5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Met uw goedvinden wil ik een kleine wijziging in de agenda doorvoeren. Ik wil graag eerst de regeling van werkzaamheden doen. Vervolgens zal de installatie van twee nieuwe collega's plaatsvinden. Dan kunnen we daarna even snel schorsen om hen te feliciteren met hun beëdiging. Ik hoop dat daar geen bezwaar tegen is. Mevrouw Dik loopt al naar het spreekgestoelte. Ik stel voor dat we beginnen met de regeling van werkzaamheden. 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Dik-Faber. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Gisteren kwam SEO Economisch Onderzoek naar buiten met een rapport waaruit blijkt dat de kosten van ondervoeding in de zorg 1,8 miljard zijn. Afgezien van de kosten, is één op de vijf patiënten ondervoed. Het lijkt alsof het heel nieuw onderzoeksmateriaal is, maar dit is al jaren bekend. Ik heb vorig jaar geprobeerd om dit op de agenda te krijgen, maar de minister had er geen oren naar. Helaas werden moties van mijn kant ook niet gesteund door de Kamer. Ik zou hierover heel graag een debat willen met de minister van VWS, voorafgegaan door een brief. Ik wil mijn collega's heel graag uitnodigen om op werkbezoek te komen in de Gelderse Vallei en om te bekijken wat Wageningen University en het ziekenhuis Gelderse Vallei daar samen doen. 

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over ondervoeding in de zorg, voorafgegaan door een brief. 

Mevrouw Agema (PVV):

Ondervoeding is niet alleen heel erg schrijnend. Het kost ook nog eens heel erg veel geld. Ik heb een amendement ingediend op de Wlz, de nieuwe wet die we vandaag bespreken. Ik hoop natuurlijk dat de ChristenUnie dat amendement van mij wil steunen. Daarnaast steun ik dit debat, want als we ondervoeding terug weten te dringen, dan bereiken we veel meer dan een kostenbesparing. 

Mevrouw Leijten (SP):

De suggestie dat er niet over gesproken zou worden, is niet juist. Daar weet de voorzitter ook alles van. We spreken hier al jaren over. Toch steun ik het debat, omdat in alle veranderingen die we nu bespreken, zoiets belangrijks als de vraag of we nog goed op de voeding voor onze mensen letten, gewoon wegvalt. Ik wil het debat graag steunen, maar ik zeg er wel bij: als we het kunnen omzetten in een algemeen overleg en het op die manier sneller kunnen behandelen, dan zou dat mooi zijn. 

De voorzitter:

Maar u steunt dus het debat op dit moment. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ik steun het verzoek om een brief, maar die zou ik eerst willen zien voordat ik ook steun voor een debat uitspreek. Ik vind het wel een heel belangrijk onderwerp. Ik vind ook dat het snel terug moet komen. Wat dat betreft zou ik in de procedurevergadering wel willen kijken naar de mogelijkheid van een AO. 

De voorzitter:

Dus geen steun voor een plenair debat, maar wel voor een brief. 

De heer Rutte (VVD):

Een brief blokkeren we niet, maar we hebben geen behoefte aan een debat. 

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Wel een brief, geen debat. 

De voorzitter:

Mevrouw Dik, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat. Er is wel steun voor de brief. Verschillende partijen hebben gezegd dat ze graag in de procedurevergadering verder willen praten over de vraag hoe daar binnen de commissie mee kan worden omgegaan. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik ben blij met de steun voor een brief. Als die brief er is, zal ik in de procedurevergadering aan de orde stellen dat we dit in een AO met elkaar bespreken, want het is een zeer belangrijk onderwerp. We kunnen daarbij niet alleen kijken naar de kosten maar zeker ook naar de gezondheid van mensen. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Ouwehand. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Maandag begint de 65ste vergadering van de Internationale Walvisvaart Commissie. Het kabinet had beloofd de brief over de Nederlandse inzet tijdig naar de Kamer te sturen, maar we kregen de brief pas dinsdag. We hebben dus moties ingediend. Daar zal morgen over gestemd moeten worden. Dan zijn de stemmingen hierover afgerond voordat de vergadering van de IWC begint. Mijn verzoek is dus om morgenmiddag stemmingen te organiseren. 

De voorzitter:

Omdat het nog om deze week gaat en er nog geen stemmingen voor morgen gepland staan, moet ik dit verzoek wel even aan de Kamer voorleggen. U hebt de steun van de meerderheid nodig om het nog deze week op de agenda te krijgen. 

De heer Van Dekken (PvdA):

Het is goed gebruik om hier op dinsdag te stemmen. De staatssecretaris heeft in het VAO belangrijke uitspraken gedaan over haar inzet. Wij hebben geen behoefte aan een stemming morgen. 

De heer Rudmer Heerema (VVD):

De staatssecretaris heeft heel duidelijk aangegeven dat het lopend beleid is dat zij de motie in feite gewoon overneemt en zo zal behandelen aanstaande maandag, maar een stemming zullen wij niet blokkeren. 

Mevrouw Agema (PVV):

Als ik het goed begrijp, staat die vergadering voor maandag geagendeerd. Dat is dus vóór dinsdag. Het lijkt mij erg flauw als wij stemming zouden blokkeren. Ik steun daarom het verzoek. 

De voorzitter:

Er is nog geen meerderheid die het verzoek steunt. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, ik wil het verzoek van mijn collega's honoreren. Als zij dit vragen, dan sta ik daarvoor open. 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

Steun voor het voorstel. 

De heer Schouw (D66):

Volop steun. 

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Dat geldt ook voor GroenLinks. 

De voorzitter:

Daarmee is er een meerderheid voor het verzoek. Ik zal de stemmingen voor morgen op de agenda zetten. 

