Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | nr. 42, item 11 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | nr. 42, item 11 |
Aan de orde is de interpellatie-Crone, gericht tot de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, over de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen en de proefprojecten.
Tot het houden van deze interpellatie is verlof verleend in de vergadering van 11 juli 2023.
De voorzitter:
Thans is aan de orde de interpellatie van het lid Crone, waarvoor de Kamer verlof heeft gegeven. De Kamer heeft verlof gegeven om een motie in te dienen, en daarmee ook om dat in de eerste termijn te doen, conform het Reglement van Orde, artikel 66, lid 4. De interpellant krijgt in de eerste termijn vier minuten, zoals gebruikelijk. Daarna zal ik de minister het woord geven om de motie te appreciëren. Het woord is aan de heer Crone.
De heer Crone (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. De minister sprak in zijn beeldspraak al over een voetbalwedstrijd. Hij zei dat we nu in de derde termijn zitten. Ik wil daar procedureel toch iets over zeggen. We hebben als Kamer drie jaar lang vragen gesteld. Die waren bijna iedere keer dezelfde, omdat we geen goede antwoorden kregen. Dan moet de regering dus goede antwoorden geven, want dan is het klaar. We hebben ten laatste gezegd: u mag de voorhang doen bij de Raad van State en dan krijgt u te horen of het allemaal goed genoeg is, maar dan willen we dat wel terugzien. We willen dat niet terugzien ter kennisneming, maar om te kijken of onze kritiek goed is verwerkt. Dat was de duidelijke bedoeling die in de procedurevergadering is genoemd. Het is in alle, tegenwoordig openbare, procedurevergaderingen gezegd. Zelfs al zou de minister het recht hebben om het KB te slaan, dan was er nog de volgende politieke toezegging: we gaan er nog met u over spreken. Dat hebben we hem twee weken geleden ook schriftelijk gemeld, als gezamenlijke commissie. Ook de inhoudelijke vragen zijn zowel vorige week als de week daarvoor gesteld namens de gehele commissie. Dat was dus niet namens de oppositie of de coalitie, maar namens iedereen samen.
We zitten dus nog vol in de wedstrijd. Daarom zijn we er ook blij mee dat de minister vanmiddag uitstekende antwoorden heeft gegeven op een groot aantal vragen. Respect ook voor het feit dat hij in alle chaos, naast alle politieke rumoer, zich hierop heeft geconcentreerd. Dat kostte ons ook best wel wat moeite, want we moesten zaterdagavond natuurlijk ook naar Nieuwsuur kijken. Maar dank, minister. Dit is namelijk een serieus debat.
Wij doen dit omdat wij vrezen dat burgers dadelijk in januari geen kwaliteitsborger kunnen vinden. Dan kunnen ze geen huis bouwen en kunnen ze geen verbouwing doen. En twee: als het huis klaar is, is er onduidelijkheid over de bevoegdheden van de kwaliteitsborger om het huis goed te keuren. Voldoet het dan wel aan het Bouwbesluit? Iedereen zoekt nu naar een tussenoplossing. Als het nog niet goedgekeurd is, mag je dan gedogen dat nog niet alles oké is? De minister en de VNG denken daar ook over mee.
Dat zijn twee goede ontwikkelingen en we denken erover na, maar wij vinden het een erg groot risico om nu, een halfjaar van tevoren, te beslissen dat het wel goed gaat komen. Het is namelijk geen goednieuwsshow. Daarom vraag ik toch om de uitvoering op te schorten en dit niet per 1 januari door te laten gaan. Ik zal de motie hierover straks voorlezen.
Ik meld daar nog even bij dat dit ook uit de sector komt. De koepelorganisaties en VNG zeggen steeds dat het moet doorgaan, maar dat we wel een toezichtkader moeten regelen. En als er een probleem is met het vinden van een Wkb'er, dan zeggen ze tegen de burgers dat ze maar eerder hadden moeten gaan zoeken. Toen ik dat gisteravond las, vond ik dat beschamend.
De voorzitter:
Meneer Crone, wilt u nu de motie voorlezen?
De heer Crone (GroenLinks-PvdA):
Ja.
Bouwend Nederland heeft gisteren ook gevraagd om uitstel. De Vereniging Eigen Huis ziet de problemen ook.
Nog één correctie. Ik kreeg tien minuten geleden een mailtje, waarin Bouwend Nederland zegt: wij hebben de minister wel degelijk de opening geboden om de verbouwingen uit te stellen. De minister heeft vanmiddag gezegd dat Bouwend Nederland dat niet wil. Misschien heeft hij dat nog niet gelezen, maar die mail is ook aan hem gestuurd, om 16.50 uur. De minister moet dus nog duidelijkheid geven over wat Bouwend Nederland echt vindt.
Dan lees ik graag de motie voor, voorzitter.
De voorzitter:
Door de leden Crone en Kemperman wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
stelt vast dat er mogelijk te weinig kwaliteitsborgen zijn om na 1 januari 2024 consumenten en andere opdrachtgevers bij nieuw- en verbouw te helpen zoals dan volgens de Wet kwaliteitsbouw verplicht is, dat mede daardoor vertraging in de bouwopgave kan plaatsvinden en de kosten voor consumenten ongewenst hoog kunnen worden;
constateert dat de regering niet bereid is volgens ook voorstellen van onder andere de Raad van State in een terugvaloptie te voorzien;
constateert tevens dat er nog geen handhavingskader voor gemeenten is voor opleveringsdossiers;
verzoekt de regering invoering van de Wkb op te schorten tot deze problemen zijn opgelost,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Crone. Dan geef ik het woord aan de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
Minister De Jonge:
Voorzitter, dank u wel. We hebben zojuist een commissievergadering gehad, maar dat is natuurlijk altijd maar met een deel van de Eerste Kamer, dus misschien is het goed om toch even terug te pakken wat we daar hebben besproken. Het eerste is dat ik daarbij heb gewezen op het feit dat we het hier hebben over de implementatie van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, die een wetgevingstraject heeft gekend van ruim tien jaar en tot invoering waarvan al een aantal jaren geleden in beide parlementen in ruime meerderheden besloten is. Bij de vaststelling van het invoeringsbesluit over de Omgevingswet is ook meteen het invoeringsbesluit, het KB, getekend ten aanzien van de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.
Dat betekent ook dat wat de heer Crone hier vraagt niet zomaar te doen is. Hij verzoekt de regering namelijk de invoering van de Wkb op te schorten tot deze problemen zijn opgelost. Dat op die problemen valt af te dingen, hebben we vanmiddag besproken, dus ik denk dat ik daarop niet nader hoef in te gaan. Maar ik wil wel ingaan op wat hier wordt gevraagd, want hier wordt eigenlijk, zou je kunnen zeggen, een amenderende motie ingediend over een reeds afgerond wetgevingstraject. Dat is staatsrechtelijk best een wonderlijke vorm, want je kunt niet zomaar eventjes de Wkb opschorten. Ik heb dat vanmiddag toegelicht. Dat zit als volgt.
Allereerst kan dat juridisch niet. Als je kijkt naar dat inwerkingtredingsbesluit, dan lijkt dat misschien eenvoudig, want daar staat: "De Wkb gaat in per 1 januari 2024". Maar dat betekent dat alle artikelen uit de Omgevingswet — de Wkb is integraal onderdeel van die Omgevingswet — die onderling ook kruisverwijzend zijn naar elkaar, op losse schroeven komen te staan. Want als je de Wkb-artikelen opschort, dan verwijst een Omgevingswetartikel naar een Wkb-artikel dat niet meer bestaat of is opgeschort. Dat kan dus niet zomaar. Het wordt juridisch dus een rommeltje, tenzij je bereid bent een nieuw wetgevingstraject te starten. Ik ben daartoe niet bereid, want ik vind dat buitengewoon rommelig. Ik ben daartoe ook niet erg bevoegd, want ik zit sinds afgelopen vrijdag in een demissionaire fase. De Tweede Kamer zou daartoe het initiatief kunnen nemen en ik denk dat die dat niet zal doen. Dat nieuwe wetgevingstraject gaat er dus niet komen. Dat wetgevingstraject kan ook alleen maar impliceren dat zowel de Wkb alsook de Omgevingswet op de helling komen te staan. Er is geen apart dingetje met de Omgevingswet te doen dat niet tegelijkertijd uitstel zou betekenen voor de Omgevingswet. Dat is de juridische kant.
