De voorzitter:
Aan de orde is beëdiging van een aantal "oude bekenden"
en een nieuw lid. Ik geef het woord aan de heer Van de Camp tot het uitbrengen
van verslag namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven.
De heer Van de Camp:
voorzitter der
commissie
Mevrouw de voorzitter. Vanmiddag is er een aantal beëdigingen. Gisteren
hebben wij mevrouw Sap beëdigd als tijdelijk Kamerlid voor de fractie
van GroenLinks voor de duur van het zwangerschapsverlof van mevrouw Peters.
Gisteren is ook de vacature ontstaan van onze collega Wijnand Duyvendak. Nu
schuift mevrouw Sap door en komt er bij GroenLinks een nieuw tijdelijk Kamerlid
vanwege de zwangerschap van mevrouw Peters, namelijk mevrouw Diks.
Het is niet gebruikelijk dat de voorzitter van de commissie dit allemaal
zegt, maar anders lees ik een tekst voor waarbij men zich afvraagt waar ik
het over heb.
De voorzitter:
Ook ik wilde heel graag dat u dit zei. Zo komt namelijk goed in de Handelingen
te staan dat wij allen zitten op de plek die ons toekomt.
De heer Van de Camp:
voorzitter der
commissie
Voorzitter. Door het vertrek van mevrouw Van Gennip en de heer Kortenhorst
kunnen wij ook de nieuwe collega's mevrouw Uitslag en mevrouw Aasted Madsen
beëdigen.
De commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven heeft kennisgenomen
van de brief van de voorzitter van het Centraal Stembureau voor de verkiezing
van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, houdende de benoeming,
met inachtneming van artikel W 2, eerste lid, onder e, en artikel X 12, derde
lid, van de Kieswet, van mevrouw J.C.M. Sap te Amsterdam tot lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal. Aangezien mevrouw Sap reeds tijdelijk lid is van
deze Kamer en haar benoeming heeft aanvaard, kunnen toelating en beëdiging
in verband met het lidmaatschap achterwege blijven.
De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft voorts de
stukken onderzocht die betrekking hebben op mevrouw J.D.M.P. Aasted Madsen-van
Stiphout te Kerkrade, mevrouw A.S. Uitslag te Welsum en mevrouw L.I. Diks
te Leeuwarden. De commissie is eenparig tot de conclusie gekomen dat mevrouw
J.D.M.P. Aasted Madsen-van Stiphout te Kerkrade en mevrouw A.S. Uitslag te
Welsum terecht benoemd zijn verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
en dat mevrouw L.I. Diks te Leeuwarden terecht benoemd is verklaard tot tijdelijk
lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De commissie stelt u daarom voor, hen toe te laten als lid van de Kamer.
Daartoe dienen zij wel eerst de eden dan wel de verklaringen en beloften af
te leggen, zoals die zijn voorgeschreven bij de wet van 27 februari 1992,
Staatsblad nr. 120.
De commissie verzoekt u tot slot, de Kamer voor te stellen, het volledige
rapport in de Handelingen op te nemen.
De voorzitter:
Ik dank namens de Kamer de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig
te besluiten.
(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)1
De voorzitter:
Mevrouw Aasted Madsen-van Stiphout, mevrouw Uitslag en mevrouw Diks zijn
in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven eden dan wel verklaringen
en beloften af te leggen.
Ik verzoek de griffier, hen binnen te leiden.
Ik verzoek u allen, ook de mensen op de publieke tribune, voor zover zij
daartoe in staat zijn, te gaan staan.
Mevrouw Aasted Madsen-van Stiphout en mevrouw Uitslag leggen in handen
van de voorzitter de bij wet voorgeschreven eden af, terwijl mevrouw Diks
in handen van de voorzitter de verklaringen en beloften aflegt.
De voorzitter:
Het is mij een genoegen, u als eerste te mogen feliciteren met uw benoeming.
Ik verzoek u, de presentielijst te tekenen en na de schorsing in ons midden
plaats te nemen.
Dames en heren, wij hebben met de benoeming van deze leden een nieuw record
bereikt: 62 vrouwen in de Kamer. Ik zou zeggen – en ik kijk alle mannen
aan – op naar de 75!
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.