Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van regels omtrent de basisregistraties adressen en gebouwen (32297);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet op de economische delicten en de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn nr. 2009/28/EG, richtlijn nr. 2009/30/EG en richtlijn nr. 2009/33/EG (implementatie van de EG-richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen, de EG-richtlijn brandstofkwaliteit en de EG-richtlijn schone en energiezuinige wegvoertuigen) (32357);

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van het Verdrag met het Verenigd Koninkrijk tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar vermogenswinsten (32145);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet in verband met de verruiming van de bevoegdheid van de raad, provinciale staten en het algemeen bestuur om kwijtschelding van belastingen te verlenen (32315);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Mijnbouwwet in verband met implementatie van richtlijn nr. 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van richtlijn 85/337/EEG van de Raad, de richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PbEG L 140) en van Ospar Decision 2007/2 on the storage of carbon dioxide streams in geological formations (32343);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van enkele wetten als gevolg van de uitbreiding van de sociale verzekeringsplicht voor personen die werkzaam zijn op het Nederlands deel van het continentaal plat (Wet sociale verzekeringen continentaal plat) (32383);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met herziening van de maatregelen van kinderbescherming (32015);

  • - Het wetsvoorstel Wijziging van de Wet van 2 mei 1990 tot uitvoering van het op 20 mei 1980 te Luxemburg tot stand gekomen Europese verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen, uitvoering van het op 25 oktober 1980 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen alsmede algemene bepalingen met betrekking tot verzoeken tot teruggeleiding van ontvoerde kinderen over de Nederlandse grens en de uitvoering daarvan en van de Uitvoeringswet internationale kinderbescherming in verband met afschaffing van de procesvertegenwoordigende bevoegdheid van de centrale autoriteit in zaken van internationale kinderontvoering en kinderbescherming, alsmede, in teruggeleidingszaken, de concentratie van rechtspraak, introductie van de bevoegdheid van de rechter om te beslissen aan het hoger beroep in teruggeleidingszaken schorsende werking te verlenen, en beperking van het beroep in cassatie (32358).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Gisteren bereikte ons het bericht dat het ziekenhuis in Vlissingen de intensive care verliest. Dat is in strijd met een Kamerbreed aangenomen motie om een volwaardig ziekenhuis op het schiereiland Walcheren te behouden. Ook de veiligheid van de zorg is in het geding. De SP-fractie vindt dat de Kamer een streep moet trekken bij de ontwikkelingen aldaar. Daarom stellen wij een spoeddebat voor met de minister van VWS.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van de SP-fractie. Wij hebben hier gisteren schriftelijke vragen over gesteld. Ik zou graag zien dat deze beantwoord worden voor het spoeddebat.

De heer Van der Veen (PvdA):

Voorzitter. Ook wij maken ons grote zorgen over de wijze waarop het ziekenhuis in Zeeland communiceert, zowel over de situatie in Walcheren als over de situatie in heel Zeeland. We willen zo snel mogelijk een brief ontvangen met het oordeel van de minister over de gang van zaken. Op basis van deze brief willen wij beoordelen of een debat noodzakelijk is.

De heer Zijlstra (VVD):

Er ligt op dit punt een heldere motie van het gewaardeerde oud-lid de heer Van der Vlies. De VVD-fractie vindt daarom een verzoek om een spoeddebat op zijn plaats en zou graag de brief krijgen waarom de PvdA-fractie vraagt.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik constateer dat er al een meerderheid is voor een spoeddebat. Dat verzoek steun ik niet, maar ik zou wel graag een brief ontvangen, waarin staat dat met name de toegankelijkheid van de spoedeisende hulp in Zeeland goed geregeld is.

De heer Van der Staaij (SGP):

In het licht van de door de VVD genoemde motie-Van der Vlies steun ik graag het verzoek om een spoeddebat hierover.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Wij steunen het verzoek om een spoeddebat. Ook krijgen wij graag eerst een brief.

Mevrouw Smilde (CDA):

Daar sluit ik me bij aan.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Ik ook.

De voorzitter:

Mijnheer Van Gerven, u hebt een Kamermeerderheid voor het houden van een spoeddebat. Ik zal het plannen en daarbij spreektijden van drie minuten per fractie hanteren. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Elias.

De heer Elias (VVD):

Voorzitter. Mede namens de fracties van PVV, CDA, PvdA en SP verzoek ik u om het voor vanmiddag op de agenda staande debat over het wetsvoorstel inzake de sectorvakken (32032) uit te stellen met een week, misschien twee weken.

De voorzitter:

U vraagt het namens een meerderheid; we zullen het debat dus uitstellen. Daardoor ontstaat er wel wat ruimte in de agenda. Ik stel voor, het spoeddebat over de conclusie van de commissie-Leers, dat zou beginnen om 16.30 uur, naar voren te halen, naar 15.30 uur. Ik zie mensen knikken en niemand in paniek raken. We gaan het debat dus om 15.30 uur houden.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Jaarlijks zijn er 16.000 mogelijk vermijdbare acute ziekenhuisopnames door medicatiefouten. Een risicofactor zijn de ouderen- en gehandicapteninstellingen. Uit een lijvig rapport van de inspectie blijkt dat driekwart van de bezochte zorginstellingen nog wel wat punten voor verbetering heeft. Ik zou daarom graag met spoed met de minister hierover willen debatteren.

Mevrouw Leijten (SP):

Het is inderdaad een degelijk rapport, met soms heel schokkende uitkomsten. Door allerlei brancheorganisaties is ook aan de politiek de oproep gedaan om hierover te spreken met de nieuwe minister van volksgezondheid. Ik steun het verzoek, maar ik stel mevrouw Agema voor om het debat te voeren met de nieuwe bewindspersoon.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik kan me daarbij aansluiten. Dat geeft meteen ook tijd om voor het debat een reactie van het kabinet te vragen, zodat we het oordeel van het kabinet hierover kunnen horen.

Mevrouw Uitslag (CDA):

Ik sluit me aan bij de woorden van mijn collega's: eerst wachten op een brief van de minister.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Ik sluit me daarbij aan, en wellicht is er in het belang van het onderwerp via de procedurevergadering een mogelijkheid om hierover met de IGZ van gedachten te wisselen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

De ChristenUnie verzoekt ook om een reactie van het kabinet. Ik stel echter ook het volgende voor. We hebben deze week een algemeen overleg over de IGZ verplaatst. Het lijkt me heel logisch om dit punt in dat verband te bespreken, en dan graag met spoed.

De heer Van der Veen (PvdA):

Ik sluit me daarbij aan, maar dan met de nieuwe bewindspersoon.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Ook ik sluit me daarbij aan, met de nieuwe bewindspersoon.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik ben daar erg blij mee. Tegen mevrouw Wiegman zeg ik nog dat het debat over de IGZ gaat over het functioneren van de IGZ, en dat het hier gaat over de inhoud van een rapport. Dat is wezenlijk iets anders.

De voorzitter:

Maar bent u het ook eens met het verzoek om te wachten tot er een nieuwe bewindspersoon is?

Mevrouw Agema (PVV):

Ja.

De voorzitter:

Het kon zijn dat u vasthoudt aan uw eerdere standpunt. Dat komt ook voor. We gaan het spoeddebat plannen, met drie minuten spreektijd. We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van der Veen.

De heer Van der Veen (PvdA):

Voorzitter. Mijn opmerking heeft betrekking op de stemmingen die we zo meteen hebben. De minister heeft over de eigen bijdrage in de ggz vanmorgen bij brief laten weten dat de financiële dekking, enerzijds gebaseerd op het plan ontwikkeld door de PvdA en anderzijds op een bijdrage vanuit de sector, voldoende is om de eigen bijdrage in de ggz voor 2011 niet door te laten gaan. Dat maakt de motie op stuk nr. 135, die ik samen met mevrouw Voortman heb ingediend, en de motie op stuk nr. 137 overbodig.

De voorzitter:

Dus die trekt u in.

De heer Van der Veen (PvdA):

Die trek ik in.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Van der Veen/Voortman (29248, nr. 135) en de motie-Van der Veen (29248, nr. 137) zijn ingetrokken, maken zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

Ik kan ook nog meedelen dat mevrouw Wiegman heeft gevraagd haar motie op stuk nr. 140 aan te houden. Dan weet u dat ook.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik weet hoe moeilijk het ligt. Daarom wil ik weten wat de feitelijke situatie is rond het intrekken van de beide moties. Betekent de brief van de minister dat het beleid op die wijze wordt uitgevoerd? Anders treden er financiële gaten op in de begroting. Als dat laatste het geval is, wil ik het debat heropenen om een andere motie in te dienen om ervoor te zorgen dat er geen gat in de begroting ontstaat.

De voorzitter:

Dat betekent dat u om uitstel van alle stemmingen van vandaag verzoekt.

De heer Zijlstra (VVD):

Het gaat over het onderwerp dat op de stemmingslijst staat: invoering van eigen betalingen bij paramedische zorg en tweedelijns ggz-zorg en TNF-alfaremmers.

De voorzitter:

De heer Zijlstra verzoekt, de stemmingen uit te stellen.

De heer Van der Veen (PvdA):

Dat begrijp ik niet helemaal, omdat ...

De voorzitter:

Nu gaat u naar de inhoud.

De heer Van der Veen (PvdA):

Nee, ik ga in op de procedure. Vorige week zouden wij een VAO hebben, maar dat is toen uitgesteld vanwege ziekte van de minister. Dat was toen al heel kritiek voor de besluitvorming. Ik heb toen in de regeling van werkzaamheden gezegd dat het echt deze week moet gebeuren. Dat signaal hebben wij ook gekregen van VWS. Uitstel van de stemmingen betekent dus dat de hele zaak niet meer gerealiseerd kan worden. Dat lijkt me nogal ernstig. Ik zou dus geen uitstel van de stemmingen voorstaan.

De voorzitter:

U wilt gewoon stemmen.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik vind het ook een beetje vreemd verzoek van de heer Zijlstra. Hij heeft de minister gisteren naar aanleiding van de moties en hele en halve toezeggingen gevraagd of het mogelijk was om het voor 2011 uit te stellen en hoe dat financieel gedekt zou worden. Dat overzicht hebben wij nu. Als het debat nu heropend moet worden, begrijp ik niet waar het nog over moet gaan. Ik steun zijn verzoek dus niet.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wij willen de stemmingen ook gewoon laten doorgaan.

Mevrouw Smilde (CDA):

Ik steun de heer Zijlstra.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Wat mij betreft gaan de stemmingen gewoon door. Ik wil daar nog aan toevoegen dat ik mijn motie ook wil aanhouden. U hebt dat namelijk nog niet genoemd.

De voorzitter:

Dat moest ik inderdaad nog vertellen.

Op verzoek van mevrouw Dijkstra stel ik voor, haar motie (29248, nr. 141) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Steun voor de heer Zijlstra.

De heer Van der Veen (PvdA):

Mag ik een procedurele vraag stellen?

De voorzitter:

Jazeker.

De heer Van der Veen (PvdA):

Ik heb de motie die ik met mevrouw Voortman heb voorgesteld en een motie die ik zelf heb voorgesteld, ingetrokken. Nu wordt uitstel van stemming aangevraagd vanwege iets wat is ingetrokken. Ik kan me dat ook intellectueel niet helemaal voorstellen. Wellicht dat de heer Zijlstra daar antwoord op kan geven.

De heer Zijlstra (VVD):

Zoals ik al aangaf, wordt hetgeen de minister in een brief als suggestie heeft neergelegd, nu als beleid geaccepteerd. Met het aannemen van dat beleid ontstaat naar onze mening een financieel gat dat wij niet voor onze rekening willen nemen. Wij vragen dus uitstel van de stemmingen omdat wij graag het debat willen heropenen om ervoor te zorgen dat er geen gat optreedt. Het mag van mij vanmiddag. Het kan allemaal heel snel. Wij willen niet dat er sluipenderwijs zo'n 60 mln. uit de begroting wordt geschoten.

De voorzitter:

Mijnheer Van der Veen, er is een meerderheid voor het uitstellen van de stemmingen. Ik kan heel goed tellen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik zie de minister met zijn hoofd schudden bij de stelling dat er een gat zou zijn. Kunnen we hem niet om een toelichting vragen?

De voorzitter:

We gaan straks een oplossing kiezen. Voorlopig stel ik vast dat een meerderheid niet wil stemmen. We gaan nu dus geen stemmingen houden. Ik laat op een nader moment weten hoe we dit hervatten. Daarvoor zal overleg met de minister nodig zijn. We zouden een VAO kunnen houden en daarna – u bent toch in huis – alsnog kunnen stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

We houden om 14.30 uur een VAO over de invoering van de eigen betalingen bij paramedische zorg en tweedelijns ggz-zorg en TNF-alfaremmers. De eerste spreker zal dan de heer Zijlstra zijn.

De vergadering wordt van 14.15 uur tot 14.30 uur geschorst.

Naar boven