Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, woensdag a.s. te stemmen over het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Gemeentewet (partiële wijziging zedelijkheidswetgeving) (27745).

Ik stel voor, te behandelen woensdag a.s. bij het begin van de vergadering:

  • - de brief van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen houdende het voorstel de Algemene Rekenkamer te verzoeken een onderzoek uit te voeren naar mogelijk oneigenlijk gebruik en misbruik van bekostigingsregelingen in het hoger onderwijs en de BVE-sector (28248, nr. 12).

Ik stel voor, te behandelen donderdag 4 april bij het begin van de vergadering:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van het de Wet Justitie-subsdies (Halt-afdoeningen, technische wijzigingen) (28062);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene Wet bijzondere Ziektekosten teneinde onduidelijkheid omtrent het rechtsgevolg van door indicatieorganen te stellen indicaties op te heffen, alsmede wijziging van de Ziekenfondswet teneinde enkele technische verbeteringen aan te brengen (28228);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Arbeidstijdenwet (werkgeversaansprakelijkheid voor overtredingen van bestuurders zijnde werknemers) (28146);

  • - het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Oss en Ravestein (28096).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor 9, 10, en 11 april:

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van de opzegging van het op 14 februari 1972 te Rabat ondertekende Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko, en het op 3 november 1972 te Rabat ondertekende Administratief Akkoord betreffende de wijze van toepassing van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko met overgangsvoorziening (Wet sociale zekerheidsrelatie Marokko) (28275).

Ik stel voor, de tijdelijke commissie Biotechnologie te dechargeren, daar de commissie inmiddels heeft voldaan aan de haar opgedragen taak de volgende bij de Kamer ingediende kabinetsstukken te behandelen, te weten:

  • - de integrale beleidsnota Biotechnologie (27428);

  • - de beleidsnota "De toepassing van genetica in de gezondheidszorg" (27543);

  • - het kabinetsstandpunt inzake de Kennisinfrastructuur Genomics (27866).

Ik dank de tijdelijk commissie voor haar inspanningen.

Ik stel voor, het stuk 28000-XVI, nr. 109, voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Poppe.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter. Er worden al geruime tijd gesprekken gevoerd tussen de minister van VROM, de heer Pronk, en AKZO Zoutchemie betreffende het stoppen van chloortransporten. Het is al een tijdje stil rondom deze onderhandelingen. Daarom verzoek ik de minister de Kamer een brief te schrijven en daarin aan te geven wat de stand van zaken van deze onderhandelingen is.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Hindriks.

De heer Hindriks (PvdA):

Voorzitter. Deze week zijn diverse berichten verschenen over het bedrijf Ocean Co. Zij verschenen o.a. in het Algemeen Dagblad en vanochtend nog in de Volkskrant. Naar verluidt zet dit bedrijf zijn werknemers onder druk met het niet-betalen van salarissen. Daarmee wil het afdwingen dat de werknemers voor hun ontslag tekenen. Dat lijkt op bedreiging en afpersing. Ik zeg niet dat het zo is, maar ik wil graag onderzocht zien of dit zo is. Dit lijkt een onderneming te zijn die gebruik maakt van diverse constructies met betrekking tot de socialezekerheidspremies en de loonbelastingpremies. Het probeert onder betaling van die premies uit te komen. Wil minister Vermeend hier snel naar kijken, ook omdat dit een bedrijf met urgente problemen is? Wil minister Vermeend de Kamer ook een brief doen toekomen over dit onderwerp en in het bijzonder aangeven welke mogelijkheden het kabinet ziet om dit gedrag van ondernemers te bestrijden?

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Kuijper.

De heer Kuijper (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Afgelopen maandag hebben wij een wetgevingsoverleg gehad en daarbij de wet Justitiële gegevens behandeld. Ik wil u vragen dit debat te heropenen om mij in de gelegenheid te stellen een motie in te dienen.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer daarvoor op een later tijdstip een voorstel doen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Op 20 maart hebben wij een overleg over het huurbeleid gehad. Ik zou graag zien dat het verslag van dit AO op de agenda van de plenaire vergadering werd geplaatst.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer ook daarover later een voorstel doen.

Het woord is aan de heer Te Veldhuis.

De heer Te Veldhuis (VVD):

Voorzitter. Wij hadden gisteren een algemeen overleg over het onderwerp kiezen op afstand. Ik zou graag zien dat het verslag van dat overleg op de agenda van de plenaire vergadering werd geplaatst, zodat ik een motie kan indienen. Ik doe dit voorstel mede namens de heer Rehwinkel van de fractie van de Partij van de Arbeid.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer daarover later een voorstel doen.

Het woord is aan de heer Harrewijn.

De heer Harrewijn (GroenLinks):

Voorzitter. Gisterochtend hebben wij een algemeen overleg gehad over de evaluatie van de Wet beperking export uitkeringen. Ik verzoek u het verslag daarvan op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ook daarover zal ik de Kamer later een voorstel doen.

