70ste vergadering

Dinsdag 20 mei 2003

13.00 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 148 leden, te weten:

Van Aartsen, Adelmund, Albayrak, Algra, Aptroot, Van Ardenne-van der Hoeven, Arib, Van As, Atsma, Van Baalen, Bakker, Balkenende, Van Beek, Blok, Blom, Van Bochove, Boelhouwer, Van Bommel, Bos, Van den Brand, Van den Brink, Bruls, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Cornielje, Çörüz, Crone, Van Dam, Depla, Van Dijken, Dijksma, Dijsselbloem, Dittrich, Douma, Dubbelboer, Duivesteijn, Duyvendak, Eerdmans, Eijsink, Eurlings, Ferrier, Fierens, Geluk, Van Gent, Gerkens, Giskes, De Graaf, De Grave, Griffith, De Haan, Van Haersma Buma, Halsema, Van der Ham, Hamer, Haverkamp, Heemskerk, Van Heemst, Herben, Hermans, Hessels, Van Heteren, Hirsi Ali, Van der Hoeven, Hofstra, Hoogervorst, Ten Hoopen, Huizinga-Heringa, Jager, Joldersma, Kalsbeek, Kamp, Kant, Karimi, Van der Knaap, Koenders, Koopmans, Kortenhorst, Kraneveldt, De Krom, Kruijsen, Van der Laan, Lazrak, Leerdam, Van Lith, Marijnissen, Mastwijk, Meijer, Van Miltenburg, Mosterd, Nawijn, De Nerée tot Babberich, Nicolaï, Van Nieuwenhoven, Nijs, Noorman-den Uyl, Van Oerle-van der Horst, Oplaat, Örgü, Ormel, De Pater-van der Meer, Rambocus, Remkes, Rietkerk, Rijpstra, Rouvoet, De Ruiter, Rutte, Samsom, Schreijer-Pierik, Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, Slob, Smeets, Smits, Spies, Van der Staaij, Sterk, Straub, Stuurman, Terpstra, Tichelaar, Timmer, Timmermans, Tjon-A-Ten, Tonkens, Varela, Van Velzen, Vendrik, Verbeet, Verburg, Verdaas, Vergeer-Mudde, Verhagen, Vietsch, Van der Vlies, Vos, B.M. de Vries, J.M. de Vries, K.G. de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Waalkens, Weisglas, Wijn, Wilders, Van Winsen, De Wit, Wolfsen en Zalm,

en de heer Remkes, vice-minister-president, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

alsmede de heren Korthals Altes en Hoekstra, informateurs.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Ten Hoopen, wegens bezigheden elders, alleen voor de avondvergadering, waarvan ik hoop dat die niet zal plaatsvinden;

Van Geel en Ross-van Dorp, wegens bezigheden elders.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat de regeling van werkzaamheden zal worden gehouden aan het eind van de vergadering – wat mij betreft dus aan het eind van de middag – voorafgaande aan de stemmingen.

Er is een brief binnengekomen van onze collega Theo Rietkerk. Deze brief luidt als volgt:

"Kampen, 20 mei 2003

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Geachte voorzitter,

  • Waarde collega's,

Het openbaar bestuur ligt mij na aan het hart. Er zijn vele politieke functies, waarin mensen dienstbaar kunnen zijn aan de samenleving: op landelijk, Europees, provinciaal en gemeentelijk niveau.

Het is van groot belang dat de besturen van Rijk, provincie en gemeente door kwalitatief goede mensen vertegenwoordigd worden. Dit belang heeft ertoe geleid dat het CDA-Overijssel en de statenfractie vrij plotseling een indringend en klemmend beroep op mij hebben gedaan om gedeputeerde VROM te worden in de prachtige provincie Overijssel. Onze Kamer heeft via het wetsvoorstel dualisering provincie de mogelijkheid geopend om gedeputeerden van buiten de statenfractie aan te trekken.

Uiteindelijk heb ik besloten op het verzoek in te gaan. Bij dit verzoek speelde ook mee dat ik binnen het openbaar bestuur actief blijf voor mijn partij, het CDA. Voorts woog voor mij mee dat ik veel kan blijven betekenen voor de inwoners uit een regio waar ik veel voorkeurstemmen heb gekregen. Ten slotte speelde het combineren van werk en de zorg voor het gezin een rol.

Op 7 mei jongstleden ben ik geïnstalleerd als lid van het college van gedeputeerde staten van Overijssel. Daarom deel ik u mee dat ik mijn lidmaatschap van de Kamer neerleg per 21 mei aanstaande. Het spreekt voor zich dat deze beslissing met uiteenlopende gevoelens gepaard gaat.

Terugkijkend op vijf jaar Kamerlidmaatschap heb ik genoten Voorzittervan de debatten over onderwerpen als veiligheid, gevangeniswezen en volkshuisvesting. De debatten over het Koninklijk Huis naar aanleiding van de affaire 'Margarita' heb ik minder plezierig gevonden. De Kamer mag en kan zich niet lenen als een speelbal in een juridisch steekspel van advocaten of zoals collega Van Aartsen het treffend zei: 'De Kamer is geen verlengstuk van een advocatenkantoortje.'

Bijzonder boeiend was het opstellen van initiatiefwetsvoorstellen. De door mij mede opgestelde initiatiefwetsvoorstellen zullen de komende periode door CDA-collega's worden voortgezet.

Het laatste jaar mocht ik fractiesecretaris zijn van het CDA. Deze periode heb ik bijzonder inspirerend, inspannend maar ook fysiek zwaar gevonden. Graag heb ik ten dienste van de Kamer en mede namens de CDA-fractie in het secretarissenoverleg gezamenlijk besluiten kunnen nemen. Ook mijn korte periode in het Presidium heb ik als plezierig ervaren en in collegialiteit heb ik mede kunnen bijdragen aan het functioneren van de Kamer.

Ik hoop dat u mijn bijdrage op prijs hebt gesteld. Het afscheid is er, maar mijn afscheid betekent geen afscheid van de politiek. Ik hoop u in mijn nieuwe functie als gedeputeerde van Overijssel nog regelmatig te ontmoeten.

Ik dank collega's en medewerkers voor alles wat ze voor mij betekend hebben. Ook iedereen die dit bedrijf draaiende houdt, dank ik hartelijk. Fractiemedewerkers, Kamerpersoneel en – in het bijzonder – de mensen van het restaurantbedrijf: ik zal jullie missen en dank jullie voor de hartelijke contacten. Ik wens alle 150 Kamerleden bevlogenheid, humor en kracht toe. Het ga jullie goed en ik wens jullie allen het allerbeste toe zowel in jullie politieke als persoonlijke leven!

w.g. Theo Rietkerk"

(Applaus)

De voorzitter:

Van dit ontslag is mededeling gedaan aan de voorzitter van het Centraal Stembureau en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ik stel voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Geachte heer Rietkerk, beste Theo. U heeft op 19 mei 1998 de eed afgelegd, waarmee u uw lidmaatschap van deze Kamer bent begonnen. Mij is verteld dat uw bereidheid om in de politiek te gaan in 1998, een klein beetje verband hield met het feit dat toen een ernstige knieblessure een verdere loopbaan in het topvoetbal verhinderde. Maar wie enigszins thuis is in de Nederlandse politiek, verbaast zich niet wanneer een Rietkerk naar Den Haag komt. Uw familie is in ten minste drie politieke partijen prominent vertegenwoordigd geweest.

In Den Haag heeft u vooral herkenbaar willen zijn voor uw regio. U stelde één maand na uw beëdiging uw eerste schriftelijke vragen, twee series op één dag. De eerste serie vragen betrof de gevolgen die het nieuwe beleid Ruimte voor de rivier zou hebben voor bedrijven in de gemeenten Hasselt, Genemuiden en Zwartsluis. De tweede serie betrof het uitdiepen van de vaargeul in de IJsselmonding. Hoezo districtenstelsel, vraag ik mij dan af.

Een tweede, wezenlijker kenmerk van uw politieke optreden is uw christelijke achtergrond en overtuiging. Die bracht u al tot uitdrukking in uw maidenspeech op 14 oktober 1998 over de begroting van VROM. In die speech vroeg u vanuit uw christelijke achtergrond speciale aandacht voor de woonproblemen van ouderen. U deed dat zo gloedvol, dat de volgende spreker – dat was de heer Duivesteijn – u een voor zijn doen royaal compliment maakte. Dezelfde aandacht voor ouderen kwam kortgeleden ook terug in uw laatste interventie in ons midden, vorige maand, bij een debat over de wijziging van het Reglement van orde, waardoor een nieuw type Kamercommissie mogelijk moet worden. U sprak daarbij over een themacommissie inzake ouderenbeleid.

Uit uw optreden in dat debat en uit uw lidmaatschap van het Presidium – u schrijft er zelf ook over – blijkt al dat u in de vijf jaar lidmaatschap van onze Kamer ook de verantwoordelijkheid heeft willen nemen voor de organisatorische en de logistieke aspecten van ons werk. Als secretaris van de grootste fractie heeft u in korte tijd veel problemen op tafel gekregen. U heeft ze, als ik het zo mag noemen, op zijn Rietkerks opgelost; dat wil zeggen zonder veel poeha en in alle rust.

Uit uw brief blijkt dat u de afgelopen periode fysiek zwaar heeft gevonden en dat u mede uw nieuwe functie heeft aanvaard vanwege uw gezin. Staat u mij toe om de twee opmerkingen uit uw brief te gebruiken om ons allen te herinneren aan de wenselijkheid ons werk zo in te richten dat wij er zo gezond mogelijk bij kunnen blijven. Uw vroegere fractiegenote Nancy Dankers heeft bij haar afscheid in krachtige termen daarop gewezen. Ik ben blij dat deze zorg ook wordt genoemd als motief voor de herziening van onze werkwijze, die op dit moment wordt besproken en waaraan u zelf de afgelopen maanden zo actief heeft bijgedragen.

U zult de Rietkerkse eigenschappen, namelijk rust en weinig poeha, en uw Haagse ervaringen in uw nieuwe functie zeker kunnen gebruiken. Ik heb elders al laten blijken dat wij uw vertrek uit ons midden juist vanwege die eigenschappen en vanwege die ervaring betreuren. Dat betekent niet dat wij ze Overijssel misgunnen. Het is alleen jammer dat de provincialestatenverkiezingen deze keer aan het begin en niet aan het einde van onze parlementaire periode werden gehouden. Graag wens ik, namens ons allen, u, uw gezin en uw provincie veel geluk in de komende jaren. Het ga u goed.

(Applaus)

De voorzitter:

De overige ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven