5 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet ruimtelijke ordening en enige andere wetten (voorzien in een wettelijke grondslag voor provinciaal medebewind en voor de mogelijkheid tot afwijking van algemene regels) (32821) en over het wetsvoorstel Wijziging van onder meer de Mediawet 2008 in verband met aanpassing van de rijksmediabijdrage, beëindiging van de wettelijke taken van de Stichting Radio Nederland Wereldomroep en aanpassingen van meer technische aard (33019), en de daarbij ingediende moties.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

  • - maandag 16 april van 10.00 uur tot 16.00 uur van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken over het mensenrechtenbeleid;

  • - op maandag 16 april van 17.00 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie over het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Dirksland, Goedereede, Middelharnis en Oostflakkee (33175).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO erfpacht Staatsbosbeheer, met als eerste spreker het lid Van Gerven;

  • - het VAO politie, met als eerste spreker het lid Berndsen van D66.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Grashoff.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vraag om een spoedige beantwoording van onze schriftelijke vragen van 8 maart jongstleden over het aanstaande verbod op glyfosaat. De afgesproken termijn is voorbij. Ik krijg de beantwoording nu graag voor het einde van de week.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Dikkers.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Voorzitter. De fractie van de Partij van de Arbeid is geschrokken van de situatie bij Chemical Logistics in Nijmegen, of in ieder geval van de suggestie dat de boel daar niet in orde zou zijn. Wij krijgen graag een brief van staatssecretaris Atsma over de situatie bij Chemical Logistics en over de kwaliteit van de instanties die toezicht moeten houden op de veiligheid.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Schouw.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Naar aanleiding van de berichtgeving van hedenmorgen in de Volkskrant krijgt mijn fractie, voordat zij overgaat tot het formeel aanvragen van een debat, graag een brief van de regering voor morgen 12.00 uur. Mijn fractie vindt dat de premier in die brief duidelijkheid moet geven over de positie van minister Leers. Het is staatsrechtelijk onzuiver om een minister te laten bungelen. Daarom vraag ik de premier om klip-en-klaar uitsluitsel te geven over de vraag of de positie van minister Leers besproken is in de Catshuisonderhandelingen, te ja dan wel te nee, of dat de positie van minister Leers in een andere setting, buiten het Catshuis maar wel met deze onderhandelaars, is besproken.

Het tweede wat mijn fractie graag wil is helderheid over de rol en de positie van de Rijksvoorlichtingsdienst. In het Catshuis zitten zes onderhandelaars, waarbij de minister-president in eerste instantie als hoofdonderhandelaar van de VVD aanwezig is. De vraag die mijn fractie heeft, is welke rol de Rijksvoorlichtingsdienst daarbij speelt. De Rijksvoorlichtingsdienst is vanmorgen namelijk actief geweest in het ontkennen van dat bericht. Dat leidt tot de volgende vragen. Is de Rijksvoorlichtingsdienst aanwezig bij de besprekingen in het Catshuis? Op basis van welke bronnen is de Rijksvoorlichtingsdienst in staat om dat bericht te ontkennen?

Mevrouw de voorzitter. Dit zijn zo een aantal vragen die wij graag in een brief van de minister-president beantwoord willen hebben en wel voor morgen 12.00 uur.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Voorzitter. Ik weet dat het het recht is van een individueel Kamerlid om een brief te vragen. Ik moet wel heel eerlijk het volgende zeggen. De Volkskrant heeft iets gebracht wat door de betrokkenen direct is ontkend. Het lijkt mij echt overdreven om er nu ook nog weer een brief aan te wijden. Volgens mij zijn er belangrijker problemen die op dit moment moeten worden opgelost.

De heer Bontes (PVV):

Voorzitter. Ik sluit me hierbij aan. De Rijksvoorlichtingsdienst heeft duidelijk een bericht uitgezonden. Alles wordt ontkend. Een brief is dus overbodig maar het is het individueel recht van de heer Schouw om erom te vragen.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil graag een vraag aan de brief toevoegen. Het is een meer inhoudelijke vraag. Wat is er tot op heden bereikt op het gebied van immigratie en asiel door dit kabinet?