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Wilt u het verslag van het algemeen overleg over het asielbeleid van vorige week toevoegen aan de plenaire agenda van volgende week?

De voorzitter:

Ik zal de Kamer daarover later een voorstel doen.

Het woord is aan mevrouw Albayrak.

Mevrouw Albayrak (PvdA):

Voorzitter. Het is een goed gebruik geworden: ook deze week, op 26 maart, hebben wij aan algemeen overleg over het asielbeleid gehad. Ook het verslag van dat overleg zouden wij graag op de plenaire agenda geplaatst zien.

De voorzitter:

Ook daarover zal ik de Kamer later een voorstel doen.

Het woord is aan de heer Buijs.

De heer Buijs (CDA):

Voorzitter. Ik verzoek u het verslag van het algemeen overleg over de huisartsenzorg op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer ook hierover later een voorstel doen.

Het woord is aan de heer Van Middelkoop.

De heer Van Middelkoop (ChristenUnie):

Mevrouw de voorzitter. Gisteravond konden wij een uitzending van Netwerk zien, waarin nieuw materiaal werd getoond over de gebeurtenissen in Srebrenica een aantal jaren geleden. Tot die uitzending behoorde ook het tonen van notulen van ministerraadsvergaderingen. Ik vind dat onbegrijpelijk. Het ging zelfs om niet-geanonimiseerde notulen. Als ik het mij goed herinner, kreeg zelfs de commissie-Bakker uitsluitend geanonimiseerde verslagen onder ogen. De journalisten die hier kennelijk wat speurwerk hebben verricht, zijn dus nog een stuk verder gekomen dan de parlementaire commissie destijds. Hoe dan ook, van het kabinet zou ik graag vernemen hoe het mogelijk is dat deze notulen zo in beeld konden worden gebracht. Of daar verder een rechercheonderzoek aan moet worden gekoppeld, laat ik graag aan het kabinet over, maar ik meen dat dit buitengewoon serieus moet worden genomen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. De minister van VWS lijkt serieus van plan om een eigen bijdrage te gaan heffen voor de nekkrampvaccinaties. Er zijn daarover al adviezen gevraagd aan het veld, dat daarop zeer ongerust heeft gereageerd. Ik zou dit onbegrijpelijke voorstel het liefst zo snel mogelijk van tafel hebben. Ik vraag om een brief van de minister waarin zij aangeeft...

De voorzitter:

Hier zijn al legio schriftelijke vragen over ingediend.

Mevrouw Kant (SP):

Ik heb alle schriftelijke vragen vanochtend opgevraagd. Over deze specifieke kwestie zijn geen vragen gesteld.

De heer Buijs (CDA):

Er zijn wel degelijk schriftelijke vragen gesteld over de eigen bijdrage, zowel voor meningokokken als voor pneumokokken.

De voorzitter:

Mevrouw Kant wil er een brief over. Dat kan gekoppeld worden aan het verzoek om de schriftelijke vragen zo snel mogelijk te beantwoorden.

Mevrouw Kant (SP):

Ik voeg er nog een vraag aan toe. Wil de minister ook reageren op de verontrustende afwijzende reacties vanuit het veld?

Mevrouw Arib (PvdA):

Er ligt een brief voor over de vaccinaties. Deze moet behandeld worden in de procedurevergadering van de commissie voor VWS.

De voorzitter:

Mevrouw Kant vraagt geloof ik wat anders. In de vaste commissie kunt u beide zaken met elkaar verbinden. Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (VVD):

Voorzitter. Zoals u weet is de Sociaal-economische raad vorige week bevallen van een advies over de WAO. Ik stel nu een vraag die ik al schriftelijk heb gesteld. Een aantal maanden geleden hebben wij de staatssecretaris van SZW gevraagd om een extra variant van het SER-akkoord te laten doorrekenen, een variant zonder de uitkeringsverhoging en de afschaffing van de PEMBA-prikkel. De staatssecretaris heeft daarop geantwoord dat hij dat verzoek zal voorleggen aan het CPB. Het is inmiddels twee maanden geleden. Ik vraag of het kabinet kan bevorderen dat wij volgende week, uiterlijk samen met het kabinetsstandpunt, deze vraag beantwoord krijgen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Molenaar.

Mevrouw Molenaar (PvdA):

Vanochtend heeft de staatssecretaris van Financiën in verband met de overgangsmaatregel voor de film-cv een maand verlenging aangekondigd. Er is echter nog steeds geen nieuwe regeling. Ik heb uit de telefoontjes van de afgelopen dagen begrepen dat de problemen met name in Brussel liggen, maar er wordt niet gezegd wat de aard van die problemen is. Ik kan mij niet voorstellen dat Brussel al een jaar lang niets doet. Er zijn dus problemen. Daarom wil ik dat de staatssecretaris van Financiën en de minister van Economische Zaken die problemen precies op een rijtje zetten en een en ander volgende week aan de Kamer voorleggen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven