Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag 21 november te stemmen over de moties, voorgesteld tijdens het nota-overleg van 6 november jl. over het structuurschema Oppervlaktedelfstoffen, te weten:

  • - de motie-Huys c.s. over een algemene richtlijn inzake veiligheidsanalyse (23625, nr. 8);

  • - de motie-Esselink over de kosten van de inrichting van winningslocaties (23625, nr. 9);

  • - de motie-Esselink over de compensatie van verloren natuur- en landschapswaarden (23625, nr. 10);

  • - de motie-H.G.J. Kamp c.s. over het inzetten van secondaire grondstoffen door het Rijk en provincies (23625, nr. 11);

  • - de motie-H.G.J. Kamp c.s. over het ook door gemeenten en waterschappen inzetten van secondaire grondstoffen (23625, nr. 12);

  • - de motie-Van Waning/Huys over het zuinig gebruiken van primaire grondstoffen (23625, nr. 13);

  • - de motie-M.B. Vos over een herziening van bestuurlijke afspraken (23625, nr. 14);

  • - de motie-M.B. Vos over het Plateau van Margraten (23625, nr. 15).

Ik stel voor, dinsdag 21 november bij het begin van de vergadering te behandelen:

  • - de brief van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van de algemene commissie voor de Rijksuitgaven, houdende het voorstel een tijdelijke commissie in te stellen (24339, nr. 4).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor 5, 6, en 7 december:

  • - het wetsvoorstel Regels betreffende de financiële verstrekkingen ten laste van de begroting van het Ministerie van Financiën (Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën) (24176);

  • - het voorstel van rijkswet Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap (23594, R1496) (voortzetting).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Heijden.

De heer Van der Heijden (CDA):

Voorzitter! In mijn zeer belangrijke functie van waarnemend voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzoek ik u, het debat over de AOW-gerechtigden en de Ziekenfondswet, het onderwerp waarmee de naam van de heer Van Otterloo onverbrekelijk verbonden is, uit te stellen. Er zijn gisteravond laat nog nieuwe berekeningen naar voren gekomen die toch weer intern beraad vragen. Ik heb begrepen dat ten minste vier fracties dringend vragen, vanavond niet nog te behoeven aantreden. De commissie heeft zich inmiddels tot tolk van deze vier fracties gemaakt. Ik hoop dat u dit verzoek zult inwilligen. Als het debat volgende week kan worden gehouden, graag.

De voorzitter:

Als niemand hierover nog het woord verlangt, stel ik vast dat deze wetsvoorstellen niet gereed zijn voor behandeling en stel ik voor, conform het verzoek te besluiten. Ik maak er wel een kanttekening bij. In de afgelopen twee dagen is mij zo ongeveer om het uur door bepaalde commissies gevraagd, punten van de agenda af te voeren om ruimte te maken voor de behandeling van andere onderwerpen, terwijl die vervolgens weer werden afgevoerd. Dat is een manier van werken waarmee de Kamer onmogelijk op 1 december klaar kan krijgen wat zij zelf graag voltooid zou zien. Ik teken hierbij aan dat uitstel van een debat betekent dat er volgende week niet een keer tot half één, maar tot een aanzienlijk later tijdstip zal moeten worden doorvergaderd. De Kamer weet dat het mij niet uitmaakt, maar ik wijs er nu alvast op, opdat ik volgende week op dit punt geen klachten krijg. En ik stel de Kamer tevens voor, nu niets meer van de agenda af te voeren en die gewoon af te werken, opdat wij de zaken die wij ons hadden voorgenomen vóór 1 december af te ronden, ook kunnen afronden.

Aldus wordt besloten.

Naar boven