Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, bij de behandeling van het Jaarverslag Nationale ombudsman tevens te behandelen de notitie inzake de bevoegdheid van de Nationale ombudsman ten aanzien van mede-overheden (24206).

Op verzoek van de fractie van GroenLinks benoem ik in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen het lid Oedayraj Singh Varma tot plv. lid in plaats van het lid Sipkes.

Het woord is aan de heer Blaauw.

De heer Blaauw (VVD):

Voorzitter! Namens de woordvoerders Verkeer en Waterstaat van de fracties, in het bijzonder mevrouw Van 't Riet van D66, verzoek ik u om het wetsvoorstel Vervoer gevaarlijke stoffen voor deze week van de agenda af te voeren, aangezien het aan die zijde – aan onze zijde, moet ik zeggen – niet helemaal gereed is voor behandeling. Ik verzoek u het wetsvoorstel zo mogelijk voor het zomerreces opnieuw op de agenda te plaatsen, maar dat mag ook na het zomerreces, want er is geen echte haast bij.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter! In bescheidenheid, wij waren er klaar voor om de wet te behandelen. Dus bij ons speelt het niet zo, maar wij zullen ons er niet tegen verzetten.

De voorzitter:

Ik meen dat de woorden "niet gereed voor behandeling" niet zorgvuldig zijn gekozen, want er wordt niets geagendeerd wat niet gereed is voor behandeling. Hooguit kan het zo zijn dat een of meer woordvoerders niet gereed waren voor behandeling. Maar dat kan nimmer een reden zijn om een punt niet te behandelen.

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA):

Maar wel als het er veel zijn.

De voorzitter:

Ook niet als het er veel zijn. De kamervergadering gaat immers voor en wij doen ook nog aan werkverdeling. Anders regelen en plannen wij onze zaken niet goed.

Na dit gezegd te hebben en het hierbij latend, stel ik voor, aan het verzoek van de heer Blaauw te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik taxeer dat het wetsvoorstel niet meer voor het reces kan worden behandeld, omdat de laatste week voor het reces heel zwaar zal zijn. Daar houd ik althans rekening mee. Dat betekent dat het zo spoedig mogelijk na het reces zal worden behandeld. Daar staat tegenover dat er aldus een lange tijd van voorbereiding is.

Het woord is aan de heer Zijlstra.

De heer Zijlstra (PvdA):

Mijnheer de voorzitter! Op 18 mei heeft de vaste commissie voor Defensie een algemeen overleg gevoerd over het veteranenbeleid. In dat overleg zijn voorstellen gedaan. Hedenmorgen heeft ons een brief bereikt, waarin de staatssecretaris nader ingaat op de voorstellen van de Kamer. Die is nogal onbevredigend. Ik verzoek u namens de fractie van de Partij van de Arbeid het verslag van het overleg van 18 mei jl. op de kameragenda van volgende week te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, conform het verzoek te beslissen. Het gaat om een twee-minutendebat. Het punt zal aan de agenda van volgende week worden toegevoegd.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Schutte.

De heer Schutte (GPV):

Mijnheer de voorzitter! Hedenmorgen heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport een algemeen overleg gevoerd met de minister van VWS over het verschijnsel house-party's en het daarmee verband houdende XTC-gebruik. In deze commissie leefde breed de wens om dit overleg plenair af te ronden. Ik verzoek daarom het verslag van dit overleg zo mogelijk te plaatsen op de kameragenda van volgende week.

De voorzitter:

Ik stel voor, conform het verzoek te beslissen en dit punt toe te voegen aan de agenda van volgende week als een twee-minutendebat.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Gisteravond hebben wij met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gesproken over zijn notitie met betrekking tot de wijziging van de Wet op de ondernemingsraden. Een belangrijk discussiepunt daarin was de mogelijke medezeggenschap bij de kleinere ondernemingen. Dat had ook een relatie met de discussie die lang in deze zaal gevoerd is over de Arbeidstijdenwet, zoals u zich ongetwijfeld kunt herinneren. Het verloop van het overleg is voor mijn fractie aanleiding om u te verzoeken, het verslag indien mogelijk nog deze week op de plenaire agenda te zetten. Het gaat immers om een zeer kort debat en slechts om het indienen van een motie.

De heer Middel (PvdA):

Voorzitter! De fractie van de Partij van de Arbeid ondersteunt het verzoek van de fractie van GroenLinks.

De voorzitter:

Ik stel allereerst voor, conform het verzoek van de heer Rosenmöller te beslissen. Hij vroeg om een twee-minutendebat en voegde daar nog aan toe dat het om een zeer kort twee-minutendebat ging. Ik ben benieuwd hoe ik dit straks kwantitatief mag definiëren.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Dat zal ik laten zien.

De voorzitter:

Wij allen willen dat graag zien en zullen de heer Rosenmöller met belangstelling volgen. Ervan uitgaande dat hij zeer succesvol zal zijn en aannemende dat het ook voor de regering geen bezwaar is, stel ik voor, het punt morgen aan de agenda toe te voegen.

Lettend op de gewijzigde agenda, streef ik ernaar dat het debat zo kort zal zijn dat wij morgen geen avondvergadering nodig hebben.

Aldus wordt besloten.

Naar boven