5 Afscheid vertrekkende leden

Aan de orde is het afscheid van de vertrekkende leden.

De voorzitter:

Dames en heren, ook de mensen op de publieke tribune, fijn dat u erbij bent. Dit wordt een lange zit, want de kiezer heeft bepaald dat een aantal leden niet terugkomt in deze Kamer. Voor een ander deel hebben leden of hun partijen dat zelf bepaald. We gaan afscheid nemen van een aantal mensen die op dit moment lid zijn van de Kamer. We zijn voor het laatst in deze samenstelling bijeen. Morgen komt er een nieuwe Kamer, waar een aantal zittende leden ook lid van zal zijn.

Hoe gaan we het doen vanmiddag? Ik zal de indeling van de middag toelichten, zodat u zich een beetje kunt voorbereiden. Ik ga direct afscheid nemen van alle mensen die vertrekken. Voor iedereen heb ik een woordje. Dit duurt tot ongeveer 13.50 uur. Ik heb begrepen dat daarna mevrouw Dijksma als nestor van deze Kamer – u wist misschien niet dat zij dat is, het is ook opmerkelijk voor iemand die nog zo jong is – namens de Kamer iets gaat zeggen. Dat wist u ook niet, maar het is allemaal met u overlegd. Zo gaat dat hier. Dan is het ongeveer 14.00 uur. Als het dat nog niet is, schors ik tot dat tijdstip. Op dat moment komen er een aantal mensen van buiten, want het schijnt dat er vanmiddag ook afscheid wordt genomen van uw Voorzitter. Over hoe dat gaat, heb ik, tot mijn spijt, niet helemaal de regie. We moeten in ieder geval wachten tot iedereen er is. Er zijn dus een paar vaste momenten. Mevrouw Dijksma is natuurlijk hét vaste moment in het eerste deel. 14.00 uur is vervolgens "het begin van het einde". Ik ga beginnen aan een pak met, hoop ik, pakkende teksten gericht aan onze collega's die hier morgen niet zijn.

Ik begin met Jeroen de Lange. Op 25 januari jongstleden werd u voor de Partij van de Arbeid lid van de Tweede Kamer. U ontpopte zich als een actief Kamerlid. U voerde vooral het woord op het terrein van de ontwikkelingssamenwerking. Ook was u lid van de tijdelijke commissie ICT en overheid. Als woordvoerder Ontwikkelingssamenwerking putte u vaak uit uw eigen ervaringen. Als Wereldbankeconoom en diplomaat was u onder meer in Uganda en Rwanda. Uw maidenspeech op 12 april 2012 had als onderwerp de EPA's (Economic Partnership Agreements), maar u greep deze gelegenheid aan om dit onderwerp in een breder perspectief te plaatsen en gaf uw visie op ontwikkelingssamenwerking in een veranderde internationale context. Ik twijfel er niet aan dat u vanaf nu ook buiten de Kamer uw brede deskundigheid op het terrein van internationale samenwerking in zult kunnen zetten. Het ga u goed.

(applaus en geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Mijnheer Michiel Holtackers. Uw lidmaatschap van de Kamer en van de CDA-fractie was van korte duur. U trad toe op 30 juni 2011. In de Kamer was u actief in de commissies Defensie en Infrastructuur en Milieu: als woordvoerder Personeelsbeleid bij Defensie, respectievelijk Waterbeleid bij I&M. Ook was u lid van de klankbordgroep Klimaat en Energie, waarin u een actieve rol hebt gespeeld. U was een zeer betrokken woordvoerder Waterbeleid. U hebt zich onder andere sterk gemaakt voor het behoud van de waterschappen.

Wij kennen u als iemand die altijd gedegen en grondig te werk gaat en kritische en onderbouwde bijdragen levert. Een oprecht geïnteresseerde en sympathieke collega. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Mevrouw Marieke van der Werf. U komt uit Amsterdam, hoewel dat er hier niet bij staat. Sinds 11 januari 2011 bent u lid van deze Kamer, voor het CDA. U hebt oog voor de grote lijn, hetgeen ondermeer tot uiting kwam bij het Europese programma inzake de grondstoffenproblematiek. Op uw initiatief heeft de Kamer hierover een rondetafelgesprek georganiseerd en tweemaal een "groen spreekuur" gehouden voor het presenteren van duurzame initiatieven. Als energiewoordvoerder hebt u recent nog het actieplan Iedereen energie gepresenteerd, met als doel ruim baan te bieden aan een decentrale energieopwekking.

Zo attendeerde u de staatssecretaris van Milieu op een omissie in de regelgeving, waardoor scooters niet voor recycling konden worden aangeboden – wat mij betreft mag dat altijd meteen. Op uw initiatief heeft de staatssecretaris onderzocht wat de mogelijkheden zijn om agrarische bedrijven te stimuleren om asbestdaken te vervangen door zonnepanelen.

U hebt een grote bijdrage geleverd aan het parlementaire onderzoek naar verduurzaming van voedsel.

U was een "energiek" en "duurzaam" woordvoerder. Het ga u goed!

(applaus)

De voorzitter:

Mijnheer Ino van den Besselaar. Waar leeftijdsgenoten soms al reikhalzend uitkeken naar rust en ontspanning, begon u in 2010 op 63-jarige leeftijd aan een nieuwe baan: u werd Kamerlid. Aan pensionering was u nog lang niet toe, vertelde u in uw maidenspeech bij de begrotingsbehandeling van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

U was, namens de PVV-fractie, woordvoerder Pensioenen, Ontslagrecht en Arbeidsmigratie. Daarnaast was u lid van de onderzoekscommissie die de lessen uit de recente arbeidsmigratie onderzocht.

U viel daarbij op door uw grote dossierkennis en uw deskundigheid. U was zogezegd een "oude rot in het vak" en had een lange staat van dienst op het terrein van de sociale zekerheid. U had lef en nam heldere standpunten in. Daarbij bleef u steeds hoffelijk en vol humor. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Mijnheer Rik Grashoff. Ik vertel niet alles, hoor Rik. Je kunt nu wel omkijken, maar niemand helpt nu.

Op 23 november 2011 werd u Kamerlid voor GroenLinks. Kort daarna hebt u de nota De boer is troef opgesteld waarin u een visie geeft op het gemeenschappelijk landbouwbeleid van Europa. Begin 2012 hebt u, samen met de leden Jacobi en Van Veldhoven, een initiatief gepresenteerd voor een Wet Mooi Nederland. Dit leverde u afgelopen juni de titel "groenste politicus van het jaar" op. Vorig jaar bent u ook genomineerd voor de titel "politiek talent van het jaar". Die nominatie dankt u aan het bewerkstelligen van een verbod op het bestrijdingsmiddel Roundup en het initiatief tot een wetsvoorstel om dieren het recht te geven op vrije uitloop en een bouwstop voor megastallen.

Als lid van de enquêtecommissie financieel stelsel hebt u zich verdiept in de crisismaatregelen die de Nederlandse overheid nam in 2008. Met de commissie hebt u geprobeerd het naadje van de kous te vinden. Uw pragmatisme en probleemoplossend vermogen zullen in dit huis gemist worden. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Mijnheer Joost Taverne. Bijna twee jaar bent u lid geweest van de Tweede Kamer voor de VVD, vanaf 26 oktober 2010, om precies te zijn. Daarvoor was u onder meer medewerker van oud-Kamerlid Cornielje en ambassaderaad voor het onderwijs in Washington. U was lid van de commissies voor Veiligheid en Justitie, voor Immigratie, Integratie en Asiel en voor de Verzoekschriften en Burgerinitiatieven. U was onder meer woordvoerder Staatsrecht, Financiering politieke partijen, Bestuurs- en bestuursprocesrecht, Auteursrecht, Adoptie en Vrijheid van meningsuiting. Een breed palet dat uw veelzijdigheid toont.

Uw maidenspeech hield u op 30 maart 2011 in het spoeddebat over het mogelijk inzetten van ambtenaren voor de CDA-campagne. Uw speech was kort en krachtig. Het was een eerste indicatie van uw manier van debatteren: nuchter, no-nonsense, kundig, helder en bondig.

Ik wens u veel succes met uw verdere carrière. Wij zijn elkaar op een aantal momenten al tegengekomen en ik ben benieuwd wanneer we elkaar weer zullen tegenkomen. Dat moment komt er vast. Joost, bedankt.

(applaus)

De voorzitter:

Mijnheer Johan Houwers. U werd in oktober 2010 voor de VVD lid van deze Kamer. Kort daarna hield u hier uw maidenspeech tijdens het debat over de Waterwet en de Waterschapswet. Als fervent voetballiefhebber begon u uw maidenspeech met het vergelijken van het Kamerlidmaatschap met het spelen in de eredivisie. Dat spreekt mij heel erg aan, want ik vind mijzelf altijd een scheidsrechter.

Als planoloog werd u woordvoerder Ruimtelijke ordening en was u betrokken bij de tijdelijke commissie huizenprijzen. Daarnaast stak u veel tijd in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie: als betrokken en goedgeïnformeerde woordvoerder maakte u zich hard voor de visserijsector en de tuinbouwsector. Ook dierenwelzijn had een plek in uw portefeuille, wat geen toeval was, want u bent op dierendag geboren. Deze opmerking is een beetje op de rand, dat snap ik, maar goed. Het helpt ons weer even ontspannen.

Memorabel is ook uw "Gelderlanddag", uw radioprogramma "Op de koffie" bij Slingeland FM en uw regionale voorbeelden, zoals de aanleg – dit is een heel kwetsbare tekst – van een paardenbak en het benzinestation van uw ouders. Wat de samenhang is, ontgaat mij, maar het ga u goed!

(applaus)

De voorzitter:

De heer André Elissen. Vanaf 17 juni 2010 bent u voor de PVV lid geweest van de Tweede Kamer. Daarvoor had u een lange carrière bij de politie; van agent tot commissaris. Vanaf 1992 hebt u zich gespecialiseerd op het terrein van de drugsbestrijding. Vanaf 2008 was u werkzaam als consultant. U was lid van de commissie voor Binnenlandse Zaken, de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven, de tijdelijke commissie ICT-projecten bij de overheid en de contactgroep Duitsland. U was onder meer woordvoerder Staatsrecht, Financiën lagere overheden, Koninklijk Huis, Drugsbeleid, Cybercrime, Terrorisme- en rampenbestrijding. Menig werkbezoek aan binnen- en buitenland is hierdoor opgeluisterd. U hebt een groot talent om al uw spreekteksten op rijm te zetten. U was een gewaardeerde collega vanwege uw aimabele persoonlijkheid en uw inzet. Ik wens u veel succes toe.

(applaus)

De voorzitter:

Eric Lucassen. U werd in 2010 voor de PVV lid van de Kamer. U was onderofficier bij de Koninklijke Landmacht en docent digitale muziekproductie. In uw maidenspeech maakte u de vergelijking met een parachutespringer die wacht tot het moment waarop de deur in het vliegtuig opengaat. Ik denk dat u in de afgelopen jaren in de Kamer de nodige turbulentie hebt ervaren. Uw manier om te vallen is opgevallen. Dat hebt u heel goed afgerond allemaal. Chapeau!

U was voor de PVV woordvoerder op het terrein van Wonen. Bovendien was u lid van de tijdelijke commissie huizenprijzen. U was ook lid van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties en van de Kamerdelegatie naar het Caraïbisch deel van het Koninkrijk. U toonde in de debatten aan over veel dossierkennis te beschikken. Ook uw bijdrage in de tijdelijke commissie huizenprijzen was gedegen en opbouwend. Uw bijdragen waren vaak voorzien van grappen. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Metin Çelik. U bent sinds 17 juni 2010 lid van de PvdA-fractie. Daarvoor werkte u bij de politie in de regio Rotterdam-Rijmond. Uw Rotterdamse mentaliteit van "mouwen opstropen en schouders eronder" kwam u goed van pas. In de Kamer voerde u het woord over het Basisonderwijs, Voortgezet onderwijs en Beroepsonderwijs. U was lid van de contactgroep België en van de Beneluxraad.

Aan het begin van uw Kamerperiode merkte u op dat u "oog wilt hebben voor de problemen in de samenleving, uw oren goed te luisteren wilt leggen en veel de boer op wilt gaan". Dat hebt u zeker waargemaakt. U hebt een initiatiefwetsvoorstel ingediend dat ervoor moet zorgen dat leden van schoolbesturen die een zeer zwakke school onder hun hoede hebben, geen nieuwe school meer mogen oprichten. Zelf noemde u als mooiste herinnering de vier door u ingediende en aangenomen moties inzake het thuisonderwijs. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Johan Driessen. U kwam op 17 juni 2010 voor de PVV in de Tweede Kamer en kreeg de portefeuille Ontwikkelingssamenwerking. Ook voerde u het woord op het gebied van Subsidies en de Vrijheid van meningsuiting. Daarnaast was u lid van de contactgroep België. In debatten over ontwikkelingssamenwerking sloeg u doorgaans een kritische toon aan. U gebruikte echter nooit meer woorden dan nodig was om uw boodschap over het voetlicht te brengen. Uw bijdragen waren vaak doorspekt met humor. U behoorde tot de zeldzame categorie Kamerleden die niet pleiten voor meer geld voor hun portefeuille. Meestal gaat dat anders. "Geen cent meer naar ontwikkelingshulp"; wij horen het u nog zeggen. U hield ervan om uw collega-woordvoerders uit de tent te lokken. Soms lukte dat ook, en dan was u daarover redelijk tevreden.

Zo vroeg u eens aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken of hij in sprookjes geloofde. De staatssecretaris meldde dat hij daar niet in geloofde, maar hij kon er naar eigen zeggen wel van genieten. Nu leent zich deze tekst voor allerlei associaties – dat ga ik niet doen – maar ik wens u gewoon een goede voortzetting van uw loopbaan toe.

