Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Mij is verzocht er rekening mee te houden, dat er aangaande het Europa-overleg van morgen over Stockholm misschien een plenaire afronding wordt gevraagd. Ik stel voor om, als dat gebeurt, dat meteen na het algemeen overleg te doen opdat er voor de middagpauze een VAO kan plaatsvinden en wij bij aanvang van de middagvergadering indien nodig over de ingediende motie(s) kunnen stemmen. Ik zie dat dit de instemming van de Kamer heeft.

Het woord is aan de heer Poppe.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! Gisteren is het advies van de door de minister van Verkeer en Waterstaat ingestelde bemiddelaars Blankert en Stekelenburg gepresenteerd. Het doel van het advies was om de lonten uit het kruitvat te halen maar de NS-directie heeft terstond het bemiddelingsvoorstel naast zich neergelegd. Zij heeft daarmee ook het conflict op scherp gezet. De minister van Verkeer en Waterstaat is naar onze mening nog de enige die in staat moet worden geacht om een doorbraak te forceren. De SP-fractie verzoekt daarom om een spoeddebat met de minister om te bezien welke rol zij daarin kan vervullen voordat het conflict verder escaleert en van openbaar vervoer in Nederland, met name van spoorwegvervoer, geen sprake meer zal zijn door langdurige stakingen.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Voorzitter! De situatie lijkt op zichzelf buitengewoon ernstig. Daar heeft de heer Poppe volstrekt gelijk in. Het lijkt mij op dit moment de verstandigste lijn om de minister te verzoeken de Kamer door middel van een brief op de hoogte te stellen van de huidige situatie. Naar ik heb begrepen, wordt de minister vanmiddag op de hoogte gesteld door de heren Blankert en Stekelenburg over de ontstane situatie. Het lijkt mij zaak, dat de minister hiervan eerst kennis kan nemen. De heren Blankert en Stekelenburg hebben, voorzover mij bekend, hun opdracht niet teruggegeven en daarom lijkt mij een brief van de minister op dit moment het meest wenselijk om dan te bezien of een aanvullend debat noodzakelijk is.

De heer Reitsma (CDA):

Voorzitter! De CDA-fractie heeft in dit stadium geen enkele behoefte aan een debat om de redenen die de heer Van Gijzel al heeft genoemd. Wij hebben er ook behoefte aan dat de minister in een brief aan het parlement helderheid geeft over haar rol hierin. Bovendien verzoek ik de minister het interim-advies van de twee bemiddelaars naar de Kamer te sturen, opdat wij dat in het vervolg bij mogelijke debatten kunnen betrekken.

De heer Van den Berg (SGP):

Mevrouw de voorzitter! De heer Poppe heeft erover gesproken, dat het advies is uitgebracht maar ik wijs erop, dat het om een interim-advies gaat en dat het advies nog moet komen. Gelet op de ernst van de situatie zou ik toch de grootst mogelijke zorgvuldigheid willen betrachten met het moment en de wijze waarop de Kamer zich in deze discussie mengt. Om die reden zou ik het op zijn minst op prijs stellen dat wij hier niet spreken voordat de minister ons heeft geïnformeerd over haar positie. Daarna kunnen wij bekijken op welke wijze en wanneer wij daarover spreken.

De heer Hofstra (VVD):

Voorzitter! Ook de VVD-fractie wacht graag de berichten van de minister af, als het even kan inclusief het advies dat toch binnen een beperkt aantal dagen door de commissie moet worden gegeven. Wij achten het ongewenst om daar nu een uitvoerig parlementair debat aan te wijden.

Mevrouw Giskes (D66):

Voorzitter! D66 sluit zich aan bij het verzoek de minister om een brief te vragen alsmede om toezending van het interim-polderadvies. Ook wij hebben geen behoefte aan een debat nu.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter! Dat de situatie dramatisch is, staat buiten kijf. Wij willen de vorige sprekers volgen; ook wij willen het interim-rapport en een brief krijgen. Wij zouden het goed vinden als die brief er vanavond of morgenochtend was, zodat wij voor de regeling van twaalf uur morgenmiddag kunnen beoordelen of er alsnog een debat moet plaatsvinden.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! Het lijkt erop, dat ik van de Kamer weinig steun krijg. Toch wil ik persisteren bij mijn verzoek en wel om de volgende redenen.

Wij kunnen nu wel om een brief vragen, maar de minister heeft al een uitspraak gedaan door iets te zeggen over het standpunt dat de NS zo kort na het advies innam. Men wilde de lont eruit halen, om zodoende tot een interim-advies te kunnen komen. Ik vind dat er onverstandig is gehandeld. De zaak staat nu vreselijk op scherp. De eenheid onder het personeel is wat de bonden betreft volledig terug en daarmee moeten wij ons gelukkig prijzen. De NS hebben een uitspraak gedaan en de minister heeft een uitspraak gedaan. Zij heeft gezegd dat onverstandig wordt gehandeld. We kennen dus die twee standpunten. De minister moet daarom nu de Kamer duidelijk kunnen maken wat haar rol nog zou kunnen zijn om escalatie van het conflict te voorkomen. Gelet op het feit dat het hier gaat om het nationaal openbaar vervoer, om de bron van ons openbaar vervoer, het spoorwegnet, lijkt het mij van belang dat we elke escalatie zien te voorkomen. Misschien is de minister daartoe in staat. Zij is grootaandeelhouder en we verwachten toch ...

