Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 1998 (25600 VIII), en over:

- de motie-Van de Camp over uitstel van overheveling van onderzoeksmiddelen naar NWO (25600 VIII, nr. 26);

- de motie-Van de Camp/Stellingwerf over studiefinancieringsrechten voor MBO-gediplomeerden in het HBO (25600 VIII, nr. 27);

- de motie-Van de Camp/Bremmer over middelen ten behoeve van klassenverkleining (25600 VIII, nr. 28);

- de motie-Van de Camp over schoolmaatschappelijk werk op alle scholen voor voortgezet onderwijs (25600 VIII, nr. 29);

- de motie-Van de Camp c.s. over de lestaak van de docent in het voortgezet onderwijs (25600 VIII, nr. 30);

- de motie-Dijksma/Lambrechts over de eenzijdigheid van het beroepsperspectief van leraren (25600 VIII, nr. 32);

- de motie-Van Nieuwenhoven over de BTW-verlaging voor podiumkunsten en de filmsector (25600 VIII, nr. 33);

- de motie-Van Nieuwenhoven over instandhouding van de stoomtram Hoorn-Medemblik (25600 VIII, nr. 34);

- de motie-Van Nieuwenhoven over het openstellen van het Fonds economische structuurversterking in het kader van cultuurbehoud (25600 VIII, nr. 35);

- de motie-Van Nieuwenhoven/Van Heemskerck Pillis-Duvekot over de fondsenstructuur voor kunst en cultuur (25600 VIII, nr. 36);

- de motie-Rabbae c.s. over niet doorgaan van de collegegeldverhoging (25600 VIII, nr. 37);

- de motie-Rabbae/Poppe over de vervanging van WSF door WTS (25600 VIII, nr. 38);

- de motie-Cornielje c.s. over het leraarschap in de 21ste eeuw (25600 VIII, nr. 40);

- de motie-Cornielje c.s. over de nieuwe leerwegen MAVO-VBO-VSO (25600 VIII, nr. 41);

- de motie-Cornielje c.s. over financiering van technocentra (25600 VIII, nr. 42);

- de motie-Lambrechts/Cornielje over de vijfjarenmaatregel VBO-MAVO (25600 VIII, nr. 43);

- de motie-Lambrechts c.s. over lesmodule en lesboek voor "zelfstandig leren" (25600 VIII, nr. 44);

- de motie-Lambrechts/Dijksma over de loonontwikkeling in de sector Onderwijs en Wetenschappen (25600 VIII, nr. 45);

- de motie-Jorritsma-van Oosten c.s. over aanpassing van allochtone instromende studenten (25600 VIII, nr. 46);

- de motie-Van der Vlies c.s. over een adequate implementatie van beleidswijzigingen (25600 VIII, nr. 48);

- de motie-Poppe/Rabbae over het werven van meer studenten voor de opleiding tot leraar (25600 VIII, nr. 49);

- de motie-Poppe/Rabbae over behoud van een gedeeltelijke lestaak voor de schoolleiding (25600 VIII, nr. 50).

(Zie vergadering van 13 november 1997.)

De voorzitter:

Ik deel mede, dat het lid Van de Camp zijn amendement (stuk nr. 23) heeft ingetrokken.

De artikelen 1 t/m 4 en de begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, artikel 17.05 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van de Camp (stuk nr. 22, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, GroenLinks, de SP, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+, de CD en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 22 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel 17.06 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 17.07 t/m 22.06 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van de Camp/Van der Hoeven (stuk nr. 52, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, GroenLinks, de SP, het GPV, de SGP, de RPF, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 52 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel 23.01 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 23.04 t/m 27.07, de begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, de begrotingsstaat, onderdeel ontvangsten, de begrotingsstaat, onderdeel agentschappen, en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Ik deel mede, dat de moties nrs. 26, 27, 32 (25600-VIII) zijn aangehouden.

De motie-Van de Camp c.s. (25600-VIII, nr. 30) is in die zin gewijzigd, dat het dictum thans luidt:

"verzoekt de regering een inventariserend onderzoek uit te voeren, teneinde de lestaak van de docent substantieel te reduceren en meer taakdifferentiatie mogelijk te maken,".

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 55 (25600-VIII).

De motie-Van Nieuwenhoven (25600-VIII, nr. 33) is in die zin gewijzigd, dat het dictum thans luidt:

"verzoekt de regering de invoeringstermijn van de BTW-verlaging voor podiumkunsten en filmsector beide per 1 september 1998 te laten ingaan,".

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Van Nieuwenhoven en Van Heemskerck Pillis-Duvekot. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 56 (25600-VIII).

