Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Roon.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Ik heb twee verzoeken. In de eerste plaats het verzoek om het verslag van het algemeen overleg over de RAZEB op de agenda te plaatsen.

De heer Ormel (CDA):

De RAZEB vindt in de komende dagen plaats. Ik begrijp dat dit VAO morgen op de agenda moet worden geplaatst, maar dan verzoek ik de heer De Roon om aan te geven of er volgende week over zijn motie of moties kan worden gestemd.

De voorzitter:

Mijnheer De Roon, ik begreep dat het niet per se morgen hoeft.

De heer De Roon (PVV):

Dat klopt. Ik heb u al aangegeven dat dit niet deze week hoeft.

De voorzitter:

Er hoeven morgen dus ook geen stemmingen te worden gehouden.

De heer De Roon (PVV):

Juist.

Het tweede verzoek is om ook het verslag van het algemeen overleg over China op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, beide VAO's toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Raak.

De heer Van Raak (SP):

Vorige week gaf de Kamer aan een debat met de minister-president te willen over de kosten van het Koninklijk Huis. De Kamer wilde een brief. Die brief hebben wij gekregen. Het is een veelbelovende brief over de informatievoorziening in de toekomst. Mijn fractie heeft daarover nog vragen. Ik wil ook graag terugkijken naar de informatievoorziening in het verleden. Ik stel daarom voor om dat debat te plannen voor het zomerreces. Voor dat debat zou ik graag ook nog aanvullende informatie willen ontvangen, namelijk een overzicht van de afzonderlijke regelingen die in de jaren vijftig, zestig en zeventig zijn ontstaan, zoals de minister-president schrijft. Daarnaast wil ik weten onder welke begroting deze regelingen vielen. Graag ontvang ik dus een overzicht en de tekst van deze regelingen.

Mevrouw Timmer (PvdA):

Een verzoek om informatie is in deze Kamer gebruikelijk. Daarop ga ik dus niet in. Mede namens mevrouw Spies van de CDA-fractie wil ik de heer Van Raak in overweging geven om te kiezen voor een algemeen overleg met de minister-president, omdat een debat misschien onvoldoende tijd en ruimte biedt. Ik heb begrepen dat de agenda van de plenaire vergaderingen heel vol is.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Het verzoek om informatie van de heer Van Raak steun ik volledig, omdat wij een meer procedurele dan inhoudelijke brief hebben gekregen van de minister-president. Ik vind het ook goed als dat debat er komt, maar ik kan mij voorstellen dat er spoedig een algemeen overleg komt, zeker voor het zomerreces, want niemand wil met zoveel onduidelijkheid over de financiering van het Koninklijk Huis het reces in.

De heer Pechtold (D66):

Het dossier is een beetje sleuren en trekken met dit kabinet. Ik zou liever een normaal debat hebben dan een algemeen overleg, omdat de spreektijden en interrupties in een algemeen overleg zeer beperkt zijn. Ik wil graag meer weten over de systematiek die het kabinet op Prinsjesdag wil presenteren. Volgens mij vroeg de heer Van Raak dat ook. Ik wil vooral niet dat wij dadelijk iets krijgen wat wij liever anders hadden gezien.

De heer Van Beek (VVD):

Vorige week zijn wij al akkoord gegaan met een debat. Wij zijn akkoord met de vraag om extra informatie. Wat mij betreft, kan het van de planning afhangen of er wordt gekozen voor een algemeen overleg of een plenair debat. Mij maakt dat verder niet uit, het gaat mij om de inhoud.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Uiteraard zullen wij ons niet verzetten tegen extra informatie. Ik vraag mij af of zoiets niet regulier, en op dit moment is dat eigenlijk ook heel logisch, aan de orde kan komen bij de behandeling van de jaarrekening van het Koninklijk Huis in plaats van bij de behandeling van de jaarrekening van Algemene Zaken. Dat is ook het moment waarop je kunt terugkijken op de gang van zaken. Dat is ook de aard van de vragen van de heer Van Raak. Ik vind het dus echt "overdone" om een apart debat aan te vragen, nu er voor de bespreking van dit onderwerp een logische aanleiding bestaat.

De heer Brinkman (PVV):

De druk moet worden opgevoerd, dus steunen wij het verzoek van onze collega Van Raak. Wij zien het liefst dat er een debat komt, maar het mag ook een spoed-AO zijn.

De heer Van Raak (SP):

Het gaat over de financiering van het Koninklijk Huis. Ik zou het wel zo koninklijk vinden om dat op een goede manier hier in deze zaal te behandelen. Het heeft daarom mijn ernstige voorkeur om gewoon te kiezen voor een plenair debat. Ik vraag aan de voorzitter of dit logistiek op enigerlei wijze mogelijk is.

De voorzitter:

Het punt is dat mevrouw Timmer mede namens het CDA heeft gesproken en haar voorkeur heeft uitgesproken voor een algemeen overleg. Dat heeft de heer Cramer nog geamendeerd met de suggestie dat het onderwerp zou kunnen worden ingepast bij de behandeling van de jaarrekening. In ieder geval gaf de heer Cramer u ook geen steun voor het debat. Wij kunnen dus beiden de conclusie trekken dat u voor een debat geen steun heeft.

De heer Van Raak (SP):

Jawel, ik had al steun voor een debat in de vorm van een algemeen overleg.

De voorzitter:

Ja natuurlijk, maar ik heb het over een plenair debat. Ik stel toch voor dat u dit in de procedurevergadering verder bespreekt. Uw verzoek om informatie krijgt brede steun.

De heer Van Raak (SP):

Moet dit in een procedure? Wij zijn hier als Kamer bijeen en kunnen hier vaststellen dat wij een algemeen overleg plannen.

De voorzitter:

Nee, ik treed niet in de afspraken van commissies. Daar maak ik geen vrienden mee, en dat wil ik wel, zoals u weet!

Mevrouw Timmer (PvdA):

Vorige week is volgens mij al gebleken dat er een meerderheid was voor een debat. Mijn oproep aan de heer Van Raak was om dat ordentelijk te doen. Ik weet hoe vol de agenda loopt in de laatste maand voor het reces. Ik wil geen debat met heel korte spreektijden. De heer Van Raak heeft zelf al aangegeven hoe complex het onderwerp is. Het betreft verschillende ministeries. Ik denk dat wij een fatsoenlijk debat moeten hebben, waarin wij voldoende tijd hebben, zodat wij er uiteindelijk echt uit kunnen komen en alles te horen kunnen krijgen wat wij willen weten. Vandaar mijn optie om te kiezen voor een algemeen overleg voor het zomerreces om te doen wat de heer Van Raak en ik beiden willen, namelijk alles boven tafel krijgen waarover wij vragen hebben. Ik zou het dus waarderen als de heer Van Raak meegaat in de keuze voor een algemeen overleg. Zoals de heer Van Raak zelf ook weet, kan het overleg altijd nog een plenaire afronding krijgen.

De heer Van Raak (SP):

Ik ga graag akkoord met het houden van een algemeen overleg en ook met het verzoek om extra informatie van de heer Pechtold, naast mijn verzoek om informatie. Morgenochtend kunnen wij dit in de procedurevergadering afronden.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal onder de aandacht worden gebracht van het kabinet. Aldus besloten.

Het woord is aan de heer Haverkamp.

De heer Haverkamp (CDA):

Voorzitter. Vanochtend stond in De Telegraaf een bericht over een Pools boevennest en de aanpak van de Nederlandse politie die tot allerlei lacherige taferelen zou leiden. Wat ons betreft, is dat onacceptabel, vooral omdat men zich kapot lacht over het feit dat de Nederlandse politie niet zou samenwerken. Dat verbaast ons ook, omdat wij eerder een algemeen overleg hebben gehad met de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie, waarin wij de bewindslieden juist hebben gecomplimenteerd met de bovenregionale samenwerking. Wij krijgen daarover graag een brief van beide ministers, dus van de minister van Binnenlandse Zaken en die van Justitie. Op basis van die brief zullen wij besluiten of wij overgaan tot een debat. Ik realiseer mij dat andere leden al vragen hebben gesteld, maar wij willen eventueel graag voor het reces over deze kwestie debatteren. Vandaar mijn verzoek om met spoed die brief te krijgen.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet, met de toevoeging dat wij hopen dat in de brief ook de antwoorden op de schriftelijke vragen worden aangeleverd, zodat de Kamer daar nog voor het reces over kan spreken als zij dat wenst.

De heer Haverkamp (CDA):

Ja, ik zou daarom graag zien dat de brief komende dinsdag voor de regeling bij ons binnen is.

De voorzitter:

Dat is nieuw. Dan zullen wij dat ook opnemen in het stenogram.

Het woord is aan de heer Kamp, mede namens mevrouw Van Toorenburg van het CDA. De heer Kamp had een ingewikkeld onderwerp en heeft mij gevraagd om dat wat uitvoeriger toe te mogen lichten. Daarvoor heb ik toestemming gegeven.

De heer Kamp (VVD):

Voorzitter. Ik stel dat zeer op prijs. Ik zal van uw bereidwilligheid schaars gebruikmaken, kan ik u verzekeren.

Ik wil graag een brief van de minister van Justitie. Het betreft zijn antwoorden op schriftelijke vragen van onder anderen mevrouw Van Toorenburg van het CDA over het islamitisch Instituut voor Opvoeding & Educatie. Dat is een salafistische organisatie die doelbewust de integratie van moslims in ons land tegenwerkt en die studenten voorhoudt, zonder blikken of blozen, dat zij ongelovigen en andersdenkenden moeten haten. De antwoorden van de minister op de vragen van mevrouw Van Toorenburg houden in dat het geen aanzetten tot haat is in de zin van artikel 137d van het Wetboek van Strafrecht, omdat ongelovigen en andersdenkenden als groepen te onbepaald zouden zijn. Zijn tweede stelling is dat het aanzetten tot haat mag zo lang dat maar niet in het openbaar geschiedt. Dat betekent dat ook artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht onbruikbaar is. In dat artikel staat dat opruien niet is toegestaan. Het is ook geen oproepen tot geweld en het bewust tegenwerken van integratie is niet strafbaar. Dat betekent dat wij dus helemaal niets kunnen doen. Daar leggen wij ons niet bij neer.

Daarom wil ik mede namens mevrouw Van Toorenburg een brief van de minister, waarin hij aangeeft wat hij ervan vindt dat tegen praktijken als deze in strafrechtelijke zin helemaal niets te doen zou zijn en of hij bereid is, het initiatief te nemen om tot een bruikbare strafrechtelijke bepaling te komen om alsnog tegen gevallen als dit te kunnen optreden.

De voorzitter:

Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik wil het verslag van het algemeen overleg over de voortgang van het staatkundig proces Nederlandse Antillen graag op de agenda zetten, maar het heeft geen haast.

De voorzitter:

Wij zullen dat toevoegen aan de agenda van de komende week, weken.

Het woord is aan de heer Mastwijk.

De heer Mastwijk (CDA):

Voorzitter. Als ik het goed heb, is voor morgen om 13.30 uur het spoeddebat over het streekvervoer gepland. Ik zou hiervoor graag de minister van Financiën willen uitnodigen.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Dat hoeft van mij niet per se, maar ik heb er ook geen overwegende bezwaren tegen. Ik zou er wel problemen mee hebben als dit leidt tot een verschuiving in het tijdstip. Immers, het debat is gisteren aangevraagd en het gaat om een zeer actuele kwestie. Mijn voorbehoud is dan ook dat wij morgen het debat kunnen voeren.

De heer Roemer (SP):

Voor mij geldt hetzelfde; ook voor mij hoeft het niet, maar ik heb geen principiële bezwaren. Ik merk wel op dat de voorzitter er rekening mee dient te houden dat er wellicht nog om stemming wordt gevraagd.

De voorzitter:

Dat is een goede opmerking. Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet en proberen, het debat echt morgen te houden. Aldus besloten.

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over ABN AMRO dat gisteren heeft plaatsgevonden in aanwezigheid van de minister van Financiën en de minister-president, op de agenda te plaatsen. Namens een van de woordvoerders verzoek ik u om het debat niet volgende week te doen plaatsvinden, maar eventueel de week daarop, dit in verband met zijn afwezigheid. Het onderwerp heeft geen haast.

De voorzitter:

Wij zullen het onderwerp toevoegen aan de agenda van een van de volgende weken.

De vergadering wordt van 13.46 uur tot 14.00 uur geschorst.

Naar boven