Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. een koninklijke boodschap, ten geleide van het voorstel van wet Uitvoering van de richtlijn 1999/70/EG van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (27661).

Deze koninklijke boodschap, met de erbij behorende stukken, is al gedrukt en rondgedeeld;

2. de volgende brieven:

twee, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van de notitie inzake de actuele situatie in Turkije (25206, nr. 4);

  • een, over de recente ontwikkelingen in de OVSE (26355, nr. 4);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de resultaten van het overleg met de onderwijsorganisaties over knelpunten en wijzigingen van de WPO (21860, nr. 61);

een, van de minister van Financiën, ten geleide van de voortgangsrapportage inzake de tegoeden Tweede Wereldoorlog (25839, nr. 24);

een, van de staatssecretaris van Defensie, over gezondheidsrisico's die kunnen voortkomen uit het gebruik van munitie met verarmd uranium (27580, nr. 7);

twee, van de minister van Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, over conflict NS (18986, nr. 60);

  • een, ten geleide van de geannoteerde agenda voor het transportdeel van de Transport- en Telecomraad van 4 en 5 april 2001 (21501-09, 21501-10, nr. 125);

een, van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, over kerktelefonie (27400-XII, nr. 64);

een, van de staatssecretaris van Economische Zaken, ten geleide van het voortgangsverslag Communautair INTERREG-III periode 2000-2006 (21062, nr. 100);

twee, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, te weten:

  • een, over de stand van zaken over BSE, de actuele situatie ten aanzien van MKZ en de ontwikkelingen op de markt voor rundvlees (21501-16, nr. 292);

  • een, inzake nadere informatie m.b.t. de uitbraak van mond- en klauwzeer (MKZ) (27622, nr. 14).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

een, van de minister van Justitie, ten geleide van het conceptvoorstel van Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden;

een, van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, ten geleide van de eindrapportages inzake de evaluatie van de OPTA;

  • een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, inzake projectorganisatie interculturalisatie van de gezondheidszorg.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies en niet te drukken;

4. de volgende brieven:

een, van A.J.F. Vermeulen, over Máxima;

een, van E. Visscher-Endeveld, inzake hiaten in belangrijk onderzoek;

een, van B.J. van der Meer, inzake sluiting van het Rode Kruisziekenhuis in Zierikzee;

een, van het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam, ten geleide van het verslag van de werkzaamheden van het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam over het jaar 2000;

een, van de Nederlandse Woonbond, inzake de nota "Mensen, wensen, wonen".

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies;

5. de volgende brieven:

een, van J. van der Poorten, over "Het christelijk manifest";

een, G. Gaikema, inzake de heer Zorreguieta.

Deze brieven liggen op de griffie ter inzage.

Naar boven