Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag geen vragenuur te houden.

Ik stel voor, direct na de stemmingen een debat te houden over de situatie in Kosovo. Ik stel voor, de spreektijden te bepalen op 5 minuten per fractie en de bij de begrotingen gebruikelijke sprekersvolgorde aan te houden.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik zal zo snel mogelijk via een gewijzigd weekschema de planning voor de rest van de week bekendmaken.

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter! We hebben vorige week in de Kamer een debat gehad over voorrang in de ouderenzorg. Toen is duidelijk geworden dat die voorrang in ieder geval door deze Kamer en door de staatssecretaris wordt afgewezen. Ik heb sinds ik Kamerlid ben al op tien andere momenten opheldering gevraagd over vormen van voorrangszorg. Steeds kreeg ik onbevredigende antwoorden. Op zich is het niet vreemd dat ondertussen in de media gesuggereerd wordt dat minister Borst zich neerlegt bij deze vorm van tweedeling. Recent nog wordt in een artikel in Psy deze houding van de minister als alibi gebruikt om openlijk uit te komen voor initiatieven van voorrangszorg in de geestelijke gezondheidszorg, die al een jaar zouden draaien. De houding van de minister werd als alibi gebruikt om die initiatieven vooral door te zetten.Voorzitter

Ik heb de laatste schriftelijke vragen over dit onderwerp gesteld op 10 februari en 18 maart. Ik heb op deze vragen geen antwoord gekregen, maar wel de verwijzing van de minister naar een discussiebijeenkomst die zou plaatsvinden op het ministerie. Deze discussiebijeenkomst is inmiddels geweest. Ik denk dat het tijd is dat de minister er snel duidelijkheid over schept waar zij staat. Ik wil de minister daarom vragen alsnog en met spoed, bijvoorbeeld voor aanstaande dinsdag, de genoemde schriftelijke vragen te beantwoorden. Ik vraag daarbij om opheldering over uitspraken van de minister over dit soort initiatieven. Ik wil de minister tegelijk vragen...

De voorzitter:

Nee, mevrouw Kant, dat doen we dus niet. De mondelinge vragen die we niet stellen, kunnen we niet alsnog bij de regeling van werkzaamheden stellen. U hebt tot nu toe gevraagd of u de schriftelijke antwoorden nog deze week kunt krijgen. Ik stel u voor het daarbij te laten en als u de antwoorden gekregen hebt, te bekijken of u nog meer informatie wilt.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter! Ik begrijp uw punt heel goed. Ik wil inderdaad de schriftelijke vragen met spoed alsnog beantwoord hebben. Maar ik wil vandaag ook een ander punt aan de orde stellen. Het gaat om de resultaten van een verkenning die ambtenaren van het ministerie hebben gedaan naar het initiatief van het Medisch Centrum Leeuwarden. Ik heb de minister in januari in het vragenuur om opheldering hierover gevraagd. Zij kon mij toen geen eindoordeel over dat initiatief geven. Als de minister de schriftelijke vragen beantwoordt, zie ik graag ook de vraag naar haar eindoordeel beantwoord.

De voorzitter:

Het eerste punt is – daar zijn u en ik het over eens – dat de schriftelijke vragen zo snel mogelijk beantwoord moeten worden. Ik stel voor dat wij deze vraag doorgeleiden naar het kabinet. Wat uw tweede punt betreft weet ik dat u overwogen hebt daar vandaag mondelinge vragen over te stellen. Om die reden stel ik de Kamer voor in die zin aan uw verzoek te voldoen, dat ook dit gedeelte van het stenogram doorgeleid wordt naar het kabinet. Ik hoop dat het dan zo snel mogelijk met die antwoorden zal komen. Kunt u daarmee instemmen?

De heer Passtoors (VVD):

Voorzitter! Ik heb namens de VVD bezwaar tegen de wijze waarop mevrouw Kant met dit soort zaken hier in deze zaal komt. Er is morgenochtend een procedurevergadering. Daar hadden deze vragen uitstekend gesteld kunnen worden. Van 18 maart tot morgen is echt niet zo lang.

De voorzitter:

Ik wil mevrouw Kant hier best op laten reageren, maar ik doe het zelf maar even. Ik vind dat ieder individueel Kamerlid op zich bij een actuele kwestie altijd het recht heeft om daar mondelinge vragen over te stellen. Omdat wij vandaag besloten hebben dat niet te doen, stel ik vanwege die uitzondering voor, de vragen door te geleiden. In het andere geval had ik mij graag bij u aangesloten en nog eens bekeken in hoeverre het tot de procedure van de vaste commissie had kunnen behoren.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter! Ik wil hier graag nog twee reacties op geven. De eerste is dat ik hier vraag om het beantwoorden van schriftelijke vragen die ik al eerder heb gesteld en waarop ik geen antwoord heb gekregen. Ik zou dat antwoord graag alsnog krijgen.

Natuurlijk kun je ook via de procedurevergadering in de commissie zaken aan de orde stellen. Voor de voorrangszorg heb ik dat meermalen gedaan. Als een meerderheid van de commissie mij niet toestaat die vraag via de commissie aan de minister te stellen, zal ik een andere weg moeten zoeken.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Verhagen.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter! Op 14 april vindt er een extra Europese top plaats met de heer Prodi, waarbij over de procedures en het tijdpad van de nieuwe Commissie zal worden gesproken. Wij hebben weliswaar naar aanleiding van het demissionair raken van de Europese Commissie een uitvoerig debat gehouden, maar ik krijg nog graag een brief van de regering waaruit blijkt voor welke inzet de Nederlandse regering zal kiezen bij deze Europese top, zodat wij inzicht hebben in de stappen van de regering op het gebied van de procedures en de werkwijze van de nieuwe Commissie. Het is immers een vrij essentieel onderwerp. Zo nodig kunnen wij naar aanleiding van de brief in een algemeen overleg nader van gedachten wisselen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Witteveen.

Mevrouw Witteveen-Hevinga (PvdA):

Voorzitter! Op 24 januari stelden de fracties van de Partij van de Arbeid en D66 schriftelijke vragen aan de ministers van VROM en van Economische Zaken en aan de staatssecretarissen van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Verkeer en Waterstaat over de boringen in het Waddengebied. Wij verzochten onder andere geen onomkeerbare beslissingen te nemen over aanvragen voor vergunningen voor schuin boren voor gaswinning in het Waddengebied. Tot onze verbijstering maakte de Staatscourant van 31 maart melding van de afgifte van nieuwe vergunningen door de minister van Economische Zaken voor gaswinning op drie plaatsen in het Waddengebied. De schriftelijke vragen zijn tot op heden nog steeds niet beantwoord. Dat is voor ons reden om een brief aan de betrokken bewindspersonen te vragen met een antwoord op de volgende vragen.

1. Waarom zijn de vragen tot op heden niet beantwoord?

2. Kunnen alle vragen deze week alsnog worden beantwoord?

3. Waarom is de minister van Economische Zaken rustig haar gang gegaan, ondanks de gestelde vragen?

4. Is de minister van Economische Zaken ertoe bereid de procedures rondom de genoemde vergunningenafgifte op te schorten totdat een integrale afweging in de Kamer over het boren in het Waddengebied heeft plaatsgehad in het kader van de nieuwe PKB Waddenzee?

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Ik ondersteun dit verzoek en deze vragen van harte. Het lijkt mij van groot belang hier bovenop te zitten. Er moet met spoed een antwoord op deze vragen komen, zodat wij – dat zal ongetwijfeld worden voorgesteld – hierover een debat kunnen voeren met het kabinet.

De heer Poppe (SP):

Ik steun het verzoek om een brief. Ik kan mij voorstellen dat de Partij van de Arbeid zich behoorlijk gebruuskeerd voelt door de minister van Economische Zaken. Kan aan de vragen de volgende vraag worden toegevoegd: is het besluit van de minister definitief of kan het nog teruggedraaid worden?

De voorzitter:

Misschien mag ik even iets tegen alle leden zeggen. Mevrouw Witteveen stelt weliswaar vragen, maar dat zijn procedurele vragen. Dat is bij uitstek bij de regeling van werkzaamheden aan de orde. Gaan wij daar inhoudelijke vragen aan toevoegen, dan wordt het een beetje ingewikkeld.

De heer Poppe (SP):

Laat ik het dan anders formuleren: is het definitief, ja of nee?

Mevrouw Giskes (D66):

Voorzitter! De fractie van D66 ondersteunt het verzoek van de PvdA van harte.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Naar ik hoop, zullen wij zo snel mogelijk antwoord krijgen.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

Naar boven