Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 13, 14 en 15 oktober:

de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 1999 (26200-XIII);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 1999 (26200-E);

- het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 1999 (26200-XI);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en enkele andere wetten in verband met de beperking van het exporteren van uitkeringen (Wet beperking export uitkeringen) (25757);

  • - het wetsvoorstel Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over de behandeling van klachten door bestuursorganen (25837);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 in verband met de instelling van een College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen (24817);

  • - het voorstel van (rijks)wet Wijziging van de Wet militair tuchtrecht, het Wetboek van Militair Strafrecht en de Wet militaire strafrechtspraak naar aanleiding van het gehouden evaluatieonderzoek (25454, R1595).

Aangezien voor de stukken 26104, 26111, 26112, 26113 en 26132 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Bommel.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter! De VN-Veiligheidsraad heeft een resolutie aangenomen waarin staat dat er een einde moet komen aan de gewelddadigheden in Kosovo. Minister Van Aartsen zou volgens de Volkskrant vandaag in een reactie daarop hebben gezegd dat wanneer Milosevic niet over de brug komt, dit wel degelijk zal leiden tot ingrijpen. De NAVO heeft zich volgens berichten inmiddels militair voorbereid op een eventueel ingrijpen. Door deze berichten in de media ontstaat het beeld dat Nederland al besloten zou hebben deel te nemen aan een eventueel militair ingrijpen, terwijl met de Kamer toch een bepaalde procedure is afgesproken voordat een Nederlands besluit daartoe kan worden genomen. Ik wil daarom graag een brief van het kabinet ontvangen waarin het standpunt wordt medegedeeld over de VN-resolutie en waarin het kabinet aangeeft welke procedure het denkt te volgen alvorens een besluit te nemen over eventuele deelname aan een missie.

De heer Schutte (GPV):

Voorzitter! De heer Van Bommel neemt met recht aan dat er vele malen over is gesproken met de Kamer, met name in de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie. Ik vraag mij af of het verstandig is om aan de hand van een persbericht dat nu verschijnt er via de plenaire vergadering iets tussen te doen. Het lijkt mij ordelijker om via de kanalen die tot nog toe gevolgd zijn, de vaste commissies, een dergelijk verzoek aan de orde te stellen.

De voorzitter:

Gehoord het verzoek van de heer Van Bommel en de opmerking van de heer Schutte stel ik voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, met de aantekening mijnerzijds dat de verdere procedures in deze aangelegenheid, die uiteraard afhangen van de besluitvorming die het kabinet aan de Kamer wil voorleggen, in eerste instantie worden gevolgd via de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie. Als Kamervoorzitter teken ik naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Van Bommel daarbij aan dat de Kamer er uiteraard van uitgaat dat de afgesproken procedures voor een eventuele gang van zaken zoals door hem naar voren gebracht, door het kabinet worden gerespecteerd. Dat zal ongetwijfeld het geval zijn.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

Sluiting 12.50 uur

Naar boven