Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. zeven brieven van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, met de mededeling, dat zij in haar vergadering van 16 mei 1995 de haar door de Tweede Kamer toegezonden voorstellen van wet, gedrukt onder de nummers 23900-XIV, 23900-B, 23925, 23605, 24089, 23703 en 23752, heeft aangenomen.

De voorzitter stelt voor, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen;

2. de volgende brieven:

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, ten geleide van Wijziging van de Overeenkomst inzake de Internationale Organisatie voor Telecommunicatiesatellieten "INTELSAT" (24157, R1538);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van het beleidsplan "Een impuls voor het basisonderwijs" (21630, nr. 12);

een, van de minister van Defensie, over de defensiesamenwerking met de Midden- en Oosteuropese landen (23900-X, nr. 65).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

een, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, ten geleide van een overeenkomst artikel 38 Kaderwet bestuur in verandering;

een, van de minister van Justitie, ten geleide van het rapport "Gezinshereniging en -vorming: WODC-onderzoek;

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, over het Deltaplan grote rivieren;

twee, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, ten geleide van een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van het Besluit patiëntendossier Bopz;

  • een, over wachtlijstregistraties.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

4. een brief van Siegmund Gropp, over misverstanden met betrekking tot de Duitse overheid.

Deze brief ligt op de griffie ter inzage;

5. de volgende brieven:

een, van P.I. de Berg, inzake verzoek tot beantwoording c.q. ontvangstbevestiging van een eerder gezonden brief;

een, van H. Visser, ten geleide van een aanklacht tegen de Staat der Nederlanden;

een, van A.N. Köhne, over zijn persoonlijke omstandigheden;

een, van A.E. Gerretsen, over Schiphol.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies.

Naar boven