6 Beëdiging en installatie van de heer R. Lievense

Beëdiging en installatie van de heer R. Lievense

Aan de orde is de beëdiging en installatie van de heer R. Lievense (BBB).

De heer Bruijn (VVD)

De voorzitter:

Aan de orde is de installatie van de heer Lievense. Ik deel aan de Kamer mede dat door mij zijn benoemd tot leden van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven van het benoemde lid der Kamer, de heer R. Lievense: mevrouw P.W. Geerdink, voorzitter, mevrouw W.J.M. Aerdts, lid, en de heer P. Schalk, eveneens lid.

Ik deel aan de Kamer mede dat de ingekomen missives van de voorzitter van het centraal stembureau en de geloofsbrieven van de heer Lievense in handen zijn gesteld van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven.

Het is mij gebleken dat de commissie haar taak reeds heeft verricht.

Ik geef derhalve het woord aan mevrouw Geerdink, voorzitter van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven van de heer Lievense, tot het uitbrengen van rapport.

Mevrouw Geerdink

Mevrouw Geerdink (voorzitter van de commissie):

Voorzitter. De commissie welke de geloofsbrieven van het benoemde lid van de Kamer, de heer R. Lievense, heeft onderzocht, heeft de eer te rapporteren dat de geloofsbrieven en de daarbij ingevolge de Kieswet overgelegde bescheiden in orde zijn bevonden.

Het rapport van de commissie is neergelegd ter Griffie ter inzage voor de leden.

De commissie adviseert de Kamer om de heer Lievense als lid van de Kamer toe te laten.

De heer Bruijn (VVD)

De voorzitter:

Ik dank mevrouw Geerdink voor het uitbrengen van rapport en de commissie voor het verrichten van haar taak. Ik stel aan de Kamer voor het advies van de commissie te volgen en het voltallige rapport in de Handelingen te doen opnemen. Kan de Kamer zich hiermee verenigen? Dat is het geval.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)

De heer Bruijn (VVD)

De voorzitter:

Ik verzoek de Griffier de heer Lievense binnen te leiden. Ik verzoek alle leden te gaan staan.

(De heer Lievense wordt binnengeleid door de Griffier.)

De heer Bruijn (VVD)

De voorzitter:

Dan gaan wij nu over tot het afleggen van de belofte door de heer Lievense. Meneer Lievense, ik verzoek u de volgende belofte af te leggen: "Dat verklaar en beloof ik." Ik lees daartoe allereerst het formulier voor.

"Ik verklaar en beloof dat ik, om tot lid der Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik beloof trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet.

Ik beloof dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal vervullen."

De heer Lievense (BBB)

De heer Lievense (BBB):

Dat verklaar en beloof ik.

De heer Bruijn (VVD)

De voorzitter:

Dan wens ik u van harte geluk met uw benoeming en installatie. Ik verzoek u de presentielijst te tekenen. Ik zal de vergadering straks schorsen, zodat de collega's u kunnen feliciteren. Ik verzoek de Kamerbewaarder de heer Lievense te begeleiden naar zijn zitplaats.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven