Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. De Kamer heeft een alarmerende brief ontvangen van VluchtelingenWerk Nederland over de opvang van de overlevenden van de Schipholbrand. Medewerkers van VluchtelingenWerk hebben vastgesteld dat mensen onvoldoende medische en psychische begeleiding krijgen en onvoldoende in staat worden gesteld om contacten te leggen. Kortom, zij krijgen onvoldoende zorg. VluchtelingenWerk vindt het onverantwoord dat deze mensen nog langer op die manier in deze cellen worden vastgehouden. Mijn fractie heeft de situatie onderzocht op de detentieboot Rotterdam. Ook wij zijn van mening dat het onverantwoord is om mensen die zoiets hebben meegemaakt vast te houden in cellen onder een gevangenisregime. Wij vinden de manier waarop deze mensen behandeld worden volstrekt onder de maat.

De PvdA-fractie heeft schriftelijke vragen over deze zaak gesteld. Het beeld dat daaruit oprijst, stelt mijn fractie absoluut niet gerust. Ik heb het idee dat het kabinet de zaken vooruitschuift door te verwijzen naar het jaarverslag. Op deze manier wordt onvoldoende tegemoetgekomen aan alle zorgen. Wij achten wat wij tot nu toe hebben gezien en gehoord in strijd met antwoorden die wij vorige week in de Kamer van minister Verdonk hebben gehad. Het is ook in strijd met een brief van het kabinet op dit punt, waarin aan ons is toegezegd dat zou worden voldaan aan alle wensen op het gebied van zorg. Het laatste bericht dat wij kregen, is dat op bevel van de rechter in Amsterdam twee personen zijn ontslagen uit de detentiecentra Zestienhoven en Zeist. De motivatie van de rechter was onder meer dat deze centra niet geschikt waren om mensen die een dergelijke ramp hebben meegemaakt onder te brengen.

Voorzitter. Dit alles maakt dat wij hierover zo spoedig mogelijk met het kabinet willen praten. Tegen die achtergrond dien ik het verzoek in om nog deze week met de ministers Donner en Verdonk over de opvang van deze mensen te debatteren.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Voorzitter. Namens de fractie van D66 ondersteun ik graag het verzoek van mevrouw Vos. De brief van VluchtelingenWerk Nederland moeten wij zeer serieus nemen. Daarin staat bijvoorbeeld dat mensen maar één keer per dag hun eten krijgen of maar een half uur per dag gelucht worden. Dat is natuurlijk niet wat wij deze mensen verplicht zijn die dat verschrikkelijke drama op Schiphol hebben meegemaakt. Zij moeten menselijke zorg krijgen op menselijke maat. Het is buitengewoon belangrijk dat wij daarover op zeer korte termijn van gedachten kunnen wisselen met de regering.

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter. Wij moeten signalen die wij krijgen zeker serieus nemen. Dat doen wij ook. Zojuist heeft de commissie voor Justitie besloten om aanstaande vrijdag bij een tweetal centra op bezoek te gaan: de boot in Rotterdam en de tijdelijke opvang in kamp Zeist. Wij vinden het prematuur om daar deze week een spoeddebat over te voeren. Als de vaste commissie het aanstaande vrijdag nodig oordeelt om hierover te debatteren, kan er volgende week ook een algemeen overleg plaatsvinden.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Gisteren werd in een persbericht al aangekondigd dat dit spoeddebat zou worden aangevraagd. Dus ik voelde het al aankomen. Ik sluit mij aan bij de heer Weekers dat het van belang is dat wij eerst onderzoeken wat er aan de hand is en ons een oordeel over de feiten vormen om dan pas politieke afwegingen te maken. Het lijkt mij niet zinnig om deze week eerst een politieke afweging te maken om vervolgens te bekijken of het klopt met de feiten. Dus ik ben er niet voor om hierover deze week te debatteren, ook niet op basis van het werkbezoek van mevrouw Vos, want dan moeten wij debatteren op basis van haar persoonlijke aantekeningen.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. De feiten waar wij over spreken, zijn niet alleen aangedragen door VluchtelingenWerk Nederland, maar ook door de verwanten en familieleden van de mensen die op dit moment zijn ingesloten. Wij beschikken in ieder geval over de nodige gegevens die het debat op dit moment buitengewoon urgent maken. Ik steun daarom van harte het verzoek van mevrouw Vos van de fractie van GroenLinks. Ik wil hieraan het verzoek verbinden om het spoeddebat morgen te doen plaatsvinden vanwege agendaproblemen vandaag.

De voorzitter:

Mocht daartoe besloten worden, dan zou het debat morgen worden gehouden.

De heer Straub (PvdA):

Voorzitter. Wij sluiten ons graag aan bij het verzoek van mevrouw Vos, mede omdat wij een aantal vraagtekens plaatsen bij de antwoorden op schriftelijke vragen die wij hebben gesteld. De mensen over wie wij het hebben, die nog steeds aan onze zorg zijn toevertrouwd, mogen wij het niet aandoen dat er losse eindjes overblijven. Tegen die achtergrond steunen wij graag het verzoek tot een debat.

Mevrouw Kraneveldt (LPF):

Mijn fractie sluit zich aan bij de suggestie van de heer Weekers.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Ik begrijp dat de fracties van het CDA, de VVD en de LPF eerst een werkbezoek willen afleggen. Werkbezoeken afleggen is een uitstekende zaak, maar ik meen dat er inmiddels al erg veel bekend is uit allerlei bronnen. De situatie van deze mensen is zo urgent, dat wij het ons niet kunnen permitteren om pas volgende week te debatteren. Zij verdienen het dat de minister helderheid verschaft over de wijze waarop de mensen worden opgevangen. Wij willen graag de signalen die wij horen aan de minister voorleggen. Een debat deze week nog lijkt mij van het grootste belang.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek van mevrouw Vos te voldoen. Het debat zal morgen worden gehouden. Ik kan nog niet zeggen wanneer dat precies zal zijn. Met het oog op de agenda stel ik drie minuten spreektijd per fractie voor.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Een meerderheid van de Kamer is ertegen om eerst aan politiek te doen en pas daarna te kijken wat er precies aan de hand is. Ik handhaaf mijn voorstel om het debat niet door te laten gaan, al realiseer ik mij dat het toch zal doorgaan omdat er meer dan 30 leden voor zijn. Ik vind het echter buitengewoon triest dat de Kamer haar niveau zo verlaagt dat alleen de politiek telt en niet de inhoud. Wij moeten eerst eens gaan kijken!

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Er zijn al zeer veel feiten bekend. Mensen, die een afschuwelijke ramp hebben overleefd, worden in een situatie opgevangen waarvan ik vind dat het niet kan. Daarover wil ik debatteren. De heer Van Haersma Buma verwijt mij nu dat ik met een politiek spel bezig ben. Ik zeg echter dat het om mensen gaat. Het stelt mij zeer teleur dat het CDA dat toch ook luistert naar de samenleving, dit naast zich neerlegt en het blijkbaar nu opeens nodig vindt om een werkbezoek af te leggen. Volgens mij is de heer Van Haersma Buma bezig met een politiek spel en niet ik!

De voorzitter:

Ik geef de leden die het willen de gelegenheid om nog iets te zeggen, maar ik wil het niet aanmoedigen omdat ik dit geen prettige discussie vind. Degene die ermee begonnen is, moet zich deze opmerking maar aantrekken.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Ik wil nog even uitleggen waarom wij het een goed idee vinden om het spoeddebat nog deze week te houden. Als wij wachten tot na het werkbezoek, kan het nog langer dan een week duren voordat eventuele tekortkomingen in de opvang en verzorging van de mensen die deze verschrikkelijke ramp hebben meegemaakt worden gecorrigeerd. Mijn fractie wil graag bevestigd zien in het spoeddebat dat de opvang is zoals is beloofd. Die duidelijkheid moet er zo snel mogelijk komen. Als dat morgen kan, vind ik dat uitstekend.

De heer De Wit (SP):

Ik wil er nog op wijzen dat er een buitengewoon moeilijke situatie is ontstaan naar aanleiding van de uitspraken die mevrouw Vos aanhaalt. De rechter heeft gezegd dat de ene gedetineerde niet naar de andere inrichting en de andere niet naar de ene inrichting mag. Dat betekent dat in feite twee inrichtingen zijn afgekeurd voor de opvang van deze mensen. Het aanvragen van een debat hierover is geen politiek spelletje. Het gaat hier om mensen en de Kamer is er voor om dit probleem aan de orde stellen zodat het kan worden opgelost.

De heer Weekers (VVD):

Mevrouw Van der Laan zei dat, als eerst het werkbezoek wordt afgelegd, het nog wel langer dan een week kan duren voordat er een politieke conclusie kan worden getrokken. Ik geef mevrouw Vos in overweging dat aanstaande maandag met beide ministers wordt gesproken over de begroting van Justitie. Onmiddellijk na het werkbezoek zullen dus politieke conclusies kunnen worden getrokken.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Ik handhaaf mijn verzoek.

De voorzitter:

Dan stel ik nogmaals voor om morgen op een nader te bepalen moment het spoeddebat te houden met spreektijden van drie minuten.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter. Vorig jaar is bij de behandeling van de begroting het amendement-Karimi/Van Baalen aangenomen. Wij hebben gisteren een brief ontvangen van de minister van Buitenlandse Zaken. Hij zet daarin uiteen hoe hij uitvoering heeft gegeven aan dit amendement. Volgens mij is dit niet zoals het amendement bedoelde. De minister schrijft dat hij niet bereid is om de informatie over de goedgekeurde projecten aan de Kamer te sturen; hij wil dit anoniem houden. Ik verzoek u mede namens de heer Van Baalen om de minister te vragen die informatie ter vertrouwelijke informatie aan de Kamer voor te leggen, anders kunnen wij niet controleren of het amendement is uitgevoerd.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Buitenlandse Zaken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg over de tarieven nationale vervoerbewijzen dat wij gisteren hebben gevoerd, op de plenaire agenda te plaatsen. Het spijt mij te moeten zeggen dat ik graag zou zien dat dit verslag nog deze week wordt behandeld, maar de vervoerbewijzen worden nu al gedrukt.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en dit onderwerp toe te voegen aan de agenda voor morgen. Wellicht kan worden volstaan met spreektijden van één minuut?

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Ik wil maar een motie indienen. Ik kan leven met uw voorstel.

De voorzitter:

Ik stel voor, om de spreektijden bij dit VAO vast te stellen op één minuut.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven