Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel de Kamer mee dat de vaste commissie voor de Rijksuitgaven tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Aptroot en tot haar ondervoorzitter het lid Crone.

Op verzoek van de fractie van het CDA benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken de leden Çörüz en Knops tot lid in plaats van de leden Jan Jacob van Dijk en Schermers en de leden Roland Kortenhorst en Schermers tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Knops en Çörüz;

  • - in de vaste commissie voor Defensie het lid Willemse-van der Ploeg tot lid in plaats van het lid De Vries en het lid De Vries tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Jager tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Çörüz;

  • - in de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het lid Van Heugten tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Willemse-van der Ploeg tot lid in plaats van het lid Atsma en het lid Atsma tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Willemse-van der Ploeg;

  • - in de algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie de leden Bilder en Blanksma tot lid in de bestaande vacatures.

Op verzoek van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid stel ik voor, aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de wens te kennen te geven, nadere inlichtingen te willen ontvangen over de oprichting van enkele beheerstichtingen ten behoeve van wettelijk verplichte certificering op arboterrein (30993).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met aanpassing van de berekeningssystematiek veronderstelde ouderlijke bijdrage en de verlenging van experimenten met vooropleidingseisen, selectie en collegegeldheffing (30941);

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 27 mei 2005 te Prüm totstandgekomen Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van het terrorisme, de grensoverschrijdende criminaliteit en de illegale migratie (Trb. 2005, 197) (30881).

Verder stel ik voor, toe te voegen aan de stemmingslijst van dinsdag aanstaande:

  • - de brief van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de benoeming tweede substituut Nationale ombudsman (31003, nr. 1);

  • - de lijst met initiatieven die aan de subsidiariteits- en proportionaliteitstoets kunnen worden onderworpen (30389, nr. 6).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Peters.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Mijnheer de voorzitter. De GroenLinksfractie vraagt om een spoeddebat over Afghanistan naar aanleiding van de berichtgeving in De Telegraaf vanochtend onder de kop "Oeroezgan slopend". Daarin wordt naar aanleiding van een uitgelekte interne Defensienotitie geschreven over missiemoeheid en ernstige materiële tekorten en slijtage. Mijn fractie vindt dit zeer zorgwekkend, want in die notitie staat strategische informatie die op straat is komen te liggen en die directe gevolgen kan hebben voor de veiligheid en geloofwaardigheid van de missie.

Wij willen een spoeddebat voeren over twee zaken: hoe heeft zo'n gevoelig document kunnen uitlekken en wat is de reactie van de regering op de inhoud van de gelekte informatie? Wij vinden dat dit spoed heeft. Er is nu zo veel onrust en zorg over de tekorten aan materieel dat dit directe gevolgen heeft voor de missie. Voorts is er ook op straat discussie tussen de minister van Financiën en de minister van Defensie of er wel of niet genoeg middelen zijn om eventuele tekorten op te heffen. Dit alles brengt de missie in gevaar en daarom kan een debat hierover niet wachten tot volgende week of eventueel de zomer, wanneer het kabinet eruit is wat het met de missie verder wil doen.

De heer Van Baalen (VVD):

Ik hoopte dat mevrouw Peters zou zeggen dat de knelpunten op de terreinen materieel en personeel opgelost moeten worden. Dat lijkt mij prima. Maar een spoeddebat over iets dat binnenkort in AO's aan de orde komt, lijkt mij niet zinnig.

De heer Van der Ham (D66):

Het lijkt D66 wél zinnig om een debat te voeren, al is het alleen maar over het feit dat zoiets kan uitlekken en welke gevolgen dat heeft voor de troepen aldaar. Ik vraag mij echter af of dat vandaag moet. Kunnen wij dat niet gewoon volgende week doen? Dan geven wij de regering ook de kans om ons een brief te sturen met antwoorden op de gestelde vragen en kunnen wij daarover een goed debat voeren. Wij steunen dus het verzoek om een debat, maar liefst volgende week.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Ook de fractie van de PVV is geschokt door het bericht en door het feit dat informatie op straat is komen te liggen. Zij is ook geschokt over de inhoud daarvan; niet alleen voor de verlenging van de missie, maar ook voor de troepen betekent die nogal wat. Wij zijn het dan ook zeer eens met de collega van GroenLinks dat er een spoeddebat moet komen en wat ons betreft vanmiddag nog!

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. De SP-fractie is erg verontrust over de berichtgeving op de voorpagina van De Telegraaf van vandaag. Wij willen snel tekst en uitleg van het kabinet, het liefst schriftelijk.

Procedureel vind ik het voorstel wat lastig. Een spoeddebat vandaag hoeft voor ons niet. Volgende week is zeker ook goed, maar er staan volgende week al twee AO's gepland, één over Uruzgan en één over materieel. Ik kan mij goed voorstellen dat wij kiezen voor het houden van een goed voorbereid, stevig debat en daarvoor meer tijd nemen dan gepland is.

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie heeft ook vragen bij de berichten die vandaag zijn verschenen. Met het oog op de AO's van volgende week over beide onderwerpen lijkt het mij goed dat de Kamer eerst door middel van een brief van de regering een reactie krijgt op de berichten van vandaag. Dan kunnen wij volgende week in de daarvoor geplande AO's uitgebreid met de regering over deze zaken spreken. Wat ons betreft, is een spoeddebat nu dan ook niet aan de orde.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Voorzitter. Ook mijn fractie deelt de zorg over de verontrustende berichten, te meer omdat zij in het laatste overleg met de minister nog gevraagd heeft of de ambities waargemaakt konden worden. Dit punt staat voor mijn fractie hoog op de agenda. Een spoeddebat acht zij echter niet aan de orde, ook gezien het feit dat wij volgende week woensdag twee AO's hebben gepland.

Ook wij willen een brief van de bewindslieden ontvangen, waarin een goede doorrekening gemaakt wordt, zowel voor materieel als voor personeel, over de rotatie van beide tot 1 augustus volgend jaar. Straks kunnen wij in de procedurevergadering van de vaste commissie voor Defensie nog doorspreken over wat wij verder zouden willen. Wij willen nu dus geen spoeddebat. Er zijn immers zes uur AO gepland voor volgende week woensdag. De verontrusting delen wij echter wel.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook voor de SGP-fractie zijn de zorgwekkende berichten reden om zich aan te sluiten bij het verzoek om een brief en een spoedig debat. Dat spoedige debat kan, wat ons betreft, plaatsvinden in de AO's die voor volgende week over deze onderwerpen gepland staan.

De voorzitter:

Mevrouw Peters, ik constateer dat er geen 30 leden of meer zijn die uw verzoek steunen. Ik stel derhalve aan de Kamer voor, geen spoeddebat te houden.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Ik heb die conclusie ook getrokken, voorzitter. Er is geen meerderheid voor een spoeddebat. Er is wel een meerderheid voor het vragen om een schriftelijke reactie van de regering. Ik vind dat ook een goed idee. In die reactie moet worden ingegaan op twee vragen, namelijk hoe heeft dit kunnen lekken en hoe ernstig is het tekort waarover in dit gelekte document wordt gesproken, mede in het licht van de veiligheid van de troepen die daar nu aan het vechten zijn. Ik verzoek u, de regering te vragen of wij die brief vóór aanstaande vrijdag 12.00 uur kunnen krijgen.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Ik wil dat de regering in die brief ook ingaat op de rotaties van het personeel tot volgend jaar 1 augustus. Dat betreft ook de monteurs en het onderhoud van het materieel. Die gegevens zijn belangrijk voor het debat van volgende week.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik heb net een tegenvoorstel gedaan en ik nodig mevrouw Peters uit om straks in de procedurevergadering van de vaste commissie voor Defensie met mij te pleiten voor een verlenging van de debatten die gepland staan, opdat wij hier serieus aandacht aan kunnen besteden.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Ik ben het zeer met het voorstel eens: een brief, vrijdag voor 12.00 uur. In de brief moet niet alleen een passage komen over de consequenties voor eventuele verlenging, maar moet vooral ook worden ingegaan – dat staat ook in de stukken die helaas zijn uitgelekt – op de veiligheid van de troepen nu met de tekorten die er vandaag de dag al zijn.

De heer Van Baalen (VVD):

Voorzitter. De discussie over verlenging voeren wij waarschijnlijk direct na de zomer op basis van de artikel 100-brief. Ik ben van mening dat wij ons moeten concentreren op de knelpunten die in de kranten hebben gestaan. Verlenging is later aan de orde en ik wil de zaken liever niet vermengen.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vind rotaties en in de toekomst kijken ontzettend belangrijk om te kunnen beoordelen of de huidige capaciteit, die gebrekkig schijnt te zijn, voldoende is, juist ook met het oog op een eventuele verlenging die het kabinet in de lucht laat hangen. Ik wil dat nadrukkelijk wel meenemen. Ik herinner eraan dat mevrouw Halsema en ik daarover al Kamervragen hebben gesteld aan de premier met het verzoek om beantwoording voor de algemene overleggen over Afghanistan en defensiematerieel op 25 april aanstaande.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet met het verzoek, de brief voor vrijdag 12.00 uur bij de Kamer te laten arriveren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Bosma.

De heer Bosma (PVV):

Voorzitter. In het Algemeen Dagblad staat dat de buitenschoolse opvang voor duizenden kinderen niet goed geregeld is. Mijn fractie overweegt, daarover een spoeddebat aan te vragen, maar zou graag een brief zien, liefst voor dinsdag 9.00 uur, alvorens dat te doen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven