4 Mededelingen

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Op verzoek van de BBB-fractie heb ik op grond van artikel 30 van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer het lid Van Gasteren aangewezen als lid van:

  • -de commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO);

  • -de commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL);

  • -de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Dan geef ik het woord aan mevrouw Huizinga in verband met een verzoek tot verlenging van de termijn van een aangehouden motie.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Het gaat om de motie van de heer Verkerk inzake deepfaketechnologie (CXLVII, letter I).

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Huizinga. Kan de Kamer zich vinden in een verlenging van de termijn met twaalf weken? Dat is het geval.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Mevrouw Kluit heeft mij conform artikel 104, eerste lid, van het Reglement van Orde, gemeld de Kamer om verlof te willen vragen voor het houden van een interpellatie. Ik geef het woord aan mevrouw Kluit voor een korte toelichting bij de interruptiemicrofoon.

Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. Ik heb daarover overleg gehad met de commissie voor IWO en ik heb ook een mail gestuurd, maar ik zal het voor de andere collega's nog even samenvatten. We hebben in de debatten rondom de Omgevingswet heel veel aandacht gevraagd voor de financiële instrumentering daarvan, met name voor de decentrale overheden. Er is in meerdere toezeggingen beloofd aan deze Kamer dat dat in orde zou komen. We hebben anderhalve week geleden een brief gekregen van minister De Jonge waarin duidelijk werd dat het nog niet geregeld was. Het zou voor 1 juli geregeld zijn, maar het is nog niet geregeld. De decentrale overheden moeten zich kunnen voorbereiden op de invoering van de Omgevingswet en ook weten welke middelen ze daarvoor hebben. Wij willen dus graag een interpellatiedebat hebben met de minister over hoe deze kosten verwerkt gaan worden in de begroting 2024 en verder.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kluit. Wenst een van de andere leden het woord over het interpellatieverzoek? Dat is niet het geval.

Ik constateer dat er voldoende steun is voor het interpellatieverzoek.

Dan stel ik vast dat de Kamer verlof heeft gegeven om de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening te interpelleren. Ik stel voor om de interpellatie vandaag tijdens de dinerpauze, om 17.00 uur, te houden, met een spreektijd in eerste termijn voor de interpellant van vier minuten en een spreektijd in tweede termijn voor de interpellant en alle andere sprekers van twee minuten, zoals gebruikelijk.

Conform artikel 104, vierde lid, van het Reglement van Orde, verzoek ik mevrouw Kluit om de vragen die zij bij de interpellatie zal stellen zo spoedig mogelijk bij mij in te dienen. Ik zal de vragen daarna direct verspreiden over de leden.

Naar boven