3 Afscheid van de heer Walenkamp

Afscheid van de heer Walenkamp

Aan de orde is het afscheid van het Eerste Kamerlid drs. P.V.A. Walenkamp MA.

De heer Bruijn (VVD)

De voorzitter:

Collega's. We nemen vandaag afscheid van de heer Walenkamp, die ik van harte in ons midden welkom heet.

Meneer Walenkamp, beste Pim. Sinds 1 februari bent u niet langer lid van de Eerste Kamer. Zoals u schrijft in de brief waarmee u uw vertrek aankondigt, merkte u dat het voor u moeilijk was het werk in de Eerste Kamer te combineren met uw werk als docent.

De afgelopen maanden heeft de Kamer u leren kennen als een enthousiast nieuw Kamerlid. Zo enthousiast dat één keer een microfoon het moest ontgelden toen u tijdens een commissievergadering wilde spreken. Hij is inmiddels weer gerepareerd, geloof ik.

U begon en eindigde uw maidenspeech met twee giganten uit de Nederlandstalige literatuur: Bomans en Elsschot. Het doet mij altijd veel deugd als er dichtregels worden geciteerd. Ik zou dan ook graag ten afscheid een andere grootheid citeren, Leo Vroman, de laatste regels van zijn gedicht Kleiner en kleiner:

De zitkamer wordt altijd

ruimer na het afscheid

en dan, weer alleen,

missen we iedereen.

Beste Pim, het is spijtig dat je je lidmaatschap van de Kamer niet kunt voortzetten, maar hopelijk blijf je behouden voor het onderwijs als docent Nederlands en geschiedenis. Het was een groot genoegen je de afgelopen maanden in ons midden te hebben.

Ik wens jou — en ik weet zeker dat ik namens iedereen hier spreek — alle goeds toe.

Ik verzoek u om voor het rostrum plaats te nemen, zodat ik u in ieder geval zelf nog de hand kan schudden — de leden hebben dat al gedaan, maar als iemand dat alsnog wil doen dan kan dat ook nog — en u ook een cadeau kan overhandigen.

(Applaus)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven