Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, te behandelen morgen bij het begin van de vergadering als
hamerstuk het wetsvoorstel Wijziging van de voor de Tweede Kamer in 2004 benodigde
uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten (29471).
De voorzitter:
Op verzoek van de fractie van GroenLinks benoem ik in:
- de
vaste commissie voor Justitie het lid Azough tot lid in plaats van het lid
Tonkens;
- de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
het lid Azough tot lid in plaats van het lid Karimi.
Op verzoek van de LPF-fractie benoem ik in:
- de vaste commissie
voor Economische Zaken het lid Van As tot plv. lid in plaats van het lid Eerdmans;
- de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid
Van As tot plv. lid in plaats van het lid Eerdmans.
Ik stel voor, de stukken 24587, nr. 103, 27732, nr. 10, 28090, nr. 8,
28971, nr. 15, 29200-VI, nr. 125, 29200-IXB, nrs. 9, 11, 13 en 15, 29200-XVI,
nrs. 167, 169 en 170, en 29426 voor kennisgeving aan te nemen.
Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nummers 29423 (R1749), 29424
en 29429 (R1750) de termijnen zijn verstreken, stel ik voor dat wat deze Kamer
betreft de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn
goedgekeurd.
Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
Aangezien voor stuk nr. 29425 de termijn is verstreken, stel ik voor,
dit stuk voor kennisgeving aan te nemen.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Kant.
Mevrouw Kant (SP):
Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over de
geestelijke gezondheidszorg op de plenaire agenda te zetten. Het heeft geen
geweldige haast, dus volgende week of de week daarna is prima.
De voorzitter:
Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Klaas de Vries.
De heer Klaas de Vries (PvdA):
Voorzitter. In het notaoverleg op 9 februari over het terugkeerbeleid
is er gesproken over een aantal gevallen waarin zieke mensen het land uitgezet
zouden worden. De Kamer heeft hierover schriftelijke informatie gevraagd.
Voor een deel van deze groep is die informatie gekomen, namelijk voor de mensen
die met de Nierstichting te maken hadden, maar ik had zelf ook een aantal
gevallen genoemd die in de gevraagde rapportage zouden worden opgenomen. Deze
brief is er nog niet. Ik heb een paar keer informeel laten rappelleren, maar
nu er inmiddels meer dan een maand verstreken is, stel ik er toch wel prijs
op dat deze brief nu komt.
De voorzitter:
Ik zie dat uw verzoek van verschillende kanten ondersteund wordt. Ik stel
voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar
het kabinet, in het bijzonder naar de minister voor Vreemdelingenzaken en
Integratie.