt in zijn algemeenheid rammelt. Daarom is het ook belangrijk om er een debat over te voeren, ook om dit soort situaties in de toekomst te voorkomen. Dus wederom steun. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ook van D66 steun. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun. 

De voorzitter:

Mijnheer Leen ... 

De heer De Lange (VVD):

Dat is een wel heel informele aanspreektitel. 

De voorzitter:

Ik bedoel: mijnheer De Lange. 

De heer De Lange (VVD):

Dank u, voorzitter. Het is goed dat naar aanleiding van de brief grondig naar de situatie gekeken wordt. Het lijkt me het beste om te kijken of we daarover een algemeen overleg kunnen hebben. Een plenair debat lijkt me niet het geëigende middel voor deze kwestie. Ik ben het dan ook niet eens met het voorstel om hierover een plenair debat te voeren. Laten we bekijken hoe we hierover op een zo kort mogelijke termijn een algemeen overleg kunnen plannen. 

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor een plenair debat. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook steun van de ChristenUnie. 

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Wij nemen aan dat er in de zomer geen onomkeerbare stappen worden gezet. We willen graag een algemeen overleg na de zomer. 

De heer Van Gerven (SP):

Tegen mevrouw Bouwmeester zeg ik dat er op dit moment wél onomkeerbare stappen worden gezet. De minister laat de aanbesteding die was stilgelegd namelijk doorgaan. De voorbereidingen voor het bevolkingsonderzoek worden dus gewoon doorgezet. Mijn voorstel van twee dagen geleden was: zet dit on hold en voer eerst een debat over de vraag of het onderzoek dat nu wordt voorgesteld wel correct is. Daar is nu heel veel discussie over, nog los van de belangenverstrengeling. De minister heeft gezegd dat zij dit toch doorzet. Daarom is het zo belangrijk dat wij daarover spoedig debatteren, en wel voor de zomer, aangezien de minister heeft aangekondigd dat zij deze weg zal bewandelen. 

De voorzitter:

U hebt niet de steun van de meerderheid voor uw verzoek. Een AO zou kunnen, maar dat moet u via de procedurevergadering regelen. Dat gaan we hier niet plenair doen. 

De heer Van Gerven (SP):

Dan zou ik via de voorzitter willen vragen of de minister bereid is om te wachten met het onderzoek totdat de Kamer daar met haar over gesproken heeft. 

De voorzitter:

Het lijkt mij verstandig om ook dat via de procedurevergadering met elkaar af te stemmen. Eigenlijk doet u nu namelijk weer een heel ander verzoek. Nou ja, ik kan het wel voorleggen. Laat ik dat maar gewoon doen. Het voorstel van de SP is om per brief een verzoek aan de minister te doen. Ik vind dat wel lastig, want heel veel woordvoerders zijn nu niet hier. Gaan we het toch doen? Oké. Het verzoek is om de minister per brief te vragen geen onomkeerbare stappen te zetten wat betreft het onderzoek naar baarmoederhalskanker. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Steun. Wij willen graag dat de brief uiterlijk dinsdag in de Kamer ligt. We kunnen dan beslissen of na de zomer een AO wordt gehouden, of toch nog een plenair debat voor die tijd. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Steun van GroenLinks voor dit verzoek. 

Mevrouw Agema (PVV):

Steun. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Steun. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook steun. 

De heer De Lange (VVD):

Laten we dan sportief zijn, zodat we met de mening van eenieder uit de voeten kunnen. We steunen het verzoek om een brief. 

De voorzitter:

En dus ook steun voor het verzoek om in ieder geval tot de brief er is geen onomkeerbare stappen te zetten. 

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Sorry, voorzitter. Ik dacht: als er zo veel steun is, hoef ik niet nog een keer naar voren te komen. Een brief is altijd prima en hartstikke goed. 

De voorzitter:

Nee, het expliciete verzoek was om in de brief op te nemen dat de minister geen onomkeerbare stappen zet tot hierover met de Kamer gesproken is. De heer De Lange zegt dat hij zich niet tegen een brief verzet. Ik interpreteerde dat op een bepaalde manier, maar dat was niet de juiste. 

De heer De Lange (VVD):

Nee, want volgens mij gaat de minister over haar eigen brief. Het zou goed zijn als er nu een signaal van de Kamer komt dat zij een nadere duiding wil van wat de minister in de zomer gaat doen. Wij ontvangen graag een brief waarin die duiding op papier wordt gezet. 

De voorzitter:

Die brief moet er dan voor dinsdag zijn, zodat u nog de ruimte hebt om hierin in de procedurevergadering nadere stappen te zetten. Zo interpreteer ik het. 

De heer Van Gerven (SP):

Ik wil de brief dan graag nog vandaag ontvangen. We hebben morgen namelijk een procedurevergadering. 

De voorzitter:

Nee, mijnheer Van Gerven, dit ga ik stopzetten. U hebt al een heel ander verzoek gedaan dan dat wat u aangevraagd had. Ik heb u de ruimte gegeven om dat verzoek totaal anders te interpreteren. Door diverse leden is dinsdag 12.00 uur genoemd. Dat is wat we nu met elkaar afspreken. 

Ik geef dan nu het woord aan de heer Van Weyenberg van D66, of aan mevrouw Van Veldhoven. Mevrouw Van Veldhoven, ga uw gang. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Namens de heer Van Weyenberg heb ik een rappel op onbeantwoorde schriftelijke vragen aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat het Bedrijfstakpensioenfonds Zeevisserij zijn nieuwe regeling onderbrengt bij het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven. De vragen zijn ingezonden op 6 mei 2015. Op 28 mei 2015 kwam er een uitstelbericht, maar wij willen graag rappelleren. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorsturen naar het kabinet. Volgens mij is er ook een rappel op een andere set vragen, namelijk over uiteenlopende eisen aan het recht op nabestaandenpensioen. Die zal ik toevoegen aan het rappel. 

Ik zie mevrouw Karabulut op dit moment niet. De heer Oskam had een aantal verzoeken, maar mevrouw Karabulut had gevraagd of zij eerder mocht. 

Mevrouw Leijten (SP):

Zij is naar een algemeen overleg. 

De voorzitter:

Dan houden wij gewoon de volgorde van de lijst aan en geef ik het woord aan de heer Oskam. 

De heer Oskam (CDA):

Voorzitter. Gisteravond berichtte het RTL Nieuws dat een op de vijf aangiftes bij de politie zonder nader onderzoek in de prullenbak verdwijnt. Daarbij gaat het om tienduizenden zaken per jaar. De bereidheid bij de burger om aangifte te doen neemt al af. De oplossingspercentages dalen. Het is dus de vraag of de criminaliteit wel adequaat wordt aangepakt. Het vertrouwen in politie en justitie neemt af. ik wil graag een brief van de minister van Veiligheid en Justitie, waarin hij reageert op dit RTL-onderzoek. Verder wil ik graag een debat met de minister. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Van harte steun voor een brief, maar het lijkt mij goed om hierover te spreken in een algemeen overleg over de politie na het zomerreces. 

De voorzitter:

Wel een brief, geen steun voor een debat. 

Mevrouw Helder (PVV):

Steun voor de brief. Ik zou ook het debat willen steunen, maar ik vind snelheid belangrijker en dan kom ik uit bij een AO. Ik vrees dat wij het op die manier moeten regelen. Dus steun voor de brief en niet voor het debat. 

Mevrouw Leijten (SP):

Wij steunen brief én debat. 

De heer Marcouch (PvdA):

Ik sluit mij aan bij de collega's. De cijfers zijn best wel schokkend, dus ik wil opheldering. Daarna een AO of een ander debat. 

De voorzitter:

Dus geen steun voor een plenair debat. 

Mevrouw Tellegen (VVD):

Bij ons heeft het bericht van gisteravond ook vragen opgeworpen. Dat geldt zowel voor het RTL-bericht als voor de reactie van de politie. Ik denk dat een brief belangrijk is, maar voor nu geen steun voor een debat. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik steun beide, maar als het sneller in een AO kan, dan vind ik dat ook prima. 

De voorzitter:

Dan noteer ik dit wel als steun. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Steun voor een brief en liever snel in een AO debatteren. 

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor een snelle brief, want die onduidelijkheid moet echt van tafel. Wij kunnen er in een AO over praten. 

De voorzitter:

Mevrouw Helder heeft nog een nabrander. 

Mevrouw Helder (PVV):

Ik begrijp het zo dat u de woorden van collega Segers, die het ook liever in een AO wil bespreken, noteert als steun voor het debat. Dan wil ik collega Oskam ook ter wille zijn en steun ik het ook. Als het sneller in een AO kan, halen wij het dertigledendebat eraf. 

De voorzitter:

Ik snap dat. Ik deed bij de heer Segers hetzelfde als bij u. U zei: dan steun ik het niet. En hij zei: dan steun ik het wel. Ik snap uw woorden en het lijkt mij een prima afspraak om het van de lijst te halen als het in een AO kan worden besproken … 

De heer Oskam (CDA):

Dat moet u aan mij vragen. 

De voorzitter:

Als de heer Oskam dit zou willen, dan zouden wij het zo kunnen doen. 

De heer Oskam (CDA):

Wij gaan in onze commissie altijd praktisch met dit soort dingen om. Ik vraag graag een dertigledendebat aan. Als er eerder een AO kan worden gehouden, gaat het gewoon van de lijst. 

De voorzitter:

Ik zal het debat toevoegen aan de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal ik doorgeleiden naar het kabinet. 

De heer Oskam heeft nog een verzoek. 

De heer Oskam (CDA):

Ja voorzitter, ik blijf nog even staan. Collega Omtzigt en ik hebben enige tijd geleden vragen gesteld over het benutten van de wettelijke mogelijkheden om uitreizen naar IS-gebieden te voorkomen. De bedoeling was dat de antwoorden vóór het AO over terrorismebestrijding bij de Kamer zouden zijn. Dat AO wordt morgenmiddag gehouden. Ik wil de antwoorden vóór morgenochtend 10.00 uur binnen hebben. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet met het dringende verzoek om ook hieraan te voldoen. Ik snap dat u dat nodig hebt. 

En dan uw laatste verzoek. 

De heer Oskam (CDA):

Dan kom ik op het derde punt en dat is ook het derde rappel, namelijk de vragen van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie over het bericht dat de overheid pedofolie jarenlang heeft gedoogd. Die vragen zijn al in maart ingediend. Er is al twee keer een rappel in de procedurevergadering geweest, maar we hebben nog steeds de antwoorden niet en daarom sta ik nu hier. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

De heer Oskam (CDA):

Ja, ik vraag nu nog geen mondelinge vragen aan. 

De voorzitter:

Nee, dat heb ik begrepen. 

Het woord is aan de heer Krol. 

De heer Krol (50PLUS):

Mevrouw de voorzitter. Vanmorgen verscheen het bericht over een onderzoek van de Universiteit Nijmegen in opdracht van de ANBO over de koopkrachtontwikkeling van postactieven. Daarin staat precies hoe het allemaal zit. Vanmorgen hebben wij gemerkt hoe belangrijk die cijfers zijn. Ik wil daarover graag een debat aanvragen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 

De voorzitter:

U zoekt steun voor een debat over de koopkracht van gepensioneerden. 

De heer De Graaf (PVV):

Steun. 

Mevrouw Leijten (SP):

Steun. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Geen steun voor het debat. Wij zullen in augustus zien, ook bij de nieuwe begroting, hoe de plaatjes eruitzien. We kunnen dan zien of we debatteren. 

De voorzitter:

Ik denk dat het dan september wordt. 

De heer Anne Mulder (VVD):

Ik sluit mij aan bij de Partij van de Arbeid. Laten we in september praten over de koopkrachtplaatjes voor iedereen. 

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

In tegenstelling tot de vorige woordvoerders: steun. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Een belangrijk punt, maar een van de eerste debatten die we gaan voeren, zijn de Algemene Beschouwingen. Het lijkt mij een typisch punt om daarbij mee te nemen. Dus geen steun. 

De heer Omtzigt (CDA):

De lijst van debatten overziende, denk ik ook dat we eerder uitkomen bij de Algemene Beschouwingen. Ik zou er een verzoek aan willen toevoegen. De regering is in staat geweest om koopkrachtplaatjes te publiceren van alleen het belastingpakket, maar ik zou de gecombineerde koopkrachtplaatjes graag zien van het belastingpakket en alle andere maatregelen die op 1 mei 2016 ingaan, zoals de afschaffing van de ouderentoeslag en de ouderenkorting. 

De voorzitter:

Maar dat is een heel ander verzoek. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dat is de essentie van het verzoek hier. Dus als we dat gewoon schriftelijk kunnen doen … 

De voorzitter:

Ik ben best rekkelijk, maar u doet nu echt een heel ander verzoek. 

De heer Omtzigt (CDA):

Maar daar zou ik graag een brief over willen ontvangen in plaats van … 

De voorzitter:

Maar dan had u zich gewoon voor de regeling moeten aanmelden. Ik buig graag mee, maar dit is een totaal ander verzoek. U moet zich echt morgen voor de regeling aanmelden en dan kunt u dit verzoek doen. Het verzoek was of u een debat wilde steunen en dat hebt u niet gedaan. 

Ik geef het woord aan mevrouw Schouten. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dan wil ik vragen of, omdat het debat toch niet plaatsvindt, wij de regering via de commissie een aantal schriftelijke vragen kunnen voorleggen. 

De voorzitter:

Dat is ook een ander verzoek. 

Mevrouw Schouten. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Gelet op de lijst, zal het eerste moment waarop we dit debat überhaupt gaan voeren bij de Algemene Beschouwingen zijn. In de koopkrachtplaatjes die dan worden gepresenteerd, zitten ook de maatregelen die in 2016 genomen worden. Dus geen steun voor het debat. Ik denk dat het eerste moment bij de Algemene Politieke Beschouwingen is. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het debat. Ik zie zomaar aankomen dat de heer Krol het zal omzetten in een dertigledendebat. Ik zou de heer Omtzigt de suggestie willen doen om een vragenronde via de commissie te organiseren met de vragen die fracties willen stellen naar aanleiding van dit verzoek. Volgens mij wordt dan iedereen bediend. 

De heer Krol (50PLUS):

Mevrouw de voorzitter. Ik ben blij dat voor de mensen die thuis meekijken duidelijk is hoe belangrijk koopkrachtontwikkeling voor ouderen bij de diverse partijen is. Ik stel inderdaad voor om zowel de suggestie van de heer Omtzigt als die van de Partij voor de Dieren over te nemen. 

De voorzitter:

Ik zal de commissiegriffier vragen om te inventariseren welke vragen er zijn en het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Voor het geval er twijfel over bestaat, merk ik op dat werd verzocht om een debat te houden. Dat was de scope. Over het onderliggende onderwerp wordt later gedebatteerd in een dertigledendebat, dat wordt toegevoegd aan de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie. 

Het woord is aan mevrouw Leijten. 

Mevrouw Leijten (SP):

Iedereen heeft vanochtend in de Volkskrant kunnen lezen hoe de voorzitter van VNO-NCW, de werkgevers in dit land, 643.000 mensen die werk zoeken en slachtoffer zijn van de crisis, te kakken zet als luie labbekakken. Ze moeten maar snel aan de slag, asperges gaan steken, luisterend naar de radio. Iedereen heeft er al op gereageerd, zo ook de staatssecretaris van Sociale Zaken. Toch willen wij een debat met hem. 

De voorzitter:

Ik heb er zelfs de minister-president in het debat van vanmorgen op horen reageren. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Volgens mij heeft heel Nederland al afstand genomen en wij doen dat zeker ook. Volgens mij heeft de voorzitter van VNO-NCW zelf ook al afstand genomen van zijn woorden. Dat is wel genoeg eer voor deze uitspraak. 

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek. 

De heer De Graaf (PVV):

De mediastorm is volgens mij geslaagd. Daarom geen steun. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het is belangrijk dat er op deze wijze afstand van is genomen. Mijn fractie zou het wel op prijs stellen dat er een herbevestiging komt van het bedrijfsleven dat het nog steeds volledig achter de doelstelling staat om 100.000 mensen met een arbeidsbeperking aan een baan te helpen. Daarover zouden we graag een brief krijgen. 

De voorzitter:

Wel een brief, geen debat. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Een zeer ongepast uitspraak van de voorzitter van VNO-NCW. Hij heeft er nu ook afstand van genomen en dat lijkt mij de enig juiste opmerking van hem. Ik steun het verzoek om een brief om inderdaad van de sociale partners de door mevrouw Van Veldhoven genoemde herbevestiging te krijgen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Iedereen heeft inderdaad al afstand genomen van deze uitspraak. Ik steun het verzoek van de SP-fractie toch, want het is niet genoeg om alleen maar met woorden te zeggen "dit delen we niet". VNO-NCW is een heel belangrijke partner van het kabinet en heeft bij veel beslissingen een heel grote vinger in de pap. Je kunt een uitspraak natuurlijk snel terugnemen, maar de ondergrond, de basis van die uitspraak, is daarmee natuurlijk nog niet weg. Dat de minister-president alleen maar zegt "ik vind het niet zo'n mooie uitspraak", zegt dus nog niets over wat het betekent voor de vinger in de pap van VNO-NCW. Mag VNO-NCW die wel of niet hebben? Het lijkt me goed om daarover te debatteren. 

