Aan de orde zijn de stemmingen in verband met de behandeling van de Subsidiariteitstoets op richtlijnvoorstel betreffende strafrechtelijke maatregelen ter verzekering van de handhaving van intellectuele eigendomsrechten (COM (2006) 168 fin.) (30587).

(Zie vergadering van 15 juni 2006.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Van Schijndel (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie zal voor het gewijzigde advies van de Tijdelijke commissie subsidiariteitstoets stemmen. Wij zijn het eens met de einduitkomst van het advies dat de Europese Gemeenschap op het terrein van het intellectuele eigendom geen bevoegdheid heeft om strafrechtelijke handhaving voor te schrijven. Mijn fractie acht de door de tijdelijke commissie daaraan ten grondslag gelegde redenering echter onjuist, omdat zij voortbouwt op het omstreden arrest van het Europese Hof van 13 september 2005. Beter ware het geweest de onbevoegdheid van de Europese Gemeenschap te baseren op de door ons gewenste handhaving van het richtlijnenstelsel, waarbij de lidstaten de vrijheid hebben en houden om de desbetreffende regelgeving naar keuze via privaatrecht, bestuursrecht of strafrecht te handhaven.

De voorzitter:

Ik stel voor, met het gewijzigde advies (30587, nr. 5) van de Tijdelijke gemengde commissie subsidiariteitstoets in te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven