6 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, a.s. dinsdag ook te stemmen over de Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met de wijziging van Boek 1 van het Nederlands Burgerlijk Wetboek betreffende het ontstaan van het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie (Kamerstuk 33514).

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. De systematiek van de begroting van de Europese Unie is al jaren een rommeltje en lijkt steeds meer een bizarre koehandel te worden. Nederland moet dit jaar extra betalen. Als je goed kijkt naar de afgelopen zeven jaar springen we er beter uit, maar het beeld is dat we dit jaar extra moeten betalen. Over de uitleg hiervan is onenigheid in het kabinet. Ik zou graag ten spoedigste een brief ontvangen, omdat de minister van Buitenlandse Zaken over die 500 miljoen euro zei dat hij opties gaat verkennen om er alles aan te doen om het te beperken. Hij heeft zelfs op advies van de VVD-fractie juridische stappen richting Europa overwogen. Maar minister Dijsselbloem zei gisteren dat er geen ruimte is en dat we het geld kwijt zijn. Dat is natuurlijk geen eenheid van kabinetsbeleid. Daarom wil ik graag een brief vóór het debat van volgende week waarin wordt ingegaan op de volgende vragen. Wie heeft er gelijk, Timmermans of Dijsselbloem? Hoe gaan we het betalen als Dijsselbloem gelijk heeft? Gaat dat via het begrotingstekort of gaan we elders bezuinigen? Wat is er nog over van de creatieve oplossingen die de VVD de minister van Buitenlandse Zaken heeft opgedrongen, inclusief de juridische stappen? Het lijkt me slecht als het beeld boven de markt blijft hangen dat overheden elkaar een proces gaan aandoen. Ik wil graag na de ministerraad, dus voor het weekend, een brief hebben.

De voorzitter:

Ik kan 'm zo toezeggen, maar de heer Omtzigt wil er nog iets over zeggen.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik steun natuurlijk het verzoek om die brief. Minister Timmermans had het overigens niet over 500 miljoen maar over 340 miljoen, dus er zit ook nog eens 160 miljoen tussen de twee berekeningen. Wij zouden in die brief graag willen lezen hoeveel het nieuwe torentje van de voorzitter van de Europese Raad, de heer Van Rompuy, kost. Dat was namelijk een mogelijke bezuiniging. De tweede mogelijke bezuiniging hangt samen met artikel 4 over internationale samenwerking. Hoeveel geld is er nog over en hoeveel geld is er toegezegd, bijvoorbeeld deze week aan Mali? Timmermans noemde dit ook een mogelijkheid. De derde mogelijkheid ligt in het feit dat de minister van Buitenlandse Zaken zou nagaan hoe hoog de salarissen in Brussel eigenlijk zijn. Dat lukt hem niet voor vrijdag, maar dat zouden we wel graag willen weten voor het debat op dinsdagavond. Dan weten we wat de mogelijke bezuinigingen zijn. De minister zei daar tenslotte zelf over dat ze gehaald kunnen worden. Dan weten we wat het palet aan opties is.

De voorzitter:

Ik stel vast dat u steun geeft aan de brief, twee aanvullende vragen heeft en een aparte brief vraagt over de ontwikkeling van de salarissen.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Steun voor de brief. Het is natuurlijk van de gekke dat we nu weer 500 miljoen extra moeten betalen aan Brussel, bovenop de 7 miljard per jaar die we al betalen. Ik kan me voorstellen dat de heer Pechtold dat liever vandaag dan morgen betaalt ...

De heer Pechtold (D66):

Zeker.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Maar wij willen liever dat er geen cent naar Brussel gaat.

De voorzitter:

Steun voor de brief dus.

De heer Servaes (PvdA):

We hebben hier gisteren uitgebreid over gesproken met minister Timmermans. Het goede van de toezegging die hij deed was dat hij zei dat hij hierover maandag in Brussel gaat praten, als de Raad Algemene Zaken bij elkaar komt, en dan die mogelijkheden bespreekt. Het viel mij op dat toen ik vroeg of de heer Pechtold die benadering steunde, hij daar volmondig "ja" op zei. Ik stel dus voor dat we die vergadering afwachten en daar een verslag van krijgen. Dat verslag moeten we dan wel krijgen voordat we met elkaar spreken over de Europese top. Hetzelfde geldt overigens voor het verslag dat wij nog te goed hebben van de Ecofin-Raad. Als we die twee verslagen hebben, hebben we volgens mij een bijzonder compleet beeld en kunnen we daar volgende week over spreken.

De voorzitter:

Mijnheer Servaes, u wilt eigenlijk dat er twee verslagen naar de Kamer worden gestuurd. Ik neem aan dat u het verzoek om een brief, gedaan door uw collega, nu niet blokkeert.

De heer Servaes (PvdA):

"Blokkeren" vind ik een groot woord, maar het lijkt mij prematuur. Wij hebben namelijk met elkaar, inclusief de heer Pechtold, afgesproken om eerst de minister van Buitenlandse Zaken op pad te sturen en daarna zijn bevindingen te vernemen.

De voorzitter:

Ik stel vast dat u het verzoek om een brief niet blokkeert.

De heer Verheijen (VVD):

In tegenstelling tot D66 legt de VVD zich niet zomaar neer bij deze claim vanuit Brussel. Wij steunen het verzoek om een brief, maar het lijkt mij beter dat die komt na de Raad Algemene Zaken van maandag. Ik stel voor om de brief dan voor het debat van dinsdag te ontvangen.

De voorzitter:

Vrijdag en maandag zijn volgens mij allebei voor het debat.

De heer Roemer (SP):

Ik steun het verzoek van de heer Pechtold van harte, want hieruit blijkt maar weer dat het knap lastig is om in Nederland te werken met een dubbele pet op. Gisteren sprak hier duidelijk de voorzitter van de eurogroep die al heel graag aan het betalen was, terwijl de rest van het kabinet er nog anders over blijkt te denken. Laten wij vooral aan het kabinet een brief vragen. Laat de voorzitter van de eurogroep zich daar voorlopig even niet mee bemoeien.

De heer Pechtold (D66):

Ik ben allereerst blij met de brede steun voor een brief, maar toch wil ik die brief snel hebben. Ik ben misschien ouderwets, maar wij hebben het hier over de eenheid van het kabinetsbeleid. Daar moet wat mij betreft snel helderheid over zijn. Ik steun de aanpak van de PvdA inhoudelijk, namelijk dat wij de minister van Buitenlandse Zaken de opties laten verkennen. Dat zei hij zelf ook. De minister van Financiën zegt echter op het moment dat wij daarover een algemeen overleg voeren hier, op de camera: er is geen ruimte voor aanpassingen, dat geld zijn wij kwijt. Dat zijn twee tactieken die in Brussel niet leiden tot succes. De VVD zal nog een weekje wachten totdat zij zich erbij neerlegt, maar zij zal zich er dan bij neerleggen. Let op de beelden van collega Verheijen en denk daar volgende week nog even aan terug. Ik zou dus zeggen: morgen een brief over de eenheid van kabinetsbeleid. Wie van de twee ministers sprak hier nu namens het kabinet? Ik steun de minister van Buitenlandse Zaken maandag in zijn tocht door en onderhandelingen in Brussel. Daar krijgen wij een verslag van en een geannoteerde agenda. Dat is prachtig. Dat is het normale patroon. Maar morgen moet die brief over de eenheid van het kabinetsbeleid er zijn.

De heer Dijkgraaf (SGP):

In het debat van vandaag zijn er al verschillende vragen over dit punt gesteld. Ik geef er de voorkeur aan om gewoon vanmiddag duidelijkheid te krijgen, want anders moeten wij weer een hele dag wachten. Ik neem aan dat de heer Pechtold het geen probleem vindt als er vanmiddag duidelijkheid komt. Dan is de brief overbodig. Als er vanmiddag geen duidelijkheid komt, steun ik het verzoek om een brief van harte.

De heer Pechtold (D66):

Ik vind het een wat rellerige houding van de SGP, maar ik steun die, als daar een meerderheid voor is.

De voorzitter:

Als er eerder duidelijkheid is, heeft volgens mij niemand bezwaar daartegen.

De heer Pechtold (D66):

Hoe eerder, hoe beter!

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van het debat doorgeleiden naar het kabinet. Dank u wel, mijnheer Pechtold.

Het woord is aan de heer Wilders van de PVV.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Mijn collega Sietse Fritsma heeft hier afgelopen dinsdag een debat aangevraagd over de strafbaarstelling van illegaliteit met staatssecretaris Teeven naar aanleiding van een aangenomen motie op een bijeenkomst van de Partij van de Arbeid. Dat is toen een dertigledendebat geworden, omdat de collega's van de VVD en de Partij van de Arbeid geen steun aan dat verzoek verleenden. De staatssecretaris kwam gisteren met een drieregelig briefje waarin hij schrijft dat hij het niet zinvol vindt om in te gaan op interne discussies van een individuele politieke partij. Wie schetst nu onze verbazing over het feit dat de heer Teeven gisteren uitgebreid zat te roeptoeteren over datzelfde thema bij het programma Pauw & Witteman? Op zich is dat al erg genoeg, maar behalve het feit dat hij daar zat, ging hij ook nog in op alle punten uit die motie en zelfs op de wijze waarop die zich verhouden tot het regeerakkoord. Het is dus een politieke kwestie. Ook de fractievoorzitter van de VVD heeft zich erover uitgelaten. Het kan niet zo zijn dat de staatssecretaris buiten de Kamer erover spreekt en dit niet doet binnen de Kamer. Ik dien dus alsnog het verzoek in om het dertigledendebat om te zetten in een volwaardig debat en dat debat volgende week te houden.

De voorzitter:

De heer Wilders verzoekt om steun voor een debat, volgende week te houden.

De heer Roemer (SP):

De heer Wilders heeft hier volledig gelijk in. Gisteravond is het politiek gemaakt. Het lijkt mij dat de Kamer daarover moet kunnen spreken. Ik kan mij niet voorstellen dat regeringspartijen de Kamer dit debat volgende week zullen onthouden.

De heer Pechtold (D66):

De Kamer is dinsdag met een kluitje in het riet gestuurd. Toen werd gezegd dat dit iets tussen fracties is, maar gisteren zijn twee bewindslieden op tv overduidelijk op de inhoud ingegaan. Staatssecretaris Teeven heeft gesproken over de verruiming van het buitenschuldbeleid, over de illegalen in de gevangenis, over het illegalenquotum en over de hulpverlening. Staatssecretaris Klijnsma gaf daarop vervolgens nog aanvullingen. Er is dus alle reden om snel een debat te houden.

Mevrouw Maij (PvdA):

Alle reden om de staatssecretaris dit te laten uitwerken en daarna een debat te houden. Nu dus geen steun voor een debat.

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun voor een debat, maar ik zou ook graag een iets langer briefje van de staatssecretaris krijgen. Wat mij betreft moet dat hier voor dinsdag zijn.

De voorzitter:

Steun voor een debat en verzoek om een lange brief.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Het lijkt mij van het grootste belang dat dit debat snel wordt gevoerd. De coalitie moet langzamerhand beseffen dat dit echt een punt is waarover snel kan worden gedebatteerd. Dinsdag kon men volhouden dat het niet hoefde, maar de staatssecretaris zelf heeft zijn beleid op tv al uitgelegd. We hoeven geen brief meer. Het verslag is er! We willen nu snel een debat, ook over de vraag hoe nu met het regeerakkoord wordt omgegaan. Ik begrijp inmiddels dat er gaat worden heronderhandeld.

De heer Azmani (VVD):

De staatssecretaris is gisteren heel duidelijk geweest. Wat hem betreft staat het regeerakkoord en is het aan de coalitiepartijen om te beslissen of zij dat willen openbreken. Dan kunnen zij daartoe een gezamenlijk verzoek indienen. Volgens mij is dat niet zo. Wat mij betreft staat het regeerakkoord dus.

De voorzitter:

Geen steun voor een debat, dus.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Ik doe een beroep op u als voorzitter. Twee bewindspersonen, die eigenlijk hetzelfde beleid zouden moeten uitstralen, kunnen op de televisie blijkbaar alles zeggen over bepaalde onderwerpen. Zij kunnen daarover zomaar gaan discussiëren, maar wij kunnen ze hier niet tot de orde roepen of om opheldering vragen omdat de regeringspartijen dat willen blokkeren. Daarom doe ik een beroep op u. U gaat over de agenda en niet de regeringspartijen. Er is een debat gepland. Plant u dat dan gewoon volgende week, in welke vorm dan ook, al is het een dertigledendebat met vier minuten spreektijd per fractie. Laat nu even van u horen!

De heer Wilders (PVV):

Ik steun die oproep van harte. Het kan niet zo zijn dat de VVD-staatssecretaris een briefje naar de Kamer stuurt waarin hij zegt dat het niet opportuun is om op dit onderwerp in te gaan in de Staten-Generaal, terwijl hij daarover wel uitgebreid gaat discussiëren met een PvdA-staatssecretaris in een tv-programma. Dat kan niet! Het is uitermate laf van onze vrienden van de VVD en de PvdA dat zij daarover ook niet willen praten. Ik wil hierover volgende week echt een debat. Als de coalitie dit verzoek niet aan een meerderheid wil helpen, wil ik nu een hoofdelijke stemming over dit ordevoorstel.

De heer Pechtold (D66):

Mijn fractie zal dat verzoek in uiterste noodzaak steunen, maar ik doe een zwaar beroep op de twee coalitiepartijen. Dit schema herhaalt zich. Dinsdag hadden de coalitiepartijen een punt, toen zij zeiden dat dit over een partijraad van de PvdA ging, maar als je twee bewindslieden van beide kleuren hierover laat praten op tv, wek je verwachtingen. Het kabinet zit nu een halfjaar. Dit gaat over het vreemdelingenbeleid en uitgeprocedeerde illegalen. Dat zijn kwetsbare mensen die al een halfjaar niet weten waaraan zij uiteindelijk toe zijn met de Nederlandse overheid. In achterkamertjes daarover weer verder speculeren, zoals wij zojuist in NRC lazen, is slecht voor het aanzien. Ik roep beide coalitiepartijen op om ons een debat te gunnen. Ze kunnen wegblijven of hun standpunten herhalen, maar ze kunnen ons in ieder geval het recht geven om de bewindslieden te ondervragen. Anders willen wij inderdaad een hoofdelijke stemming.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik wil dit pleidooi alleen maar onderstrepen. Als de staatssecretaris wel mans genoeg is om op televisie antwoord te geven op de vragen die de Kamer heeft, zou hij dat ook hier moeten zijn. Het zou de coalitie sieren als zij het mogelijk maakte om dit volgende week te doen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

De heer Azmani zei net dat het regeerakkoord staat, maar zelfs die uitspraak is al reden voor een debat. Ik pak mijn moderne apparaatje er even bij en lees op NU.nl: "Coalitiepartijen VVD en PvdA gaan over de aanpassing van het asielbeleid praten. De gesprekken starten in de komende dagen. De PvdA heeft zich daarvoor bij de VVD gemeld, zo meldt de VVD aan NU.nl. De onderhandelingen zullen gevoerd worden door de woordvoerders binnen de fractie, dus Malik Azmani (VVD) en Marit Maij (PvdA)." Daarover zou ik wel opheldering willen hebben, zo snel mogelijk.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Als er over zo'n belangrijke kwestie zo veel onzekerheid is, lijkt het mij gerechtvaardigd om hierover zo snel mogelijk een debat te voeren.

De voorzitter:

Ik zie geen meerderheid, maar ik zie mevrouw Maij naar de interruptiemicrofoon komen.

Mevrouw Maij (PvdA):

Wij zullen het debat voeren, als het wetsvoorstel er ligt. Ik vind het jammer dat de heer Buma NU.nl erbij haalt. Ik vraag hem wel om de volgende keer "Márit" te zeggen. Dat is de goede uitspraak.

De heer Pechtold (D66):

Wij hebben de fractievoorzitter van de VVD hier. Hij heeft vanochtend tijdens het Verantwoordingsdebat een mooie beschouwing gehouden over zijn eilandpolitiek en over de manier waarop je een ideaal Nederland kunt creëren. Hij heeft daarin niet het deel democratie behandeld en de vraag hoe die er dan uit zou zien. Ik zou echter zeggen dat je niet met je meerderheid een grote wens van een grote minderheid voor een publiek debat moet blokkeren. Dat staatssecretarissen vragen van journalisten behandelen, is één. Het is echter een grondrecht dat staatssecretarissen vragen van parlementariërs behandelen.

De heer Zijlstra (VVD):

Dat recht hebben wij ook vastgelegd in het Reglement van Orde. Daarom zullen wij een dertigledendebat voeren. Volgens mij is dat al goedgekeurd. Laat helder zijn dat het kabinet heeft gezegd dat het regeerakkoord wordt uitgevoerd. Dat was de portee van wat gisteren plaatsvond. Het regeerakkoord ligt immers voor. Als coalitieondersteunende partijen iets op een gegeven moment wijzigen in het regeerakkoord, op welk punt dan ook – het kan dit punt zijn, maar ook een ander punt – dan moet dat eerst worden voorgedragen aan de Kamer. Natuurlijk voeren wij daarover dan een debat op dat moment. Ik constateer dat het regeerakkoord staat zoals dat vorige week ook stond en dat er voor ons als VVD geen aanleiding is om daarover een debat te voeren. Er is immers niets veranderd. Waarom zouden wij dan een debat voeren?

De heer Wilders (PVV):

De lafheid van de VVD bij dit thema kennen wij onderhand wel. Ik wil hier echter in eerste instantie met de staatssecretaris een debat voeren. Staatsrechtelijk kan het niet dat een bewindspersoon tegen de Kamer zegt dat hij er niet over wil praten maar het op de televisie wel uitgebreid behandelt, ook de relatie met het regeerakkoord. Dat is mijn principiële punt. Wat de heer Zijlstra ook vindt, ik doe zaken met de staatssecretaris van Justitie. Er wel voor de televisie over spreken, maar niet in de Kamer, dat kan niet. Voorzitter, als de beide partijen daarbij blijven, vraag ik u om over mijn voorstel een hoofdelijke stemming uit te schrijven.

De voorzitter:

Vindt u het goed als ik eerst nog even het woord geef aan twee collega's?

De heer Wilders (PVV):

Zeker.

De heer Roemer (SP):

Dat laatste steun ik. Dat kan dus zeker gebeuren. Ik heb u, voorzitter, echter ook een verzoek gedaan. U gaat over de belangen van de Kamer, maar u gaat ook over de belangen van de oppositie. Het dertigledendebat staat op de agenda. Ik doe een dringend beroep op u om dat debat in het belang van de oppositie volgende week te plannen en daarvoor vier minuten spreektijd te nemen.

De voorzitter:

Ik zal daarop zo meteen antwoord geven, want eerst is het woord aan de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter, zonder gelijk de bal bij u te willen leggen, wend ik mij tot de coalitie. Ik snap dat zij het debat niet wil steunen, want er is een dertigledendebat. Wellicht willen de coalitiepartijen het wel steunen, als dat dertigledendebat volgende week ingepland kan worden. Misschien is in ieder geval daarvoor een meerderheid te vinden.

De heer Zijlstra (VVD):

Volgens mij is het heel helder. Ik leg het niet bij u op het bord hoor, voorzitter, maar de Voorzitter bepaalt de agenda en de volgorde van de dertigledendebatten. Wij zullen de keuzes van de Voorzitter op geen enkele wijze aanvallen. Als de Voorzitter dat doet, ook omdat zij een rol naar de oppositie heeft, heeft zij van ons geen last.

De heer Wilders (PVV):

Kijk, voorzitter!

De voorzitter:

Ik zal het dertigledendebat zo snel mogelijk inplannen.

De heer Wilders (PVV):

Volgende week.

De voorzitter:

Ik ga daarover niet onderhandelen, maar ik zal het zo snel mogelijk inplannen. Wanneer het gepland wordt, ziet u als het schema naar de Kamer gaat.

De heer Wilders (PVV):

Ik wil zekerheid hebben dat het volgende week is. Ik vind het op zich een opening van de heer Zijlstra dat hij er niet voor gaat liggen, maar dan moet het niet over twee, drie of vier weken maar volgende week op de agenda komen te staan. Graag krijg ik uw toezegging om dat volgende week in te plannen. Volgens mij is daarvoor een meerderheid die u daarin zal steunen. De heer Zijlstra verzet zich er niet tegen. De andere oppositiefracties vinden het prima. Dan hoeven wij niet te stemmen en hebben wij volgende week een dertigledendebat.

De heer Zijlstra (VVD):

Het zou de heer Wilders sieren, waar ik net mijn vertrouwen heb uitgesproken in de Voorzitter en haar keuzes daarin, als hij hetzelfde doet.

De heer Wilders (PVV):

Ik blijf erbij: ik wil geen debat over een paar weken, ik wil volgende week een debat. Ik stel u nogmaals de vraag, voorzitter – en volgens mij hebt u een meerderheid achter u staan – om het dertigledendebat volgende week in te plannen.

De voorzitter:

Ik zie nu een beetje een paarse olifant voor mijn neus liggen. Ik dank de heer Zijlstra voor zijn ruimhartig vertrouwen in mij. Ik plan bijna altijd dertigledendebatten in, elke week. Ik zal dit zo snel mogelijk inplannen. Dat gaat ten koste van het debat dat aan de beurt is, mijnheer Wilders, maar ik zal mijn uiterste best doen om uw verzoek in te willigen, met de steun die ik daarvoor heb gekregen van de meerderheid.

De heer Wilders (PVV):

Maar voorzitter …

De voorzitter:

Daarmee heb ik dus nu gezegd dat ik het volgende week inplan.

De heer Wilders (PVV):

Fantastisch. Het wordt volgende week ingepland. Ik dank u daarvoor.

De heer Roemer (SP):

Complimenten, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Roemer.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Nog even over de informatie voorafgaande aan dat debat. Ik krijg graag een brief over het standpunt van het kabinet, maar hoor ook graag of het waar is dat de deuren van de achterkamer opengaan en er tegelijkertijd met dat debat – of binnenkort – wordt onderhandeld over een nieuw regeerakkoord. Dat maakt de aard van het debat ook anders.

De voorzitter:

Dat is een brief die u aan uw collega's van beide fracties moet vragen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Nou, ik mag toch hopen dat het kabinet betrokken is bij wijzigingen van het regeerakkoord, dus ik stel de vraag gewoon aan het kabinet.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Paulus Jansen.

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter. Om 13.00 uur heeft het Waarborgfonds Sociale Woningbouw de trendanalyse van de plannen van de woningcorporaties voor de komende vier jaar gepubliceerd. Daaruit blijkt dat de woningcorporaties 41.000 nieuwe woningen schrappen, op grote schaal het mes zetten in onderhoud en de huren in vier jaar tijd met gemiddeld € 102 per maand verhogen. De SP-fractie denkt dat de ontkenningsfase voor minister Blok nu voorbij is. Om die reden vraagt zij een debat aan over de trendanalyse van het WSW. Als andere leden behoefte hebben aan een brief, vind ik dat prima, maar wat onze fractie betreft is zo'n brief niet nodig.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor een debat.

De heer Fritsma (PVV):

De PVV-fractie steunt het verzoek.

De heer Knops (CDA):

Steun voor het verzoek.

De heer Monasch (PvdA):

Ik zit met een dilemma. Ik wil op zich dat debat best steunen, maar denk daarbij wel aan de volgorde. Ik ga er namelijk niet van uit dat elke debataanvraag nu bovenaan komt te staan, zoals bij de vorige vragenronde. Het debat kan dus pas na de zomer plaatsvinden. Mijn verzoek is om eerst een brief te ontvangen en vervolgens in de procedurevergadering te bekijken wat opportuun is: of zo snel mogelijk een AO te organiseren – want ik onderschrijf het belang volledig – of alsnog kijken of we naar een debat toe gaan, wetende dat dit gezien de lijst pas na de zomer zal plaatsvinden. De fractie van de heer Jansen en mijn fractie onderschrijven allebei het belang, maar ik weet niet of het nu verstandig is om deze route te volgen. Daarom stel ik voor om eerst een brief te krijgen en in de procedurevergadering verder te kijken.

De voorzitter:

Ik interpreteer uw woorden zo dat u, omdat u de keuze wilt hebben in de procedurevergadering, nu wel steun uitspreekt voor het verzoek. Anders hebt u in de procedurevergadering niet de keuze voor een plenair debat of een AO.

De heer Monasch (PvdA):

Mocht ik die keuze niet hebben, dan is dit in ieder geval duidelijk mijn intentie. Ik verzoek dan eerst om een brief en wil daarna opnieuw kijken.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat.

De heer Klein (50PLUS):

Het lijkt mij verstandig dat de minister eerst een visie geeft op deze analyse van het WSW, dus eerst de brief en aan de hand van de brief het debat. Ik sluit dus eigenlijk aan bij datgene wat de verzoeker zegt: geen bezwaar tegen een brief en dan een debat plannen.

De voorzitter:

U steunt het verzoek om een debat.

Mevrouw Visser (VVD):

Eerst een brief en daarna kijken of er behoefte is aan een plenair debat, dus voorlopig geen steun.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Wij willen ook graag eerst een brief van de minister hebben en dan beoordelen wat we daarmee gaan doen, dus nu nog geen steun voor het debat.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor de brief, dan gaan we kijken wat we gaan doen.

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter. Dan stel ik voor dat wij het kabinet verzoeken om de brief te sturen vóór de regeling van werkzaamheden van dinsdag, zodat we op een zo kort mogelijke termijn weten waar we aan toe zijn. Ik reken dan op de ruimhartige steun van iedereen voor een debat.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte doorgeleiden naar het kabinet.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven