Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend tijdens het debat over de brief van het Presidium over controle op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, te weten:

- de motie-De Wit/Van Gent over omzetting in een vaste commissie (28833, nr. 2);

- de motie-Van der Ham over uitbreiding van de commissie tot de voorzitters van de zes grootste fracties (28833, nr. 3);

- de motie-Van Gent c.s. over uitbreiding van de commissie tot alle fracties (28833, nr. 4);

- de motie-Kalsbeek over uitbreiding van de commissie tot de voorzitters van alle fracties (28833, nr. 5).

(Zie vergadering van 4 juni 2003.)

De voorzitter:

De leden Van Gent en Kalsbeek hebben hun moties op de stukken 28833, nrs. 4 en 5, vervangen door een nieuwe gezamenlijke motie, luidende:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Presidium het wenselijk acht dat de toegang tot de commissie voor de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten beperkt blijft tot de voorzitters van de vier grootste fracties;

overwegende dat gedegen parlementaire controle een essentieel onderdeel uitmaakt van de democratische legitimatie van de inlichtingendiensten;

besluit dat de voorzitters van alle fracties die meteen na de verkiezingen zijn vertegenwoordigd in de Kamer lid moeten kunnen worden van de commissie voor de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten, uiteraard met inachtneming van de huidige afspraken met betrekking tot geheimhouding,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gent en Kalsbeek. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 6 (28833).

Ik deel voorts mee dat de heer Van der Ham zijn motie op stuk nr. 3 in die zin heeft gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de commissie voor de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten een speciale commissie is die in beslotenheid vergadert en bestaat uit de voorzitters van de vier grootste fracties;

van mening dat de samenstelling van deze commissie kan worden uitgebreid tot de voorzitters van de grootste zes fracties die bereid zijn aan het werk in deze commissie deel te nemen;

van mening dat een vacature die ontstaat wanneer een fractievoorzitter afziet van deelname aan de commissie, wordt opgevuld door de voorzitter van die grootste fractie die wel aan het werk van de commissie wenst deel te nemen maar er nog niet in vertegenwoordigd is;

spreekt uit dat het Reglement van orde van de Tweede Kamer in deze zin wordt aangepast,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Ham. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 7 (28833).

Beide moties zijn inmiddels rondgedeeld. Ik constateer dat er meteen over gestemd kan worden.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik stel het op prijs dat de gezamenlijke motie van mevrouw Kalsbeek en mij eerder in stemming komt dan de motie van de heer Van der Ham, omdat de strekking van onze motie verder gaat.

De voorzitter:

Dat zal gebeuren.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Gent/Kalsbeek (28833, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de ChristenUnie en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-De Wit/Van Gent (28833, nr. 2).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Ham (28833, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66, het CDA en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Hierbij ontsla ik het kabinet van de plicht om te antwoorden op de brief ik hem vanmiddag heb gezonden.

Het woord is aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Nu alle moties verworpen zijn, heb ik nog een verzoek. Tijdens het debat kwam naar voren dat de meerderheid van de Kamer van mening is dat de huidige bezetting van de commissie van vier leden gehandhaafd moet worden. Er was nog discussie over de vraag of de commissie tot drie leden moet worden teruggebracht als een van de fracties daarmee niet akkoord wil gaan. Ik stel u voor om dit element in de volgende vergadering van het Presidium weer in discussie te brengen.

De voorzitter:

Ik geloof niet dat wij nu het land verder moeten ophouden. Ik stel voor om dit gedeelte van het stenogram...

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

U zegt dat u het land niet verder wilt ophouden. Ik wil dat ook niet, maar u bent begonnen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, wat mij betreft zonder de persoonlijke opmerkingen van mevrouw Van Gent, door te geleiden naar het Presidium. Wij zullen daar bekijken wat wij kunnen doen met de opmerking van de heer Van der Ham. De moties zijn uiteraard verworpen. Verworpen is verworpen.

Aldus wordt besloten.

Naar boven