Dan de technische kant. Toen het inwerkingtredingsbesluit is geslagen, zijn alle ICT-systemen aangepast. Het Digitaal Stelsel Omgevingswet is aangepast en alle lokale softwareleveranciers hebben hun ICT aangepast. Dus alle beslisregels die in die ICT-infrastructuur zitten, zijn gebaseerd op de laatste geconsolideerde wetteksten. Als je dat juridisch verandert, betekent dat dus ook dat ICT'ers al hun boel moeten terughalen en het allemaal opnieuw moeten inregelen. Dat zou bijvoorbeeld betekenen dat de hele bruidsschat die is ingeladen onder de Omgevingswet, eruit gehaald zou moeten worden en opnieuw zou moeten worden ingeladen. Kortom, ook technisch zou dit voor 1 januari niet te fiksen zijn. Dat betekent uitstel van de Omgevingswet, uitstel van de Wkb, en ongelofelijk veel werk, echt onwaarschijnlijk veel werk, in de uitvoering.
Het derde is dus de uitvoering. Hier zit helemaal niemand op te wachten. Op uitstel van de Wkb zit echt niemand te wachten. Dit betekent namelijk ook uitstel van de Omgevingswet, het betekent dat al die investeringen aan de voorkant, in de implementatie, voor niks zijn geweest en op de helling komen te staan. Sterker nog, er wordt ook onduidelijkheid mee gecreëerd. Te doen alsof het wél zou kunnen, wordt hier uitermate laag gewaardeerd. Laat ik zo maar formuleren.
Dan het vierde punt: de financiële kant. Dit zou natuurlijk een enorme desinvestering tot gevolg hebben. Ook om die reden zou je het niet moeten willen.
Kortom, ik heb echt grote moeite met deze motie. Het is echt een amenderende motie met terugwerkende kracht op een wetgevingstraject dat al jarenlang is afgerond. Dat vind ik echt een hele merkwaardige figuur. Om die reden zou ik de motie willen ontraden.
De voorzitter:
Ik zie dat er nog een vraag is van de heer Nicolaï. Ik geef aan dat dit een interpellatiedebat is. Dat is geen meningendebat. Er is alleen verlof gegeven voor het indienen van een motie. De heer Crone krijgt zo een tweede termijn. De heer Nicolaï kan een enkele korte vraag stellen, maar echt niet meer dan dat.
De heer Nicolaï (PvdD):
Ik hoor de minister zeggen dat het gaat om het met terugwerkende kracht inbreken op een wetgevingsproces. Maar met het KB van april 2023 wordt een aantal wetten in werking gesteld. Dat is gewoon een koninklijk besluit, dat is geen wetgeving. De motie strekt ertoe dat onderdeel 10 eruit wordt gehaald. Dat gaat om de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen met uitzondering van enkele artikelen. Dat kan gewoon bij KB, dat is geen wetgeving. Wat is daar het probleem van? Als er in de Omgevingswet artikelen staan waarin naar de Wet kwaliteitsborging wordt verwezen, terwijl die niet in werking is getreden, is dat juridisch helemaal geen probleem. Dat kan je alleen die bepaling niet uitvoeren. Een onuitvoerbare wet invoeren is wél een juridisch probleem. Ik zie die juridische problemen dus helemaal niet. Wat is nou het juridische probleem? Er wordt gewoon van een van de wetten die in die opsomming genoemd worden …
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Nicolaï (PvdD):
… gezegd dat we de inwerkingtreding uitstellen.
Minister De Jonge:
Dat is niet juist. Als het wel zo zou zijn geweest, zou ik het nog steeds niet eens zijn met het idee om voor uitstel te kiezen, maar dan zou het idee op zijn minst uitvoerbaar zijn. In dit geval is het geen uitvoerbaar idee. Ik heb dat in verschillende brieven geprobeerd toe te lichten, ik probeerde het vanmiddag in het mondeling overleg en ik probeerde het zojuist weer. Laat ik het nog een keer doen.
De Wkb en de Omgevingswet zijn twee wetten met artikelen die in exact dezelfde wettelijke bepalingen in het Bkl, in het Bbl, in de wet zelf ingrijpen. Het gaat om artikelen die kruisverwijzend zijn ten opzichte van elkaar. Dat gaat over een hele lange serie artikelen. Het is niet zomaar een enkel artikel dat je eventjes zou kunnen oplossen. Als het ene Wkb-artikel verwijst naar het andere Omgevingswetartikel en vice versa, dan komt een Omgevingswetartikel in de lucht te hangen als dat andere artikel nog niet is ingevoerd. Is dat oplosbaar? Alleen met een nieuw wetgevingstraject. Ga ik dat nieuwe wetgevingstraject starten? Nee. Gaat u dat nieuwe wetgevingstraject starten? Nee, want er is geen recht van initiatief in de Eerste Kamer. Gaat de Tweede Kamer dat starten? Nee. Kortom, kan het? Nee.
Dan hebben we technisch gezien een geconsolideerde wettekst na het inwerkingtredingsbesluit. De buitenwereld mocht daarvan uitgaan. Als er een KB wordt geslagen, als de Koning zegt dat het moet, dan mag de buitenwereld daarvan uitgaan. Vanaf dat moment zijn alle ICT-boeren die hiermee aan de slag zijn, allemaal hun pakketten gaan aanpassen aan de laatste geconsolideerde wettekst. Als je nu die wettekst uit die ICT-systemen zou willen peuteren, moeten alle beslisregels worden aangepast. Dat is een ongelofelijke klus. Datgene wat er nu is ingeregeld in die ICT-systemen, ga je dan terughalen. Ook ICT-technisch is er dus een dramatische uitvoeringsconsequentie.
Dan naar de kant van de uitvoering zelf. Bij de implementatie zit werkelijk niemand die zich heeft voorbereid te wachten op uitstel van de Wkb. Bovendien is het financieel een enorme desinvestering.
Het is dus echt geen verstandig idee om voor uitstel van de Wkb te kiezen. Het betekent by implication dat daarmee ook uitstel van de Omgevingswet een onvermijdelijk gevolg wordt. Ik denk dat dat echt heel erg onverstandig is. Over de bestuurlijke hygiëne, de wetgevingshygiëne zeg ik: als alle besprekingen zijn geweest en alle vragen gesteld hebben kunnen worden in twee, drie, vier, vijf, zes, zeven termijnen — zeker bij de Omgevingswet is dat zo — en als dat uiteindelijk leidt tot een invoeringsbesluit, een invoerings-KB, een koninklijk besluit, dan is het echt heel onverstandig om daar dan twee maanden later toch aan te gaan morrelen. Dat lijkt mij echt een hele, hele slechte manier van wetgeving maken. Ik zou daar dus echt niet voor willen zijn.
De voorzitter:
Dank u wel, minister. Dan komen we nu bij de tweede termijn van de kant van de Kamer. Ik geef het woord aan de heer Crone. Hij heeft twee minuten spreektijd.
De heer Crone (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Wij staan er gezamenlijk voor om deze wet zo goed mogelijk te doen uitvoeren, zodat consumenten en ondernemers er geen last van hebben. Ik vind het jammer dat de minister hier dan met zo'n kernbom komt, in de zin van: de wet is geïntegreerd. Een wet kan niet geïntegreerd worden zonder dat wij die zouden hebben gezien. Het gaat niet om de wet; het gaat om een koninklijk besluit. Het koninklijk besluit is geïntegreerd: Omgevingswet en Wkb. Dat is niks nieuws. Dat is ook precies wat de heer Nicolaï zegt. Met betrekking tot het KB hebben wij inderdaad drie jaar lang gevraagd: sla dat nog niet, want we willen met u overleggen. We hebben zelfs toegestaan dat dat al werd voorgehangen bij de Raad van State, waardoor u in april een besluit kon slaan. We hebben toen wel gevraagd: mogen wij nog een keer met u overleggen voor u in april het besluit slaat? Dat heeft ú genegeerd. U kunt ons dus niet verwijten dat wij het debat te lang ophouden, want het was toegezegd dat we tot het koninklijk besluit met de regering overleg zouden hebben over de vraag of het voldoende rijp is voor uitvoering.
