Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, donderdag bij aanvang van de vergadering als hamerstuk te behandelen een aantal verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften (29235, nrs. 32 t/m 45).

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in:

  • - de vaste commissie voor Justitie het lid Jonker tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Hijum;

  • - de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Van Oerle tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Jonker tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Jonker tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Jonker tot lid in plaats van het lid Van Fessem en het lid Joldersma tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid De Vries;

  • - de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Jonker tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Oerle;

  • - de vaste commissie voor Defensie het lid Jonker tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Dijk;

  • - de contactgroep Frankrijk het lid Jonker tot lid in de bestaande vacature.

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. De organisatie Women on Waves, de abortusboot, krijgt geen toegang tot de Portugese wateren hetgeen veel consequenties heeft. De organisatie vaart al een tijd rond zonder enige steun of hulp. In het afgelopen weekend hebben wij daarover schriftelijke vragen gesteld; met name aan minister Bot is gevraagd of het niet toelaten van het schip tot de Portugese wateren niet in strijd is met internationale conventies. Wij hebben het kabinet gevraagd om onze vragen te beantwoorden vóór dinsdag 12.00 uur. De antwoorden zijn echter nog steeds niet binnen. Gelet op het spoedeisende karakter van de zaak en de paniek die daaromheen hangt, is het niet netjes dat de vragen niet binnen de termijn die de Kamer gesteld heeft, beantwoord zijn. Ik verzoek het kabinet om die antwoorden vóór 16.00 uur vanmiddag, of in elk geval binnen een paar uur, naar de Kamer te sturen. Aan de hand daarvan voeren wij graag een spoeddebat over de ontstane situatie.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te zenden naar de minister van Buitenlandse Zaken met het verzoek de beantwoording vóór 16.00 uur te laten plaatsvinden. Ik neem aan dat als dat niet mogelijk is, in de commissie voor Buitenlandse Zaken de verdere gang van zaken wordt bepaald.

Mevrouw Van der Laan (D66):

U doet een goed voorstel, want het is heel verstandig om voor 16.00 uur over die antwoorden te beschikken. Wij moeten anders tot morgen wachten om in de regeling van werkzaamheden een debat met de minister aan te vragen. Wij stellen ons nu al heel flexibel op omdat wij rekening houden met het feit dat de minister van Buitenlandse Zaken morgen niet aanwezig is. Het maakt mij niet uit met welke minister wij de discussie voeren; dat kan wat mij betreft ook met de minister van VWS of de minister van LNV want het kabinet spreekt met één mond. Morgen is de laatste dag dat de boot nog olie heeft. Als er dan geen toegang wordt verschaft, moet het hele project worden afgeblazen. Men traineert de zaak expres. Ik neem aan dat de Nederlandse regering daar niet aan mee doet, maar van Portugese zijde gebeurt dat wel. Wij moeten daar niet aan meedoen en nu beslissen dat als wij om 16.00 uur de antwoorden niet binnen hebben, minister Bot na het algemeen overleg over de Razeb dat om 18.00 uur afgelopen is nog een uurtje blijft, zodat wij de zaak vandaag nog kunnen oplossen. Morgen is het mogelijk gewoon te laat.

Mevrouw Tonkens (GroenLinks):

De fractie van GroenLinks steunt dit verzoek. Op 6 augustus zijn namens GroenLinks vragen gesteld aan de staatssecretaris van VWS en ik verzoek u om deze ook meteen te laten beantwoorden zodat die kwestie kan worden meegenomen. Als de staatssecretaris niet aanwezig is, kan dat onderwerp met de minister worden besproken.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. De vragen van mevrouw Tonkens c.s. zijn voorafgegaan door vragen die ik gesteld heb mede namens een aantal collega's. Die antwoorden kunnen hier ook bij betrokken worden, maar op deze manier verbreden wij wel het discussiethema. Gaat het alleen om het zeerechtelijke aspect van het al dan niet binnenvaren in territoriale wateren van een schip met een zekere missie; een schip dat op voor mijn fractie begrijpelijke gronden door de lidstaat Portugal met gefronste wenkbrauwen tegemoet wordt gezien? Of gaat het ook om de vergunningverlening met alles erop en eraan, hetgeen door mevrouw Tonkens aan de orde wordt gesteld? Ik kan begrip hebben voor het plaatsvinden van een spoeddebat, maar ik vind wel dat de regering alle ruimte moet hebben om binnen werkbare termijnen tot een zorgvuldige afweging te komen. Juist vanwege de internationaalrechtelijke aspecten zal daar tijd mee gemoeid zijn. Ik heb geen enkel signaal gekregen dat er getraineerd wordt door onze regering. De termijn is normaal gesproken drie weken. Daarbij kan een wens worden gevoegd, maar misschien wordt aan die wens wel gewerkt maar kan er in alle billijkheid niet aan worden voldaan. Dat zou ik erbij betrokken willen zien. Ik heb dus geen enkele behoefte aan deze bespoediging. Overigens begrijp ik dat er een keer een overleg over dit onderwerp komt.

De heer Bruls (CDA):

Voorzitter. Dit onderwerp is uitgebreid aan de orde geweest in de procedurevergadering. Mag ik van mevrouw Arib begrijpen dat de pogingen om een spoed-AO te houden niet zijn gelukt en dat zij daarom verzoekt om een plenair spoeddebat? Daarbij moet dan zowel de minister van Buitenlandse Zaken als de staatssecretaris van VWS aanwezig zijn. Ik sluit mij toch enigszins aan bij de woorden van collega Van der Vlies. De regering moet wel de mogelijkheid hebben om de juridische aspecten goed te kunnen bestuderen, want het is natuurlijk niet zomaar iets. Overigens onderschrijf ik het spoedeisende karakter. Toch wil ik ook dat de regering de ruimte krijgt om de juridische aspecten te onderzoeken.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Op basis van de overwegingen van de heer Van der Vlies kan ik mij goed voorstellen dat het verstandig is om de zaken te splitsen. Het gaat er nu om dat de boot de haven wil binnengaan. Dat is een andere discussie dan die over de vraag of de beperkte vergunning had mogen worden verleend. De urgentie zit natuurlijk niet in die vergunning – daarover kunnen wij ook over een week debatteren – maar in het binnenvaren van de haven. Het is een kwestie van internationaal recht, maar vooral van Europees recht, namelijk het vrije verkeer van personen. Daarover kunnen wij wat mij betreft ook met de staatssecretaris van Europese Zaken spreken. Het gaat erom dat er iemand van de regering is: de regering spreekt uiteindelijk met één mond.

Mevrouw Arib (PvdA):

De schriftelijke vragen gingen inderdaad vooral over het niet toelaten van het schip tot de Portugese wateren. Ik kan mij voorstellen – maar nu kijk ik collega Tonkens even aan – dat het overleg over het andere aspect op een ander moment plaatsvindt. Het is op dit moment urgent dat wij van de regering horen welke acties zij van plan is te ondernemen om de mogelijkheid tot varen te bespoedigen. Als zij dat niet van plan is, wil ik daarvoor graag een keiharde argumentatie horen. Van verschillende kanten horen wij dat er internationale afspraken zijn om boten toe te laten. Alleen als een boot een bedreiging vormt voor de veiligheid of als er wapens aan boord zijn, mag de toegang worden geweigerd. Beide gevallen zijn niet aan de orde, dus ik denk dat hier zeker sprake is van traineren. Ik zeg niet dat de regering dat doet, maar er zijn in Portugal actiegroepen bezig om de boot tegen te houden. Dat lijkt mij geen goede zaak.

Mevrouw Tonkens (GroenLinks):

Ik ben bereid om het onderwerp te splitsen. Ik wil dan wel dat het overleg over dat andere aspect ook op korte termijn plaatsvindt. Dat hoeft niet deze week, maar dan wel volgende week, in ieder geval voor de algemene beschouwingen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek van mevrouw Arib te voldoen en af te wachten of wij de antwoorden van het kabinet voor 16.00 uur binnenkrijgen. Zijn die antwoorden toereikend, dan hoeft er geen spoeddebat plaats te vinden. Een spoeddebat zou om 18.00 uur kunnen plaatsvinden, maar dan alleen over het onderdeel dat als urgent is aangemerkt, dus niet een bredere discussie.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Ik neem aan dat daarbij alleen een bewindspersoon van Buitenlandse Zaken aanwezig zal zijn, zodat wij niet in de verleiding komen om het onderwerp te verbreden.

De voorzitter:

Ik denk inderdaad niet dat wij het heel breed moeten trekken. Wij moeten inderdaad een bewindspersoon van Buitenlandse Zaken uitnodigen. Dat wordt waarschijnlijk de minister, maar dat gaan wij nog bekijken.

Mevrouw Van der Laan (D66):

Zal het debat in de plenaire zaal plaatsvinden of wordt het een spoed-AO?

De voorzitter:

Het debat zal plenair plaatsvinden. Het tijdstip hangt mede af van het debat dat zo meteen zal plaatsvinden.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

Naar boven