Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik heb de Kamer toegezegd, mij nader te zullen beraden op de spreektijden
over de brief ter zake van het referendum. Ofschoon de vaste commissie voor
Binnenlandse Zaken op drie punten de meest extreme uitzonderingen bepleit –
terugkomen op een besluit zonder bij de besluitvorming zelf een opmerking
te maken, een brief terwijl een wetsvoorstel in aantocht is en veel spreektijden,
wat normaal in een nota-overleg zou moeten – en ervan uitgaande dat
dit geen precedent is, maar een unicum zal blijven, wil ik de commissie wel
tegemoetkomen.
Ik stel voor, de volgende spreektijden vast te stellen: 20 minuten voor
de fracties van PvdA, CDA en VVD, 15 minuten voor de fractie van D66, 10 minuten
voor de fractie van GroenLinks, 7 minuten voor de overige fracties en 3,5
minuut voor de groep-Nijpels en het lid Hendriks.
De voorzitter:
Ik stel voor, de brief van de minister van Economische Zaken over Fokker,
die wij hedenochtend hebben ontvangen, onmiddellijk na de regeling van de
werkzaamheden te behandelen.
Ik stel voor, conform het voorstel van de vaste commissie voor Economische
Zaken, de spreektijden te bepalen op: 10 minuten voor de fracties van PvdA,
CDA, VVD en D66, 5 minuten voor de overige fracties en 2,5 minuut voor de
groep-Nijpels en het lid Hendriks.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Versnel-Schmitz.
Mevrouw Versnel-Schmitz (D66):
Mijnheer de voorzitter! U weet al waar de wind vandaan komt. Die komt
uit de vaste commissie voor VROM, die op dit moment in vergadering is en even
haar voorzitter heeft afgestaan om hier nogmaals met echte nadruk te bepleiten
dat de Huurprijzenwet deze week afgehandeld wordt, zodat zij daarna naar de
Eerste Kamer kan gaan, opdat 3 miljoen huurders op een fatsoenlijke manier
en met argumenten hun huurverhoging op hun bord krijgen, zoals wij die gaan
afspreken in deze wet. Ik doe een dringend beroep op u, voorzitter, om het
zo te regelen.
De voorzitter:
U weet dat mijn bereidheid in dezen een heel grote is. Ik sluit echter
niet uit dat hetgeen ik kan doen, stuit op het gegeven dat er 60 minuten in
een uur gaan en 60 seconden in een minuut. In al die jaren ben ik er nog niet
in geslaagd die aantallen te vergroten. Ik heb echter van de wens kennis genomen.
Ik kan u niets beloven, maar u kent mijn inzet.
Mevrouw Versnel-Schmitz (D66):
Mag ik een kleine suggestie doen? Misschien kan het aansluitend op het
debat over Fokker.
De voorzitter:
Nee. Omdat er ook heel wat gemeentebesturen in zijn geïnteresseerd,
hebben wij al een heleboel weken geleden een vaste afspraak gemaakt met Rotterdam
en andere gemeenten dat wij vandaag met het wetsvoorstel inzake de provincie
Rotterdam zouden beginnen. Ook op dat punt – het gaat ook daar om miljoenen
mensen – moet ik, linksom of rechtsom, enige afwegingen maken. Mijn
inspanning om een oplossing te vinden, zal blijven. Ik weet dat het een spoedeisend
karakter heeft, maar er zijn gegevenheden waar ook ik mee moet rekenen.
Mevrouw Versnel-Schmitz (D66):
Oké, ik houd u daaraan.
De voorzitter:
Ik u aan die 60 minuten en 60 seconden.