Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de fractie van GroenLinks benoem ik:

• - in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Halsema tot lid in de bestaande vacature en het lid Azough tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Gent;

• - in de vaste commissie voor Defensie het lid Halsema tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Vendrik;

• - in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Sap tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Duyvendak;

• - in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Vendrik tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

• - in de vaste commissie voor Financiën het lid Sap tot lid in plaats van het lid Vendrik en het lid Vendrik tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Halsema;

• - in de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het lid Vendrik tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

• - in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Halsema tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

• - in de vaste commissie voor de Rijksuitgaven het lid Sap tot lid in plaats van het lid Vendrik en het lid Vendrik tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Gent;

• - in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Sap tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Vendrik;

• - in de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat het lid Halsema tot lid in de bestaande vacature en het lid Vendrik tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Gent;

• - in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Sap tot lid in plaats van het lid Halsema en het lid Halsema tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Vendrik;

• - in de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het lid Vendrik tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op maandag 6 oktober 2008 van 13.00 uur tot 17.00 uur van de vaste commissie voor Economische Zaken over het Energierapport 2008 (31510).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Jansen.

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. De SP-fractie verzoekt, mede namens de fracties van CDA en PvdA, om een debat met de minister voor WWI over het groeiend aantal corporaties dat aankondigt dan wel overweegt om het stelsel te verlaten. Wat ons betreft, wordt dat debat volgende week ingepland, bij voorkeur op dinsdag of woensdag. Ter voorbereiding op dat debat zouden wij graag uiterlijk dinsdag aanstaande om 12.00 uur een brief van de minister ontvangen over de stand van zaken.

De voorzitter:

Nu weet u niet wat ik wel weet, namelijk dat wij volgende week een vrij volle agenda hebben, net als in de weken daarop. Dat wil ik de leden meegeven, voordat zij hierover een standpunt innemen. Mag ik u dus in overweging geven om dit in een commissie te behandelen? Het gaat niet om een spoeddebat, dus u kunt u hier gewoon op reageren. Ik vraag evenwel om uw medewerking tussen nu en het kerstreces om zo veel mogelijk zaken in commissieverband af te handelen die daar volgens mij thuishoren.

De heer Jansen (SP):

Misschien kunt u de andere leden direct vragen om hun reactie.

De voorzitter:

Dat kan ik ook doen, maar ik wilde eerst uw oordeel hierover.

De heer Madlener (PVV):

Wij vinden dit een interessant onderwerp om over te spreken. Wij steunen daarom het verzoek. Het is ook een ingewikkeld onderwerp. Ik kan mij inderdaad iets voorstellen bij een behandeling in de commissie, waarin wij veel tijd hebben om hierover van gedachten te wisselen.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Wij steunen de SP – dat heeft de heer Jansen al gezegd – waar het gaat om de noodzaak van een debat, maar ik denk dat u gelijk hebt dat dit veel meer thuishoort in commissieverband. Het is een zaak van één minister en het is een onderwerp dat niet direct wegloopt of dat ons gisteren voor de voet is gekomen. Dit kan wat ons betreft dus ook in commissieverband worden besproken.

De heer Kamp (VVD):

De noodzaak van spoed zien wij ook niet zo. Ik vind het niet nodig om hierover volgende week direct een debat te houden. Wij hebben geen bezwaar tegen het voorstel om hierover een algemeen overleg te houden.

De voorzitter:

Ik zie de woordvoerder van het CDA knikken.

De heer Van Bochove (CDA):

Ik was mede-indiener van het verzoek om een debat, dus ik hoor ook graag wat de andere leden hierover zeggen. Ik knikte naar de heer Jansen om aan te geven dat ik zorgvuldig zou omgaan met de suggesties die hier worden gedaan.

De heer Jansen (SP):

Dank voor de diverse suggesties. De reden dat wij om een debat hebben gevraagd, is dat het uitstappen van corporaties toch een zwaar onderwerp is. Er dreigt een soort kettingreactie te ontstaan. Dat is toch wel een zaak van urgentie, waardoor wij dit niet verder naar achteren zouden mogen schuiven. Ik veronderstelde dat er meer ruimte zou zijn op de agenda voor volgende week. Wat mij betreft, kan een uitgebreid algemeen overleg, ongetwijfeld gevolgd door een VAO, een alternatief zijn. Ik stel voor om dat dan wel volgende week dinsdag of woensdag in te plannen en op de agenda ruimte te houden voor...

De voorzitter:

Ik zal hier rekening mee houden. Ik kan echter pas iets inplannen als het hier wordt aangevraagd. Ik stel u voor om eerst in de commissie te kijken of u dit onderwerp zo snel mogelijk kunt agenderen. Ik ga niet over de agenda van de commissies.

De heer Jansen (SP):

Dan is het bij dezen alvast aangemeld.

De voorzitter:

Het is gehoord en vastgelegd.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik wil graag een brief van de minister van Buitenlandse Zaken en van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de handelsmissie van onze landbouwminister in Rusland. Ik wil graag dat daarin antwoord wordt gegeven op de volgende vragen. Waarom is onze landbouwminister op 30 augustus op het vliegtuig naar Moskou gestapt voor een missie tot 2 september, terwijl de Europese Top op 1 september zou spreken over de samenwerking met Rusland? Welk signaal geeft Nederland daarmee af? Waarom is de minister niet direct teruggekomen toen de EU besloot om de gesprekken met Moskou over politieke en economische samenwerking op te schorten? Wat bedoelt het ministerie van Buitenlandse Zaken als wordt gezegd dat het niet langer business as usual is, maar dat er ook geen sprake is van no business at all? Hoe wordt de Europese beslissing uitgelegd door het kabinet? Wat was het doel van de handelsdelegatie? Wie namen daaraan deel? Welke agrarische producten wil Nederland precies in Rusland slijten?

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Voorzitter. Ik wil een opmerking maken, al loop ik daarbij het risico dat ik mijn hand wat overspeel. Mijns inziens geldt ook bij dit verzoek van mevrouw Ouwehand de vraag waarom dit op deze manier plenair naar voren wordt gebracht. Waarom kan dit niet schriftelijk gebeuren of in commissieverband? Ook hierbij bekruipt mij de gedachte dat wij de plenaire microfoon misbruiken voor onze eigen uitstraling.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Ik sluit mij hier volledig bij aan. Gisterenmiddag hebben wij tijdens een procedurevergadering van de vaste commissie voor LNV uitgebreid met elkaar gesproken. Ik stel mij voor dat de vraag van mevrouw Ouwehand daar aan de orde had kunnen komen. Mijn fractie heeft op zichzelf geen bezwaar tegen een brief, maar daar had op een andere manier om gevraagd kunnen worden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik vraag om een brief van twee ministers. Bovendien heb ik geprobeerd om zelf deze informatie te achterhalen terwijl de procedurevergadering plaatsvond. Dat is echter niet gelukt. Daarom vraag ik nu op deze manier om de brief.

De voorzitter:

Een brief van een minister moet altijd in de commissie worden aangevraagd. Wij hanteren een beetje de regel dat vragen aan twee ministers in de plenaire zaal mogen worden gesteld, hoewel dat ook in commissieverband mag worden gedaan.

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.