Het woord is aan de heer Van Raak van de SP. 

De heer Van Raak (SP):

Daar ben ik weer, voorzitter. De voorstellen die op Prinsjesdag openbaar zouden worden gemaakt, zijn massaal gelekt. De premier vraagt ons, de Kamerleden, om aanstaande vrijdagmiddag voor geheimhouding van de Miljoenennota te tekenen. Het gaat dus om het tekenen voor geheimhouding, terwijl al wekenlang alles is gelekt. Dit is een circus. Op deze manier maakt de politiek zichzelf belachelijk. De premier, premier Rutte, maakt zichzelf belachelijk, maar hij dwingt ons ook om onszelf belachelijk te maken. Ik wil een reactie van de premier op dit belachelijke voorstel. 

We hebben vandaag hierover een briefje gekregen. Dat briefje is eigenlijk een motie van wantrouwen van de premier voor zichzelf. Hij zegt: ik heb het niet in de hand. Hij zegt: ik kan er ook niks aan doen dat alles is gelekt en dat alles uit mijn handen is gevallen. Daarbij blijft het. Waarom doet de premier geen onderzoek en neemt hij geen verantwoordelijkheid? 

Gisteravond heb ik gevraagd om alle stukken en alle afspraken met de coalitie van vijf, plus de Macro Economische Verkenningen, plus een excuusbriefje aan de oppositie, naar de Kamer te sturen. Ik zou aan dat lijstje een excuusbriefje aan de Koning, aan Paleis Noordeinde willen toevoegen, omdat Willem-Alexander op Prinsjesdag weer allemaal ouwe kost zit voor te lezen. Op al die verzoeken heb ik nog geen reactie gekregen. Ik vind dat de premier het fatsoen moet hebben om vragen van de Kamer te beantwoorden en de gevraagde stukken te sturen. Hij moet het fatsoen hebben om dat te doen. Als hij dat fatsoen niet heeft, dan moet de Tweede Kamer volgens mij het fatsoen hebben om de premier daartoe te dwingen. 

De voorzitter:

Ik ben bereid om deze verzoeken gelijk door te geleiden, maar ik zie dat mevrouw Ouwehand hierover nog iets wil zeggen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja, voorzitter, ik wil graag mijn steun hiervoor uitspreken. Misschien kan de premier zich even achter de oren krabben, want dit begint echt heel beschamend te worden, als het dat niet al was. 

De heer Van Hijum (CDA):

Ik ben ook zeer teleurgesteld over de brief, maar met name over het punt dat de heer Van Raak aanstipt, namelijk dat er kennelijk geen enkele poging wordt gedaan om te achterhalen waar het lek zit en hoe dat boven water gehaald kan worden. We hebben een brief van de voorzitter ontvangen. Daarin staat wat ons te wachten staat als mocht blijken dat een van ons, een Kamerlid, stukken zou lekken. Daarover en over de sancties die daarop staan, zijn afspraken gemaakt. Nu gebeurt dit allemaal voordat de Kamer de stukken heeft gekregen, maar er blijkt nergens dat er een gevoel van urgentie is. Nergens blijkt dat de premier dit wil aanpakken en de verantwoordelijken wil opsporen en aanpakken, en dat hij herhaling wil voorkomen. Er is helemaal niets van dat alles, blijkt uit de brief. Ik wil daarover echt meer opheldering. Ik steun van harte het verzoek om een onderzoek. 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

Logisch, zo'n onderzoek moet er komen. Dat moet zeker gezien het feit dat er deze ochtend op NU.nl een keurige opsomming staat van alle maatregelen die zouden komen. Dit levert alleen maar extra onrust op omdat we niet weten of de gegevens compleet zijn. Het lijkt mij daarom verstandig als de minister-president een reactie zou geven op wat de heer Van Raak zegt. Verder moeten we zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen over de vraag of dat lijstje klopt. 

De heer Koolmees (D66):

D66 heeft al een aantal jaren kritiek op de embargoregeling en op het feit dat in de afgelopen tien jaar de nota iedere keer is uitgelekt. Er zijn nu wel afspraken gemaakt over de verspreiding, aanstaande vrijdag, van de Miljoenennota en de MEV, juist met het oog op de noodzaak dat fracties zich tijdig kunnen voorbereiden op Prinsjesdag en de algemene politieke beschouwingen. Aan die afspraken wil mijn fractie graag vasthouden. Tegelijkertijd vindt mijn fractie de vraag goed die de heer Van Raak stelt om een reactie van de premier. 

De heer Harbers (VVD):

Voorzitter, mijn fractie houdt vast aan de afspraken die zijn gemaakt over openbaarmaking en het verzenden van de stukken volgende week op Prinsjesdag, zoals dat ook is vastgelegd in de Grondwet. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik steun het verzoek van de heer Van Raak en de aanvullende vragen van de heer Van Hijum. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief alle opmerkingen die bij de interruptiemicrofoon zijn gemaakt, doorgeleiden naar het kabinet. 

De heer Van Raak (SP):

Dat is heel goed. Ik hoop dat de premier nu het fatsoen heeft om een fatsoenlijke brief te sturen. Hij kan niet blijven duiken, want hij maakt ons gewoon belachelijk. Hij maakt de politiek belachelijk. Dit is slecht voor het aanzien van het parlement en van de politiek. Alles wordt gelekt vanuit de regering terwijl de Kamerleden voor geheimhouding zouden moeten tekenen. Ik hoop niet dat het zover komt dat de politiek zich zo belachelijk moet maken. 

De voorzitter:

Ook dit deel van het stenogram zal ik doorgeleiden naar het kabinet. 

Naar boven