De heer Moors (VVD):

Net als mevrouw Karabulut, namens wie dit verzoek is gedaan, zit mijn collega Nijkerken in een algemeen overleg met de staatssecretaris over de Wet werk en bijstand. Ik heb begrepen dat het daar zelfs al ter sprake is gekomen. Daarom geen steun voor een plenair debat. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

GroenLinks steunt het debat wel, omdat de uitspraak — de woordvoerder van de Partij voor de Dieren zei het helder — een tendens aangeeft. Het was niet een uitschieter van iemand die vol begrip is over de moeilijke situatie van mensen die op dit moment aan de slag proberen te komen. 

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Misschien is het een suggestie om voor het algemeen overleg een hoorzitting te organiseren. Als we de heer De Boer daarvoor uitnodigen, kunnen we hem dan hierover bevragen. Op die manier kunnen we bekijken of het gemeende excuses waren en of hij nog steeds die 100.000 wil halen. 

De voorzitter:

Dus geen steun voor het verzoek. 

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Jawel! 

De voorzitter:

Wel steun voor het verzoek. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Door zowel de premier als de vicepremier en bijkans de rest van het kabinet is hier afstand van genomen. Dat geldt ook voor alle fractievoorzitters. Ik vraag me ook af welke werkgever zich nog vertegenwoordigd voelt door deze werkgeversbaas, maar dat terzijde. Geen steun voor een debat. Wij zijn wel nieuwsgierig naar een herbevestiging van de sociale partners, en dan met name van de werkgevers, van de afspraak over die 100.000 banen. 

De voorzitter:

U steunt dus het verzoek om een brief. 

De heer Omtzigt (CDA):

De heer De Boer heeft zelf zijn excuses aangeboden. Het lijkt mij niet gepast om hierover nog een debat te voeren in de Tweede Kamer. 

Mevrouw Leijten (SP):

Ik zie dat er geen steun is voor een debat. Dat vind ik spijtig, want de heer De Boer neemt weliswaar afstand van zijn woorden, maar niet van zijn uitspraak dat het hem gaat om het beleid. En dat heeft hij toch heel duidelijk gezegd. Daarmee zegt hij dus nog steeds dat werkzoekenden blijkbaar te lui zijn om een vacature te aanvaarden, terwijl die er niet zijn. 

De voorzitter:

We moeten nu niet al het debat gaan voeren. Dat vind ik … 

Mevrouw Leijten (SP):

Ik wil graag toelichten waarom ik denk dat we wel een debat zouden moeten houden. De brief vind ik natuurlijk een zeer goed idee. Ik zou daarin zeker de verhouding tussen regering en VNO-NCW en de invloed van VNO-NCW op het beleid willen meenemen. Als je het zo ziet dat werkzoekenden lui zouden zijn en niet in staat zouden zijn om een baan te accepteren, kun je misschien wel andere woorden dan "labbekakken" gebruiken, maar dan neem je nog niet afstand van je interpretatie van de werkelijkheid. 

De voorzitter:

Maar de brief daarover is gevraagd. 

Mevrouw Leijten (SP):

Daarover ging het verzoek wel degelijk ook. Ik vraag of het kabinet daarop wil ingaan in de brief, evenals natuurlijk op de 100.000 mensen met een arbeidsbeperking die niet aan een baan komen. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan de heer Monasch van de PvdA, die een rappel wil doen. 

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. In Soest zijn heel veel appartementenblokken gerenoveerd op een wijze waarvan ik dacht dat die in Nederland niet meer zou voorkomen. Mensen hebben in het puin moeten verblijven of zijn naar andere woningen verplaatst die nog slechter waren. De corporatie is nu een beetje in beweging gekomen. Maar ik heb hierover vragen gesteld omdat dit echt een grove schending is van huurdersrechten. Het verzoek aan de minister was om binnen zeven dagen antwoord te geven. Die antwoorden hebben wij nog niet ontvangen. Mijn verzoek is om deze antwoorden alsnog te krijgen voor aanvang van de vergadering aanstaande dinsdag. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. De rechtbank heeft vanmorgen in de zaak tussen zo'n 900 burgers en de Staat gevonnist dat de ernst van klimaatproblemen het noodzakelijk maakt om op korte termijn mitigatiemaatregelen te treffen in Nederland. Over dit oordeel van de rechter vraag ik namens de Partij voor de Dieren, de SP, D66, de ChristenUnie en het CDA een debat aan met de minister-president en minister Kamp. Ik zou vooraf graag een brief willen hebben over de inhoud. Dat moet geen brief zijn waarin alleen zoiets staat als: wij bestuderen de uitspraak nog. Wij willen een brief waarin wordt gereageerd op de inhoud van dit vonnis. 

De voorzitter:

U hebt al de steun van heel veel partijen. 

De heer Jan Vos (PvdA):

De Partij van de Arbeid heeft met instemming kennisgenomen van het besluit van de rechter. Wij denken dat het een zeer belangwekkende uitspraak is. Wij steunen het verzoek van de oppositiepartijen om een zo spoedig mogelijk in te plannen debat met de minister-president, teneinde deze uitspraak te bespreken. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

De VVD geeft geen steun voor dit debat. Ik wijs erop dat er al een debat gepland is over de klimaattop. Daar is al een meerderheid voor. Wat mevrouw Van Tongeren aansnijdt, past uitstekend bij dit debat, dat in het najaar zal plaatsvinden. Wel geven wij steun voor een brief. 

De voorzitter:

Geen steun voor een debat dus. Mevrouw Van Tongeren, u hebt de steun van de meerderheid voor het houden van het debat. 

De heer Jan Vos (PvdA):

De VVD heeft wel een punt. Wij hebben in september, naar ik meen, al een klimaatdebat staan. Ik zou er persoonlijk geen bezwaar tegen hebben om die twee debatten samen te voegen, mits dat debat dan zo spoedig mogelijk na het zomerreces wordt ingepland. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Als aanvrager heb ik daar wel bezwaar tegen. Het zijn twee afzonderlijke zaken. De ene gaat over de vraag wat wij in Europa en wereldwijd gaan doen om klimaatverandering tegen te gaan. De andere betreft een groep Nederlandse burgers tegen de Staat over Nederlandse maatregelen. 

De voorzitter:

U hebt de steun van een meerderheid. U bent niet verplicht om dat te doen. Ik zal dit debat toevoegen aan de lijst, met vier minuten spreektijd per fractie. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik wilde nog iets anders toevoegen. Ik ben het namelijk wel met de heer Vos eens dat wij de plenaire agenda niet onnodig moeten belasten. Ik wil bekijken welke door mij aangevraagde dertigledendebatten ik kan schrappen. Wellicht zijn er collega's die over dezelfde onderwerpen dertigledendebatten hebben aangevraagd. 

De voorzitter:

Ik stel voor dat u dit in de procedurevergadering met elkaar bekijkt, want ik kan dat hiervandaan niet overzien. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dank voor de handreiking van GroenLinks. Ik ben daar ook toe bereid. Ik zou ook de suggestie van de heer Vos daarbij echt nog willen betrekken. Laten wij bekijken hoe wij de debatten zo efficiënt mogelijk kunnen inplannen met elkaar. 

De voorzitter:

Hartelijk dank hiervoor. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet voor de gevraagde brief. 

Dan geef ik het woord aan mevrouw Dik. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb zojuist de antwoorden op mijn vragen ontvangen. Mijn rappel kan dus vervallen. 

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Omtzigt. Nee, mevrouw Van Tongeren wil nog iets zeggen. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik heb even overlegd met de PvdA. Als wij de spreektijd wat kunnen uitbreiden, zijn wij het eens om die debatten samen te voegen. 

De voorzitter:

Dat gaan wij niet in deze regeling doen. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Oké, wij proberen het op een andere manier. 

De voorzitter:

We gaan dit via de achterdeur regelen. Ik ben niet van de achterkamertjes, maar het is wel pragmatisch om hierover zo met elkaar te overleggen. 

Ik geef het woord aan de heer Omtzigt van het CDA voor een verzoek. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Wij hadden gevraagd om het VAO Waarborgen bij bevoegdhedenoverdracht te plannen nadat de brief over de agentschappen binnen zou zijn. Toen wij het schema zagen, hoopten wij dat die brief op tijd zou komen, maar uit een sondering bij het ministerie blijkt dat hij niet komt voor het geplande VAO morgen. Daarom moet ik helaas het verzoek aan u doen om dit VAO toch volgende week te plannen. 

De voorzitter:

Ik kijk even rond; ik neem aan dat de meerderheid er geen bezwaar tegen heeft als wij het van de agenda halen en toevoegen aan de ietwat lange lijst van VAO's van volgende week, in de hoop dat die brief er dan wel is. 

Dat gaan wij doen. Er komt een nieuw schema. 

De vergadering wordt van 16.52 uur tot 18.22 uur geschorst. 

Voorzitter: Arib

Naar boven