Mevrouw Sterk (CDA):

Ik sluit mij aan bij de woorden van de VVD en de PVV en vraag mij eerlijk gezegd af wat de laatste vraag van de heer Dibi toevoegt aan de brief.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. Er is overduidelijk ontkend dat er in het Catshuis iets besproken is, maar er is nergens ontkend dat er tussen de betrokkenen iets besproken is. Het zou ook heel vreemd zijn, gelet op onder andere het optreden van minister Leers hier gisteren, als er geen contact was geweest over zijn positie. Het lijkt mij zeer verstandig als daarover vanuit het kabinet opheldering wordt gegeven. Ik steun dus het verzoek van de heer Schouw.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. De SGP-fractie ziet geen reden om hier een brief over te vragen aan het kabinet. We hebben vastgesteld dat er krantenberichten zijn geweest, waarvan vervolgens is gezegd dat ze onterecht zijn. Dan is dat wat ons betreft voor dit moment voldoende. Er is geen reden om daar een brief over te vragen.

De heer Van Raak (SP):

Als een aantal fracties in deze Kamer ergens informatie over wil, dan gaat de SP dat niet tegenhouden. Mij moet echter wel van het hart dat het allemaal wel weer een hoop gedoe is. Kunnen we niet gewoon aan het werk? Kunnen we niet gewoon tegen de mensen in het Catshuis zeggen: "joh, kom met plannen, dan komen wij ook met plannen en dan kunnen we Nederland een beetje verder helpen"? Dan kunnen we ook ophouden met dit Haagse gedoe.

Mevrouw Hazekamp (PvdD):

Voorzitter. Wij steunen dit verzoek volledig.

De voorzitter:

Ik stuur het stenogram door naar het kabinet.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Als ik nog even mag reageren: "iedereen aan het werk", ja graag, het liefst vanmiddag nog. Alleen moet u mijn opmerkingen in staatsrechtelijke context zien. Het gaat hier om de positie van een minister en ik vind dat de minister-president daarop moet reageren, en niet de RVD en ook niet twitterende fractievoorzitters.

De voorzitter:

Punt.

De heer Schouw (D66):

Zo werkt het niet in dit huis.

De voorzitter:

U hebt uw punt gemaakt. Voor je het weet zijn we hier al aan het debat begonnen. Ik stuur het stenogram door naar het kabinet.

Dan is het woord aan mevrouw Venrooy.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Voorzitter. Vanmorgen lazen wij in De Telegraaf het bericht over rechercheurs die zeer gefrustreerd zijn omdat zij verzorgers die bewoners van zorgcentra beroven, niet goed kunnen aanpakken. Nu spreken wij volgens het langetermijnschema volgende week in de Kamer met de staatssecretaris hierover. Ik wil haar vragen of ze voor de behandeling van het wetsvoorstel in kwestie een brief daarover aan de Kamer wil sturen.

De voorzitter:

Er zijn net schriftelijke vragen gesteld, maar dat wilde u misschien zelf zeggen, mevrouw Gerbrands?

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Ja, dat wilde ik zeggen. En ik wilde vragen of de antwoorden op mijn schriftelijke vragen dan gelijk in die brief meegenomen kunnen worden.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Volgens mij zijn er wel vaker verzoeken op dit vlak gedaan. Het lijkt mij goed als die verzoeken gebundeld worden en in één brief beantwoord, inclusief de vragen van mevrouw Gerbrands en het verzoek van mevrouw Venrooy. We hebben er immers niets aan om hier een wetsvoorstel te bespreken als de praktijk zo weerbarstig is dat er niets aan gedaan kan worden.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Kooiman.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Ik heb 6 maart een aantal schriftelijke vragen gesteld over de toerusting en verantwoordelijkheden van gezinsvoogden en ik zou deze graag beantwoord willen zien.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Koppejan.

De heer Koppejan (CDA):

Voorzitter. Vanochtend hebben we in dit huis allemaal te maken gekregen met de gevolgen van een netwerkstoring bij Vodafone. Geen telefoontjes krijgen is misschien even lekker rustig, maar inmiddels begint het toch wel knap vervelend te worden. Alle klanten van Vodafone in de Randstad, burgers, bedrijven en overheden, kunnen via hun abonnement niet meer bellen, sms'en en internetten. Wij willen graag vandaag nog van de ministers van EL&I en BZK een brief ontvangen en zo spoedig mogelijk een debat hierover.

In de brief dienen onder meer de volgende vragen beantwoord te worden. Hoe kan het gebeuren dat kritische infrastructuur op het gebied van mobiele telefonie en dataverkeer zomaar in zijn geheel uitvalt, zonder dat daar direct back-upmogelijkheden voor geregeld zijn?

Zijn er voor calamiteiten als de brand in Rotterdam ook mogelijkheden tot omleiding door gebruik te maken van de telecominfrastructuur, zoals zendmasten, van andere telecomaanbieders, vergelijkbaar met dataroaming in het buitenland?

De rijksoverheid heeft een contract met Vodafone. Welke afspraken zijn er bij de aanbesteding gemaakt ten aanzien van dit soort calamiteiten? Hoe is de bereikbaarheid geregeld van vitale overheidsdiensten die gebruikmaken van Vodafone, waaronder de rampenbestrijding? Met welke gevolgen moeten wij de komende tijd rekening houden, als burgers en bedrijven?

De voorzitter:

Wij vragen ons natuurlijk allemaal af of het Catshuis nu bereikbaar is.

De heer Leegte (VVD):

Voorzitter. De mediastilte wordt mede mogelijk gemaakt door Vodafone.

Ik steun het verzoek om een brief. Laten wij vragen of die brief er morgen voor 12.00 uur kan zijn. Wij hebben volgende week namelijk een algemeen overleg van drie uur over telecommunicatie, waarin wij alles kunnen bespreken.

De heer Van Bemmel (PVV):

Dit was een krantenbericht dat wel klopte, gezien de levendigheid van mijn telefoon vanmorgen. In principe steun ik het verzoek om een brief. Wij hebben echter inderdaad een algemeen overleg volgende week. Daar zouden wij dit bij kunnen betrekken. Dat wil ik ter overweging meegeven aan de heer Koppejan.

De voorzitter:

Het algemeen overleg over telecommunicatie vindt dinsdag 10 april om 16.00 uur plaats.

De heer Van Raak (SP):

Een brief met uitleg lijkt mij heel goed. Het lijkt mij ook een goed idee om die brief te agenderen voor het algemeen overleg van volgende week.

De heer Van Dam (PvdA):

Moet de minister er in een situatie als deze niet vooral samen met de telecomoperators voor zorgen dat het probleem wordt opgelost, in plaats van dat hij vandaag zijn tijd steekt in het sturen van een brief aan de Kamer? Laat hem dat laatste volgende week maar doen.

De voorzitter:

U hebt steun voor een brief, mijnheer Koppejan.

De heer Koppejan (CDA):

Ja, ik heb sowieso steun voor een brief. Ik wil de collega's meegeven dat het verstandig is om de antwoorden op de vragen af te wachten voordat wij hier zo makkelijk zeggen dat het wel een weekje kan wachten. Laten wij maar eens bekijken wat de antwoorden van de minister zijn. Als de calamiteiten niet kunnen worden aangepakt, de rampenbestrijding eronder lijdt en de calamiteit waarmee wij nu te maken hebben nog voortduurt tot volgende week, wil ik de minister echt eerder spreken en ik hoop de Kamer met mij.

De voorzitter:

Ik geleid het stenogram door. Wellicht zie ik u morgen weer terug bij de regeling, mijnheer Koppejan.

Het woord is aan mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vraag om een brief van de minister van VWS over het bericht van vanmorgen dat per 1 juli de verloskundeafdeling in Meppel wordt gesloten. Zij had ons beloofd dat er nog overleg zou plaatsvinden over alternatieven. Ik ontvang dus graag een reactie van haar per brief.

Mevrouw Kooiman (SP):

Het is heel terecht dat mevrouw Voortman hierop wijst. Ik zou graag zien dat in de brief ook wordt ingegaan op de vraag waarom het College Perinatale Zorg hier nog niet bij is betrokken en de rol van Achmea in dezen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven