Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 7, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 7, item 4 |
Vragen van het lid Helder aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht "Justitie laat veroordeelde ontuchtpleger lopen".
Mevrouw Helder (PVV):
Voorzitter. Het Openbaar Ministerie in Arnhem heeft willens en wetens een pedoseksueel laten lopen die meerdere keren ontucht had gepleegd en daarvoor was veroordeeld. Ondanks herhaalde waarschuwingen door een van de slachtoffers en haar advocaat heeft het Openbaar Ministerie niets gedaan om te voorkomen dat de veroordeelde, die jarenlang zijn twee neefjes en zijn nichtje misbruikte, zou vluchten naar de Filipijnen. Diezelfde persoon is nu ook daar beschuldigd van het plegen van ontucht. De PVV vindt dit alles onacceptabel en heeft daarom de volgende vragen aan de staatssecretaris.
Ten eerste: waarom mag een verdachte van ernstig seksueel misbruik in vrijheid de start van zijn strafproces afwachten? Ten tweede: waarom wordt een verdachte van een ernstig misdrijf niet verplicht om ter zitting te verschijnen? De PVV heeft in het kader van de aanpak van kinderporno herhaaldelijk gepleit voor een verschijningsplicht ter zitting voor verdachten van dergelijke ernstige misdrijven. Bij een veroordeling kan de verdachte dan meteen naar de gevangenis gebracht worden. Is de staatssecretaris dat nu wel met de PVV eens? Ten derde: hoe is het mogelijk dat deze pedoseksueel na zijn veroordeling nog vrij rondliep? Ten vierde: waarom wordt bij een veroordeelde afgewacht of hij zichzelf bij de gevangenis meldt om zijn gevangenisstraf te ondergaan? Ten vijfde: waarom is pas sprake van een concreet vluchtgevaar als blijkt dat de veroordeelde zich niet aan de zelfmeldprocedure houdt? Waarom wordt geen aansluiting gezocht bij de omschrijving van vluchtgevaar in artikel 67a van het Wetboek van Strafvordering? Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat deze man een paspoort kon krijgen, ondanks de veroordeling en nadat er al gewezen was op het feit dat hij concrete vluchtplannen had? En misschien nog wel het allerergste: waarom zijn het slachtoffer en haar advocaat niet serieus genomen door het Openbaar Ministerie? Wat gaat de staatssecretaris in hun richting ondernemen?
Tot slot. Welke maatregelen gaat de staatssecretaris nemen om ervoor te zorgen dat deze pedoseksueel de in Nederland opgelegde straf ook zal ondergaan?
Staatssecretaris Teeven:
Voorzitter. Ik dank mevrouw Helder voor haar vragen over deze onverkwikkelijke zaak. Ik wil er geen misverstand over laten bestaan dat het buitengewoon belangrijk is dat mensen die veroordeeld worden – dit vonnis is eind 2008 onherroepelijk geworden – hun gevangenisstraf daadwerkelijk in Nederland uitzitten.
De gebeurtenissen hebben plaatsgevonden in de periode tussen 26 februari 2008, toen betrokkene voor de eerste keer op zitting in eerste aanleg in Arnhem is verschenen, en februari 2009 toen hij het land heeft verlaten. In de tussentijd is zijn voorlopige hechtenis op enig moment geschorst door de rechter, waardoor hij zijn hoger beroep in vrijheid kon afwachten. Hij liep dus vrij rond in die periode van 2008 tot 2009, omdat de rechter in het individuele geval had beslist dat de voorlopige hechtenis zou worden geschorst. Ook is het hoger beroep eind 2008 ingetrokken en is het vonnis kort daarop onherroepelijk geworden.
Waarom is er afgewacht? Betrokkene is vervolgens in de zelfmeldprocedure terechtgekomen, die in die jaren gold. Aan die procedure heeft hij steeds gevolg gegeven, totdat er op enig moment bericht werd ontvangen dat betrokkene naar de Filipijnen was vertrokken. Op dat moment zijn de lichten weliswaar op rood gegaan, maar betrokkene zat op de Filipijnen en is volgens mijn informatie daarna ook niet meer teruggeweest in Nederland.
De voorzitter:
Ik moet streng zijn. U hebt …
Staatssecretaris Teeven:
Mevrouw Helder heeft heel veel vragen gesteld, dus ik probeer ook heel veel antwoorden te geven.
De voorzitter:
Dat realiseer ik mij, maar ook de vragensteller wist dat u daar maar twee minuten voor hebt. Zij heeft dat risico dus genomen.
Mevrouw Helder (PVV):
Ik hoop dat een aantal antwoorden nog zullen volgen. In tweede instantie wil ik zeker van de staatssecretaris horen waarom hij geen verschijningsplicht voor verdachten van ernstig seksueel misbruik wil opnemen in de wet. Dat vind ik een heel belangrijk punt, want dan was dit voorkomen. Ook heeft de staatssecretaris nog niet verteld wat hij er in de toekomst aan gaat doen, maar dat gaat hij nu vast doen.
De voorzitter:
En dat allemaal in één minuut.
Staatssecretaris Teeven:
Op dit moment wordt er actief gerechercheerd, opsporing verricht. Ik ga niet vertellen wat we precies aan het doen zijn, want daarmee zou de kans worden verkleind dat betrokkene weer kan worden gearresteerd. We proberen deze persoon dus ook weer vast te krijgen, zodat hij die straf kan uitzitten. De verschijningsplicht lijkt mij geen zinvolle maatregel. Wel zinvol lijkt het mij – dat is in eerdere kabinetsformaties wel eens aan de orde gekomen en wellicht komt het ook in de huidige formatie aan bod – om dit soort straffen na eerste aanleg dadelijk uitvoerbaar te maken. Iemand die in hoger beroep gaat, moet dan toch beginnen met het uitzitten van zijn gevangenisstraf. In andere Europese landen doen ze dat zo. Dat is vrij effectief en betekent ook dat je mensen niet twee keer hoeft op te sporen: eerst arresteren voor de opsporing en de strafzaak en vervolgens nog eens opnieuw arresteren voor het uitzitten van de straf. Als we dat kunnen voorkomen, zou dat een heel effectief middel kunnen zijn in bepaalde strafzaken. Dan begin je met het uitzitten van de straf, ook als je hoger beroep instelt.
Mevrouw Helder (PVV):
Dit is een totaal onbevredigend antwoord. Je kunt de straf wel uitvoerbaar maken als er hoger beroep wordt ingesteld. Dan moet er wel nog eerst hoger beroep worden ingesteld, maar dat geheel terzijde. Het punt is dat ze dan toch in vrijheid rondlopen en dus kunnen vluchten. Deze persoon had gewoon ter zitting moeten verschijnen. Bij een veroordeling had hij in hechtenis kunnen worden genomen, ongeacht de vraag of hij in hoger beroep zou zijn gegaan of niet. Hij had nooit en te nimmer een paspoort mogen krijgen. Dan was dit voorkomen geweest.
Staatssecretaris Teeven:
Ik heb geen vraag meer gehoord.
De voorzitter:
Dat kan. Dan geef ik het woord aan de heer Recourt. U hebt een halve minuut voor uw vraag.
De heer Recourt (PvdA):
Dan ga ik heel snel van start. Er is iets vreselijks gebeurd wat voorkomen had kunnen worden. Er was net een heel technische discussie, maar ik probeer het uit de techniek te halen. Hoe kan de staatssecretaris voorkomen dat het nog een keer gebeurt? Wat gaat het OM doen? Stel dat je weet dat iemand naar het buitenland gaat vluchten, welke verantwoordelijkheid voelt het OM dan om dit soort situaties tegen te gaan?
Staatssecretaris Teeven:
Je kunt er inderdaad vraagtekens bij zetten of er toentertijd adequaat is gehandeld. Nu wordt er daadwerkelijk opgespoord. Je kunt dit in de toekomst voorkomen door bij dergelijke signalen de gronden voor de voorlopige hechtenis uit te breiden. Je kunt bijvoorbeeld vluchtgevaar ten grondslag leggen aan de voorlopige hechtenis. Op dat moment ontstaat er een andere situatie. Dat was in deze casus niet het geval. In de toekomst moet je daar waakzaam op zijn. Daar zal ik het Openbaar Ministerie ook op attenderen.
De heer Fritsma (PVV):
Is er een uitleveringsverdrag met de Filipijnen? Wat wordt er concreet gedaan om deze man zo snel mogelijk terug naar Nederland te krijgen, zodat hij zijn straf kan uitzitten?
Staatssecretaris Teeven:
Er is geen uitleveringsverdrag met de Filipijnen. Verder heb ik net al tegen mevrouw Helder gezegd dat er op dit moment concrete opsporingsactiviteiten worden verricht. Ik ga niet in op de aard hiervan.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
We hadden een gemeenschappelijke wens om te komen tot levenslang toezicht voor mensen die veroordeeld zijn voor ernstige zedendelicten. Kan de staatssecretaris aangeven hoe hij in de toekomst zal voorkomen dat mensen die onder levenslang toezicht staan, uiteindelijk ook de benen nemen naar het buitenland?
Staatssecretaris Teeven:
In deze casus was dat toezicht er destijds niet. Na een veroordeling in eerste aanleg hebben we nu reclasseringstoezicht. Dat is vorig jaar bij wet mogelijk geworden. Nu had het dus wel gekund. Er is echter meer mogelijk. In de formatie wordt er gesproken over de vraag hoe we dit nader vorm kunnen geven. U zult op dat punt nog even geduld moeten hebben.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20122013-7-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.