Dat over uitvoering komt niet aan de wet. Wij dienen hier geen amenderende motie in. Dat is echt complete onzin. Dit is een motie die alleen maar gaat over één zin uit het koninklijk besluit. Doe de invoering niet 1 januari 2024, maar desnoods 2 januari of op het moment dat het u goed uitkomt, na overleg met ons. Dat mag gewoon. Wij mogen zeggen: een koninklijk besluit tot de laatste dag. Natuurlijk is dat niet wenselijk. U zegt dat iedereen dan in paniek raakt. Waarom kregen wij dan gisteren een brief van Bouwend Nederland waarin staat dat ze uitstel een optie vinden? Waarom kregen wij dan tien minuten geleden nog een mail van Bouwend Nederland, die zegt ook te hebben gezegd dat verbouwingen mogen worden uitgesteld, terwijl u vanmiddag zei dat Bouwend Nederland dat niet wil? Waarom komt de VNG niet met een oplossing en zegt de Vereniging Eigen Huis hetzelfde? Als het over de uitvoering gaat, vind ik het dus jammer dat u zo'n enorme overdaad aan niet-juridisch juiste argumenten probeert in te brengen. Want dat lost in de praktijk geen feitelijke problemen op voor consumenten. Het is slechts in onderdeel 10 — ik geloof dat Nicolaï het ook noemde — het zinnetje "de invoering van de Wkb is dan" veranderen. Alle andere dingen kunnen overeind blijven.
Voorzitter. Ik rond af. Het bewijs dat dit kan, is dat de minister zelf heeft gezegd: de gevolgklassen 2 en 3 doe ik ook niet 1 januari. Daar heeft u in het koninklijk besluit dus ook een ander zinnetje voor en een andere datum. Dat kan. Waar een wil is, is een weg.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Crone. Wenst een van de leden in de tweede termijn nog het woord?
De beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
De heer Van Hattem.
De heer Van Hattem (PVV):
Voorzitter, heel kort. Dank aan de minister voor de beantwoording, maar ik blijf toch een beetje kauwen op de vraag, los van wat er nu juridisch kan: als we op 1 januari voor de situatie staan dat deze wet echt nog niet klaar is om in Nederland van kracht te worden, als Bouwend Nederland of de bouwers in Nederland er nog niet klaar voor zijn, als de gemeenten nog niet klaar zijn, kortom, als alles in de praktijk nog niet werkt en er echt onvoldoende kwaliteitsborgers zijn, wat heeft de minister dan voor scenario in gedachten? Wat gaat er dan gebeuren? Wat kunnen we dan voorzien? Is het op dat moment ook onmogelijk om nog iets aan te passen in juridische zin? Daar heb ik toch nog wel graag een reactie op.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Hattem. Minister, bent u in de gelegenheid om direct te antwoorden in de tweede termijn of wenst u nog ... Ja. Dan geef ik het woord aan de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor de tweede termijn van de kant van de regering.
Minister De Jonge:
Ik denk dat het goed is om te onderstrepen dat ik inmiddels in meerdere brieven, ook weer in de laatste weken, heel minutieus heb toegelicht hoe de besluitvormingsprocedure is geweest. Aan alle vereisten die aan een voorhangprocedure worden verbonden, heb ik voldaan. Ik heb dat ook heel secuur laten terugkijken en laten nakijken, want het verwijt is nogal wat. Er is geen sprake van dat aan ook maar één van die stappen niet zou zijn voldaan in alle zorgvuldigheid. Het kan ook geen misverstand zijn dat die beide wetten totaal vervlochten zijn met elkaar. Dat is u meerdere malen gemeld. Ik heb het u ook zelf gemeld. Daarom weet ik dat nog. Dat was ook op deze plek. Dat was namelijk op 7 maart. Uitstel van de Wkb is niet mogelijk. Dan zou je die moeten losknippen uit de Omgevingswet. Dat vergt een enorm ingewikkeld wetgevingstraject, waar we geen tijd meer voor hebben en dat ook niet wenselijk zou zijn.
Fasering is dat overigens wél. Ik heb u ook toegelicht hoe we die fasering in gevolgklasse 1, gevolgklasse 2 en gevolgklasse 3 doen. Vervolgklasse 1 zijn de grondgebonden woningen en de eerstkomende vijf jaar zijn het alleen die grondgebonden woningen. U trekt daaruit de conclusie: o, maar als dat kan, dan kun je de rest dus ook nog wel eventjes uitstellen. En dat is dus niet zo. Dat is gewoon niet het geval. Ik heb u buitengewoon minutieus aangegeven hoe die onderlinge artikelen met elkaar verweven zijn en hoe de een naar de ander doorverwijst. Er wordt op elkaar voortgebouwd en je kunt niet zomaar de Wkb-artikelen eventjes uitzetten. Ik ben geen wetgevingsjurist, maar ik heb me daar wel van laten overtuigen door onze wetgevingsjuristen. En de beste werken op BZK! Dus als zij zeggen dat het niet kan, dan kan het niet.
Het zou dan alleen nog maar kunnen met een wetgevingstraject dat niet alleen uitstel van de Wkb tot gevolg heeft, maar ook uitstel van de Omgevingswet tot gevolg heeft. Ik denk dat we dan zo veel meer kapotmaken dan ons lief is dat we dat niet moeten doen. Dat laat dus het oordeel over de motie onverlet.
Dan kom ik bij de vraag van de heer Van Hattem: hoe werkt dat dan, want stel nou dat je te weinig kwaliteitsborgers hebt? Dat was ook een van de vragen die vanmiddag voorlagen. Dat was een zorg, maar is inmiddels denk ik niet zozeer meer een zorg. Dat heeft er alles mee te maken dat er inmiddels ruim 300 kwaliteitsborgers zijn. De inschatting is dat dat er per 1 januari ruim voldoende zijn. De onderbouwing van die inschatting is dat die kwaliteitsborgers voldoende moeten zijn om zo'n 50.000 nieuw te bouwen grondgebonden woningen te kunnen beoordelen. I wish it was true, want dat zou betekenen dat de dip die nu in de bouw wordt verwacht, kennelijk weer helemaal is rechtgetrokken. Dus ik hoop dat het waar is dat we die woningen gaan bouwen, want naast grondgebonden woningen zijn er natuurlijk ook appartementen, transformaties et cetera. We zouden dan volgend jaar echt een hele mooie bouwproductie hebben.
Voor dat aantal woningen is ook niet vanaf dag één meteen een kwaliteitsborger nodig. Je zult namelijk zien dat er in het najaar nog een enorme run is op de vergunningverlening onder het oude regime. Alle projecten waar voor 31-12 een bouwvergunning voor wordt aangevraagd, hoeven namelijk niet onder de Wkb, want die kunnen gewoon onder het oude regime. De vergunningverlening zal pas vanaf 1 januari onder de Wkb vallen. De woningen die in de loop van dat jaar of misschien zelfs wel een jaar later worden gebouwd, zullen pas onder de Wkb gaan vallen. Ik denk dus dat we onder de oude vergunningverlening nog zeker tot in 2025 gaan bouwen en dat maakt dat er een soepele overgang is. Eigenlijk is het een soort fade-in, fade-out van de oude situatie naar de nieuwe situatie. Ik denk dat daarmee aan de zorgvuldigheidsvereisten is voldaan.
De voorzitter:
De heer Nicolaï, een zeer korte vraag.
De heer Nicolaï (PvdD):
Een heel korte vraag. Ik hoor de minister zeggen dat er een enorm complexe verwevenheid is tussen de Omgevingswet en deze wet. Als je nu een geconsolideerde versie van de Omgevingswet opent en met de zoekfunctie de kwaliteitsborging doet, dan krijg je op één plek een verwevenheid. En daar staat dat er een AMvB moet komen. Dat is alles! Dank u wel.
Minister De Jonge:
Lees de brief. Dank u wel.
De voorzitter:
Dat was het minister? Dan dank ik de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor de verstrekte inlichtingen.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik stel voor dat er vanavond over de ingediende motie van de heer Crone wordt gestemd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-ek-20222023-42-11.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.