In stemming komt de motie-Van de Camp/Bremmer (25600-VIII, nr. 28).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, GroenLinks, de SP, het GPV, de SGP, de RPF, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+, de CD en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van de Camp (25600-VIII, nr. 29).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het GPV, de SGP, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+, de CD en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van de Camp c.s. (25600-VIII, nr. 55).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de SGP, het GPV, de RPF, het CDA, het AOV, de Unie 55+ en het lid Hendriks voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Nieuwenhoven/Van Heemskerck Pillis-Duvekot (25600-VIII, nr. 56).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de SGP, de RPF en het GPV tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter! Ik zou de regering willen vragen hoe zij deze gewijzigde motie denkt uit te voeren, aangezien de inhoud van deze motie neerkomt op bestendig beleid.

De voorzitter:

Die vraag kan op dit moment niet worden beantwoord.

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA):

Ik kan die vraag wél beantwoorden.

De voorzitter:

Maar u bent de regering niet.

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA):

Door middel van deze gewijzigde motie wordt een en ander vier maanden naar voren geschoven. De staatssecretaris houdt hiervoor de datum 1 januari 1999 aan.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter! Voor de film wordt al sinds 1 januari 1996 het lage BTW-tarief gehanteerd. Wat mevrouw Van Nieuwenhoven waarschijnlijk bedoelt, is dat het convenant met de filmsector vervroegd moet vervallen. Als zij dat bedoelt, had zij dat ook in de motie moeten verwoorden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenografisch verslag van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Van Nieuwenhoven (25600-VIII, nr. 34).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van D66 tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Nieuwenhoven (25600-VIII, nr. 35).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, de groep-Nijpels, de Unie 55+ en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Nieuwenhoven/Van Heemskerck Pillis-Duvekot (25600-VIII, nr. 36).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Rabbae c.s. (25600-VIII, nr. 37).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de SGP, de RPF, het GPV, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+ en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Rabbae/Poppe (25600-VIII, nr. 38).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, het GPV, de RPF en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Cornielje c.s. (25600-VIII, nr. 40).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Cornielje c.s. (25600-VIII, nr. 41).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Cornielje c.s. (25600-VIII, nr. 42).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de RPF tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Lambrechts/Cornielje (25600-VIII, nr. 43).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter! Ik meen gehoord te hebben dat u constateerde dat de motie-Lambrechts/Cornielje (25600-VIII, nr. 43) met algemene stemmen is aangenomen. Dat is niet waar. Het moet zijn: aangenomen met uitzondering van de aanwezige leden van de PvdA-fractie.

De voorzitter:

Dat staat nu in de Handelingen.

In stemming komt de motie-Lambrechts c.s. (25600-VIII, nr. 44).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, D66, de VVD, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+, de CD en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Lambrechts/Dijksma (25600-VIII, nr. 45).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Jorritsma-van Oosten c.s. (25600-VIII, nr. 46).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Vlies c.s. (25600-VIII, nr. 48).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, D66, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+, de CD en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Poppe/Rabbae (25600-VIII, nr. 49).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+ en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Poppe/Rabbae (25600-VIII, nr. 50).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen over de onderwerpen waarover zojuist is gestemd.

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

De heer Hendriks:

Voorzitter! Ik heb node tegen deze begroting voor 1998 gestemd, omdat de daarin opgenomen milieuparagraaf naar mijn mening onaanvaardbaar is. Ik heb in een brief van 5 november jl. aan de minister van VROM gevraagd onmiddellijk een einde te maken aan de voortgaande milieuvervuiling in de vorm van diffuse dumping door multinationale bedrijven van jaarlijks ruim een miljoen kilo zwaar giftig, kankerverwekkend chroomtrioxide en arseenzuur, oftewel rattengif. Deze vorm van milieuvervuiling zal door de regering niet worden verboden, zo heeft de minister mij hedenmiddag pas medegedeeld. Ik betreur haar motivatie van dit besluit en ik constateer dat het milieu door bestuurlijk gehakketak met minstens een miljoen kilo verboden zwaar chemisch afval wordt vergiftigd. Daarom heb ik tegen deze begroting gestemd.

Voorzitter: Bukman

Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

De heer Cornielje (VVD):

Voorzitter! Mijn fractie heeft tegen de motie op stuk nr. 45 van de leden Lambrechts en Dijksma gestemd. Wij vinden het een sympathieke motie, maar wij kunnen de financiële consequenties ervan niet overzien. Of er is geen dekking, of de kosten ervan worden afgewenteld op andere overheidssectoren.

Naar boven