(applaus)

De voorzitter:

Karen Gerbrands. U bent Kamerlid sinds 17 juni 2010 en het wekte geen verbazing dat u na ruim vijftien jaar werkzaam geweest te zijn in de zorgsector woordvoerder van de PVV-fractie werd voor deze sector. Als geen ander weet u dat werkenden in de zorg zich dagelijks met hart en ziel inzetten. Dat was voor u ook reden om de politiek in te gaan, eerst als fractiemedewerker en vervolgens als Kamerlid. U maakt van uw hart geen moordkuil. In niet mis te verstane, vaak korte bewoordingen, waar om zo te zeggen geen woord Grieks in voorkwam, vertolkte u de opvattingen van uw fractie over tal van dossiers en stelde u onomwonden de regelzucht en bureaucratie in de zorgsector aan de kaak. In het bijzonder over het elektronisch patiëntendossier hebt u vele malen het woord gevoerd. Ik zeg iets persoonlijks: U deed het geweldig als u daar stond en namens de fractie en ook namens de coalitie buitengewoon lastige bezuinigingen verdedigde. Ik heb daar veel bewondering voor. Soms zeg je het gemakkelijker als je er geld bij doet, maar u stond er ook pal voor als het anders was. Dat is echt een talent, dames en heren, waar je trots op moet zijn en waar de leden die blijven iets van kunnen leren. Dank u wel. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Marcial Hernandez. Via de lijst van de PVV kwam u in de zomer van 2010 in de Kamer. Ik kijk nu even. Ja, daar zit u. U bent een beetje verplaatst. Dat is een diepzinnige, hè? Gezien uw voorgeschiedenis, een lange staat van dienst binnen Defensie, was het niet verbazend dat u lid werd van de vaste commissie voor Defensie en eerste woordvoerder namens uw fractie op dat terrein. U hield zich bezig met onderwerpen als uitzendingen, materieel en personeel. Als officier van de Koninklijke Landmacht en met praktijkervaring tijdens uitzendingen naar Kosovo en Afghanistan wist u waarover u sprak. Het was voorwaar geen dankbare job te moeten onderhandelen over zware bezuinigingen op dit beleidsterrein. Met uw collega Kortenoeven verliet u op 2 juli 2012 de PVV-fractie en vanaf dat moment ging u verder als de Groep Hernandez/Kortenoeven. U had en hebt hart voor Defensie. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Willie Dille. Na ruim 25 jaar werkzaam geweest te zijn in de gehandicaptenzorg kwam u op 17 juni 2010 voor de PVV in de Kamer. U hebt zich gedurende de afgelopen periode vooral beziggehouden met de portefeuilles Jeugd en gezin en met de gehandicaptenzorg. U bent vooral een mensenmens. U weet wat zich in de haarvaten van de samenleving en de zorg afspeelt. Het begrip "zorg" beheerst uw leven. Niet alleen de zorg voor uw vier kinderen, maar ook de zorg voor uw vier pleegkinderen en drie gehandicapte kinderen. Maar u hebt ook veel zorg voor de hulpbehoevende medemens. In een interview zei u onder andere dat uw kinderen uw Kamerlidmaatschap toejuichten. Ik citeer – ik herken die tekst een beetje –: "Ze weten niet beter dan dat hun moeder werkt en ze hebben er geen behoefte aan dat ik thuis met thee op hen zit te wachten." Gelukkig voor hen. De zorg zal u blijven roepen, ook na het Kamerlidmaatschap. Ik heb ook in uw geval een enorme waardering voor de manier waarop u het Kamerlidmaatschap hebt ingevuld: een prettige manier van debatteren over een onderwerp dat de emoties altijd hoog doet oplopen. Zeer veel dank daarvoor. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Mijnheer Leon de Jong. U werd in juni 2010 Kamerlid voor de PVV. U was woordvoerder Sociale zekerheid, Verkeer en Openbaar vervoer. U hebt zich de politieke spelregels snel eigen gemaakt. U benutte uw spreektijd in debatten weloverwogen. U kent de details, maar u concentreert zich op de hoofdlijnen. Wij hebben u leren kennen als een hoffelijk en charmant mens, iemand die klare wijn schonk in de politieke arena. U nam duidelijk stelling tegen misstanden. Met gloedvolle betogen zette u zich in voor de mensen in de sociale werkvoorziening.

Als voorzitter heb ik u ook als een onverzettelijk Kamerlid leren kennen. Ik heb u proberen af te brengen van een eindeloze filibuster, maar het lukte mij niet. Ik vond het echter wel heel aardig dat u de volgende dag naar mij toekwam en ervoor zorgde dat wij weer een prettige werkrelatie kregen. Dat is ook een kracht, die u hopelijk behoudt.

U noemde zich in uw maidenspeech een gelukkig mens omdat u de kans kreeg zich al op jonge leeftijd constructief in te zetten voor de mensen in dit land. Wij hebben mogen waarnemen dat u dat met volle overtuiging hebt gedaan. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Mijnheer Bruno Braakhuis. Ik moet even kijken of u vandaag een das draagt. Bij sommige mensen zijn het de dagkoersen, maar bij Bruno zijn het "daskoersen", afhankelijk van de plechtigheid van het moment. Vandaag is het blijkbaar plechtig, want u draagt een das.

Vanuit de bankensector kwam u in 2010 in de Kamer voor GroenLinks. U werd woordvoerder bij de commissie voor Financiën en de commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. U deinsde er niet voor terug om de bankensector het vuur na aan de schenen te leggen; u was een vurig pleitbezorger van een cultuurverandering in de financiële sector. Daarnaast zette u zich in voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, consumentenbelangen en hebt u zich sterk gemaakt voor netneutraliteit. Ook nam u mogelijke belastingontwijking door multinationals via Nederland onder de loep. Ik telde vele schriftelijke vragen van uw hand over dit onderwerp.

Met uw charme was u een graag geziene collega. U hebt de gewoonte uw e-mails af te sluiten met een citaat en dat doe ik bij dezen ook. Overigens hebt u mij nooit een e-mail gestuurd, maar dat kan natuurlijk altijd nog. "Wat wij het begin noemen is vaak het einde, en eindigen is beginnen." Ik wens u een goed begin.

(applaus)

De voorzitter:

Mijnheer Arjan El Fassed. U kwam op 17 juni 2010 voor GroenLinks in de Kamer. Het lidmaatschap van de Kamer was voor u een logisch vervolg op uw werkzaamheden binnen verschillende niet-gouvernementele organisaties op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en mensenrechten. Als lid van de commissie Buitenlandse Zaken richtte u zich met name op onderwerpen als beleidscoherentie van ontwikkelingssamenwerking, transparantie bij de besteding van ontwikkelingsgelden (zogeheten open data) en eerlijke handel. U werd verkozen tot "Fair Politician of the Year 2010–2011".

Als woordvoerder Defensie was u zeer actief in de debatten over de JSF en over het wapenexportbeleid. Uw maidenspeech ging over de goedkeuring van het verdrag tegen clustermunitie. U beschouwt social media als een belangrijk middel voor gewone burgers om hun stem te laten horen. Met ruim 260.000 volgers op Twitter bent u de "twitterkampioen" onder de Kamerleden. Ik heb begrepen dat u blijft twitteren. Dat is een opluchting.

Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Afke Schaart. Na uw sporen te hebben verdiend in het bedrijfsleven en de lokale gemeentepolitiek van Wassenaar bent u op 17 juni 2010 in de Kamer gekomen en lid geworden van de VVD-fractie.

Uw verblijf in de Kamer was kort maar krachtig. U kwam op voor de belangen van het bedrijfsleven waarbij een betere verhouding tussen overheid en bedrijfsleven uw streven was. U was overtuigd van de noodzaak van samenwerking voor geslaagde innovatie en daarom probeerde u het bedrijfsleven, de overheid en alles wat met kennis te maken heeft, samen te brengen.

Enthousiast als altijd hebt u ook deelgenomen aan diverse werkbezoeken zoals het werkbezoek naar Genève in verband met de Doha-onderhandelingen, georganiseerd door de Wereldhandelsorganisatie. Voorts bent u lid geweest van de klankbordgroep Kosten en effecten van klimaat- en energiebeleid.

Uit persoonlijke ervaring kan ik zeggen dat u buitengewoon zorgvuldig omgaat met vragen van burgers en anderen die een beroep op u doen. Dat is buitengewoon belangrijk in het werk van u allemaal. Mensen waarderen het zo als ze een reactie krijgen op brieven en als dat niet te lang duurt. Als u dan ook geen standaardreactie stuurt maar een reactie die echt to the point is, zoals u altijd deed, bewijst u ons allemaal een dienst. Dat draagt bij aan een goed beeld van de Kamer.

Ik dank u zeer. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Linda Voortman. U bent sinds 17 juni 2010 lid van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks. In zeer korte tijd hebt u zich ingewerkt in de complexe en nogal hectische beleidsterreinen van Volksgezondheid, Welzijn en Volkshuisvesting. U hebt aan de overleggen van de betrokken commissies een belangrijke bijdrage geleverd, waarbij de mens steeds centraal stond. Voor u is de eigen regie voor mensen die zorg nodig hebben, heel belangrijk. U stopte uw ambitie niet onder stoelen of banken. Nee, u mobiliseerde rolstoelers om fysiek in de vergaderzalen aanwezig te zijn bij de vele overleggen over het persoongebonden budget. Het is buitengewoon belangrijk dat u dat doet. Het is niet altijd lastig, maar soms was het heel lastig, wat treurig is. Als Kamerorganisatie moeten we ons erop instellen dat we iedereen altijd op ieder moment welkom kunnen heten. Als daarvoor nog zo veel organisatie nodig is, is het goed dat u dat ons leert ondervinden. Als een leeuwin hebt u met succes gevochten voor het behoud van het persoonsgebonden budget, dat voor vele mensen een buitengewoon belangrijke voorziening is. Chapeau!

Wellicht zien we u binnen afzienbare tijd weer terug. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Wim Kortenoeven. In juni 2010 werd u lid van de Tweede Kamer namens de Partij voor de Vrijheid. Zoals bekend voelt u zich verbonden met de joodse staat. Tijdens uw maidenspeech over de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken, het beleid van de regering en de visie van andere fracties liet u meteen merken geen blad voor de mond te willen nemen over onderwerpen als islamisering en de ontwikkelingen in het Midden-Oosten. Het was voor de voorzitter niet altijd makkelijk om u te onderbreken, kan ik uit eigen ervaring zeggen.

U was lid van de commissies voor Buitenlandse Zaken en Defensie. Sinds april van dit jaar hebt u het voorzitterschap van de algemene commissie voor Immigratie, Integratie en Asiel overgenomen van uw oud-fractiegenoot Hero Brinkman, die ervoor koos om alleen verder te gaan. Slechts enkele maanden later zou u, samen met u collega Marcial Hernandez, het voorbeeld van de heer Brinkman volgen en verliet u de PVV-fractie. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Jhim van Bemmel. In juni 2010 werd u voor de PVV lid van de Tweede Kamer. U was woordvoerder Consumenten, Telecommunicatie, Postmarkt en Toerisme.

In december 2011 hebt u de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het spoor gezet van prijsafspraken tussen drie grote telecomaanbieders waarvan de namen zich laten raden. Klokkenluiders binnen deze organisaties wisten zich gesteund door u. Vanuit pragmatisch oogpunt zocht u de oppositie geregeld op om uw plannen goed te laten landen in de Kamer. Zo hebt u voor elkaar gekregen dat Noord-Hollandse landbouwondernemers zich vooruitstrevend en duurzaam mogen noemen omdat Noord-Holland de Greenportstatus heeft gekregen. Als een ware donquichot hebt u gestreden tegen windmolens, onder meer met een niet-aflatende stroom kritische Kamervragen.

Onmin met uw eigen fractie leidde kort geleden ertoe dat u de PVV-fractie verliet. Ook u wens ik alle goeds toe.

(applaus)

De voorzitter:

Richard de Mos. In september 2009 kwam u in de Kamer voor de PVV. Uw kritische benadering van het klimaatbeleid leidde geregeld tot verhitte debatten met uw opponenten. Binnen en buiten de Kamer ging u deze discussie onverschrokken aan. Zo liet u zich interviewen voor Milieudefensie Magazine en ging u mee naar de klimaattop in Kopenhagen. Ook nam u zitting in de klankbordgroep Klimaat en Energie.

U voerde ook regelmatig het woord over water en natuur. Uw betogen voor het behoud van de Hedwigepolder kunnen hierbij niet ongenoemd blijven: recht voor zijn raap, maar met veel gevoel voor humor.

In mei van dit jaar diende u samen met uw collega's Çörüz en Van Dekken een initiatiefnota in over maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme en ernstige overlast. Hoe kan het ook anders, als fervent fan van ADO Den Haag.

Ik zal u zeer missen. U hebt gisteren alle collega's al een bedankje gestuurd. Wij hebben begrepen dat uw bureau al is opgeruimd. Wij hebben samen verschrikkelijk veel gelachen. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Sabine Uitslag. U bent sinds 3 september 2008 lid van de Tweede Kamer voor het CDA. In 2010 werd u met voorkeursstemmen gekozen. U gelooft in de kracht van de samenleving, in de kracht van mensen. "Niet klagen maar doen", is uw lijfspreuk. Zorg was de spil in uw Kamerwerk. Het bevreemdt dus niet dat u vooral woordvoerder was voor de sectoren Verpleging en verzorging en Jeugdbeleid. Speciale aandacht hebt u regelmatig voor het anorexiaprobleem gevraagd.

In de periode 8 april-29 juli 2008 verving u fractiegenote Mirjam Sterk, die gedurende deze periode met zwangerschaps- en bevallingsverlof was. U was in de periode januari-april 2012 zelf ook met zwangerschaps- en bevallingsverlof, met als resultaat de geboorte van uw dochter Anna-Belle op 27 januari jongstleden.

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport overhandigde u bij die gelegenheid een achteruitkijkspiegel om Anna-Belle tijdens het rijden te bewonderen en in de gaten te houden. Als ik dat geweten had … Ik vind het namelijk redelijk gevaarlijk. Het is vast een prachtig kindje en voor je het weet, kijk je er te lang naar en mis je weer andere interessante informatie in het verkeer. Wij hopen dat u bij het gebruik van die spiegel af en toe ook nog eens zult terugkijken naar en terugdenken aan uw Kamerperiode. Wij zullen zeker meer van u zien, als we op de goede zender inschakelen. Dan zien we allerlei andere talenten van u. Het ga u goed. En we hopen dat u wint!

(applaus)

De voorzitter:

Mariko Peters. Op 30 november 2006 werd u voor GroenLinks lid van de Tweede Kamer. U kreeg een grote portefeuille: Buitenlandse Zaken, Defensie, Europese Zaken, Openbaar bestuur, Media en Cultuur. Dat uw aandacht hier naar uitging, is niet vreemd gezien uw achtergrond als diplomaat, onder andere in Afghanistan. De huidige politietrainingsmissie in Kunduz is terug te voeren op een op uw initiatief in april 2010 aangenomen motie. U zette zich in het bijzonder in voor het internationaal recht en de bescherming van de mensenrechten. Uw gedrevenheid botste soms met de beperkte spreektijd die u was toebedeeld. Maar dat probleem omzeilde u door de snelheid van het spreken stapsgewijs op te voeren. Een beleidsterrein dat ook uw bijzondere aandacht heeft gehad, is de toegang tot overheidsdocumenten voor burgers en media. Op dit gebied laat u een erfenis achter in de Kamer, namelijk uw initiatiefwetsvoorstel inzake openbaarheid van bestuur, dat u op 5 juli jongstleden hebt ingediend.

Tweemaal hebt u uw lidmaatschap onderbroken vanwege zwangerschap en bevalling. Ook dat deed u de tweede keer sneller, want toen waren het er meteen twee. Desondanks verwacht ik dat u ook na uw vertrek uit de Kamer actief blijft op het terrein van de buitenlandse politiek. Ik wens u alle goeds.

(applaus)

De voorzitter:

Jack Biskop. Ik begrijp dat ik "Jack" niet goed uitspreek? Ik moet het uitspreken als "Jacques"? Dat weet ik nu pas. Ik zeg namelijk altijd mijnheer. Ik weet hoe het hoort.

U bent met een kleine onderbreking sinds 2006 lid van deze Kamer. De kern van uw portefeuille lag op het onderwijsterrein. Het is een terrein waar u veel van weet en waar u veel om geeft. Wij delen dat. Ik noem dan met name de dossiers kwalificatieplicht voor 17-jarigen, voorkomen van schooluitval, toepassing ICT in het onderwijs en aandacht voor leerlingen met een handicap. In onderwijsdebatten hebt u de CDA-standpunten fel verdedigd. Toch wordt u ook gekenmerkt als een persoon die zeer beminnelijk, goedlachs en toegankelijk is. Daar voeg ik aan toe: scherpzinnig en relativerend.

De zuidelijke bourgondische kwaliteiten zijn u niet vreemd. De Beneluxcontacten werden met gemak onderhouden en uitgebouwd. In het Beneluxparlement ging het niet alleen over het tot stand brengen van betere afspraken over het treinverkeer op het traject Roosendaal-Antwerpen, maar bijvoorbeeld ook over de harmonisering van fiscale maatregelen voor energiebesparing en een effectieve aanpak van cybercriminaliteit. In de afgelopen jaren leverde u ook op enthousiaste wijze een bijdrage als lid van de Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie.

Alleen uw recente hobby handboogschieten kan ik nog niet goed plaatsen. Dat moet u me nog eens uitleggen … Jack, het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink. U bent voor de ChristenUnie lid van de Kamer sinds 1 maart 2007. U hebt in een betrekkelijk korte periode een opmerkelijke metamorfose ondergaan. Ik bedoel niet uiterlijk, maar wat betreft uw optreden. Eerst was u een kritisch verdedigster van het beleid van het vorige kabinet, daarna een stevige oppositievoerster tegen het beleid van het huidige kabinet, en nu een warm verdedigster van het inmiddels bekende Lenteakkoord. Dat is u allemaal goed afgegaan, zeker als je weet dat oppositie voeren toch een apart ambacht is. Dat u oprecht boos en verontwaardigd kunt zijn, bleek in 2011 toen u een motie van afkeuring indiende over de voorgenomen bezuiniging op het persoonsgebonden budget. Ook hebt u tot in het Presidium aandacht gevraagd voor de belangen van de kleine partijen die ondergesneeuwd dreigden te raken onder de vele overleggen en debatten.

"Na vijf jaar wil ik op een andere plek aan de slag met de dingen die echt mijn hart hebben", zo merkte u in een recent interview op. Hulpverlening aan de meest kwetsbaren in de samenleving staat hoog in uw vaandel. Ik weet dat u inmiddels een heel mooie andere positie in het verschiet heeft, ook weer ten dienste van de zorg. Ik wens u daarbij alle goeds en heel veel succes.

(applaus)

De voorzitter:

Elly Blanksma-van den Heuvel. Mevrouw de burgemeester, bijna. Op 30 november 2006 werd u lid van de Kamer en van de CDA-fractie. In de eerste periode van uw lidmaatschap was u actief op een breed sociaaleconomisch en financieel terrein. U hield zich onder meer bezig met het midden- en kleinbedrijfbeleid, zoals ondernemerschap en innovatie, met schuldhulpverlening en met onderwerpen rond het thema Gezin en inkomen. In de portefeuille Financiën was u onder andere woordvoerder Gedragstoezicht op banken en verzekeraars. Samen met de heer Spekman diende u een initiatiefwetsvoorstel in om strengere regels in te voeren voor televisiereclame over geldkrediet.

Na de verkiezingen van 2010 werd u financieel woordvoerder voor uw fractie. De focus van uw Kamerwerk verschoof daardoor vrijwel volledig naar de portefeuille Financiën: de algemene financiële beschouwingen, de kredietcrisis en Europese schuldencrisis, de uitkomsten van de onderzoekscommissie- en enquêtecommissie-De Wit, en veel daaruit voortvloeiende wetgeving op het terrein van de financiële markten. Het zijn in uw eigen woorden "tropenjaren" geweest.

Uw maidenspeech droeg u destijds op aan uw overleden vader. Hij zou vast en zeker ook ontzettend trots zijn geweest op uw recente benoeming tot burgemeester van Helmond als eerste vrouwelijke burgemeester. Met deze benoeming keert u letterlijk terug naar uw geboortegrond. Heel veel succes!

(applaus)

De voorzitter:

Cynthia Ortega-Martijn. U bent geboren en getogen in Curaçao, op uw 20ste naar Nederland gekomen en op uw 50ste lid geworden van de Tweede Kamer voor de ChristenUnie. Bij uw maidenspeech maakte u indruk met uw zelfbewuste en bevlogen optreden. Overigens ook met de effectieve manier waarop u de Voorzitter het zwijgen oplegde. Toen ik u begon aan te moedigen om af te ronden, keek u mij zo'n beetje aan van: ja, ja, ja, het komt goed, ik ben er bijna. U had zoiets van: het is fijn dat u mij even informeert, maar ik ga hier wel mijn eigen gang. Toen dacht ik: daar moet ik op letten, want voordat je het weet …

U hebt uw werk als Kamerlid ervaren als een roeping. U haalt veel inspiratie uit uw geloof. In de vele portefeuilles waarmee u zich bezighield, namelijk Volksgezondheid, Sociale zaken en werkgelegenheid, Integratie, Volkshuisvesting en Koninkrijksrelaties, nam u het steevast op voor kwetsbare groepen. U hebt zich zo ingezet voor de zogenoemde 100.000-plus-gemeenten met hun gevarieerde bevolkingssamenstelling dat nu zelfs wordt gesproken over de zogenaamde Ortega-gemeenten. U was ook lid van de commissie Parlementair Onderzoek Onderwijsvernieuwingen.

Natuurlijk lag Caraïbisch Nederland u na aan het hart. U bent lid geweest van de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken en na 10-10-10 van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties. U hebt daarin een prominente en zeer betrokken rol gespeeld. Tijdens de werkbezoeken aan het Caraïbisch deel van het Koninkrijk was u bijna 24/7 aan het werk. Naast de officiële programmaonderdelen voerde u vele gesprekken met zeer veel personen uit uw omvangrijke lokale netwerk. U besteedde ook uw recessen aan dergelijke bezoeken. U realiseerde daarbij prachtige rapporten waaraan wij, toen wij in Caraïbisch Nederland waren tijdens de fractievoorzittersreis, iedere keer werden herinnerd in zeer positieve zin. Ook dat is een bijdrage aan het beeld van de Kamer als geheel. Ik ben u zeer dankbaar daarvoor. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Hero Brinkman. Sinds u lid werd van de Kamer in november 2006 hebt u hier en in het Koninkrijk enig stof doen opwaaien. U kwam binnen als lid van de PVV-fractie en voerde het woord op beleidsterreinen als Binnenlandse Zaken, Politie en Defensie. Ook was u lid van de commissie voor Koninkrijksrelaties. In die hoedanigheid hebt u regelmatig voor enige turbulentie gezorgd. In 2010 werd u voorzitter van de algemene commissie voor Immigratie en Asiel, totdat u in maart 2012 de PVV vaarwel zei en voor uzelf begon. Als reden voor uw alleingang gaf u onder andere aan onvoldoende weerklank te vinden voor uw voorstel om de PVV te democratiseren. De afscheiding bood u in ieder geval de gelegenheid om overal over mee te kunnen praten zonder rekening te moeten houden met enige fractiediscipline. Uw bijnaam "Rambo van de Bellamybuurt" als politieman in Amsterdam, leek u af en toe ook in de politiek serieus eer aan te doen. Wat u siert is uw openheid en uw rechtdoorzeebenadering. Uw nieuwe partij DPK heeft de kiesdrempel niet gehaald. Daarom nemen wij vandaag afscheid van u. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

U kunt nu alle kanten opkijken, maar u bent nu toch echt zelf aan de beurt, Tofik Dibi. Uw aanwezigheid in de Kamer kan niemand zijn ontgaan. U werd lid op 30 november 2006. Vanaf het moment van uw aantreden was u actief in diverse vaste en tijdelijke commissies en nam u initiatieven tot wetgeving op verschillende terreinen. U was tot 2010 woordvoerder Onderwijs, maar daarnaast en in toenemende mate ook op het terrein van Strafrecht, Veiligheid, Jeugd en Gezin en Integratie. Als klap op de vuurpijl werd u ook nog fractiesecretaris vanaf begin 2011. Daar kwam ik trouwens zelf pas veel later achter. Ik weet niet waaraan dat lag.

(hilariteit)

De voorzitter:

Is dat niet aardig? Ineke vindt dat het best kan.

Wetgevingsinitiatieven, waaraan uw naam mede verbonden is, hadden betrekking op het toelatingsrecht voor het bijzonder onderwijs, op de invoering van media-educatie als kerndoel in het primair en voortgezet onderwijs en op het toezicht op en de kwaliteitseisen aan aanbieders van particuliere jeugdzorg. U was lid van de tijdelijke commissie Parlementair Onderzoek Onderwijsvernieuwingen en lid van de werkgroep Jeugdzorg. U was ook voorzitter van de klankbordgroep Klimaat en Energie. U nam uw voorzitterschap serieus en maakte zich er sterk voor dat zo veel mogelijk geluiden en meningen bij het onderzoek betrokken zouden worden. U bent ambitieus en volhoudend, zoals ook de recente gooi naar het leiderschap van uw partij illustreert.

In de Kamer was u ook heel innovatief. U kwam op een gegeven moment zelfs met een pot spinazie op het spreekgestoelte. Op dat moment heb ik het Presidium voorgesteld om niet meer toe te staan dat mensen producten meenamen in de Kamer. Dat was deels omdat ik niet onderschatte tot welke creativiteit u nog verder in staat zou zijn. Toen heb ik voorgesteld dat we alleen nog maar dingen zouden toestaan die van papier waren en letterlijk waren toe te voegen aan de Handelingen. Met de spinazie wilde u de bewindpersoon kracht toewensen. U dacht aan Popeye; u kent uw klassiekers. Wij zullen dat toch niet meer toestaan. Dank voor deze tijdige kans om in te grijpen. Wij zullen in de toekomst zeker van u horen. We zullen blijven opletten. Het ga u goed. Veel succes.

(applaus)

De voorzitter:

Ad Koppejan. We komen nu bij de koefnoentypes.

(hilariteit)

De voorzitter:

Daar hoor ik tegenwoordig zelf ook bij, dus ik lijd mee. Je kunt er maar het beste zelf het hardst om lachen. Dat is althans mijn strategie.

Uw vroegere politieke bewustzijn, ondernemerschap en Zeeuwse afkomst hebben u in november 2006 in de Kamer gebracht. Als internetondernemer gebruikte u op uw website de leus "Politiek is niet voor bange mensen". In de Kamer hebt u zich allesbehalve een bang mens getoond, niet richting uw politieke opponenten maar ook niet richting uw eigen partij, het CDA. Uw eigen typering van onafhankelijk denkend figuur hebt u zeker waargemaakt.

Ik zeg het nog maar eens: u zit hier allemaal zonder last, en dat geldt ook voor de nieuwe mensen.

Niet helemaal onverwacht hebben uw belangrijkste dossiers in het teken gestaan van water. In uw maidenspeech over waterveiligheid wist u meestal een brug te slaan met het bedrijfsleven. Op het gebied van visserij hebt u de mosselvisserij weer op de kaart gezet. Standvastig hebt u zich keer op keer verzet tegen plannen om de Hedwigepolder onder water te zetten. Kortom, Zeeland had in u een warm pleitbezorger.

Ook schapen – een heel bijzondere vergelijking – lopen als een rode draad door uw politieke carrière. Als voorzitter van het CDJA noemde u dit huis namelijk al eens de "Schapen-Generaal". De keren dat u zich openlijk tegen partijstandpunten keerde, leverden u het predikaat "zwart schaap" op. Maar in een recent interview liet u blijken een schapenbedrijf te willen beginnen. Nou ja, u hebt er ervaring mee. Ik wens u heel veel succes.

(applaus)

De voorzitter:

Eeke van der Veen. Ja, er komt een einde aan ons babyboombankje. Wij hadden in de PvdA-fractie een babyboomhoekje. Want het is allemaal de fout van de babyboomers, dat weet u. De rollator was een van uw meest geliefde onderwerpen. U hebt vooral aandacht gevraagd voor meer transparantie en informatie over de financiering van het zorgstelsel en de verantwoording daarvan. Dat heeft inmiddels geleid tot een beginnend succes. In het begin was het Kamerwerk voor u even wennen, want enig ongeduld kan u niet ontzegd worden.

U luisterde de vaak hectische vergaderingen van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport op met de nodige grappen en grollen, maar ook met corrigerende en relativerende opmerkingen als de temperatuur te hoog opliep. En daarbij kwam van pas dat u een van de weinige mannelijke leden in de commissie was. U genoot toen u voor de eerste keer de Kamervoorzitter plenair verving. Achter de knoppen op het rostrum was u in uw element. Ik ben je dankbaar voor alle keren dat je dat zo van harte hebt gedaan.

Nadat uw kleinzoon Eeke was geboren veranderde u uw roepnaam Eelke in Eeke, uw echte voornaam in Friesland. Er gloort na het Kamerwerk volop vrijwilligerswerk voor opa Eeke. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Ewoud Irrgang. U kwam in 2005 in de Kamer voor de SP-fractie, nadat u eerder als beleidsmedewerker voor die fractie had gewerkt. U was al bekend met het terrein waarop u woordvoerder werd: Financiën. U hebt zich sterk verzet tegen het bonusbeleid in de financiële sector en u pleitte voor een bankenheffing. Beide met succes.

Naast woordvoerder in de commissie Financiën was u woordvoerder op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. In dat kader hebt u een aantal werkbezoeken gebracht aan Afrika, onder meer aan Kongo en Rwanda. Deze werkbezoeken maakten grote indruk op u. Dit klonk door in uw inbreng in debatten, waaruit eveneens een grote betrokkenheid bleek. Die betrokkenheid kwam ook tot uiting in het Meerpartijeninitiatief Hiv/Aids en Seksuele Reproductieve Gezondheid en Rechten, waarvan u sinds de oprichting in 2007 voorzitter was, zodat er ieder jaar opnieuw aandacht was voor dit belangrijke onderwerp, met een tentoonstelling, waar u altijd bij was en die u opende en inleidde. Ik ook, maar dat kwam toch allemaal door u. Het is heel belangrijk en goed dat de Kamer dat soort initiatieven neemt, en niet één keer, maar dat zij een langdurige betrokkenheid bij onderwerpen toont.

U bent serieus en strijdbaar. U weet van aanpakken en steekt de handen uit de mouwen. Uw vastberadenheid en degelijke inhoudelijke kennis kenmerken u. U was vasthoudend tijdens het debat, maar u speelde nooit op de man. U bent een gewaardeerd woordvoerder. Ik denk dat uw collega Kamerleden u ontzettend gaan missen, want u bent een van die mensen die altijd dingen vinden waarvan iedereen denkt: hm, dat had ik zelf ook moeten zien. Ik wens u een mooie toekomst toe.

Wat ik leuk vind, is dat u mij persoonlijk hebt verteld dat u ook wel vrijwilligerswerk wilt doen, om mensen te helpen die in financiële problemen zitten. Ik vind het zo aardig dat u niet meteen denkt aan een carrière bij een bank – dat zal het wel worden, hoor – maar dat u toch de inzet hebt om ook vrijwilligerswerk te doen

(applaus)

De voorzitter:

Mevrouw Koşer Kaya. Toen ik het zag, kon ik mij eerlijk gezegd niet voorstellen dat u geen lid meer zou zijn van de Kamer en dat u afscheid zou nemen. U werd voor de eerste keer lid van de Tweede Kamer in 2004 en kwam in 2006 met voorkeurstemmen terug. Tot 2004 was u advocaat en vakbondsjuriste bij de FNV.

U kon uw praktijkervaring goed gebruiken op de terreinen waarop u als woordvoerder namens de D66-fractie actief was, en dat ware er vele. U was een actief en betrokken Kamerlid en een harde werker. U hebt vele dossiers verslonden en ontelbare moties ingediend. En hoewel in het begin lid van een kleine fractie, speelde u het toch klaar om bij bijna elk overleg aanwezig te zijn.

