Noot 1 (zie blz. 4611)

Interpellatievragen van het lidM. B. Vos (GroenLinks) aan de ministers van Economische Zaken, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Verkeer en Waterstaat over het CO2-beleid. (Ingezonden 17 mei 1995)

1

Deelt u de conclusie van RIVM/CPB, dat er, in plaats van een CO2-emissiereductie van 3% in 2000 (ten opzichte van 1990), in de komende jaren sprake zal zijn van een aanzienlijke groei?

2

Hoe verklaart u – tegen de achtergrond van de RIVM/CPB-berekeningen – dat u tot voor kort de Kamer steeds hebt voorgehouden dat de –3%-doelstelling voor 2000 met het bestaande beleid nog steeds binnen bereik was? Op welke berekeningen/prognoses hebt u zich hierbij gebaseerd? Was in deze berekeningen geen rekening gehouden met de effecten van de forse economische groei? Zo neen, hoe is dit verklaarbaar?

3

Deelt u de mening, dat de uitkomsten van de RIVM/CPB-prognose alarmerend zijn en een bijstelling van het beleid op zeer korte termijn noodzakelijk maken?

4

Hadden de eind 1994 geschrapte energiebesparingssubsidies gezien de thans voorspelde groei van de CO2-uitstoot niet gehandhaafd moeten worden? Bent u voornemens het energiebesparingsbeleid nu weer uit te breiden?

5

Deelt u de mening, dat de uitkomsten van de RIVM/CPB-berekeningen aanleiding zijn voor het aanscherpen van de Meerjarenafspraken met de diverse sectoren, zeker voor de energie-intensieve sectoren waar de groei relatief extra sterk blijkt?

6

Welke maatregelen gaat het kabinet nemen om de verontrustende groei van het (energieverbruik door het) wegverkeer – rond Schiphol wordt bijvoorbeeld een groei van 57% in 2010 voorspeld – een halt toe te roepen? Bent u bereid nog dit jaar die maatregelen te nemen die zonder veel problemen op korte termijn kunnen worden doorgevoerd zoals bijvoorbeeld de invoering van een maximum-snelheid van 100 km/uur op alle autosnelwegen?

7

Bent u bereid een pakket aanvullende maatregelen samen te stellen waarmee de CO2-reductiedoelstelling alsnog kan worden gerealiseerd en dit pakket op een zodanig tijdstip aan de Kamer voor te leggen dat overleg hierover nog voor het zomerreces mogelijk is en deze maatregelen zo nodig nog hun weerslag kunnen krijgen in de begroting 1996?

Naar boven