Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de volgende week:

  • - Implementatie van het kaderbesluit nr. 2003/577/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 2003 inzake de tenuitvoerlegging in de Europese Unie van beslissingen tot bevriezing van voorwerpen of bewijsstukken (PbEG L 196) (29845);

  • - Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gebruik van internationale jaarrekeningstandaarden (28220);

  • - Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van Verordening (EG) Nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (PbEG L 243), van Richtlijn nr. 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG en 86/635/EEG met betrekking tot de waarderingsregels voor de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen evenals van banken en andere financiële instellingen (PbEG L 283), en van Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, banken en andere financiële instellingen, en verzekeringsondernemingen (PbEG L 178) (Wet uitvoering IAS-verordening, IAS 39-richtlijn en moderniseringsrichtlijn) (29737);

  • - Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften (29816, nr. 16 en 17).

Tevens stel ik voor, volgende week te stemmen over Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994, in verband met de herijking van een aantal wettelijke strafmaxima (28484). Het betreft de eindstemming.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel u mede dat het mijn voornemen is om volgende week dinsdag niet te stemmen en alle stemmingen van deze week op donderdag te laten plaatsvinden. Door op deze laatste vergaderdag voor het reces te stemmen, kunnen wij voorkomen dat wij volgende week twee keer moeten stemmen. Ik deel u dit mede onder het voorbehoud dat zich geen onvoorziene zaken voordoen die ons nopen om alsnog aanstaande dinsdag te stemmen. Het staat immers ieder lid van de Kamer vrij om te verzoeken stemmingen te houden.

Ik stel verder voor, toe te voegen aan de agenda van de week van 22 t/m 24 februari:

  • - Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het stellen van een inburgeringsvereiste bij het toelaten van bepaalde categorieën vreemdelingen (Wet inburgering in het buitenland) (29700);

  • - Wijziging van enkele belastingwetten in verband met een herziening van de behandeling van de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde vorderingen en een aanpassing van de regeling voor afwaarderingsverliezen van deelnemingen (29686);

  • - Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met het gebruik van de videoconferentie in het strafrecht (29828);

  • - Wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening van gerechtelijke mededelingen in strafzaken (29805).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Bussemaker.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter. De Kamer wacht al enige tijd op het wetsvoorstel inzake de verandering van de WAO. Nog voordat dit wetsvoorstel de Kamer heeft bereikt, doen zich alweer nieuwe problemen voor. Gisteren werden wij geconfronteerd met het bericht dat het UWV de nieuwe wetten niet per 1 januari 2006 kan uitvoeren. De minister reageerde op Radio 1 met de opmerking dat de wet wellicht gefaseerd ingevoerd moet worden. Vervolgens voegden de vakbonden en de werkgevers zich bij dit koor door hom of kuit te eisen van het kabinet. Zij stellen dat in het geval van vertraging bij het UWV de uitvoering geheel door private verzekeraars moet worden uitgevoerd.

Hierdoor dreigt een nieuwe vertrouwenscrisis met de sociale partners te ontstaan. De regering lijkt geen enkele steun uit het maatschappelijk veld te krijgen voor de hybride uitvoeringsstructuur waarin publieke en private uitvoering naast elkaar bestaan. Bovendien dreigt een deel van de uitvoering nu al per 1 januari 2006 niet haalbaar te zijn. Met het oog hierop verzoek ik de regering, de Kamer bij definitieve besluitvorming behalve het wetsvoorstel, ook de complete uitvoeringstoets van het UWV mee te sturen. Naar wij uit de media hebben vernomen, wordt dit plan morgen in het kabinet behandeld.

Ook verzoek ik de regering, de Kamer te informeren over de reactie van het kabinet op het standpunt van vakbonden en werkgevers. Ik ga er daarbij van uit dat wij ook inzichtelijk gemaakt krijgen welke kosten met de nieuwe vormgeving en uitvoering van de WAO gemoeid zijn.

In het geval de ministerraad morgen niet tot definitieve besluitvorming zal komen, verzoek ik de minister, de Kamer in ieder geval op korte termijn te informeren over de reactie van de regering op het standpunt van vakbonden en werkgevers, zoals dat gisteren tot ons is gekomen.

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik steun het uiteindelijke verzoek van mevrouw Bussemaker. Ik heb niet kunnen vaststellen dat er sprake is van een nieuwe dreigende vertrouwensbreuk met sociale partners. Ik heb evenmin kunnen vaststellen dat sociale partners een standpunt hebben ingenomen en iets anders eisen. Ik vind wel dat de Kamer uitvoerig geïnformeerd moet worden zodra dat zorgvuldig mogelijk is.

Mevrouw Bibi de Vries (VVD):

De VVD-fractie zou graag de informatie hebben, maar op een ordentelijke wijze. Ik neem aan dat er een wetsvoorstel naar de Kamer wordt gestuurd en dat daarbij alle gegevens zijn gevoegd. Ik vind het wat voorbarig om nu te reageren op een artikel in een krant en de gegevens die daarin vermeld staan. Uiteindelijk willen wij op een passend tijdstip wel alle informatie hebben.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Volgens mij gaat het niet alleen over een krantenartikeltje, maar het gaat inmiddels over veel meer. Bovendien gaat het over een cruciaal onderdeel van de WAO, namelijk de vraag of het überhaupt haalbaar is wat dit kabinet zich in de kop heeft gezet. Ik zou denken dat de Kamer daarover op korte termijn moet worden geïnformeerd. Ik heb er niet zo veel behoefte aan om nog een paar maanden te wachten, want wij wachten al maanden op het wetsvoorstel. Het wetsvoorstel moet snel naar de Kamer. Als dat er niet in zit, dan moet er op zijn minst helderheid komen van het kabinet hoe het zit met de invoeringsdatum, de uitvoering, de eerste reactie van de sociale partners, et cetera.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Het zou mooi zijn en zelfs het beste als wij alle informatie in één keer zouden kunnen krijgen, maar dan wel op korte termijn. Het liefste krijg ik morgen of overmorgen alle informatie samen. Nogmaals, er is onduidelijkheid over de uitvoering bij UWV. Er ligt ondertussen ook een verklaring van de bonden en de werkgevers. Dat zijn geen krantenartikelen, maar dat is een verklaring waarin men zegt: als UWV het niet kan, dan moet het maar helemaal privaat. Daarom wil ik, met het oog op de mogelijke dreiging van een vertrouwenscrisis, op zeer korte termijn een reactie, ook als het kabinet niet snel besluit. Dat lijkt mij eerlijk gezegd alleszins logisch.

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik vind het verzoek van mevrouw Bussemaker inmiddels een beetje realistischer worden. Gelukkig wil zij ook een zorgvuldig verslag hebben. De manier waarop zij dat doet vind ik overigens wel verschrikkelijk "hyper", maar dat is blijkbaar de toon die zij kiest en de wijze waarop zij het wil aanpakken.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Omdat de minister hier voor een ander onderwerp aanwezig is, heeft hij dit ook gehoord. Dat doet echter formeel niet ter zake.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het is mijn taak om precedentwerking te voorkomen en daarom leg ik uit waarom dit verzoek via de plenaire vergadering en niet via de vaste commissie is gedaan. Mevrouw Bussemaker had aanvankelijk het voornemen om een debat aan te vragen. Daarom vind ik het redelijk om deze weg te bewandelen. Dat is geen uitnodiging aan alle leden om te zeggen dat er een debat wordt aangevraagd om vervolgens plenair om een brief te kunnen vragen. Ik ben uiteraard haarscherp in staat om in te schatten welke debataanvragen wel of niet realistisch zijn.

Het woord is aan mevrouw Azough.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Mevrouw Azough is verhinderd. Zij wilde namens de algemene commissie Integratiebeleid een VAO aanvragen over het debat over AMA's dat gisteren is gehouden. Dat VAO hoeft niet vandaag, maar mag ook volgende week worden gehouden.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen en het VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (SP):

Voorzitter. Wij hebben later vanmiddag een debat met minister Peijs over de Maasvlakte. Afgelopen dinsdag, toen ik dat verzoek tot dat debat deed, heb ik de minister gevraagd of zij voorafgaand aan het debat een vragenserie wilde beantwoorden. De vragenserie ging over de uitlatingen van de minister over hoe om te gaan met Europese milieuwetten. Het debat begint over ongeveer een uur en drie kwartier. Wij hebben nog niets ontvangen. Ik vraag u om de minister te manen om de antwoorden met spoed naar de Kamer te sturen.

De voorzitter:

Ik beaam dat de antwoorden er moeten zijn, ook omdat dat is afgesproken. Ik stel voor, dit deel van het uitgewerkte stenogram door te sturen naar de minister van Verkeer en Waterstaat. Wij streven ernaar dat dit verzoek de minister heel snel bereikt, als dit nu al niet op het ministerie wordt gehoord via de draadomroep van de Kamer.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik lees in Het Parool van vandaag dat een gedeelte van de Kamer al in debat is met minister Dekker over het nieuwe huurbeleid. Dat wil ik ook graag. Bovendien staat er in Het Parool dat de desbetreffende fracties al geïnformeerd worden over de onderzoeken waar de Kamer om gevraagd heeft. Ik doel op de berekeningen over de inkomenseffecten van het nieuwe huurbeleid. Ik ben heel erg nieuwsgierig.

Ik vraag het kabinet dan ook om alle gegevens en onderzoeken die naar de fracties van het CDA en D66 gaan, aan de gehele Kamer te doen toekomen. Zoals gezegd, zijn wij even nieuwsgierig. Meer mensen willen ook graag weten wat de inkomenseffecten van het nieuwe huurbeleid zijn.

Bovendien wil ik graag de optie openhouden om aan te sluiten bij de fracties van het CDA en D66, die vandaag met minister Dekker in debat gaan. Ik weet niet hoe groot de achterkamers van het CDA en D66 zijn, maar het lijkt mij gewenst dat het debat wordt verplaatst naar de plenaire zaal, zodat er voor iedereen plek is, ook voor de DVR.

De voorzitter:

En de voorzitter natuurlijk.

Mevrouw Van Velzen (SP):

U mag ik helemaal niet vergeten.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het is bekend dat de fractie van GroenLinks dol is op debatten. Ook zij is heel erg benieuwd. Zij wil het debat ook graag voeren. Het gevoel van uitgesloten worden, is toch niet prettig. Dat krijg je wel als je zoiets leest in een artikel in de krant. Ik begrijp mevrouw Van Velzen. Ik zou zeggen: kabinet, kom maar op met die informatie. Laten wij het debat hier snel voeren. Ik hoop dat mevrouw Verburg er dan ook bij is.

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik doe dat graag, als u daar prijs op stelt. Dat weet u. Ik sluit mij aan bij het verzoek van mevrouw Van Velzen. Wij beschikken namelijk ook niet over de informatie waar in Het Parool een artikel over verschijnt. Wij willen dus ook graag geïnformeerd worden over de stukken die er zouden zijn. Op grond daarvan kunnen wij in deze zaal debatteren. Daar hebben wij geen achterkamertjes voor nodig. Aan het adres van mevrouw Van Velzen zeg ik: kom eens kijken en dan zal ik u alle kamers laten zien die er bij het CDA zijn, maar dat zijn geen achterkamertjes.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Bedankt voor de uitnodiging.

De voorzitter:

Ook dit verzoek had via de commissie gedaan kunnen worden, maar de reden dat ik toestemming heb gegeven om bij de regeling van werkzaamheden het verzoek te doen om dit punt plenair te behandelen, is de volgende. Wanneer in de pers de indruk bestaat – ik formuleer nu uiteraard zorgvuldig – dat bepaalde fracties in de Kamer wel en andere fracties niet aan een politiek proces met het kabinet meedoen, vind ik het goed dat die kwestie in de plenaire Kamervergadering aan de orde komt. Ik stel voor om dit deel van het uitgewerkte stenogram door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van VROM.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Het is nu kwart over twee. Het lijkt mij verstandig om aan het kabinet te vragen om de informatie nog hedenmiddag naar de Kamer te sturen. Ik wil de optie openhouden om daarover nog vandaag te debatteren.

De voorzitter:

Het laatste deel van uw vraag lijkt mij wat ingewikkelder uit te voeren. Alles op zijn tijd. Wij wachten eerst op de informatie.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Naar boven