5 Informele Landbouw- en Visserijraad

Aan de orde is het VSO Informele Landbouw- en Visserijraad (21501-32-730).

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris en de mensen op de publieke tribune van harte welkom.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Litouwen is tijdelijk voorzitter van de Europese Unie en vindt het belangrijk dat gezinsbedrijven in de agrarische sector niet omvallen. Wij vonden het een mooi voorstel en hebben gezien hoe de Nederlandse regering er in aanvang op reageerde. De regering onderschrijft de noodzaak die Litouwen beschrijft en doet een aantal dingen die de Partij voor de Dieren kan steunen, maar er mist wel iets. Als je gezinsbedrijven wilt beschermen, dan moet je ook iets met schaalvergroting. Die schaalvergroting moet je een halt toeroepen, anders gaan de gezinsbedrijven het niet redden. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het overgrote deel van de Nederlandse en de Europese agrarische bedrijven een gezinsbedrijf is;

overwegende dat steeds meer gezinsbedrijven gedwongen zijn om te stoppen, omdat zij niet kunnen concurreren vanwege de steeds verdergaande schaalvergroting in de landbouw;

verzoekt de regering, zich in het kader van de bescherming van het gezinsbedrijf in te zetten voor een Europees verbod op de bouw van megastallen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand en Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 733 (21501-32).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Mijn tweede en laatste motie gaat over de Faeröer. De Europese Commissie heeft maatregelen getroffen tegen de Faeröer omdat de eilanden zich niet houden aan afspraken over de haring- en makreelvisserij. Dat steunen wij, maar het is wel bijzonder wrang dat de dolfijnenslachtingen daar kunnen blijven doorgaan zonder dat de Europese Commissie er iets van zegt. Ik weet dat de Nederlandse regering al gesprekken heeft gevoerd met de minister van Denemarken en dat men zich sterk maakt voor de bescherming van dolfijnen. Misschien kunnen wij meer doen. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie maatregelen treft tegen de Faeröer vanwege de haring- en makreelvisserij;

constaterende dat de jaarlijkse dolfijnenslachtingen op de Faeröer nog altijd ongestoord plaatsvinden;

verzoekt de regering, zich sterk te maken voor Europese maatregelen tegen de Faeröer om de dolfijnenslachtingen te stoppen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 734 (21501-32).

Ik constateer dat er verder geen leden om spreektijd hebben gevraagd. Er is dus een eind gekomen aan de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Is de staatssecretaris in staat om meteen te reageren?

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik heb de teksten van beide moties nog niet voor mij, maar volgens mij hoeft dat een reactie niet in de weg te staan. De eerste motie van mevrouw Ouwehand bevat een pleidooi voor een Europees verbod op megastallen. Nadat ik de motie heb ontraden, wil ik daarbij de volgende argumentatie geven. Wij hebben op 14 juni 2013 de Kamer het kabinetsstandpunt inzake de omvang en de schaalgrootte van de intensieve veehouderij aangeboden. Daarbij is een voorstel gedaan waaruit helder wordt dat de omvang van een stal heel nauw samenhangt met datgene wat lokaal wel en niet mogelijk is. Ieder gebied is anders. Elke omgeving is anders. Daarnaast zijn er grote regionale verschillen. Dat is een reden waarom wij de Kamer voorstellen om deze afweging toch vooral op provinciaal en gemeentelijk niveau te laten maken. Het lijkt mij verstandig dat ook andere landen op deze manier te werk gaan. Het past mij niet om, nadat ik zelf net zo'n voorstel aan de Kamer heb gedaan, opeens een heel andere koers in te slaan bij de benadering van andere landen. Ik zou dan ook willen zeggen: laten we het debat over die brief dan maar met verve met elkaar voeren.

In haar tweede motie, de motie op stuk nr. 734, verzoekt mevrouw Ouwehand de regering om zich sterk te maken voor Europese maatregelen tegen de Faeröer om de dolfijnenslachtingen te stoppen. Ik ben het met mevrouw Ouwehand eens dat wat zich daar jaarlijks afspeelt heel vreselijk is. Het is ook niet voor het eerst dat de Nederlandse regering daar duidelijk haar mening over heeft getoond. Ik ervaar de motie dan ook als ondersteuning van mijn beleid. Ik vind dat er maatregelen moeten worden genomen op Europees niveau. Daar wil ik mij dan ook best voor inzetten. Ik laat het oordeel over de motie dan ook graag aan de Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Hiermee is een einde gekomen aan de beraadslaging. De stemmingen over de ingediende moties vinden morgen plaats.

De vergadering wordt van 17.35 uur tot 19.00 uur geschorst.

Voorzitter: Van Raak

Naar boven