U liet zich kennen als een toegankelijk, open en warm persoon. En dat u zich hartstochtelijk in kunt zetten, hebben we regelmatig in de debatten kunnen merken. U was lid van de Parlementaire enquêtecommissie naar het financiële stelsel en de daaraan voorafgaande parlementaire onderzoekscommissie, de commissie-De Wit. Daarnaast hebt u een aantal initiatiefwetsvoorstellen bij de Kamer ingediend en verdedigd. U kreeg daardoor onder andere voor elkaar dat pensioengerechtigden medezeggenschap in pensioenfondsbesturen kregen. U was een warm pleitbezorger van modernisering van het ontslagrecht en hervorming van de arbeidsmarkt. En ook hebt u zich ingezet voor de uitbreiding en duur van adoptieverlof bij interlandelijke adoptie. U gaf hiertoe initiatiefwetsvoorstellen vorm. Het onderstreept uw veelzijdigheid. U zult het initiatief ongetwijfeld voortzetten. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Margreet Smilde, u neemt vandaag, na vanaf juli 2002 met enkele onderbrekingen lid geweest te zijn, afscheid van de CDA-fractie van de Kamer. Bij een eerder afscheid van korte duur is opgemerkt dat u een bescheiden en beminnelijk mens bent, plezierig in de omgang. Tegelijkertijd bent u zeer vasthoudend als u iets wilt bereiken.

Belangrijke wapenfeiten uit uw Kamertijd zijn uw bijdragen in debatten over de Zorgverzekeringswet, over de vrije artsenkeuze en over de positie van patiënten- en consumentenorganisaties. U hebt zich ingezet voor een sterke positie van de zorgverzekerden in het algemeen en van de pensionado's in het bijzonder. Ik vond u ook altijd zo buitengewoon genuanceerd, want wij hebben het ook wel eens gehad over het zwangerschaps- en bevallingsverlof. Wij vinden beiden eigenlijk dat die tijd te kort is, maar wij zien ook het nadeel van een lang verlof voor je carrière. Dat zijn van die dilemma's waar je dan mee zit. Het is altijd mooi als Kamerleden niet alleen maar waarheden hebben, maar ook nog wel eens nadenken over voor- en nadelen. Ja, ik geef het maar even mee.

U maakt zich ook veel zorgen over Nederlanders die in het buitenland wonen of verblijven en die dreigden niet of onvoldoende verzekerd te zijn in de gezondheidszorg.

Tijdens een symposium over parlementaire zelfreflectie op 14 februari 2011 pleitte u ervoor dat de Tweede Kamer bij haar taak als controleur blijft en niet gaat meeregeren, en dat er meer mogelijkheden voor leden moeten worden gecreëerd om de bulk aan informatie te ordenen en om te zetten in bruikbare kennis. Ook is uit uw mond het volgende opgetekend: "Als Kamerlid dien je je nieuwsgierigheid te behouden, je te blijven opwinden en je te blijven verbazen." Dat zal wellicht even wennen worden na vandaag. Maar, ga daar in de toekomst vooral mee door. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Charlie Aptroot, in 2003 kwam u na jarenlang ondernemer te zijn geweest in de Kamer. En ondernemend bent u ook als Kamerlid gebleven. Nog voor u uw maidenspeech had gehouden, had u al verschillende interrupties geplaatst. U zette zich met hart en ziel in voor ondernemend Nederland en u streed tegen onnodige wetgeving en regeldruk.

Dat u liefst zo snel mogelijk van A naar B gaat, bleek ook als woordvoerder verkeer en vervoer, waarin u zich een warm pleitbezorger toonde voor het rijden van 130 km/u. En wie herinnert zich niet uw stickeractie tegen de kilometerheffing en de bijbehorende "sovjetkastjes"? Charlie "asfalt" Aptroot, noemden uw collega's u vaak. Een geuzennaam?

De informatiepositie en het budgetrecht van de Kamer hebt u structureel willen borgen. Niet alleen als voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven maar ook als lid van de commissie voor Infrastructuur en Milieu. U stond – samen met de heer Slob van de ChristenUnie – aan de basis van het parlementaire onderzoek Onderhoud en innovatie spoor. Ook nam u vaak het initiatief om de Algemene Rekenkamer te vragen extra onderzoek te verrichten. En onlangs nog hebt u samen met enkele collega's een notitie opgesteld om de begrotingsstructuur van Infrastructuur en Milieu te verbeteren.

In debatten was u scherp maar fair. In Zoetermeer zal blijken dat u met een kwinkslag en een dosis charme woordvoerders, die zich niet aan hun spreektijd houden, weer in het gareel krijgt.

Het ga u goed, burgemeester! Veel succes in uw nieuwe functie.

(applaus)

De voorzitter:

Pauline Smeets. U bent lid van de Kamer en van de PvdA-fractie sinds 30 januari 2003. Uw maidenspeech hield u exact negen maanden na uw beëdiging.

U hebt de Kamer menigmaal vertegenwoordigd in internationale gremia en onlangs was u nog delegatieleider bij een bezoek aan Auschwitz.

Daarnaast bent u ruim vijf en een half jaar voorzitter geweest van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voorwaar geen lichte commissie. U hebt als gevolg van dat voorzitterschap ook een grotere naams- en beeldbekentenis gekregen. Je hoeft alleen maar "Smeets" in te tikken en alles komt goed.

Er is weliswaar geen statistiek bijgehouden, maar u hebt nagenoeg alle vergaderingen voorgezeten, zeer vele daarvan waren nogal hectisch van aard. U houdt niet van – om in uw termen te spreken – "difficulteren", van moeilijk doen.

Klein, maar dapper, streng maar rechtvaardig, en vaak met veel Limburgse schwung hebt u de orde gehandhaafd en de talrijke vergaderingen binnen de vooraf afgesproken tijd gesloten. Een voorbeeldfunctie waard. Dat de vaste commissie voor VWS geen eenvoudig te leiden commissie is, is bevestigd door de uitspraak van een fractievoorzitter die uit eigen ervaring stelde – hij heeft niets in de gaten – dat het leiden van een fractie een stuk eenvoudiger is dan het voorzitten van de vaste commissie voor VWS, hoewel u altijd wel heel goed uw post kon doen in die tijd.

Na veel wikken en wegen en in overleg met de thuisbasis hebt u ervoor gekozen u niet meer verkiesbaar te stellen. Na bijna tien jaar lid te zijn geweest, vindt u het tijd de bakens te verzetten. Heel veel succes daarbij. Wij blijven elkaar zien. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Maarten Haverkamp. Vandaag sluit u een tienjarige periode af als lid van deze Kamer, met een kleine onderbreking in 2010.

U trad op als woordvoerder Buitenlandse Zaken, Infrastructuur, Media, Defensie en ICT, met jeugdig elan, humor en aandacht voor correcte intermenselijke verhoudingen en procedures. Consciëntieus en gericht op "smart" geformuleerde doelen.

Een scherp "debater" die er blijk van gaf – ook in complexe, technische dossiers – het naadje van de kous te willen weten. U wist het zelf ook heel vaak. Met uw pleidooi voor een systeem dat makkelijker uit te leggen is en de omwonenden beschermt tegen geluidsoverlast door Schiphol, hebt u aanzetten gegeven tot het proces dat leidde tot het Aldersadvies Schiphol.

Niet alleen in de commissie voor Buitenlandse Zaken met de vele buitenlandse gasten en werkbezoeken, maar ook in de commissie voor Infrastructuur en Milieu liet u zien een diplomaat in hart en nieren te zijn, onderweg met vier blonde dames – ik kan er niks aan doen, dat staat hier echt – tijdens de klimaatconferentie in Cancún. Wie hier meer van wil weten, kan zich na de vergadering vervoegen bij de heer Haverkamp.

De laatste anderhalf jaar hebt u heel veel tijd besteed aan een zeer belangrijk onderzoek van deze Kamer als lid van de Parlementaire enquêtecommissie financieel stelsel. Samen met uw collega's hebt u zeer grondig en waardevol onderzoek gedaan naar de overheidsmaatregelen tijdens de financiële crisis. U hebt daar zelf over aangegeven dat u de reflectie op de rol van de Kamer en de informatievoorziening door het kabinet aan de Kamer een zeer belangrijk onderdeel vond van de parlementaire enquête. Hartelijk dank voor uw bijdrage. Ik wens u heel veel succes in uw verdere carrière, die overigens nog maar net is begonnen.

(applaus)

De voorzitter:

Bas Jan van Bochove. Sinds mei 2002, met een korte onderbreking in 2010, bent u lid van de Tweede Kamer en lid van de CDA-fractie. U was onder meer woordvoerder wonen en koninkrijksrelaties. In 2008 was u lid van de tijdelijke commissie Parlementair Onderzoek Onderwijsvernieuwingen (de commissie-Dijsselbloem). Sinds 2009 bent u voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. U wordt in dat kader wel eens getypeerd als "een man van de klok" … Ik zie u knikken.

Uw maidenspeech ging over de Huurprijzenwet. U heeft talrijke debatten gevoerd in de afgelopen jaren over wonen en ook vele initiatieven genomen om de woningmarkt en de positie van de verschillende inkomensgroepen in zowel de koop- als huursector te verbeteren. Recentelijk meldde u zich aan voor de tijdelijke commissie huizenprijzen, waarin u zich actief hebt beziggehouden met het onderzoek. Ook de woningcorporaties hebben onophoudelijk uw aandacht gehad. Uw motie voor een parlementair onderzoek naar het systeem van woningcorporaties is met algemene stemmen aangenomen.

U heeft zich ook altijd zeer betrokken gevoeld bij de ontwikkelingen op het gebied van de koninkrijksrelaties. Hoewel de verwachtingen over de nieuwe structuur van het koninkrijk hooggespannen waren, heeft u onlangs uitgesproken dat zowel op de eilanden als hier in Nederland sprake is van een waarneembare teleurstelling. U heeft aangedrongen op snelle en doeltreffende actie van het gehele kabinet, alle ministers, om de problemen op te lossen.

Tot slot, u bent een man van de klok maar ook zeer betrokken, kritisch en met oog voor mensen. Het ga u goed!

(applaus)

De voorzitter:

Mirjam Sterk. U nam in mei 2002 voor het eerst plaats in deze zaal, om die vervolgens tien jaar niet meer te verlaten, behoudens enkele kortstondige zwangerschaps- en bevallingsverloven.

U heeft een breed scala aan dossiers behandeld op diverse beleidsterreinen, zoals Jeugd en Gezin, Immigratie, Integratie en Asiel en Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

U staat bekend als een harde werker. U kunt bergen werk verzetten, vooral met steun van uw mobiele telefoon. Betrouwbare bronnen spreken in dit verband zelfs van een telefoonverslaving.

U heeft een sterke drive; vooral het lot van de zwaksten in de samenleving trekt u zich sterk aan. U heeft met moties en amendementen daarvan een- en andermaal blijk gegeven, met name om de scherpe kantjes van beleid of wetgeving af te halen. Een voorbeeld hiervan vormt uw inbreng bij de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, met als resultaat een moratorium, zodat schuldeisers zes maanden lang geen beslag mogen leggen op het inkomen van een schuldenaar.

Naamsbekendheid verwierf u vooral door deelname aan de tv-serie De Pelgrimscode van de EO, die zich in 2011 afspeelde in het Midden-Oosten. Na een spannende strijd kwam u als winnaar uit de bus. De prijs van € 10.000 hebt u bestemd voor AGREDS, een organisatie voor de opvang van straatkinderen in Ghana.

U mag mijns inziens terugzien op een politiek succesvolle en vooral vruchtbare periode. U hebt gesteld dat politiek niet de enige plek is waar je je idealen kunt verwezenlijken. Dat belooft dus wat voor de toekomst. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Kathleen Ferrier. U kwam op 23 mei 2002 in de Tweede Kamer en werd lid van de CDA-fractie. Uw vader, Johan Ferrier, de eerste president van het onafhankelijke Suriname, was uw grote voorbeeld. Van hem leerde u om altijd te varen op het kompas van uw hart en uw geweten.

U hebt met name het woord gevoerd op het gebied van Ontwikkelingssamenwerking, maar de afgelopen kabinetsperiode had u ook passend onderwijs in uw portefeuille; twee beleidsterreinen die u op het lijf geschreven zijn, omdat het om kwetsbare mensen gaat. U zag het als uw opdracht om voorwaarden te scheppen, waardoor mensen zelf regie over hun leven zouden kunnen nemen. De laatste motie van uw hand, die vlak voor het zomerreces werd aangenomen, over de rol van vrouwen als motor van economische ontwikkeling en bij structurele oplossingen voor conflicten, is daar een goede illustratie van. Een belangrijk wapenfeit is ook uw initiatief tot oprichting van het al eerder genoemde Kamerbrede meerpartijeninitiatief Hiv/Aids en SRGR (Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten).

Als Kamerlid was u veel in het buitenland te vinden. U maakte reizen met de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, nam deel aan verkiezingswaarnemingsmissies en als lid van de OVSE-Assemblee vervulde u de belangrijke functie van speciaal vertegenwoordiger voor migratie. U was een actief en enthousiast Kamerlid. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Boris van der Ham weet dat hij nu aan de beurt is. Dat zegt iets over Boris: hij is altijd heel goed op de hoogte. Sinds 2002 bent u Tweede Kamerlid voor D66. Ik heb even mijn zakdoek nodig. Op het punt van timing heb ik veel van je geleerd!

(hilariteit)

De voorzitter:

Bij de laatste verkiezingen in 2010 werd u met maar liefst 42.292 voorkeurstemmen herkozen. Tijdens de tien jaar dat u Kamerlid was, voerde u het woord over Onderwijs, Economie, Cultuur, Media, Milieu en onderwerpen als de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van het individu. Tevens was u de laatste jaren voorzitter van de vaste commissie Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Tussen april 2007 en mei juni 2008 was u lid van de parlementaire onderzoekscommissie, de commissie-Dijsselbloem. Het aantal initiatiefwetten waaraan u werkte, toont hoe gemotiveerd u was, het gedachtegoed van uw partij zo veel mogelijk in daden om te zetten. Ik heb zeker tien initiatiefwetsvoorstellen geteld waar u als eerste indiener staat genoteerd. Door de voorstellen die u met collega Van Gent respectievelijk collega Schouw indiende over de rol van de Tweede Kamer bij de formatie, zullen we u niet licht vergeten.

U wist ook de nieuwe media goed te bespelen om uw ideeën over een vrijer en vrijzinniger Nederland uit dragen. Iedere week had u een vrijzinnige column op YouTube en ook Twitter was een medium dat u veelvuldig hebt gebruikt. U bent niet voor niets ooit uitgeroepen tot een van de invloedrijke Twitteraars in de Nederlandse politiek! Wij zijn benieuwd waar uw "honger naar iets nieuws", zoals u het zelf verwoordde in uw afscheidsrede, u naartoe brengt. Wellicht dat we al een klein tipje van de sluier opgelicht hebben gekregen met de recente publicatie van uw boek "de Vrije Moraal". Ook hierin toont u weer aan dat artistieke ambities zich goed laten verenigen met politieke. Het ga u goed!

(applaus)

De voorzitter:

Mijnheer Ger Koopmans. Ondanks de opvatting van uw vader dat "aan paarden en politiek de boerderij failliet gaat" bent u ruim tien jaar lid geweest van de Kamer en van de CDA-fractie.

