Handeling 1995-1996, pag. 4705-4708

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het Presidium heeft met eenparigheid van stemmen besloten, te stellen in handen van:

a. de vaste commissie voor Justitie:

• - het wetsvoorstel Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie (24649);

b. de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen:

• - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs met betrekking tot de financiële gelijkstelling (24645);

• - het wetsvoorstel Wijziging van bepalingen van de Mediawet in verband met het omvormen van de met de inning van de omroepbijdragen belaste dienst van de Koninklijke PTT Nederland N.V. tot een publiekrechtelijk vormgegeven zelfstandig bestuursorgaan (24648);

• - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de bestuursorganisatie van en medezeggenschap in universiteiten (modernisering universitaire bestuursorganisatie) (24646);

c. de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer:

• - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de ruimtelijke ordening (verstrekken van subsidies) (24644);

d. de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat:

• - het wetsvoorstel Wet advies en overleg verkeer en waterstaat (24659);

e. de algemene commissie voor de Rijksuitgaven:

• - het rapport "Integriteitsbeleid bij het Rijk: stand van Zaken" van de Algemene Rekenkamer (24655);

• - het rapport "Vergunningen" van de Algemene Rekenkamer (24656);

• - het rapport "Extra beloningen" van de Algemene Rekenkamer (24657);

• - het Verslag van de Algemene Rekenkamer over 1995 (24658).

Ik stel voor, woensdag 10 april bij het begin van de vergadering te behandelen:

• - het voorstel tot wijziging van het Reglement voor de Stenografische dienst van de Staten-Generaal in verband met het aan derden ter inzage geven van geluids- en geheugendragers (24654);

• - de Partiële herziening tweede structuurschema Verkeer en vervoer (Hanzelijn, Axel-Zelzate, Meppel-Ramspol) (24122).

Ik stel voor, dinsdag 16 april te stemmen over:

a. de moties die zijn voorgesteld tijdens het nota-overleg over de notitie Leefvormen op 25 maart 1996, te weten:

• - de motie-M.M. van der Burg/Dittrich over benoeming van een niet-ambtelijke commissie (22700, nr. 9);

• - de motie-M.M. van der Burg over het standpunt van adoptielanden (22700, nr. 10);

• - de motie-Soutendijk-van Appeldoorn over de eisen ten aanzien van éénouderadoptie (22700, nr. 11);

• - de motie-Soutendijk-van Appeldoorn over het kiezen van de familienaam (22700, nr. 12);

• - de motie-Van der Stoel over de familienaam van het kind (22700, nr. 13);

• - de motie-Dittrich/M.M. van der Burg over juridische bescherming van kinderen die opgroeien bij twee mensen van hetzelfde geslacht (22700, nr. 14);

• - de motie-Rabbae over adoptie door opvoeders/partners van gelijk geslacht (22700, nr. 15);

b. de moties die zijn voorgesteld tijdens het nota-overleg over de Derde Energienota op 1 april 1996, te weten:

• - de motie-Crone c.s. over de CO₂-reductiestrategie (24525, 22232, nr. 4);

• - de motie-Crone c.s. over een versterkte marktwerking in de elektriciteitssector (24525, 22232, nr. 5);

• - de motie-Witteveen-Hevinga/Crone over zonneboilers (24525, 22232, nr. 6);

• - de motie-Witteveen/Hevinga c.s. over de export van Nederlands gas (24525, 22232, nr. 7);

• - de motie-Witteveen/Hevinga c.s. over de optie "Gasunie-gashandelaar" (24525, 22232, nr. 8);

• - de motie-Witteveen-Hevinga c.s. over inrichting en beheer van "de ondergrond" (24525, 22232, nr. 9);

• - de motie-Lansink over energiebesparing (24525, 22232, nr. 10);

• - de motie-Lansink over duurzame energie (24525, 22232, nr. 11);

• - de motie-Lansink over het aangekondigde energiebericht (24525, 22232, nr. 12);

• - de motie-Lansink over toepassing van het wederkerigheidsbeginsel bij de openstelling van de Nederlandse energiemarkt (24525, 22232, nr. 13);

• - de motie-Remkes c.s. over verbetering van de nucleaire technologie (24525, 22232, nr. 14);

• - de motie-Remkes c.s. over het principe van de wederkerigheid bij liberalisering van de energiemarkten (24525, 22232, nr. 15);

• - de motie-Remkes c.s. over overgang naar een meer geliberaliseerde elektriciteitsmarkt in Nederland (24525, 22232, nr. 16);

• - de motie-Jorritsma-van Oosten/Remkes over biotransportbrandstoffen (24525, 22232, nr. 17);

• - de motie-Jorritsma-van Oosten c.s. over duurzame energiebronnen (24525, 22232, nr. 18);

• - de motie-Jorritsma-van Oosten/Crone over een maximale verbetering van de energie-efficiency (24525, 22232, nr. 19);

• - de motie-M.B. Vos over een wettelijk verplicht aandeel duurzame energie voor alle producenten (24525, 22232, nr. 20);

• - de motie-M.B. Vos over additionele middelen voor energiebesparing en duurzame energie (24525, 22232, nr. 21);

• - de motie-M.B. Vos over een grotere efficiencyverbetering dan 33% (24525, 22232, nr. 22);

• - de motie-Van der Vlies over een zorgvuldig beheer van de nationale aardgasvoorraad (24525, 22232, nr. 23);

• - de motie-Van Middelkoop c.s. over het energiebeleid in relatie tot het vaststellen van doelstellingen m.b.t. CO₂-emissiebeperking (24525, 22232, nr. 24);

c. de moties die zijn voorgesteld tijdens het nota-overleg over de armoedenota op 1 april 1996, te weten:

• - de motie-Doelman-Pel over de vrijlatingsregeling (24515, nr. 5);

• - de motie-Doelman-Pel over de bijzondere bijstand ten behoeve van langdurig bijstandsgerechtigden (24515, nr. 6);

• - de motie-Noorman-den Uyl/Bakker over de uitbreiding van de vrijlatingsfaciliteit tot bepaalde deeltijdwerkers (24515, nr. 7);

• - de motie-Noorman-den Uyl/Bakker over de koopkrachtverbetering voor ouderen (24515, nr. 8);

• - de motie-Noorman-den Uyl/Bakker over een geïntegreerde aanpak van de woonlastenproblematiek (24515, nr. 9);

• - de motie-Rosenmöller over koopkrachtbehoud voor mensen op het minimum (24515, nr. 10);

• - de motie-Bakker/Noorman-den Uyl over koopkrachtondersteuning voor alleenstaanden (24515, nr. 11);

• - de motie-Bakker/Noorman-den Uyl over chronisch zieken (24515, nr. 12);

• - de motie-Bakker/Noorman-den Uyl over het betrekken van organisaties van uitkeringsgerechtigden bij het armoedebeleid (24515, nr. 13);

• - de motie-Van Dijke over het BTW-tarief bij schuldhulpverlening (24515, nr. 14);

• - de motie-Van Dijke over private opdrachtgevers bij schuldbemiddeling en schuldhulpverlening (24515, nr. 15);

• - de motie-Van Dijke over harmonisatie van de inkomensafhankelijke regelingen op lokaal niveau (24515, nr. 16);

• - de motie-Van Dijke over het budget van de subsidieregeling kinderopvang (24515, nr. 17);

• - de motie-Boogaard over een structurele verhoging van het AOW-pensioen (24515, nr. 18);

• - de motie-Boogaard over een nieuwe nota over armoede en sociale uitsluiting (24515, nr. 19);

• - de motie-Boogaard over het permanent volgen en evalueren van de ontwikkelingen (24515, nr. 20);

• - de motie-Van der Vlies over een zekere progressie in de landelijke bijstandsnormering (24515, nr. 21);

• - de motie-Van Middelkoop over de sollicitatieplicht van bijstandsgerechtigden met zorgtaken (24515, nr. 22);

• - de motie-Van Middelkoop over progressie in de kinderbijslag (24515, nr. 23);

• - de motie-Marijnissen over een verhoging van het minimumloon en de daartoe gekoppelde uitkeringen (24515, nr. 24);

• - de motie-Marijnissen over de relatie tussen armoede en huursubsidie (24515, nr. 25);

d. de moties die zijn voorgesteld tijdens het nota-overleg over onder meer de aanstellingswijze van burgemeesters op 1 april 1996, te weten:

• - de motie-De Cloe c.s. over het recht van aanbeveling voor de gemeenteraad (21427, nr. 131);

• - de motie-De Cloe c.s. over een toegesneden wachtgeldregeling voor burgemeesters (21427, nr. 132);

• - de motie-Rehwinkel/Te Veldhuis over de mogelijkheid van tussentijdse verkiezingen (21427, nr. 133);

• - de motie-Te Veldhuis/Van der Heijden over bepalingen in de Grondwet (21427, nr. 134);

• - de motie-Te Veldhuis over homogene systemen (21427, nr. 135);

• - de motie-Te Veldhuis c.s. over een fundamentele discussie over het functioneren van gemeenteraden en provinciale staten in het algemeen (21427, nr. 136);

• - de motie-Scheltema-de Nie c.s. over het tijdig beschikbaar zijn van profielschetsen (21427, nr. 137);

• - de motie-Scheltema-de Nie/Oedayraj Singh Varma over het tijdig op de hoogte stellen van de vertrouwenscommissie (21427, nr. 138);

• - de motie-Scheltema-de Nie/de Cloe over rechtstreekse verkiezing van de burgemeester door de gemeenteraad (21427, nr. 139);

• - de motie-Stellingwerf/Van den Berg over niet-homogene colleges (21427, nr. 140);

• - de motie-Stellingwerf over recht van advies voor de commissaris van de koningin (21427, nr. 141).

Ik stel tevens voor, dinsdag 16 april bij het begin van de vergadering te behandelen:

• - de Aanbeveling voor een lid van de Algemene Rekenkamer (24633).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van 23, 24 en 25 april:

• - het wetsvoorstel Gemeentelijke herindeling van Schouwen-Duiveland en Walcheren (24461);

• - het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 10 december 1982 te Montego-Bay tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, met bijlagen, en van de op 29 juli 1994 te New York tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de uitvoering van Deel XI van genoemd Verdrag, met bijlage (24433, R1549);

• - het wetsvoorstel Intrekking van de Wet voorzieningen gezondheidszorg (24547);

• - het wetsvoorstel Een technische correctie van de Wet op de bejaardenoorden ter voorkoming van het twee maal buiten beschouwing laten van vakantietoeslag bij de berekening van de bijdrage van bewoners van bejaardenoorden (24597).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rabbae.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! Zoals wij allemaal weten, is gisteren in de Eerste Kamer het wetsvoorstel inzake de procesvereisten afgewezen. Mijn fractie heeft dat zien aankomen. Dat was reden voor mijn fractie om de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer voor te stellen om het niet tot stemming te laten komen en om in plaats daarvan een alternatieve brief aan de Eerste Kamer te zenden, in de hoop dat de zoveelste poging om de positie van de huurders te versterken, niet zou sneuvelen. De staatssecretaris heeft dat voorstel helaas afgewezen, met dit resultaat. Via de voorzitter vraag ik de staatssecretaris of hij, gelet op de ontstane situatie, bereid is om ons voor aanstaande woensdag een brief te doen toekomen waarin hij aangeeft hoe hij in de ontstane situatie een alternatief wil ontwikkelen om de positie van de huurders anders te versterken dan via hetgeen in dat wetsvoorstel was neergelegd. Die brief ontvangen wij graag voor aanstaande woensdag, zodat wij daar eventueel een debat over kunnen voeren.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Rey.

De heer Van Rey (VVD):

Voorzitter! U hebt zojuist voorgesteld om op dinsdag 16 april de vacature voor de Algemene Rekenkamer te behandelen. Gisteren hebben wij gestemd over een nieuwe wijze van stemmen over personen. De algemene commissie voor de Rijksuitgaven is hedenochtend bij elkaar gekomen en heeft hierover gesproken. Wij zouden u het verzoek willen doen om de Voorzitteroude procedure op 16 april nog één keer te handhaven, omdat wij nog niet bekend waren met de brief. Ik ken uw flexibiliteit, vooral op de dag van vandaag: u bent jarig; overigens van harte gelukgewenst.

(Applaus)

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Van Rey (VVD):

U kunt zich voorstellen dat de algemene commissie voor de Rijksuitgaven dit alleen durft te vragen op de dag dat u jarig bent.

De voorzitter:

Ik ben bijna met stomheid geslagen. Hartelijk dank voor uw felicitatie.

Het verzoek geeft geen problemen. Het is goed dat wij ons realiseren dat het besluit dat wij gisteren hebben genomen, ervan uitgaat dat automatisch de oude procedure geldt indien de commissie ervan afziet om een advies uit te brengen. Als een kamerlid de voorzitter te kennen geeft dat de oude procedure in een concreet geval moet worden gevolgd, dan wordt die oude procedure gevolgd. Kortom: de basisregel blijft gehandhaafd, maar wij weten uit ervaring dat bij heel wat stemmingen normaal de voordracht wordt gevolgd en dat wij elkaar dan alleen geruime tijd bezighouden. Die procedure is ook zo geformuleerd opdat niemand publiekelijk hoeft te motiveren waarom hij de oude procedure wil volgen. De wens te kennen geven, is reeds voldoende. Er is dus geen probleem.

Het woord is aan de heer Blauw.

De heer Blauw (VVD):

Voorzitter! Vanmorgen vroeg heeft de Landbouwraad in Luxemburg de besluitvorming afgerond over de vraag hoe om te gaan met de BSE-problematiek. Tengevolge daarvan is er een procedurevergadering geweest van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij waarin wij tot de conclusie zijn gekomen dat bedoelde besluitvorming verstrekkende gevolgen heeft voor de Nederlandse agrarische sector. In dat verband verzoekt de commissie u dit onderwerp, dat wil zeggen het Nederlandse deel van de totale besluitvorming, vanmiddag nog op de agenda van de Kamer te plaatsen – ik zeg erbij dat ik niet uitsluit dat er moties ingediend worden – opdat de Kamer vandaag nog een beslissing kan nemen.

De voorzitter:

Ik stel voor, te besluiten conform het verzoek van de commissie. Dit betekent dat wij straks na de stemmingen met dit debat zullen aanvangen. Indien er moties worden ingediend, zal daarover – dat is de consequentie van het voorstel – onmiddellijk na dat debat worden gestemd, zodat de leden weten dat later op deze middag nog stemmingen zullen plaatsvinden.

Ik stel verder voor, de spreektijden te bepalen op ongeveer vijf minuten. Ik denk dat wij dit debat dan op een redelijke termijn kunnen voltooien en vervolgens de stemmingen kunnen houden, lettend op de andere activiteiten.

Inmiddels zal het iedereen duidelijk zijn – ik had dat zoëven moeten voorstellen – dat het zogenoemde Fokker-debat vandaag niet zal doorgaan en van de agenda is afgevoerd, zulks op verzoek van de betrokken commissie.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Sipkes.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! De spelling van de Nederlandse taal is zo langzamerhand een feit aan het worden. Vanmorgen was bij het dagblad Trouw een spellingsbijlage gevoegd. Als je die doorneemt, kun je je voorstellen dat het verzet tegen invoering van de nieuwe spelling van de Nederlandse taal echt aan het toenemen is. Als je de lijstjes leest van zaken die je eventueel uit het hoofd kunt leren, blijkt de nieuwe spelling min of meer onwerkbaar te zijn. Breed in de samenleving is gesteld dat, als de politiek verstandig is, zij het voorstel voor een nieuwe spelling intrekt.

Ik verneem graag van de regering – en met name van staatssecretaris Nuis en minister Ritzen – hoe zij denkt om te gaan met het toenemende verzet en of zij het eens is met de suggestie om een en ander te herroepen, in casu de nieuwe spelling niet door te voeren. Minister Ritzen heeft gezegd: wij gaan wel verder met de nieuwe spelling. Van hem wil ik graag weten hoe hij een en ander in het curriculum gestalte wil geven.

De heer Van Gelder (PvdA):

Voorzitter! Het is mevrouw Sipkes misschien niet bekend dat door de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een aantal vragen zijn voorgelegd aan de staatssecretaris. Het antwoord daarop willen wij graag afwachten. De vragen van mevrouw Sipkes kunnen daar natuurlijk bij betrokken worden.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! Dit was mij inderdaad niet bekend. Uiteraard vind ik het plezierig dat de heer Van Gelder, voorzitter van die commissie, mijn vragen wil meenemen. Ik wil in elk geval aandringen op het betrachten van spoed, opdat wij snel hierover een debat met beide bewindslieden kunnen voeren.

De voorzitter:

Ik stel voor, puur ter informatie, het stenogram van dit deel van de vergadering naar het kabinet door te geleiden. Ik ga ervan uit dat de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de zoëven gestelde vragen in de verdere procedure meeneemt.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Overigens is het heel goed dat mevrouw Sipkes dit publiekelijk heeft aangesneden, want als de nieuwe spelling van kracht wordt, heeft dit consequenties voor de manier waarop de Kamer schriftelijke vragen formuleert. Ik verheug mij reeds op die periode.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Dan kunt u zich misschien ook voorstellen waarom ik op het betrachten van spoed heb aangedrongen. Ik meen dat wij nog de tijd hebben tot na het zomerreces.

De voorzitter:

U wou nog een klasje!