5 Vragenuur: Vragen Sjoerdsma

Vragen van het lid Sjoerdsma aan de minister van Defensie, bij afwezigheid van de minister van Buitenlandse Zaken, over het bericht dat in Zuid-Sudan een VN-basis is aangevallen.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. D66 maakt zich grote zorgen over de situatie in Zuid-Sudan. Het loopt daar zelfs volledig uit de hand. Sinds december zijn er duizenden doden gevallen. Meer dan 1 miljoen Sudanezen zijn gevlucht voor het geweld. Dit weekend zijn 58 mensen vermoord bij een aanval op een VN-basis in de stad Bor. De VN-basis zelf werd dus aangevallen: absoluut ongehoord! Een oorlogsmisdaad, concludeerden de Verenigde Naties. Gisteren meldden de VN: honderden doden in het Zuid-Sudanese Bentiu. De rebellen vermoordden hun slachtoffers vanwege hun etnische afkomst, onder andere in een ziekenhuis, in kerken en in moskeeën. Een etnische zuivering, zo meenden de VN.

Het is duidelijk, Zuid-Sudan, het jongste land ter wereld, verkeert in een diepe crisis. Het kabinet noemde de situatie eerder flinter- en flinterdun. De vraag is dan ook hoe het kabinet wil bijdragen aan een verbetering van de situatie in Zuid-Sudan. Wat betekent dit voor de Nederlanders die momenteel werkzaam zijn voor de VN-missie in datzelfde Zuid-Sudan?

Ik kom te spreken over de rol van het kabinet. Slechts een vijfde van het geld dat nodig is voor humanitaire hulp in Zuid-Sudan, waar ook nog een hongersnood dreigt, is toegezegd. Zal de Nederlandse bijdrage stijgen? De VN wil 12.000 personen voor de missie in Zuid-Sudan, maar de teller staat nog niet eens op 8.000. Wat betekent dit? Hoe zorgen we voor een volledige invulling van deze VN-missie?

Er zijn ruim 30 Nederlanders bij de VN-missie betrokken. Waren er Nederlanders aanwezig op de basis die werd aangevallen? In februari zei het kabinet dat de dreiging matig tot laag was. Is dat nog steeds de analyse of worden er op dit moment stevigere veiligheidsmaatregelen genomen? Deze minister heeft immers beloofd dat als het noodzakelijk is, wij onze mensen bewapenen. Is dat moment nu daar? Is het nu noodzakelijk?

Minister Hennis-Plasschaert:

Voorzitter. Excuses voor mijn late aankomst.

Met D66 is dit kabinet zeer bezorgd over de recente gebeurtenissen in Zuid-Sudan. Het spreekt voor zich dat het kabinet, net als de rest van de internationale gemeenschap, de geweldsuitbarstingen ten zeerste veroordeelt. Ik deel dus de zorg van de heer Sjoerdsma. Hij stelt dit onderwerp zeer terecht aan de orde.

Allereerst even voor de kaders. Het is de bedoeling dat de onderhandelingen tussen de Zuid-Sudanese regering en de gewapende oppositie vandaag of morgen in Addis Abeba worden hervat. De heer Sjoerdsma duidde er zelf al op dat het erop lijkt dat het beide partijen op dit moment aan de wil ontbreekt om tot een oplossing te komen en het conflict te beëindigen, terwijl de humanitaire nood in Zuid-Sudan toeneemt. Stevige druk op beide partijen is nodig om tot een politieke oplossing te komen. De Europees speciaal vertegenwoordiger Alexander Rondos zet zich hiervoor onverminderd in, daarbij ook gesteund door Nederland. Indien diplomatieke druk niet volstaat, zullen we ook kijken naar andere instrumenten. De Verenigde Staten hebben reeds sancties aangekondigd. Daarbij kan worden gedacht aan de welbekende reisrestricties en het bevriezen van tegoeden. Die sancties richten zich natuurlijk op de personen die het vredesproces dwarsbomen. Ook binnen de Europese Unie wordt de discussie hierover opgestart. Het is dan ook tijd. Nederland neemt hieraan actief deel.

Het is essentieel dat de ernstige mensenrechtenschendingen worden onderzocht en dat de verantwoordelijken ter verantwoording worden geroepen. UNMISS speelt hierin natuurlijk een belangrijke rol, evenals de onderzoekscommissie van de Afrikaanse Unie. Daarnaast noem ik de monitoring- en verificatiemissie IGAD, die naleving van het staakt-het-vuren moet onderzoeken. Deze wordt nu uitgerold. Nederland levert zo snel mogelijk, vandaag of morgen, een expert ter versterking van deze monitoring- en verificatiemissie. Die expert komt uit een civielemissiepool.

De heer Sjoerdsma heeft gevraagd of er Nederlanders aanwezig waren in zowel Bor als Bentiu. Daarop is het antwoord nee. Ik heb zeker eerder met de heer Sjoerdsma van gedachten gewisseld over het bewapenen van de daar aanwezige Nederlanders. Dat is op dit moment niet noodzakelijk, ook met het oog op de locatie waar de gebeurtenissen zich hebben afgespeeld. We zijn nu wel bezig met een nadere analyse van het dreigingsbeeld en de risico's die daarbij om de hoek komen kijken voor ons personeel. We nemen inderdaad met bijna 30 mensen deel aan de missie. Vooralsnog kijken we heel goed naar wat er gebeurt. We hebben ook eerder vastgesteld dat er sprake is van een tijdelijke verlenging met het oog op de evaluatie. Dit najaar komen we tot een nieuwe afweging als het gaat om de Nederlandse deelname. We zullen dan volop het debat voeren met de Kamer.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik dank de minister voor de eerste antwoorden. Ik ben tevreden dat het kabinet onze zorgen deelt en dat het een extra vinger aan de pols houdt nu het in dat land zo verschrikkelijk slecht gaat en nu ook Nederlanders die daarbij betrokken zijn, daarmee mogelijkerwijs in aanraking zouden kunnen komen. Het is maar goed dat die Nederlanders daar niet waren, maar tegelijkertijd treft het wel andere VN-officials.

Ik vraag de minister nog drie dingen in dit rondje. De eerste vraag gaat over de politieke druk. De minister zei dat de Verenigde Staten al sancties hebben opgelegd. De vredesbesprekingen zijn vanochtend weer begonnen, maar zij zijn al een tijdje gaande en zijn fragiel. De kans dat daar daadwerkelijk iets uit komt, is volgens mij heel klein. Ik roep het kabinet ertoe op om zeer serieus te kijken naar persoonsgerichte sancties tegen de spoilers in dit conflict, die dit etnische geweld aanjagen, wat zeer te veroordelen valt. Ik krijg graag een reactie op het punt van de Nederlandse inzet op sancties.

De minister zei al dat er later dit jaar een evaluatie komt van de UNMISS-missie in Zuid-Sudan en van de Nederlandse bijdrage daaraan. Sommige partijen in dit parlement hebben een maand geleden al gezegd dat ze het liefst nu al zouden willen terugtrekken. Ik vraag het kabinet om in ieder geval de positieve intentie te hebben om daar te blijven. Juist nu het zo moeilijk gaat in dat land en nu de zorgen zo groot zijn, is het bijna onvoorstelbaar om de VN-missie in dat land de terug toe te keren. Hoe staat het kabinet daarin?

Tot slot de Nederlanders die betrokken zijn bij de missie. De minister stelt dat het op dit moment niet noodzakelijk is om hen te bewapenen. Ik vraag haar of het kabinet om ons, als dat kan, per brief te informeren over hoe het eigen VN-onderzoek naar mogelijke bewapening verloopt en om, wanneer bewapening wel noodzakelijk zou zijn, het parlement daar onverwijld over te informeren.

Minister Hennis-Plasschaert:

Ik dank de heer Sjoerdsma wederom voor de vragen. Ik zei al dat het, als de diplomatieke druk niet volstaat, wellicht noodzakelijk wordt om andere instrumenten in te zetten. De heer Sjoerdsma sprak zelf over de door de VS aangekondigde sancties en ik sprak zelf al over de noodzaak om hier binnen de Europese Unie de discussie met elkaar over te voeren.

Wat "wanneer", "hoe", "wat" en "waar" betreft: ik vervang nu de minister van Buitenlandse Zaken en ik heb dat niet precies op mijn netvlies, maar ik zal een en ander laten nakijken en zal de Kamer per brief de volgende stappen binnen de EU doen toekomen. Ik ben namelijk met de heer Sjoerdsma van mening dat zeer gerichte restricties, bijvoorbeeld reisrestricties voor personen die het vredesproces dwarsbomen, zeer goed mogelijk zouden moeten zijn.

Wat de evaluatie van de missie betreft: ik heb net als mijn collega van Buitenlandse Zaken al eerder aangegeven dat we die evaluatie zeker moeten afwachten en dan opnieuw, met de nodige zorgvuldigheid, een afweging moeten maken. Van het onbezonnen terugtrekken van de Nederlandse bijdrage kan, ook in dit geval, geen sprake zijn. En ja, ik zal de heer Sjoerdsma en zijn collega's per brief nader informeren over de stand van zaken binnen de VN ten aanzien van het bewapenen van de eigen mensen.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw antwoorden en voor uw komst naar de Kamer.

Doordat mevrouw Rebel vanwege onvoorziene omstandigheden haar mondelinge vraag heeft moeten intrekken, zijn we vandaag heel snel met het mondelinge vragenuur.

De vergadering wordt van 14.42 uur tot 14.51 uur geschorst.

Naar boven