Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Zoals ik middels een herzien schema heb laten weten, stel ik voor, de
voortzetting van de behandeling van wetsvoorstel 24456 (toezicht beleggingsinstellingen)
te verplaatsen naar volgende week.
Ik stel voor, bij de behandeling van wetsvoorstel 25953 (Wijziging Varkensbesluit)
tevens aan de orde te stellen:
Ik stel voor, de behandeling van het jaarverslag van de Nationale ombudsman
te verplaatsen naar de vergadering van 16, 17 en 18 juni.
Ik stel voor, te behandelen op donderdag 18 juni bij het begin van de
vergadering:
- het wetsvoorstel wijziging van de IJkwet in verband
met de erkenning van ijkbevoegden (26013);
- het wetsvoorstel Aanpassing
van wetgeving aan de wijziging van de Faillissementswet in verband met de
sanering van schulden van natuurlijke personen (Tweede invoeringswet schuldsaneringsregeling
natuurlijke personen) (25961).
Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 23, 24 en 25 juni:
- het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 18 juli 1995 te 's-Gravenhage
tot stand gekomen Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en de Republiek Malta tot het vermijden van dubbele belasting
en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen
naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol, ondertekend te 's-Gravenhage
op 18 mei 1977 (24610) (voortzetting);
- het wetsvoorstel Goedkeuring
van het op 14 maart 1997 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en de Republiek Estland tot het vermijden van dubbele belasting
en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen
naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol (Trb. 1997, 98 en 262)
(25683);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet in verband
met de invoering van hoger beroep in vreemdelingenzaken (25829);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (25311);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening
(Inspectie jeugdhulpverlening en jeugdbescherming) (25439).
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Op verzoek van het CDA benoem ik in het Presidium het lid Hillen tot lid
in plaats van het lid Biesheuvel en het lid Biesheuvel tot plaatsvervangend
lid in de bestaande vacature.
Het woord is aan mevrouw Vos.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Voorzitter! Vanmorgen heeft de vaste commissie voor VROM gesproken met
minister De Boer over de inzet bij de onderhandelingen over het klimaatbeleid
volgende week in de Europese Unie. Mijn fractie heeft problemen met de door
de minister verwoorde inzet. Wij willen haar graag een extra steun in de rug
geven. Ik verzoek om vanmiddag een plenair debat te houden, zodat wij een
motie kunnen indienen.
De voorzitter:
Ik stel voor, dit debat hedenmiddag meteen na de regeling van werkzaamheden
te houden.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Het is van belang dat over moties direct wordt gestemd, want de onderhandelingen
vinden volgende week al plaats.
De voorzitter:
Het lijkt mij dat u daarin gelijk hebt, maar dit voorstel kan pas gedaan
worden als er moties voorliggen die stemming vereisen.
Het woord is aan de heer Rabbae.
De heer Rabbae (GroenLinks):
Voorzitter! De vaste commissie voor Justitie heeft gisteren overleg gevoerd
met de minister van Justitie over de zaak-Lancee. Mijn fractie heeft er behoefte
aan het verslag van dit overleg zodra het gereed is – waarschijnlijk
over tien à veertien dagen – op de plenaire agenda te plaatsen.
De voorzitter:
Het voorstel is dus om zodra het verslag gereed is, plenair tot een afronding
te komen. Ik neem aan dat de andere leden het hiermee eens zijn.
Mevrouw Swildens-Rozendaal (PvdA):
Er is inderdaad na afloop van de commissievergadering besloten om zodra
het verslag gereed is, zo spoedig mogelijk een plenair debat te houden.
De voorzitter:
Ik stel voor, dit alsdan op die wijze te regelen.