Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 11 januari 1995 te Middelburg tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Vlaams Gewest tot herziening van het Reglement ter uitvoering van artikel IX van het Tractaat van 19 april 1839 en van hoofdstuk II, afdelingen 1 en 2, van het Tractaat van 5 november 1842, zoals gewijzigd, voor wat betreft het loodswezen en het gemeenschappelijk toezicht daarop (Scheldereglement) (Trb. 1995, 48) (26069) van de agenda af te voeren.

Ik stel voor, donderdag 9 september bij het begin van de vergadering te behandelen het wetsvoorstel Verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van additionele artikelen betreffende Koninkrijksaangelegenheden die zijn uitgewerkt (26242, R1621).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor de volgende week het wetsvoorstel Uitbreiding van de kring van verzekerden ingevolge de Ziekenfondswet met zelfstandigen voor wie, gelet op hun inkomen, toegang tot de sociale ziektekostenverzekering is aangewezen en tijdelijke wijziging van de indexering van de loongrens alsmede wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (Zelfstandigen in Zfw) (26553).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor 14, 15 en 16 september de wetsvoorstellen:

• - Uitvoering van de Richtlijn 96/71/EG van het Europees parlement en van de Raad van de Europese Unie van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PbEG 1997, L 18) (Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid) (26524);

• - Wijziging van de Algemene bijstandswet in verband met de evaluatie van de bijstandsverlening aan zelfstandigen (26498);

• - Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de straf van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte (taakstraffen) (26114);

• - Aanpassing van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (26470);

• - Wijziging van de Ziekenfondswet in verband met wijzigingen met betrekking tot de financiering van ziekenfondsen (maximering reserves ziekenfondsen) (26368);

• - Goedkeuring van de Regeling ophoging depositorente (26462);

• - Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de invoering van een bijzondere regeling voor beleggingsgoud (26467);

• - Wijziging van de Woningwet (verbetering van het toezicht op woningcorporaties en aanpassing van de bepalingen over het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting aan de Aanwijzingen voor de regelgeving die betrekking hebben op zelfstandige bestuursorganen (26326).

Ik stel voor, dinsdag 21 september bij aanvang van de vergadering om 15.00 uur de beëdiging van de nieuwe Nationale ombudsman te laten plaatsvinden.

Ik stel voor, daarna de minister van Financiën in de gelegenheid te stellen de begroting voor 2000 aan te bieden.

Ik stel voor, de algemene beschouwingen te houden op woensdag 22 september te 12.30 uur en donderdag 23 september te 10.15 uur met voortzetting, zo nodig, na 23.00 uur.

Verder stel ik voor, de spreektijden vast te stellen als volgt: PvdA en VVD 45 minuten, CDA 35 minuten, D66 en GroenLinks 25 minuten, SP 20 minuten, RPF, SGP en GPV 15 minuten.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Schutte.

De heer Schutte (GPV):

Gistermiddag hebben de vaste commissies voor Economische Zaken en voor Justitie een algemeen overleg gevoerd met de minister van Economische Zaken en de staatssecretaris van Justitie over het ontwerp speelautomatenbesluit. Mede namens de fracties van SGP, RPF en SP verzoek ik u het verslag van dat overleg op de Kameragenda voor de volgende week te plaatsen, zodat dat overleg plenair kan worden afgerond.

De voorzitter:

Dat zullen wij zo afhandelen.

Het woord is aan de heer Cornielje.

De heer Cornielje (VVD):

Voorzitter! Ik kom even terug op het voorstel dat u deed over de beëdiging van de ombudsman. Ik heb daarover nog geen ruggespraak kunnen houden met mijn fractie. Het overviel mij een beetje. Het is misschien goed dat u dat voorstel nog nader doet, zodat wij dat voorstel intern nog even kunnen bespreken. Prinsjesdag is een nogal een bijzondere dag. De beëdiging zou dan voorafgaan aan de presentatie van de begroting.

De voorzitter:

U overvalt mij daar weer een beetje mee, maar ik denk dat er geen bezwaar tegen is om er de volgende week dinsdag bij de regeling op terug te komen. Als u er op dat moment nog behoefte aan hebt, kunt u het onderwerp opnieuw aan de orde stellen. Wij beschouwen het nu dan nog niet als een definitief genomen besluit.

De heer Cornielje (VVD):

Dat lijkt mij een heel goede afspraak.