Regeling van werkzaamheden

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! Gisteren hebben wij bij de regeling van werkzaamheden gesproken over de situatie in Turkije. Ik heb er toen op gewezen dat de fractie van GroenLinks de minister schriftelijk een aantal vragen heeft gesteld en dat zij graag de antwoorden op deze vragen wilde afwachten. Die antwoorden heb ik vijf minuten geleden ontvangen. Zij zijn van dien aard dat ik u verzoek, nog deze week ruimte te reserveren op de agenda om met de minister hierover te debatteren. Het lijkt mij niet noodzakelijk om een extra brief te schrijven. Ik denk dat wij het debat kunnen voeren op basis van de antwoorden op de vragen van collega Rosenmöller en mijzelf, de brief die is gestuurd op verzoek van de heer Houda en misschien zelfs het verslag van het algemeen overleg dat onlangs is gehouden. Er is dus stof genoeg voor een debat met de minister. Ik hoop ook dat u ruim zult zijn in de toekenning van de spreektijden.

De heer Houda (PvdA):

Voorzitter! Ik wil het verzoek van mevrouw Sipkes steunen. Ook wij vinden de inhoud van de brief van dien aard dat een debat ons wenselijk lijkt.

De voorzitter:

Ik stel voor, het verslag van het gevoerde overleg deze week op de agenda te plaatsen. Daarbij kunnen de brief en de antwoorden op de schriftelijke vragen worden betrokken. Mevrouw Sipkes vroeg om ruime spreektijden, maar dat is toch wat lastig als het debat nog deze week moet worden gehouden. In dat geval wil ik haar adviseren, eerst wederom een algemeen overleg te voeren.

Ik stel voor, de spreektijden voor het plenaire debat te bepalen op drie minuten. Het gaat immers om een afronding van een overleg dat al gevoerd is. Als dat niet genoeg is, moet ik de commissie in overweging geven om morgen bijeen te komen voor het overleg met de minister. Dan kunnen wij later op de dag de zaak afronden. Ik vind het niet verantwoord om een halve dag aan dit debat kwijt te zijn.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! Ik wil nog een keer een pleidooi voor meer spreektijd houden. Het is meer dan een verslag van een algemeen overleg. Dan had ik dat immers twee weken geleden al geagendeerd. Dat verslag kan erbij worden betrokken, zodat het debat iets ruimer kan zijn.

De voorzitter:

Ik vind echt, lettend op de punten, dat de commissie dan een overleg moet voeren. Dan kunnen wij het morgen afronden. Als wij morgen niets te doen hadden, was het natuurlijk wat anders. Maar dat is niet zo. Mevrouw Sipkes kan vragen of er nog een overleg in de commissie kan worden gevoerd. Dan kunnen wij het in deze zaal afronden. Als zij toch hier een debat prefereert, dan stel ik voor, de spreektijden op drie minuten te bepalen. Het is uiteindelijk dus geen twee-minutendebat. Drie minuten is, zoals u weet, drie maal zestig seconden.

Aldus wordt besloten.

Naar boven