Opvallend is uw enorme netwerk, of moet ik zeggen "bolwerk"? Monter, doortastend en altijd op pad, met uw telefoon aan uw hoofd gekleefd.

U bent zeer verknocht aan het Kamerlidmaatschap, dat u recentelijk nog omschreef als een "voorrecht, geen recht". Ook in de recessen was u altijd aanwezig om te reageren op actualiteiten, maar ook om creatief een plannetje te lanceren. Hoewel ten principale woordvoerder Landbouw, Verkeer en Waterstaat en Binnenlandse Zaken, blies u ook op andere beleidsterreinen graag een deuntje mee.

Als woordvoerder Milieu en Binnenlandse Zaken heeft u zich met tal van onderwerpen beziggehouden: van afval tot de benoeming van de Nationale ombudsman en van asbest tot de Algemene pensioenwet voor politieke ambtsdragers en niet te vergeten: uw jarenlange strijd tegen overbodige en volgens u irritante regels en hoge administratieve lasten.

Recentelijk nog hebt u veel werk verzet voor de Crisis- en herstelwet.

Als woordvoerder Verkeer was u ook zeer actief. U diende initiatiefnota's in over grensoverschrijdend spoorvervoer en over parkeren. Als lid van de tijdelijke commissie infrastructuurprojecten had u een scherp oog voor de juiste informatievoorziening aan de Kamer en de "kleine lettertjes". Van u komt de inmiddels ingeburgerde term "balletje-balletje", over de in uw ogen onnavolgbare mutaties op de begroting. Het ga u goed!

(applaus)

De voorzitter:

Mijnheer Henk Jan Ormel. U kwam op 23 mei 2002 in de Tweede Kamer en werd lid van de CDA-fractie. U werd woordvoerder biotechnologie, medisch-ethische zaken en dierenwelzijn. Dit leidde onder andere tot het voorzitterschap van de themacommissie Dierhouderij. Ook had u een belangrijke inbreng in de discussies over dierziektes, waarbij u in de debatten in de Kamer terug kon vallen op uw gedegen veterinaire kennis.

Maar het buitenland werd toch al snel uw voornaamste werkterrein. Als woordvoerder Buitenlandse Zaken en Europese Zaken was u zeer actief binnen en buiten de Kamer. Bijna vier jaar lang, van april 2007 tot november 2010, was U voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken.

Ook was u voorzitter van de Nederlandse delegatie naar de NAVO-Assemblee en twee jaar lang vice-president van deze assemblee. Overigens, zoals u zelf zei: "Dat klinkt stoerder dan het is, want er zijn vijf vicepresidenten."

Deze werkbezoeken en conferenties in het buitenland waren niet altijd zonder gevaar. Zo strandde u in juli 2008 met zes andere Kamerleden midden in het oerwoud van Zuid-Soedan, nadat de voorruit van het vliegtuig tijdens een onweersstorm was geraakt door een ijsblok, waardoor het een noodlanding moest maken. Gelukkig was er een kamp met Indiase VN-militairen in de buurt waar u liefdevol werd opgenomen.

(hilariteit)

De voorzitter:

Het is echt waar. Op u kon altijd een beroep worden gedaan voor het ontvangen van buitenlandse delegaties in de Kamer, want, zo zei u eens: "Het is noodzakelijk voor alle Kamerleden om over de dijken heen te kijken." Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Mevrouw Nebahat Albayrak. Onlangs maakte u bekend dat na veertien "heftige jaren" aan het Binnenhof het moment gekomen was om uit de politiek te stappen. U kwam na de verkiezingen van mei 1998 in de Kamer en werd lid van de PvdA-fractie. Als woordvoerder asielzaken kreeg u al snel te maken met moeilijke dilemma's en met de gevolgen die uw politieke opstelling heeft voor uw persoonlijke leven.

In februari 2007 werd u benoemd tot staatssecretaris van Justitie. Na de val van het kabinet in 2010 besloot u om zich opnieuw kandidaat te stellen voor de Tweede Kamer. Net als vier jaar daarvoor was u nummer twee op de kandidatenlijst. De verantwoordelijkheden die hiermee zijn verbonden, hebt u niet ontlopen. Dat blijkt ook uit uw kandidatuur begin dit jaar voor het politiek leiderschap van uw partij.

U hebt ook een reputatie opgebouwd als commissievoorzitter. Van maart 2003 tot februari 2007 was u voorzitter van de vaste commissie voor Defensie en vanaf november 2010 voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken. In die functie hebt u op collegiale wijze, maar zo nodig met strakke hand, leiding gegeven aan veel vergaderingen, hoorzittingen, gesprekken en niet te vergeten werkbezoeken, waaronder die aan de Nederlandse militairen in onder meer Irak en Afghanistan.

Deze laatste periode in de Kamer hebt u enige maanden onderbroken vanwege de geboorte van uw prachtige dochter Serra. Ik wens u alle goeds en wij blijven elkaar zien.

(applaus)

De voorzitter:

Mijnheer Coskun Çörüz. Sinds 29 mei 2001 bent u lid van de Tweede Kamerfractie van het CDA. U bent lid van de vaste commissies voor Veiligheid en Justitie en voor Buitenlandse Zaken, en van de OVSE-Assemblee. U bent ondervoorzitter van de Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven.

Uw maidenspeech ging over de Europese top in Laken; een van de laatste debatten waaraan u hebt deelgenomen was de succesvolle verdediging van uw initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de verruiming van de aansprakelijkheid van ouders voor gedragingen van minderjarigen vanaf de leeftijd van veertien jaar.

Als woordvoerder mensenrechten hebt u in uw hoedanigheid van mensenrechtenrapporteur van de parlementaire assemblee van de OVSE onlangs een opzienbarende ontmoeting gehad Julia Timosjenko.

Voetbalvandalisme heeft uw bijzondere belangstelling. Samen met uw collega's Richard De Mos en Tjeerd van Dekken hebt u een initiatiefnota ingediend over maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme en ernstige overlast.

De grote rol van ouders in het leven van hun kinderen was ook een belangrijke reden voor de indiening van uw initiatiefwetsvoorstel om ouders te verplichten bij de rechtszaak van hun kind aanwezig te zijn. Die verschijningsplicht is sinds 1 januari 2011 realiteit. Ook hebt u samen met uw collega Mirjam Sterk in de initiatiefnota "Gezin boven tehuis" aanbevelingen gedaan om de positie van pleegzorg in Nederland te versterken en kinderen in de knel meer kans te geven om op te groeien in een pleeggezin.

Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Mevrouw Janneke Snijder-Hazelhoff. Al sinds 7 december 1999 bent u – met een onderbreking van één jaar – lid van deze Kamer en van de VVD-fractie.

In uw maidenspeech gaf u al direct aan waar wat u betreft in het nationale beleid de schoen wrong. Onnodige regels en procedures, of ze nu te maken hadden met de Pachtwet, de Meststoffenwet of agrarisch natuurbeheer.

Uw persoonlijke ervaring, en de vele contacten in de landbouwsector, maakten dat u uitstekend wist wat er speelde en waar ondernemers en burgers in het dagelijks leven en in de uitvoering van beleid tegenaan lopen. Rechtdoend aan uw slogan "Mijn Nederland begint buiten Den Haag", werden recessen door u intensief benut om talloze werkbezoeken af te leggen en kennis op te doen op uw beleidsterrein.

Als rapporteur van het groot project ecologische hoofdstructuur hebt u steeds een deskundig oordeel geveld over de rapportages van het ministerie. Hier kon een slag geslagen worden tussen boer en natuur. Want dat boeren betrokken moeten worden bij het in stand houden van het cultuurlandschap, was uw stellige overtuiging.

Wij hebben u leren kennen als een door de inhoud gedreven Kamerlid met robuuste inbrengen. U bent scherp in het debat en tegelijkertijd constructief en samenbindend. Als voorzitter zeg ik: u bent ook lekker kort van stof. U was voorzitter van de commissie voor Infrastructuur en Milieu. Die commissie leidde u kordaat, betrokken en degelijk voorbereid door vele vergaderingen. U was daarin onverstoorbaar. Het ga u goed!

(applaus)

De voorzitter:

Nou, Ineke, nu moet Buro Renkema toch ook worden genoemd; het is niet anders, maar het was wel leuk.

U bent sinds 1998 Kamerlid en lid van de GroenLinks-fractie Daarbij bent u met meer dan 5000 dagen in functie een van de nestoren van de Kamer. U bent met grote passie woordvoerder geweest op het terrein van arbeid en zorg, kinderopvang, emancipatie, openbaar vervoer en koninkrijksrelaties. U was als woordvoerder spoor ook ervaringsdeskundige. U reisde altijd met de trein op en neer tussen Groningen en Den Haag. Ik weet uit eigen ervaring dat u gedurende die treinreis goed kon sms'en. U hebt daarnaast een groot aantal initiatiefvoorstellen ingediend en verdedigd, zoals de wet op het pappaverlof en het initiatiefwetsvoorstel flexibel werken. Ook bent u lid geweest van vele onderzoekscommissies. U was, kortom, een breed inzetbaar Kamerlid.

U bent jarenlang lid geweest van het Presidium van de Tweede Kamer. Daarnaast was u de afgelopen jaren vicefractievoorzitter van de GroenLinks-fractie. Ook hebt u het voorzitterschap van diverse vakcommissies bekleed. U was, misschien wel dankzij al deze functies, eindeloos creatief met het toepassen van het Reglement van Orde, dat u als geen ander kende. In het bijzonder gold dat voor art. 139 a, in al zijn varianten.

Wanneer u het woord voert of een debat voorzit, doet u dat met charme en flair. Ook enig improvisatievermogen is u niet vreemd. Duidelijk, maar met een grap, origineel, en ietwat recalcitrant. Daarnaast bent u een meester in de zogenaamde non-verbale communicatie. Als u echt iets wilt regelen met de minister of met de voorzitter van een vergadering, gaat u er nog eens goed voor zitten, zucht u wat, om vervolgens uw bril op de punt van de neus te schuiven en op ondeugende toon te zeggen: "Maar voorzitter, ik dacht dat wij dat wel even gingen regelen … Hebben wij een deal of niet?". Als voorzitter wist je dan nog van niets, maar ja, kom er dan nog maar eens tussen. Sommigen vinden u onverstoorbaar, anderen vinden u stoer. Beide typeringen beschouwt u als een groot compliment. Met u erbij was het nooit saai! Het ga je goed!

(applaus)

De voorzitter:

En we komen allemaal logeren.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Niet allemaal tegelijk, hoor!

De voorzitter:

Jawel, dat moet je kunnen.

Willibrord van Beek. In 1998 werd u voor de VVD lid van de Tweede Kamer. Vanaf 2006 bent u tevens lid van het Presidium en anno 2012 een van onze nestors en mijn rots in de branding als eerste ondervoorzitter van de Kamer. Als woordvoerder Financiën hield u uw maidenspeech tijdens de algemene financiële beschouwingen op 30 september 1998. In de periode van 2003 tot 2007 was u ondervoorzitter van de commissie Binnenlandse Zaken.

Als woordvoerder hield u zich bezig met onder andere de inrichting van het openbaar bestuur, de gemeentelijke herindelingen, bestuurlijke vernieuwing, benoemingen van burgemeesters en niet te vergeten van de Nationale ombudsman en zijn substituten. Naast deze woordvoerderschappen was u lid van de parlementaire enquêtecommissie Bouwnijverheid, van 2002 tot 2004, van 2005 tot 2010 was u voorzitter van de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken en sinds de laatste verkiezingen bent u voorzitter van de vaste commissie voor Defensie. Wat betreft de voorlaatste commissie Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken wil ik ook zeggen dat uw betrokkenheid verdergaat dan alleen de techniek. Ook daar bent u een mensenmens. U hebt vrienden gemaakt en dat hoort ook zo in het koninkrijk. Ook daar ben ik u zeer dankbaar voor.

U zelf beschouwt uw tijd als fractievoorzitter in het voorjaar van 2006, van 8 maart tot 29 juni 2006, als een van de hoogtepunten van uw tijd als Kamerlid. Als zodanig was u zeer nauw betrokken bij de staatkundige veranderingen die leidden tot een nieuwe structuur en nieuwe verkiezingen op 10-10-2010. Een bestuurlijk zeer interessant proces maar politiek gezien niet de gemakkelijkste periode. U genoot van deze nieuwe uitdaging. Dankzij uw rustgevende leiderschap loodste u ook de VVD door een moeilijke tijd.

U bent niet iemand van de harde uitspraken, van de felle debatten. U bent altijd op zoek naar oplossingen en u wilt de goede sfeer bewaren. Bij u staan de mensen altijd voorop. Ik wens u een mooie toekomst, maar met zoveel bestuurlijke ervaring en zo'n groot netwerk zal dat zeker goed komen. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Sharon. Ik heb je nog gesteund op het congres toen. Weet je dat nog? Ik was een van de weinigen met spreekrecht, afdeling Amstelveen, met dat tasje. Kleine Sharon, op dat podium. U weet niet wat u zag. Het partijbestuur had dat niet zo bedacht, maar ze kwam er. Het was geweldig om mee te maken. Ik heb nooit spijt gehad van mijn steun op dat moment, als oud mens uit Amstelveen. Nee, dat is echt waar, ik was toen al oud. Bij sommige partijen ben je snel oud.

Sharon Dijksma, maar dat wist iedereen al. Al vanaf 17 mei 1994 bent u lid van de Kamer. Toen was u met uw 23 jaar het jongste Tweede Kamerlid ooit. Vandaag vertrekt u als nestor en weer de jongste ooit.

Een korte opsomming van uw politieke loopbaan geeft uw veelzijdigheid en ambitie goed weer: lid van het Presidium, fractiesecretaris, vicefractievoorzitter, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken en voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken.

Als lid van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebt u zich grondig, neutraal en betrokken gekweten van de taak van rapporteur voor het groot project Rijk- en regioprogramma Amsterdam Almere Markermeer (RRAAM). In uw wijze van advisering aan de commissie over dit project was uw langjarige ervaring als Kamerlid en als bewindspersoon goed zichtbaar. Onder uw bezielende leiding kwam in 2006 een tussenrapport gereed van de werkgroep Vervoer HSL-Zuid – de werkgroep-Dijksma – met een feitenrelaas over dit zeer complexe project dat tot op de dag van vandaag op veel mediabelangstelling mag rekenen. Als woordvoerder hebt u zich hard gemaakt voor de kwaliteit van het spoor en het openbaar vervoer en voor de vergroting van de verkeersveiligheid in Nederland. In 2005 diende u een initiatiefnota in voor gratis ov. Recentelijk nog diende u een actieplan in dat voorstellen bevat voor de aanpak van scooteroverlast.

In de Kamer voelde u zich als een vis in het water. De nodige scherpte kan u niet worden ontzegd. Wij hebben u leren kennen als een aimabel, bevlogen en strijdbaar Kamerlid. Volgens mij was u ook een van de eersten die gebruikmaakte van de vervangingsregeling. Of vergis ik mij? Dat kon toch nog niet, zo hoor ik. Die regeling was dan toch nodig.

Wij zullen u gaan missen, nestor van de Kamer. Het ga u goed.

(applaus)

De voorzitter:

Wie zou er verder nog weggaan? U zou toch schrikken als ik nog iemand noemde. Dit waren de collega's die vertrekken, op een na.

Ik kom nu op het onderwerp koninklijke onderscheidingen. Het is mij een groot genoegen dat ik de Kamer kan meedelen dat het Hare Majesteit de Koningin heeft behaagd om de leden Van Beek, Çörüz, Koopmans, Ormel, Ferrier, Van der Ham, Sterk, Aptroot, Smeets, Smilde, Blanksma en Biskop te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Ik verzoek deze leden om naar voren te komen en zich voor het spreekgestoelte op te stellen, zodat ik ze de versierselen kan opspelden die behoren bij deze benoeming. Ik verzoek de leden, mij toe te staan om zonder schorsing mijn stoel enige tijd te verlaten. De aanwezige pers wordt in de gelegenheid gesteld om foto's te maken, en wel na het opspelden van de versierselen, tijdens de volgende schorsing.

(De bij de onderscheiding behorende versierselen worden door de Voorzitter opgespeld.)

De voorzitter:

Namens uw collega's mag ik u van harte feliciteren met uw koninklijke onderscheiding.

Ik geef nu het woord aan de nestor van de Kamer: mevrouw Sharon Dijksma.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Ik feliciteer de collega's van harte met de koninklijke onderscheiding.

Nog maar achttien jaar geleden was het ondenkbaar dat u en ik, mevrouw de voorzitter, hier op dit moment deze rol zouden vervullen. Nog maar achttien jaar geleden had de Tweede Kamer nog nooit een vrouwelijke Voorzitter gekozen en was de nestor van het parlement meestal een gepensioneerde man met doorgaans een nette "comb over". Nog maar achttien jaar geleden werd ik, een maand 23 jaar oud, gekozen tot het jongste Kamerlid allertijden, een eretitel die inmiddels door collega Bashir is overgenomen. Destijds had ik mij nooit kunnen bedenken dat ik hier nu als langstzittend Kamerlid voor u zou staan. Ik vond de traditie dan ook voor verandering vatbaar. Toen in 1998 Camiel Eurlings als nieuw jong Kamerlid werd beëdigd, heb ik de stoute schoenen aangetrokken en hem eigenhandig verwelkomd in het parlement. Hij kreeg een boekje met de illustere titel De wereld moet beter worden. Het was een enthousiaste poging om de verjonging van het Nederlandse parlement aan te wakkeren. De gemiddelde leeftijd van de Tweede Kamer zal vanaf morgen ruim 44 jaar zijn. Zo jong was de Tweede Kamer nog nooit. In dat opzicht is de missie van toen zeker geslaagd en kan ik met een gerust hart mijn biezen pakken. Ondertussen lijkt het percentage vrouwelijke Kamerleden wel een beetje af te nemen. In dat opzicht is er dus nog wel het nodige werk aan de winkel.

Er rust vandaag een bijzondere verantwoordelijkheid op mijn schouders. Want welke boodschap geef je mee namens alle collega's die al dan niet uit vrije wil ook hun laatste Kamerdag beleven? En belangrijker nog, wat hebben wij, de vertrekkende leden, de zittenblijvers eigenlijk nog te melden? Een wijze les uit de politiek "als je zegt dat je weggaat, ben je al weg" geldt vandaag de dag nog steeds. Omdat ik als jonge moeder van 41 toch wel een beetje een atypische nestor ben, verwacht u van mij misschien een wat levendiger verhaal dan normaal. Ik zou haast zeggen een verhaal waarbij een welluidend "bam!" niet zou misstaan. Maar ik heb met de heer Dibi afgesproken dat we dat vandaag niet doen.

Het lijkt mij niettemin aardig om in deze bijdrage – we zijn nu toch onder ons – een paar dingen met u te delen die nog niet iedereen eerder heeft gehoord. In het bedrijfsleven zou men nu spreken van een stukje ontmythologiseren, dat overigens een vreselijke term is. Dat kan ook in dit huis geen kwaad. Ik heb dus maar even in het collectieve geheugen gegraven voor een paar dingen die u altijd al wilde weten, maar die niemand u ooit durfde te vertellen. Het is dus een soort "wist u dat?".

Je komt dan toch een paar opmerkelijke feiten tegen, bijvoorbeeld over onze gewaardeerde collega Wilders. Wist u dat de heer Wilders ooit in goed gezelschap van een socialiste en een democraat op werkbezoek is geweest bij nota bene de communisten in Vietnam? De jonge Geert had het ook toen al voorzien op alles wat links was, maar hij heeft de boeiende reis, die meerdere weken duurde, toch mooi zonder mopperen uitgezeten.

(hilariteit)

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Het moet gezegd: het was nog gezellig ook.

Wist u dat een reisgezelschap met daarin onder andere het jonge Kamerlid Verhagen ooit door de minister van Buitenlandse Zaken van Eritrea bijna het departement werd uitgesmeten met de woorden "if you want to control us, I'll throw you out of the window!"?

(hilariteit)

Mevrouw Dijksma (PvdA):

De vader van Wouter Bos, toenmalig ambassadeur in Ethiopië en Eritrea, was "not amused". Want de zorgvuldig opgebouwde relatie tussen de regeringen daar en hier, lag in één klap aan diggelen. Toch had de delegatieleider, de veel te jong gestorven, lieve en superslimme Maarten van Traa, het grootste gelijk van de wereld toen hij de corrupte machthebbers ter plaatse naar hun financiële deugdelijkheid vroeg. Zijn moedige optreden maakte op de heer Verhagen – en ook op mij – diepe indruk.

Na al deze luchtigheid moet er natuurlijk ook nog ruimte zijn voor een wat serieuzere boodschap. Gezien de overweldigende reacties van mijn gewaardeerde medeleden – ik kreeg er één – komt nu dus het pièce de résistance van mijn laatste bijdrage in uw huis. Ik hoop dat de heer Van der Ham zich erin herkent.

(hilariteit)

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Laten we eerlijk zijn. Het Kamerlidmaatschap is boven alles – ik zeg het de heer Koopmans ook vandaag na – een groot voorrecht. Tegelijkertijd is het in mijn ogen een van de meest onderschatte functies die wij kennen. Hoe vaak zie je niet dat mensen oprecht menen hier met een grote mond en een beetje geluk een heel eind te kunnen komen? Dan zie je soms dat mensen die buiten de politiek een grote staat van dienst hebben opgedaan, in de Tweede Kamer plotseling machteloos kunnen zijn. Politiek is ambacht, mevrouw de voorzitter. Het kenmerk van een ambacht is dat je het in de vingers moet hebben. Onze Duitse buren hebben daar een prachtige term voor. Zij noemen dat "fingerspitzengefühl". Het maakt namelijk nogal wat uit of je schriftelijke of mondelinge vragen stelt, of je als eerste of als laatste spreekt, of je voor de troepen uitloopt of altijd net te laat bent. Het maakt nogal wat uit of je zelfs van het kleinste onderwerp politiek kunt maken of zelfs in de belangrijkste debatten onzichtbaar bent. Een goed politicus heeft niet alleen een ideologische opvatting over de inrichting van de samenleving, maar heeft ook een groot strategisch inzicht wat betreft timing, thema's en taal. Daarbij geldt dat je zeker in de Haagse politiek het labyrint van geschreven en ongeschreven regels van binnen en van buiten moet kennen. Als je die namelijk niet kent, verdwaal je hier hopeloos.

In de afgelopen achttien jaar hebben we maar liefst zeven kabinetten zien komen en gaan. Met al die verkiezingen is de omloopsnelheid van politici groter en groter geworden. Zo langzamerhand mogen politieke partijen zichzelf de vraag stellen of de houdbaarheid van de eigen Kamerleden niet vergroot moet worden. Ik had nooit gedacht dat ik dat nog eens moest zeggen. Achttien jaar geleden maakte ik mij met heel veel andere mensen druk over de vernieuwing van het parlement en het gebrek daaraan. Inmiddels hebben velen met mij grote zorgen – de voorzitter heeft daar gisteravond nog over gesproken – over het gebrek aan ervaring.

Toen Anne Vondeling, oud-Kamervoorzitter, zich in 1976 de vraag stelde of de Kamer lam of leeuw was, ging het natuurlijk niet alleen maar over de instrumenten die de Kamer ter beschikking heeft. Sterker nog, in principe hebben de Kamerleden, u allen, de ruimte om de boel naar hun hand te zetten. Dat zie je ook wel aan de wijze waarop nu, vanuit het parlement zelf, de formatie geregisseerd wordt. Belangrijker is dus de mentaliteit waarmee Kamerleden en fracties hun taken opvatten. Zijn volksvertegenwoordigers in staat om autonoom te blijven handelen? Durven fracties aan de eigen regering een grens te stellen als dat nodig is? Dat vereist niet alleen politieke moed, maar ook de zelfverzekerdheid die past bij iemand die je niets meer kunt wijsmaken. Dan helpt het als Kamerleden voldoende ervaring in huis hebben om zich door slimme bewindslieden – ik weet er alles van – niet de kaas van het brood te laten eten.

Met de generatie politici die vandaag voor het laatst in de bankjes is aangeschoven, verdwijnt ook een aantal kleurrijke persoonlijkheden uit het parlement. Dat is in zekere zin een grote aderlating, omdat juist mensen die de dingen op hun eigen manier aanpakken heel verfrissend en aansprekend kunnen zijn. Helaas is er in de politiek niet altijd voldoende ruimte voor mensen die afwijken van de norm. Ik hoop van harte dat er ook in de toekomst ruimte blijft voor creativiteit en non-conformisme. Dat maakt de politiek voor velen buiten dit huis net dat beetje sprankelender.

Vanaf morgen is een aantal van ons geen Kamerlid meer. Voor mij en vele anderen is dat een eigen keuze. Voor een aantal van de collega's is het vertrek noodgedwongen. Dat doet natuurlijk gewoon pijn. In de afgelopen jaren hebben we met ziel en zaligheid geprobeerd een kleine bijdrage te leveren om dit mooie land een stap verder te brengen. Velen van ons hebben ervaren dat je daarmee geregeld tegen de stroom van de publieke opinie in roeit. Het hoort er allemaal bij.

Voor ons allen geldt dat we deze dag doorbrengen met een groot gevoel van weemoed en dankbaarheid, omdat we in ons leven een bijzondere periode als Kamerlid afsluiten. Het is en blijft stiekem toch de allermooiste baan van de hele wereld. Daarbij past het om uit de grond van ons hart alle medewerkers, de mensen van de Griffie, de mensen in het restaurant, de bodes, de fractiemedewerkers, de mensen van de beveiliging en alle mensen die ik nu niet noem, bijzonder te bedanken. Zonder deze mensen zou alles hier letterlijk in het honderd lopen. In de laatste plaats bedank ik natuurlijk ook mijn eigen partij, die zo veel voor mij betekent. Zonder haar had ik hier niet gestaan. Het ga u allen goed.

(applaus)

De voorzitter:

Dit applaus wordt eerlijk verdeeld over Sharon en alle medewerkers die ze heeft toegesproken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering en heet u allen heel hartelijk welkom. In het bijzonder heet ik welkom in vak-K de minister-president en in de voorzittersloge de Voorzitter van de Eerste Kamer. Naar ik heb begrepen, zullen beiden ook het woord voeren. Verder heet ik welkom mijn collega's van de Staten van Aruba en de Staten van Sint-Maarten de heren Croes en Samuel, de premier van Aruba de heer Eman, de Gevolmachtigd minister van Aruba de heer Abath, de Commandant der Strijdkrachten de heer Middendorp en de Griffier van de Eerste Kamer de heer Hamilton. Ook heet ik welkom de oud-voorzitter van de Staten van Sint-Maarten mevrouw Arrindell; ik ben heel blij dat u gisteren en vandaag mijn gast wilde zijn. Wie er naast haar zit, heb ik nu even niet paraat maar in ieder geval kan ik zeggen: ik ben ook blij dat u er bent! Verder heet ik welkom de gasten die gezeten zijn in de ambtenarenloge. Dat zijn mijn geliefden, groot en klein, maar van groot naar klein worden ze steeds liever. Ook op de tribune zitten nog heel veel geliefden. Ik ben heel blij dat jullie er allemaal zijn!

Ik geef het woord aan de eerste ondervoorzitter, het lid Van Beek, onze jonge ridder.

De heer Van Beek (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Mijn tekst is korter dan die van vanochtend, maar deze moest ik ook zelf schrijven.

Mevrouw de voorzitter, mevrouw Verbeet, Gerdi, het doet mij genoegen dat ik een paar woorden mag zeggen in aanwezigheid van uw gasten: uw echtgenoot Wim Meijer, de kinderen en de kleinkinderen, de minister-president, de Voorzitter van de Eerste Kamer, de minister-president van Aruba, uw collega's uit Aruba en Sint-Maarten, de Commandant der Strijdkrachten generaal Middendorp en al die anderen die hier gekomen zijn voor dit bijzondere moment.

Toen u lid werd van de Tweede Kamer was u voor velen van ons geen onbekende. Als politiek adviseur van mevrouw Netelenbos en daarna van oud-collega Ad Melkert had u bekendheid bij vele collega's. De overstap vanuit dit soort functies naar de Kamer komt vaker voor. U kwam met een duidelijke onderwijsachtergrond. Een liefde die u nooit hebt verloren en die tot op de dag van vandaag soms herkenbaar is. Het onderwijs zit u in de genen. De eerste jaren van uw Kamerlidmaatschap hadden wij persoonlijk in de Tweede Kamer weinig gemeenschappelijke aandachtspunten. Buiten dit huis echter wel. We waren beiden actief in het adviseurschap bij een interessante internationale onderneming. We bespraken daar de Haagse politieke opvattingen maar ook de zorgen van iedere dag van die onderneming. Heel nuttig voor ons maar ook voor het bedrijf.

Toen ik in 2006 op een dag naar huis ging, trof ik u in de parkeergarage. Zonder veel omhaal vertelde u mij toen dat u voornemens was u kandidaat te stellen voor het voorzitterschap van de Kamer. Het betrof geen onderzoek naar steun, geen beroep op u door anderen, maar gewoon uw eigen ambitie: ik wil voorzitter worden. De middag dat de Kamer aan de keuze besteedde, staat mij nog duidelijk voor ogen. Er was sprake van een sterk veld met een drietal kandidaten en ten slotte, na de laatste stemming, heette de nieuwe voorzitter tot veler verwondering Verbeet.

Bij het voorzitterschap is het niet de vraag of de voorzitter de reglementen goed kent, maar gaat het om de manier waarmee er met die reglementen wordt omgesprongen, wanneer dat streng is en wanneer dat soepel kan. In de loop van uw jaren is de Kamer veranderd, dus ook het voorzitten is veranderd.

Uw doel was altijd dat een debat ergens toe leidt. Was die kans er, dan moest er ook ruimte zijn voor dat debat. Was een debat bij voorbaat kansloos om tot iets goeds uit te groeien, dan moest het ook maar niet te lang duren. Iedereen kan zich wel een opvallend of bijzonder debat herinneren dat karakteristiek was voor u als Voorzitter. Daarbij ging het u steeds beter af om zonder grote woorden de Kamer tot consensus te brengen. Vooral het vragenuur dat onder uw leiding een aantal keren gemoderniseerd werd, ging u steeds beter af, maar ook de regeling van werkzaamheden liet zien dat onder uw leiding de procedureafspraken snel tot stand konden komen. Uw optreden daarbij valt het beste te karakteriseren als resoluut. U bent een vakvrouw die tot op de laatste dag zelf kritisch kijkt naar haar eigen optreden. Na belangrijke debatten de filmbeelden samen bekijken en er weer van leren voor een volgende keer: dat kenmerkt uw professionaliteit.

De Kamervoorzitter wordt door de buitenwereld vooral beoordeeld op het leiden van debatten. Toch is de functie veel breder en omvattender. Het voorzitterschap van het Presidium en de leiding aan ambtelijke organisaties zijn minder zichtbaar, maar uiteindelijk misschien wel veel belangrijker. U wist steeds de rollen en verantwoordelijkheden uit elkaar te houden, maar tegelijkertijd alle invloed uit te oefenen op de organisatie onder leiding van de leden van de directie, te stimuleren en waar nodig te corrigeren. Opvallend was vooral uw betrokkenheid bij de mensen. U was betrokken bij de leden van de Kamer. U was zeer meelevend met collega's waar het goed mee ging maar vooral met collega's die in de problemen zaten. Uw persoonlijke aandacht ging ook uit naar de medewerkers van de ambtelijke organisatie. Ook daarbij was er grote aandacht voor mensen waar het goed mee ging en voor mensen die in de problemen zaten.

Als voorzitter van het Presidium had u ook veel contacten namens de Kamer, met de ministers-presidenten in de achtereenvolgende kabinetten, de ministers, maar bijvoorbeeld ook met uw collega's, de Voorzitters van de Eerste Kamer. Dan ging het er vaak om duidelijk te maken hoe wij iets willen hebben en hoe de Tweede Kamer ergens over denkt. Dan was het niet de bedoeling alleen maar ruzie te maken. Dan was het nodig te overtuigen of soms duidelijk grenzen te stellen. Wij konden u om een boodschap sturen, want u kwam niet vaak met lege handen terug.

Kenmerkend in uw werk was uw inzet om dit parlement zich te laten ontwikkelen tot een modern parlement, toegankelijk via de elektronische media maar ook als een open huis van de democratie. Iedereen moet kunnen komen, vooral jonge mensen. Ondanks de strenge maatregelen ter beveiliging zette u zich in voor een open huis. Uw aandacht heeft eraan bijdragen dat we met sprongen vooruitgegaan zijn als het gaat om de technische mogelijkheden. Het versterken van het parlement en het uitdragen van de waarden van de parlementaire democratie zijn steeds uw drijfveren geweest. Dat gebeurde in het besef dat Kamerleden gewone mensen zijn, maar een heel bijzonder ambt vervullen. Daarvan moeten wij zelf overtuigd zijn en daarvan moeten wij anderen soms overtuigen. Dat is een taak van ons allemaal, maar de Voorzitter heeft daar de afgelopen jaren steeds haar uiterste best voor gedaan.

De afgelopen jaren zijn ook de contacten met de Staten van Curaçao, Aruba en Sint-Maarten verder verbeterd. Het blijft nog zoeken hoe die samenwerking verder gestalte moet krijgen, maar aan de voorzitters zal het niet liggen. Daarnaast vraagt ook de positie van de BES-eilanden verder onze aandacht.

Een derde rol van de Voorzitter is het representeren van de Tweede Kamer naar buiten toe. Op vele momenten hebt u ons vertegenwoordigd in binnen- en buitenland. Die rol ging u goed af. Wij herinneren ons uw prachtige speech op 4 mei vorig jaar op de Dam in Amsterdam, maar er zijn heel veel van dit soort gebeurtenissen waarbij u het gezicht van de Tweede Kamer was. Soms was u te gast in serieuze programma's, soms in meer luchtige programma's, maar altijd met het doel het parlement goed over het voetlicht te brengen.

Uw aandacht voor onze krijgsmacht en vooral voor de momenten waarop door individuele militairen en hun families het zwaarste offer was gebracht, was belangrijk en getuigde van diepe betrokkenheid. Persoonlijk vind ik de vertegenwoordiging naar de maatschappij op vele momenten en bij veel verschillende gebeurtenissen heel belangrijk. Dit soort representatie kost heel veel tijd en valt vaak op vervelende momenten, maar de maatschappelijke waardering ervoor is groot.

Ten slotte uw vierde taak. U bent een van de vaste adviseurs van Hare Majesteit. Wij kunnen niet beoordelen hoe dat ging, want wij waren er niet bij. Toch zeg ik er iets van, omdat het ons is opgevallen dat deze adviezen altijd buitengewoon serieus werden voorbereid. Daarbij werden alle fractievoorzitters bevraagd, opdat u geheel op de hoogte was van hun opvattingen. Het was belangrijk en plezierig dat dit zo ging.

De Kamer heeft recentelijk besloten om veranderingen aan te brengen in de procedure rond de kabinetsformatie. De Kamer nam het politieke besluit, maar de voorzitter doordacht het hele proces. U realiseerde zich dat het aanzien van de Kamer het vraagt om ervoor te zorgen dat alles vlekkeloos verloopt. Het is jammer dat u niet meer het hele proces in functie meemaakt. De Tweede Kamer zal echter volop gebruik kunnen maken van uw voorbereidend werk.

Mevrouw Verbeet gaat zoals ze gekomen is. Op een moment, niet lang geleden, zei ze me: "Ik stop ermee." Opnieuw een autonoom besluit. Doordacht en helder gemotiveerd. Wij, collega's van u, zijn meer dan tevreden over de periode-Verbeet. Vandaag scheiden onze wegen. Na elf jaar Kamerlidmaatschap, waarvan ruim zes jaar als Voorzitter, hebt u ervoor gekozen om u niet meer verkiesbaar te stellen.

Vertrouwen is goed maar begrijpen is beter: dat is de titel van uw boek over de vitaliteit van de parlementaire democratie. U hebt deze leus zelf in praktijk gebracht door een open benadering van uw collega's en de drang om het standpunt van de ander te begrijpen. Aan die openheid en dat begrip hebt u vanuit de politiek ook gewerkt in uw contacten met de samenleving. Daarmee hebt u de Kamer meer aanzien gegeven en een belangrijke bijdrage geleverd aan de parlementaire democratie: een systeem met gebreken, maar, Churchill zei het al, de minst slechtste staatsvorm die we kennen.

Namens de collega's zeg ik u dank voor alles wat u voor ons parlement hebt gedaan. Vanaf deze plaats wil ik die dank ook betrekken op uw echtgenoot, Wim Meijer. Hij heeft u vele avonden en weekenden moeten missen omdat u dan ergens namens ons of voor ons onderweg was. Wij zijn benieuwd waar wij u zullen terugzien. Het zal zonder twijfel opnieuw een belangrijke maatschappelijke functie zijn.

Het ga u goed! Geniet van uw man, de kinderen en de kleinkinderen en denk zo af en toe nog eens aan deze mooie periode terug.

(applaus)

De voorzitter:

Dank je wel, Willibrord. Dank u wel.

Ik geef het woord aan de Voorzitter van de Eerste Kamer, de heer Fred de Graaf.

De heer De Graaf:

Mevrouw de voorzitter, dames en heren leden van de Tweede Kamer. Ik dank u voor de gelegenheid om hier vandaag het woord te mogen voeren.

Mevrouw de voorzitter. Toen u in mei van dit jaar aankondigde u niet opnieuw verkiesbaar te stellen voor de Tweede Kamer, schoten mij de woorden te binnen die u uitsprak bij uw kandidaatstelling voor het voorzitterschap in 2006: "Verbeet is het begin van verbetering". Dat hebt u waargemaakt.

U hebt zich gedurende de zes jaar van uw voorzitterschap ingezet voor een sterk parlement en schrok daarbij niet terug voor indringende zelfreflectie. Een lijvig rapport met veel verbeterpunten was daarvan het resultaat. U hebt gepleit voor een veel grotere variëteit in maatschappelijke achtergrond van Tweede Kamerleden en u hebt met succes aangestuurd op een sterkere verbondenheid van jongeren met de Kamer. Ook hebt u het format van het vragenuurtje herzien en belangrijke veranderingen in het communicatiebeleid van de Kamer doorgevoerd.

U hebt zich als Voorzitter laten kennen als een taalpurist. U dringt er steeds op aan dat politici letterlijk en figuurlijk duidelijke taal spreken, hetgeen volgens u doorslaggevend is voor het vergroten van het vertrouwen van de burger in de volksvertegenwoordiging. Als "duidelijke taal" betekent dat politici zich hier en daar iets te alledaags uitdrukken, dan neemt u dat voor lief. Als zij echter te ver gaan, dan grijpt u in op een manier die u vroegere carrière als onderwijzeres verraadt.

U combineert in de vergaderingen op een unieke manier directheid, luchtigheid en humor enerzijds en respect en ernst anderzijds. Door uw eigen stijl en door in uw positie steeds uzelf te blijven, hebt u landelijke bekendheid gekregen en zijn velen u gaan zien als hét gezicht van de Tweede Kamer. Mij zijn geen peilingen naar uw populariteit bekend – voor wat die waard zouden mogen zijn – maar mijn eigen intuïtie en observatievermogen zeggen mij dat veel landgenoten vonden dat het voorzitterschap van de Tweede Kamer bij u in vertrouwde handen was.

De waardering die u binnen de Kamer hebt geoogst, is niet treffender tot uitdrukking gekomen dan bij uw herverkiezing in 2010. Was u in 2006 nog de verrassende winnaar in een titanenstrijd, in 2010 kreeg u snel en moeiteloos een aanzienlijk deel van de Kamer achter u, en dat op basis van inmiddels bewezen kwaliteiten.

Het voorzitterschap van de Tweede Kamer bracht u uiteraard ook in aanraking met de Eerste Kamer. Kamervoorzitters ervaren bij uitstek het spanningsveld dat de grondwetgever in het bicamerale stelsel van de Staten-Generaal heeft ingebouwd. Uw partijgenoot Bertus de Rijk, die 32 jaar lid was van de Eerste Kamer waarvan 11 jaar als eerste ondervoorzitter – hij overleed deze zomer – heeft het politieke gevoelen omtrent de Eerste Kamer eens als volgt verwoord. Hij was een filosoof, dus heel langzaam lezen. Ik citeer: "Nog altijd kunnen wij de politieke partijen in Nederland in tweeën verdelen. Er is een aantal partijen waarvan de Leden in de Eerste Kamer moeite hebben met hun eigen principiële afwijzing van de Eerste Kamer. De andere partijen zijn de partijen waarvan de fracties in de Tweede Kamer moeite hebben met hun principiële strijd voor het behoud van de Eerste Kamer".

In dit spanningsveld hebt u, wanneer u dat nodig oordeelde, doortastend de belangen van de Tweede Kamer behartigd. Werd u in de beginfase van uw voorzitterschap vanuit de Eerste Kamer misschien wel eens bejegend als de junior voorzitter van de Staten-Generaal, mijn directe voorganger René van der Linden en ik hebben beleefd dat ú de ervaren Kamervoorzitter aan het Binnenhof was. Charmant, maar duidelijk bracht u uw standpunten over de orde der zaken naar voren.

Ik prijs mij gelukkig dat ik hier vandaag mag staan en dat ik mag onderstrepen dat onder uw voorzitterschap van de Tweede Kamer de verhoudingen tussen de Tweede Kamer en de Eerste Kamer steeds zeer plezierig zijn geweest. Spanningen konden gemakkelijk worden weggenomen en er is geen probleem geweest dat niet in goed overleg kon worden opgelost. Zeer goede herinneringen bewaar ik uiteraard aan de rol van gastvrouw en gastheer, die wij samen hebben mogen spelen bij internationale ontvangsten van hoogwaardigheidsbekleders. Ook noem ik ons gezamenlijke optreden bij officiële herdenkingen. Vele herdenkingen in het gebouw van de Tweede Kamer droegen uw persoonlijke stempel. Talloze veteranen, maar ook jonge mensen, scholieren en anderen, hebt u door de jaren heen op hartverwarmende wijze toegesproken en voor u ingenomen.

In de jaren van uw voorzitterschap is de rol van de nationale parlementen binnen de Europese Unie drastisch veranderd. Mijn voorgangers en ik hebben met u die veranderingen aan den lijve ervaren tijdens de Speakers' Conferences van de parlementen van de EU-lidstaten. U bereidde zich daar grondig op voor en markeerde breed gedragen opvattingen vanuit het Nederlandse parlement.

Geachte mevrouw Verbeet, lieve Gerdi, ik wil je namens de Eerste Kamer, maar ook persoonlijk, hartelijk danken voor de samenwerking en voor de contacten die wij hebben onderhouden. Refererend aan de uitspraak bij je kandidaatstelling, "Verbeet is het begin van verbetering", zou ik willen zeggen: Verbeet hééft verbeterd. Je hebt je rol als Kamervoorzitter met verve en passie vervuld. De effecten van je voorzitterschap zullen lang nagalmen.

Als ik zo vrij mag zijn: je oma zou trots op je zijn geweest, en niet alleen om je smaakvolle kleding. Je finest hour heb je misschien wel tot het laatst bewaard, toen je, tegen de scepsis van velen in, de kabinetsformatie na de verkiezingen van 12 september jongstleden in ieder geval een vliegende start gaf. Uiteraard blijft de Eerste Kamer haar bekende ruimtes graag, gastvrij en herkenbaar voor de kabinetsformatie ter beschikking stellen.

Gerdi, vanaf nu draag je voor de rest van je leven de titel "oud-voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal". Ongetwijfeld zul je maatschappelijk actief blijven, waarbij je nu de unieke mogelijkheid hebt om te doen wat je belangrijk en leuk vindt. Veel succes daarbij. Ik wens jou, je man Wim, je kinderen en kleinkinderen nog vele goede jaren toe. Ik zal je missen!

(applaus)

De voorzitter:

Fred, zeer bedankt voor je heel vriendelijke woorden namens de Eerste Kamer.

Ik mag nu het woord geven aan de minister-president.

Minister Rutte:

Mevrouw de voorzitter. Bijna zou ik vandaag zondigen tegen alle regels van dit huis; de verleiding is namelijk heel groot om u bij deze gelegenheid te tutoyeren. Maar met u in de voorzittersstoel en in deze, toch zeer officiële, omgeving lijkt het me beter om niet aan deze verleiding toe te geven, en alleen al om daarmee recht te doen aan uw eigen opvatting over de plaats van deze Kamer in ons democratisch bestel. Ik zie dat u het met mij eens bent. Maar één regel moeten wij vandaag wel overboord gooien, want het spreken via de voorzitter is vandaag onmogelijk.

Mevrouw de voorzitter! Je hoort vaak zeggen dat een mens het best maar op zijn hoogtepunt kan stoppen. Dat is niet iedereen gegeven, maar u wel. Toen u namelijk begin mei bekendmaakte geen nieuwe termijn als Kamervoorzitter te ambiëren, hoorden we eigenlijk alleen maar reacties van mensen die dat jammer vonden. Van links tot rechts en zowel van binnen als van buiten de politiek. Daaruit bleek overduidelijk grote waardering voor de manier waarop u deze mooie maar ook moeilijke baan hebt vervuld. Die waardering is volkomen terecht.

Zelf vergeleek u in een interview de ervaring van het Kamervoorzitterschap ooit met autorijden. U vertelde het eerste halfjaar soms nog wat gespannen achter het stuur te hebben gezeten – druk bezig met alle knoppen en pedalen, ook letterlijk – en daarna lukte het steeds beter en vaker om naar buiten te kijken en van het landschap te genieten, zoals u dat zo mooi formuleerde. U zei: ik geniet erg van mijn baan. Dat was eigenlijk een overbodige toevoeging, want we hebben dat allemaal de afgelopen jaren kunnen zien. U was als Voorzitter gedecideerd, maar ook de rust zelve. U deed het werk met humor en kennelijk plezier.

Eén ding stond bij uw werk als Kamervoorzitter steeds voorop: het primaat van deze Kamer als controleur van een regering en als medewetgever. Daaraan deed u in het contact met het kabinet geen concessies. Ook niet als er weleens gemopperd werd over het aantal spoed- en dertigledendebatten, of wanneer bewindslieden samen naar de Kamer werden geroepen. Vaak, of eigenlijk af en toe, werd ik gebeld door de Voorzitter als een bepaalde bewindspersoon, een minister of staatssecretaris, weigerde aan dat oproepen gevolg te geven. Wij voerden op zo'n moment een kort gesprek, en dat deed ik dan weer met die minister of staatssecretaris.

(hilariteit)

Minister Rutte:

Anne Vondeling, een van uw voorgangers en uw grote voorbeeld als Kamervoorzitter, schreef ooit "Tweede Kamer: lam of leeuw?" Voor u is dat nooit een vraag geweest. Als de Kamer roept, dan komen de ministers. Zo hoort dat in uw opvatting, en ik ga dat inderdaad niet betwisten. Het parlementaire werk is in ons democratische bestel het allerhoogste.

Het is volgens mij een bewuste keuze geweest om dat ook in uw persoonlijke optreden uit te dragen. U was niet alleen Kamervoorzitter in deze zaal, maar ook daarbuiten. Dat hebben we gezien bij tal van officiële gelegenheden, waaronder een lange reeks buitenlandse bezoeken en vooral de jaarlijkse dodenherdenking op 4 mei. U hield daar zeer persoonlijke toespraken en toonde uw persoonlijke betrokkenheid bij de nabestaanden, maar ook bij de mensen die op dit moment voor Nederland actief zijn in oorlogsgebieden. Bij die gelegenheden stond er steeds een echte "mevrouw de Voorzitter". Ik herinner mij de reis naar de Antillen in 2007, waarbij de heer Pechtold, mevrouw Halsema en ik wanneer u niet in beeld was, steeds vroegen: waar is de Voorzitter? We hadden het niet over "mevrouw Verbeet" maar over "dé Voorzitter".

Waardig, onberispelijk en zich volkomen bewust van het hoge instituut dat u vertegenwoordigt. De woorden die u bij deze gelegenheden koos, zeker op 4 mei, lieten elke keer weer zien hoe belangrijk u het vond om iedere keer de juiste toon te raken. Met die zorgvuldigheid dwong u respect af. Daarmee liet u ook zien dat u het heel zorgvuldig deed. Zoals een journalist het ooit mooi verwoordde: "In professionaliteit hoeft ze slechts de koningin boven zich te dulden." Dat lijkt mij een groot compliment.

Even opvallend is hoe deze opvatting over het voorzitterschap niet stopte bij die representatieve rol. U beschouwde het ook als uw taak om het grotere publiek meer bij de parlementaire democratie te betrekken. Het boek is al genoemd: Vertrouwen is goed maar begrijpen is beter. U lanceerde dit in, naar ik meen, De Wereld Draait Door. Het is waar. Voor het vertrouwen in ons parlementaire bestel helpt het als mensen ook weten en snappen wat er hier gebeurt. Kennis leidt nu eenmaal tot begrip. In die relatie met de samenleving hebt u heel veel geïnvesteerd, met steeds weer dezelfde boodschap: de parlementaire democratie is een groot goed en is niet het eigendom van slechts de Kamerleden maar van alle Nederlanders. Daar moeten we met elkaar als land heel zuinig op zijn.

Voor u was het taalgebruik in deze zaal altijd een belangrijk element. Let wel, u gaf steeds alle ruimte voor een stevig debat. Kamer en kabinet mochten elkaar, uiteraard via de voorzitter, gerust de waarheid zeggen, ook al ging dat soms minder parlementair. Wie niet tegen de hitte kon, moest maar uit de keuken blijven. Zo ziet u dat volgens mij. Maar wel graag in begrijpelijke taal, want aan jargon en moeilijke woorden had u als Voorzitter een enorme hekel. "Liever geen geheimtaal", zei u dan. Dat liet u merken ook, zonder aanzien des persoons, zo weet ik uit eigen ervaring. Ook ik heb een enkele keer via de bode een briefje gekregen met de vraag of ik het misschien niet langer wilde hebben over "intergenerationele solidariteit", of over "rechannelen". Blijkbaar wist niet iedereen wat dat betekende. De vraag was: kan het misschien iets begrijpelijker? U formuleerde het subtiel, alhoewel ... maar het was wel duidelijk.

Terzijde: u geeft met uw eigen taalgebruik graag het goede voorbeeld. Ik denk dat geen van uw voorgangers het bijvoorbeeld zou hebben gewaagd om publiekelijk te vertellen hoe u de minister-president liet wachten aan de telefoon, omdat de Voorzitter bezig was een luier te verschonen van een van haar kleinkinderen. Daar was geen woord Frans bij, en het relativeert behoorlijk. Het was trouwens mijn voorganger bij wie dit gebeurde, maar toch.

(hilariteit)

Minister Rutte:

Wat had ik graag zijn gezicht gezien!

Mevrouw de voorzitter. Toen u in 2006 aantrad, schreven veel kranten over uw verleden als docent, blijkbaar in de verwachting dat de nieuwe voorzitter de Kamer als een schooljufrouw in bedwang zou gaan houden. Aan die verwachting hebt u niet voldaan, moet ik zeggen. Het belerende vingertje en de aanwijsstok zijn niet uw favoriete attributen. U bent in zekere zin wel de juf geworden aan wie alle leerlingen de rest van hun leven met heel veel warmte zullen blijven terugdenken. In alles professioneel en tegelijkertijd buitengewoon menselijk en buitengewoon belangstellend. Daarvoor wil ik u graag heel veel dank zeggen, namens het kabinet, maar ook als voormalig – en ik heb reden om aan te nemen ook opnieuw – lid van deze Kamer.

Dan, beste Gerdi, wil ik toch ook persoonlijk eindigen. Zes jaar voorzitterschap verdient een kroon op het werk. Het doet mij dan ook heel veel genoegen je te mogen vertellen dat het Hare Majesteit de Koningin heeft behaagd om je te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Ik wil je nu graag met alle soorten van genoegen de bijbehorende versierselen opspelden. Ik neem aan dat dit gaat plaatsvinden onder een luid applaus.

(De bij de onderscheiding behorende versierselen worden door de minister-president opgespeld.)

(staande ovatie)

De voorzitter:

Ik dank de minister-president voor zijn woorden en ik vraag hem om mijn dank ook over te brengen aan de Koningin voor de bijzondere erkenning van het werk dat we gedaan hebben, en ik niet alleen. Ik vraag hem om ook de dank van alle andere mensen die vandaag deze mooie onderscheiding gekregen hebben, aan haar over te brengen. Het is niet vanzelfsprekend, althans niet voor mij.

Excellenties, dames en heren genodigden, beste collega's, lieve familie en vrienden. We komen aan het eind van deze bijzondere dag. Sharon Dijksma als nestor van de Kamerleden heeft precies die dingen gezegd over de rol van de Tweede Kamer die ook voor mij het belangrijkst zijn. Ook in haar dank aan alle medewerkers volg ik haar. Ik zou zeggen: een apart applaus voor alle mensen die ons dagelijks in staat stellen om ons werk te doen.

(applaus)

De voorzitter:

Willibrord van Beek, eerste ondervoorzitter, je hebt mij diep geroerd met jouw persoonlijke woorden aan mijn adres. Dat geldt ook voor mijn collega van de Eerste Kamer, Fred de Graaf, en ook voor de minister-president. Dank u wel. Ik word er ontzettend verlegen van.

Vanmiddag hebben we officieel afscheid genomen van een groot aantal collega's. We hebben hen in de afgelopen uren allemaal genoemd en ik bedank hen allemaal, stuk voor stuk, voor hun grote inzet voor de toekomst van ons land.

Ten slotte bedank ik alle mensen op de tribune en beneden in de gastenloge voor het feit dat zij er op deze dag bij wilden zijn; dat geldt in het bijzonder voor mijn speciale gast, de Commandant der Strijdkrachten generaal Middendorp. Zoals u weet, beste collega's, is dit ook voor mij persoonlijk een heel bijzondere dag. Ik zit uw vergadering vandaag voor de laatste keer voor. Daarom wil ik nu ook enkele persoonlijke woorden tot u richten.

Zes jaar geleden schreef ik u, de leden van de Tweede Kamer, een brief waarin ik mijn ambitie kenbaar maakte om uw Voorzitter te worden. De tweede zin van die brief luidde als volgt: de Grondwet stelt in artikel 50 dat de Staten-Generaal het gehele volk vertegenwoordigen. Ik koos die zin niet voor niets als opening van mijn brief. Tijdens de hele periode dat ik Kamerlid mocht zijn, is dit grondwetsartikel leidend voor mij geweest. Het benadrukt de unieke waarde van ons werk, want wat is er waardevoller dan dat je het volk mag vertegenwoordigen? Het is een grote eer als je daartoe gekozen wordt. Van die eer was ik mij elke dag bewust, en ik heb mij met inzet van alles wat ik kon van die taak gekweten.

Het artikel behelst echter tegelijkertijd ook een opdracht. Als wij immers het gehele volk vertegenwoordigen, dan moet dat volk dat ook wel zo voelen. Dan staan wij dus niet alleen voor uiteenlopende politieke meningen, maar ook voor verschillende regionale en sociaaleconomische achtergronden. We staan voor landgenoten die van elders komen en voor mensen die in Nederland geboren zijn of in andere delen van het Koninkrijk. We staan voor de opdracht, die diversiteit ook hier in de Kamer gestalte te geven. Het moet zó zijn, dat de kiezers denken: dat parlement, dat is van mij. En eigenlijk moet het ook zó zijn, dat de kiezers denken: dat parlement, daar ben ik trots op.

Daar kunnen wij zelf voor zorgen. Nederland heeft een sterk parlement met grote bevoegdheden. Ik heb de afgelopen jaren veel collega-voorzitters gesproken die met bewondering kijken naar onze positie, naar de sterke rol die de Tweede Kamer speelt in het bestuur van ons land. Het kan echter altijd beter. Dat hebben we met de stuurgroep Parlementaire zelfreflectie ook met elkaar vastgesteld. We moeten zorgen voor een betere informatievoorziening. We moeten wetenschappers betrekken bij ons werk. We moeten zelf onderwerpen aan de orde willen en durven stellen. En we moeten ons nog meer inspannen om te doen wat de burgers van ons verlangen: problemen aanpakken en oplossingen bedenken. Juist in de grote, internationale financiële crisis waarin we nu verkeren, moeten we laten zien dat we dat kunnen. Zo kunnen we verdienen dat de burgers trots op ons zijn.

In een democratie telt daarbij niet alleen de uitkomst, maar ook het proces. Ik heb mij er als Kamervoorzitter voor ingezet dat zo veel mogelijk kiezers naar het Binnenhof komen om te zien hoe wij ons werk doen. Het is hún parlement, dus ze mogen ook zien hoe we het doen. Daarom heb ik mijn best gedaan om eraan bij te dragen dat de debatten levendig zijn en spannend om naar te luisteren. U hebt mij daarbij ontzettend fijn geholpen, van tijd tot tijd. Ik heb ook mijn best gedaan om eraan bij te dragen dat het debat goed gestructureerd is en niet te lang duurt. Ik heb eraan bijgedragen dat Kamerleden en bewindslieden begrijpelijke taal spreken en zich niet verliezen in onbegrijpelijke woorden en onuitspreekbare afkortingen. De lof van de minister-president daarover neem ik graag in ontvangst! Net als hij vind ik dat we daarbij op de bal moeten spelen en niet op de man. Daar ligt natuurlijk niet alleen een taak voor de Voorzitter, maar voor alle leden zelf, zeker als we willen laten zien hoe we hier tot besluitvorming komen. Want in de politiek moeten we er uiteindelijk samen uit komen. De beste oplossing is daarbij die, die door zo veel mogelijk mensen wordt gedragen. En dus is een compromis geen slap aftreksel van wat je eigenlijk wilt, maar een mooi en doordacht alternatief dat je met trots kunt verdedigen. Alleen zó kan de Tweede Kamer haar werk goed doen.

De beslissingen die we hier nemen, hebben immers grote gevolgen voor het leven van mensen. Soms moeten we zelfs beslissingen nemen die gaan over zaken van leven en dood. Dat geldt bijvoorbeeld als we spreken over de inzet van ons leger. Achttien keer heb ik met u in deze Kamer stilgestaan bij de dood van mannen die het leven hebben gelaten in Afghanistan. Elke keer opnieuw heeft dat diepe indruk op me gemaakt. Ik ben er dan ook trots op dat ik als eerste Kamervoorzitter een bezoek mocht brengen aan een missie. Daarmee wilde ik laten zien dat de hele Kamer – en dus ook heel Nederland – groot respect heeft voor het werk van de mannen en vrouwen die bereid zijn om te vechten voor de vrede in de wereld. Ze vechten er voor vrijheid, voor democratie en voor de rechtstaat. Die begrippen spreken niet vanzelf; die moeten steeds opnieuw worden bevochten. Dat is wat we elk jaar op 4 mei herdenken, omdat ook Nederland rechteloosheid en dictatuur heeft gekend. Maar het is ook wat we ons in deze zaal elke dag moeten realiseren. Het is om die reden dat ik de Commandant der Strijdkrachten, generaal Middendorp, gevraagd heb om vandaag mijn gast te zijn.

Beste collega's. Vandaag nemen we afscheid van 50 collega's die al dan niet vrijwillig niet in deze banken terugkeren. Vanaf morgen vergadert hier een nieuwe Tweede Kamer. Het zal een Kamer zijn met veel nieuwe leden die zich, samen met de zittende leden, voluit zullen inzetten voor de toekomst van ons land. Ik hoop dat ze dat zullen doen met zelfbewustzijn en met trots. Ik hoop dat zij niet alleen trots zijn op hun eigen positie en die van hun fractie, maar ook op de Kamer als geheel. Voor het imago van het parlement, en daarmee van het Kamerlidmaatschap, zijn we altijd alle 150 samen verantwoordelijk. Als de nieuwe Kamer er morgen in slaagt om in een goed en open debat tot een breed gedragen keuze voor een informateur te komen, dan maakt ze meteen al een geweldige start. Ik zie dat met vertrouwen tegemoet. Beste collega's, ik ben jullie intens dankbaar voor het feit dat jullie mij twee maal het vertrouwen hebben gegeven om jullie voorzitter te zijn. Dat ik daartoe ben verkozen in een vrije en open verkiezing heeft mij ongelooflijk gesteund in mijn functioneren. Ik kijk terug op een prachtige periode. Ik dank de leden die mij niet alleen professioneel respect, maar vaak ook hun vriendschap hebben gegeven. Ik dank nogmaals de medewerkers die ons met zo veel toewijding, kennis en inzet omringen. Ik dank de leden van het kabinet die deze zaal steeds opnieuw blijmoedig en vol verwachting hebben betreden. Tot slot bedank ik ook mijn geliefden, mijn thuisfront. Ik beloof jullie dat ik alle energie die nu vrijkomt niet aan jullie zal besteden. Ik wens mijn opvolger en alle 149 andere leden een sterk parlement en een sterk kabinet in een sterk Nederland. Ik sluit de vergadering.

(applaus)

Sluiting 14.59 uur.

Naar boven