De voorzitter:

Maar zullen we ons nu beperken tot de procedure? Ik wil overigens de leden nog wel het woord geven, maar hun toch eerst op iets praktisch wijzen. Vanmiddag hebben wij een vrij korte vergadering. Van vier tot zes is er een algemeen overleg over de privatisering van Schiphol. Ik kan mij voorstellen dat de meeste fracties vinden dat dat overleg door moet gaan. Voor dat overleg is namelijk behoorlijk veel voorwerk gedaan. De Kamer zou, gelet op de agenda, allang voor zes uur klaar zijn, terwijl de minister niet voor zes uur beschikbaar zou zijn voor een spoeddebat. Als wij nu eens de dingen combineren en de minister vragen nog heden, kan het zijn voor vier uur en anders maar voor zeven uur, de Kamer in te lichten, dan kunnen we morgenvroeg desnoods een extra procedurevergadering houden over wat de minister ons heeft bericht. Morgen is er, daar lijkt het nu althans op, op de agenda alle "ruimte" om dan een spoeddebat te houden. Voor morgen kan dat toch niet worden gehouden. Ik hoop dat ik u dat nu voldoende heb uitgelegd. Het zou namelijk wat merkwaardig zijn om vanavond om acht uur een debat te voeren als wij daarvoor lange tijd niet hoeven te vergaderen. Als het moet kan het, maar ik stel dat niet voor, omdat het beter is het debat morgen te houden, althans indien nodig. Ik vraag nu eerst de heer Poppe op mijn voorstel te reageren, daarna kunnen de andere leden dat doen.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! Dit lijkt mij een alleszins goed voorstel. Ik heb overigens niet over een tijdstip voor het spoeddebat gesproken. Natuurlijk wil ik dat het zo spoedig mogelijk wordt gehouden, maar het komt niet op een paar uur of een dag aan. Dus morgen een spoeddebat, lijkt mij ...

De voorzitter:

Indien nodig!

De heer Poppe (SP):

Dat zei u. Mijn voorstel is: morgen een spoeddebat en de minister verzoeken voor die tijd met een brief over haar standpunt te komen, alsmede over het interim-advies en de reactie van de NS. Verder wil ik weten welke middelen de minister mogelijk nog heeft om iets te kunnen doen.

De heer Reitsma (CDA):

Voorzitter! Uw voorstel lijkt mij heel wijs: de minister nu vragen om een brief alsmede om het interim-rapport. De vaste Kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat kan, als zij vanavond de brief krijgt, morgen in procedurevergadering bijeenkomen.

Mevrouw Giskes (D66):

Voorzitter! Ik ben het eens met uw voorstel en er dus nog niet van overtuigd dat morgen een spoeddebat nodig is. Ik wil graag dat aan de brief van de minister een goede weergave van de NS-directie wordt toegevoegd. Die hebben wij nu namelijk alleen nog maar via de mobieltjes van de vakbonden gekregen.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Voorzitter! Ik ben het eens met uw voorstel.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter! Ik wil, gelet op de opmerking van zo-even, een relativering aanbrengen. Ik heb namelijk de persberichten van de NS-directie gekregen. Ik ken dus hun uitgebreide standpunt. Ik weet niet of het in dit stadium nog op de weg van de minister ligt om het standpunt van de NS-directie te interpreteren.

De heer Hofstra (VVD):

Voorzitter! Ik ga met de voorgestelde procedure akkoord, maar wel met de kanttekening dat de kans dat de VVD-fractie morgen een spoeddebat wil, ongeveer 0% lijkt.

De voorzitter:

Maar daar zullen we morgen opnieuw over spreken.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! Ik persisteer bij het houden van een spoeddebat morgen, nadat wij de brief van de minister hebben ontvangen. Ik doe dat met name omdat het personeel met de handen in het haar zit. Het kan met de directie geen meter vooruit. Het staakt vandaag niet, omdat er een goed interim-advies is gegeven. De mensen ...

De voorzitter:

Neen, mijnheer Poppe, u ziet het aan uw collega's. Dat debat wilt u nu niet voeren, want u wilt iets overhouden om eventueel te persisteren dat u morgen een spoeddebat wilt.

De heer Poppe (SP):

Dat heeft u goed gezien.

De voorzitter:

Ik weet niet of de voorzitter van de vaste commissie ook in ons midden is. Mag ik met de leden van de commissie afspreken dat iemand hem zegt dat het heel goed zou zijn om die extra procedurevergadering bijvoorbeeld om 10.00 uur te houden, zodat wij zo vroeg mogelijk in de ochtend weten hoe wij er die dag verder mee moeten omgaan?

De heer Van den Berg (SGP):

Voorzitter! Ik ben op dit moment fungerend voorzitter van de commissie, dus ik wil dit graag meenemen.

De voorzitter:

Dat is heel fijn. Dan kunnen wij er verder rekening mee houden, indien nodig.

De heer Poppe (SP):

Het zij zo.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven