Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer (enkele wijzigingen betreffende afvalstoffen) (31337);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met decentralisering van de langdurigheidstoeslag en op bevordering van maatschappelijke participatie gerichte ondersteuning van huishoudens met schoolgaande kinderen (31441);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Warenwet in verband met de opneming van de mogelijkheid om een last onder bestuursdwang op te leggen en enkele andere wijzigingen (31262);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet in verband met het afschaffen van het raadplegend burgemeestersreferendum (31393);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering inzake de regeling van onderzoek naar de mogelijkheid van overbrenging van een ernstige besmettelijke ziekte bij gelegenheid van een strafbaar feit (verplichte medewerking aan een bloedtest in strafzaken) (31241).

Voorts stel ik voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week het debat over het onderzoek naar het marktwerkingsbeleid, met een spreektijd van 7 minuten per fractie.

Tot slot stel ik voor, aanstaande dinsdag te stemmen over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met enkele aanvullingen op de regeling inzake de nevenbetrekkingen van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding gedurende de binnenstage (29937).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de GroenLinks-fractie benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Diks tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Defensie het lid Diks tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Diks tot lid in de bestaande vacature.

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag het verslag van het algemeen overleg over het jaarverslag van de AIVD en de CTIVD op de plenaire agenda plaatsen.

De voorzitter:

Dit VAO zal, als dat lukt, worden toegevoegd aan de agenda van volgende week.

Het woord is aan mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink, maar ik zie dat zij niet aanwezig is.

Dan is het woord aan de heer Vendrik, maar ik zie dat ook hij niet aanwezig is. Ik denk dat hij nog slaapt. Wij leven allemaal met hem mee. Hij moet wel heel moe zijn, dat kan niet anders! Helaas kunnen wij niet allemaal uitslapen. Het woord is aan mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. U gaat toch niet uw gram over gisteravond halen over mijn rug en die van de heer Vendrik? Dat lijkt mij geen goede zaak.

De voorzitter:

Het lucht wel op!

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Dat gun ik u dan ook wel weer. Wij zijn tenslotte net begonnen en moeten een beetje aardig blijven voor elkaar.

Voorzitter, nu een serieuze kwestie. De fractie van GroenLinks wil een interpellatiedebat aanvragen met de minister van Economische Zaken over het feit dat de energiebedrijven gemiddeld € 100 per huishouden te veel in rekening brachten voor het transport van elektriciteit. Aanleiding voor dit interpellatiedebat is een brandbrief die zes organisaties naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. Hierin hekelen zij naar de mening van mijn fractie terecht de onredelijke prijzen en overwinsten van energiebedrijven. Er is dus alle aanleiding voor een interpellatiedebat.

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. Ik heb waardering voor het enthousiasme van de heer Vendrik.

Ik heb op de site van GroenLinks gekeken waar de interpellatie precies over moet gaan. Mij bleek dat het hoofdverzoek was dat de regering de Algemene Rekenkamer aan de slag moet zetten. Ik had meer zelfvertrouwen van de GroenLinks-fractie verwacht. De Kamer gaat daar namelijk zelf over.

De voorzitter:

De regeling van werkzaamheden gaat niet over de inhoud. Steunt u het voorstel van mevrouw Van Gent?

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. De SP-fractie doet het tegenvoorstel dat de vaste commissie voor Economische Zaken zich buigt over de vraag of de Kamer de Algemene Rekenkamer moet inschakelen. Dat voorstel hebben wij overigens ook al in die vaste commissie gedaan.

De voorzitter:

Dat is dus een ander voorstel en geen steun voor dat van mevrouw Van Gent.

De heer Hessels (CDA):

Kortheidshalve sluit ik mij aan bij de heer Jansen.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Ik kijk even naar mijn collega's voor advies. Mijn fractie stelt voor om geen interpellatiedebat te houden, maar een spoeddebat. Voorafgaand daaraan ontvangen wij graag een brief met een reactie op de brandbrief die de aanleiding vormt voor dat spoeddebat.

De heer Samsom (PvdA):

Ik knoop het aan elkaar. Mijn fractie stelt voor, de minister om een brief te vragen over deze materie. Daarna wil ik met de vaste commissie de kans hebben om als die brief er aanleiding toe geeft, een onderzoek van de Algemene Rekenkamer te vragen. Daar gaat de Kamer namelijk zelf over. Zo verbind ik de voorstellen van de SP-fractie en de VVD-fractie. Daarna kan dan eventueel een spoeddebat plaatsvinden.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Mijn fractie steunt het verzoek om een spoeddebat.

De voorzitter:

Mevrouw Van Gent, ik hoop dat u net als ik een beetje overzicht hebt over de voorstellen die zijn gedaan. U hebt steun voor een spoeddebat, maar daar zijn een aantal verzoeken bij gedaan.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik kan, net als de heer Vendrik, ook een klein beetje rekenen. Dat is mooi meegenomen in dezen. Laten wij dus een spoeddebat houden, een spoedig debat, met daaraan voorafgaand een brief van de minister over deze ernstige kwestie. Erg jolig zijn wij er namelijk niet over gestemd. Een interpellatie zit er nu niet in, maar het gaat erom, de onderste steen boven te krijgen. Dat kan ook in een spoeddebat met een daaraan voorafgaande brief. Dus dank aan mijn collega's.

De voorzitter:

U kent mijn opvatting hierover. Wij nemen nu dus het besluit om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Na ommekomst van de brief hoor ik onmiddellijk van u hoe u verder gaat in dit traject.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Wij zijn voor een spoedig debat, voorzitter.

De voorzitter:

Dat is heel duidelijk. Aldus besloten.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Het is onder voorbehoud, maar ik doe een vooraankondiging van een mogelijk VAO over de EU-Gezondheidsraad, waarover vanmiddag een algemeen overleg wordt gehouden. Die raad wordt namelijk al aanstaande maandag en dinsdag gehouden. Het is mogelijk dat ik daarover een motie wil indienen. Het is helemaal niet zeker, maar ik wil het toch even gezegd hebben.

De voorzitter:

Het kan ook heel goed zijn om ervoor te zorgen dat er in een AO zodanig duidelijke conclusies worden getrokken dat het niet nodig is om er nog moties over in te dienen, want het worden er wel erg veel.

Ik heb begrepen dat u vandaag ook wilt stemmen, als u een VAO aanvraagt met het oog op de raad van maandag aanstaande. U moet dus allen goed in de gaten houden wat er vandaag nog verder gebeurt.

Het woord is aan de heer Anker.

De heer Anker (ChristenUnie):

Voorzitter. Namens mijn lieve collega mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink vraag ik om een VAO over Roemenië en Bulgarije. Dit punt was aangemeld voor de regeling van werkzaamheden.

De voorzitter:

Dat klopt, maar ze was er niet. U doet het verzoek namens mevrouw Wiegman. Als er geen bezwaar tegen is, zullen wij het VAO toevoegen aan de agenda van een van de komende weken.

Naar boven