Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Comptabiliteitswet houdende uitbreiding van de onderzoeksbevoegdheden van de Algemene Rekenkamer ten aanzien van de besteding van gelden die ten laste komen van de begroting van de Europese Unie (achtste wijziging van de Comptabiliteitswet) (27571).

(Zie vergadering van 2 oktober 2001.)

De voorzitter:

Ik merk op dat de heer Bolhuis zijn amendement op stuk nr. 6 heeft ingetrokken.

Artikel I, aanhef, wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Bolhuis (stuk nr. 8, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement, het andere op stuk nr. 8 voorkomende gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Onderdeel A, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Bolhuis (stuk nr. 8, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel B, aanhef, wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 59a, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Bolhuis (stuk nr. 8, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel II en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven